Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 Den Haag

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2014D05973 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Energievoorzieningszekerheid en buitenlandbeleid Beleidsdoorlichting

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

Persinformatie. Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen. Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten

Eerste Kamer der Staten-Generaal

b. of het NBSO-netwerk relevant, doeltreffend (effectief) en doelmatig (efficiënt) was.

De Europese lidstaten in het kader van de Lissabon-afspraken de EU tot de meest innovatieve economie ter wereld willen maken;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een Duurzaam Nederlands Energiebeleid?

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 november 2010 (16.11) (OR. en) 15697/1/10 REV 1 ENER 301 CONSOM 100

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 18 april 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Terms of Reference Beleidsdoorlichting Energievoorzieningszekerheid en Buitenlands beleid. Vastgesteld op 15 december 2010

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen

Is EU-beleid de molensteen voor de Nederlandse energiesector? Mark Dierikx, Directeur-generaal Energie, Telecom en Mededinging

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Wind op zee en India. 11 December, Ir. Leon Wijshoff

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ij Tweede Kamer DER STATEN-GENERAAL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6 Pijler 4: Het energietransportnetwerk gereedmaken

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

6981/17 ASS/sl 1 DG C 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

CPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van Economische Zaken. Datum: 5 november 2014 Betreft: Second Opinion Beleidsdoorlichting Artikel 14 Energie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Aan de (plv.) leden van de vaste commissie voor Europese Zaken. Geachte leden,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

MANAGEMENT SAMENVATTING ENERGIERAPPORT 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Energie en geopolitiek

Toespraak commissaris van de koningin Max van den Berg, Statenexcursie 17/18 november 2011 naar Hannover

Visie op Windenergie en solar Update 2014

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-0455/31. Amendement

Speech van commissaris van de koning Max van den Berg, debatavond Europese Commissie 'Energievoorziening in de toekomst', 30 januari 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

COMMISSIE Oproep tot het indienen van voorstellen voor medegefinancierde projecten in het kader van het Synergy-programma voor 2000

Op weg naar een duurzame energievoorziening in Mark Dierikx Directeur Generaal Energie, Telecom en Mededinging

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Internationaal cultuurbeleid Benjamin van der Helm Sr. Beleidsmedewerker Internationaal Cultuurbeleid Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 30 juni 2014 Betreft Beantwoording vragen van de leden Van Dijk en Smaling (beide SP) over schaliegas in het vrijhandelsverdrag TTIP

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018

De toekomst van energie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

CON. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Europese programma s in Nederland

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Grondstoffenschaarste in drie dimensies

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciale Staten van Noord-Holland

BIJLAGE. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hernieuwbare energie: noodzaak, visie op 2050 en beleid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

25087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid Belastingdienst. Brief van de minister en staatssecretaris van Financiën

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Voorbeeld model decentrale overheden als mededepartement

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 19 maart 2012

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fiche 3: Mededeling grondstoffen en grondstofmarkten: uitdagingen en oplossingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

LBW Copyright. De route naar betrouwbare, betaalbare en schone energie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 19 november Betreft MVO Sector Risico Analyse

Vraag & Aanbod Dag van de Maakindustrie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 271 Beleidsdoorlichting Buitenlandse Zaken Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 31 oktober 2012 Hierbij bied ik u aan de IOB Beleidsdoorlichting «Energievoorzieningszekerheid en Buitenlandbeleid» *) en mijn beleidsreactie daarop. De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal kst-31271-7 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2012 Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 31 271, nr. 7 1

Beleidsreactie op beleidsdoorlichting «Energievoorzieningszekerheid en buitenlandbeleid 2006 2010» I Inleiding De beleidsdoorlichting is gericht op het afleggen van verantwoording en op het formuleren van aandachtspunten voor de toekomst op het terrein van energievoorzieningszekerheid, waarop BZ nauw samenwerkt met Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De centrale vraag daarbij was in welke mate de inspanningen van BZ hebben bijgedragen aan energievoorzieningszekerheid. Het onderzoek bestrijkt de periode 2006 2010. II Samenvatting van de beleidsreactie Graag onderschrijf ik de hoofdbevindingen van het rapport en neem de aandachtspunten ter harte. Het beleid wordt verbreed naar de relaties met de directe buurlanden, naar een aantal grote energieproducenten en consumenten en naar specifieke regio s. Naast de aandacht voor olie en gas, krijgen technologie en hernieuwbare energie een plaats in het externe beleid. De aansluiting van het externe energiebeleid bij de brede doelen van BZ zal expliciet worden gemaakt: de economische diplomatie en het grondstoffenbeleid bieden daarvoor het kader. Centraal in het externe energiebeleid staat de bestuurlijke context die nodig is voor een duurzame winning en productie van grondstoffen en energie. Naarmate het externe energiebeleid van de EU nader vorm krijgt, opereert BZ nadrukkelijker via het kanaal van de EDEO. Tot slot wordt de energie expertise bij BZ opgebouwd en wordt de kennis en ervaring geborgd binnen de organisatie. III Samenvatting van de conclusies van de beleidsdoorlichting De rol van BZ op het gebied van energievoorzieningszekerheid richt zich op de energiestromen richting Europa en de mondiale beschikbaarheid van schone, betrouwbare en betaalbare energie. De wereldwijde vraag naar energie vanuit de opkomende economieën stijgt, waardoor zij hun positie op de mondiale energiemarkten verstevigen. Daarentegen stabiliseert de energievraag zich in Europa en dalen de Europese voorraden gestaag. De interventies van buitenlandse overheden op de energiemarkten rechtvaardigen dat de Nederlandse overheid zich vanuit strategische overwegingen opwerpt voor de belangenbehartiging op energiegebied, zoals ook voor grondstoffen, en verklaren waarom BZ sinds 2006 betrokken is bij het externe energiebeleid. BZ speelt een zowel procesmatige als inhoudelijke rol. De procesmatige rol houdt in dat BZ, in nauwe samenwerking met ELI, de belangen van het bedrijfsleven in het buitenland behartigt en bedrijven en overheden bij elkaar brengt. De inhoudelijke rol betreft de kennis van lokale omstandigheden, het netwerk van de ambassades en de relaties met buitenlandse overheden, o.a. ter ondersteuning van het bedrijfsleven. BZ richt zich bovendien op de samenhang van het buitenlandse beleid. In de onderzochte periode was het beleid gericht op wederkerigheid in de relaties met derde landen, op een efficiënt werkende energiemarkt, op diversificatie van energiebronnen en landen van herkomst. Daarnaast richtten de inspanningen zich op hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en veiligheid van aanvoerroutes. Het rapport concludeert dat het bevorderen van de Europese interne markt een speerpunt vormde en dat het besef ontstond dat energievoorzieningszekerheid alleen in een Europese context kan worden geborgd. Dit vertaalde zich in meer aandacht voor de interne markt en voor het EU externe energiebeleid. Daarnaast ging de aandacht uit naar bevordering Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 31 271, nr. 7 2

van wereldwijde energiemarkten via multilateraal overleg, naar transparantie van inkomsten uit grondstoffenwinning, het beveiligen van aanvoerroutes tegen piraterij en een internationale aanpak van de problematiek in de Niger Delta. Voorts richtte de energiediplomatie zich op het ondersteunen van belangen van het bedrijfsleven in het buitenland en op het aantrekken van buitenlandse energieleveranciers naar Nederland. De inspanningen hebben zich daarbij sterk gericht op vier energie producenten: Kazakhstan, Algerije, Saoedi-Arabië en Rusland. Dat liet onverlet dat voor opkomende energielanden aandacht ontstond. De belangrijkste instrumenten van het beleid zijn: ministeriële en hoog ambtelijke bezoeken, bedrijvenmissies, Memoranda of Understanding, Investeringbeschermingsovereenkomsten, deelname aan en organisatie van conferenties en workshops, seminars, dialogen, kennisuitwisseling en tal van ambtelijke en diplomatieke contacten. IV Beleidsreactie op de bevindingen en aandachtspunten Het Regeerakkoord vermeldt energievoorzieningszekerheid als prioriteit van het buitenlands beleid. Het belang hiervan is verder toegenomen in het licht van verschuivingen op de internationale energiemarkt en van ontwikkelingen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Internationalisering, inbedding van onze economische belangen en verduurzaming zijn sleutelbegrippen voor het externe energiebeleid. Verduurzamen betekent dat het beleid van energievoorzieningszekerheid zich niet alleen op fossiele maar ook op hernieuwbare energiebronnen richt. Energievoorziening is in toenemende mate een internationale aangelegenheid waarvan de kaders op EU en internationaal niveau worden vastgesteld. Dit noopt tot een versterkte internationale aanpak waarbij economische belangen en kansen worden meegewogen. De IOB moedigt verbreding van het externe energiebeleid aan, met aandacht voor transitie naar hernieuwbare energie, voor de aanbod- en de vraagkant, voor handel en investeringen in Nederland en in het buitenland. Daarnaast beveelt de IOB aansluiting aan bij de doelen van buitenlands beleid. Het rapport concludeert dat brede structurele relaties met buurlanden en grote energiespelers kunnen bijdragen aan diversificatie en aan energievoorzienings-zekerheid. De focus op vier prioritaire landen die van 2006 tot 2010 gold, bleek minder effectief. BZ en EL&I zijn tot vergelijkbare conclusies gekomen: evenals bij grondstoffen geldt dat vanwege het mondiale karakter van het energievraagstuk, de mogelijkheden voor nationale oplossingen beperkt zijn. Het kabinet ziet een belangrijke rol voor de EU t.a.v. de interne markt en het externe energiebeleid. Bovendien speelt Nederland een actieve rol in de internationale energie dialoog en de kennisuitwisseling via multilaterale kanalen zoals het International Energy Agency (IEA), International Energy Forum (IEF), International Renewable Energy Agency (IRENA) en het Energy Charter Treaty (ECT). Op multilateraal niveau gaat het erom energie producenten en consumenten te betrekken bij het stelsel van afspraken. Deze dienen de rechtszekerheid van burgers en bedrijven, de transparantie van energiemarkten, de beperking van extreme prijsfluctuaties en de aansluiting bij klimaat- en duurzaamheidsbeleid. Vanuit een geopolitieke benadering wordt aldus bijgedragen aan veiligheid en stabiliteit in de wereld en wordt voorkomen dat energie als politiek drukmiddel wordt gebruikt. Daarnaast is sprake van een heroriëntatie op bilaterale energie relaties met buurlanden (Duitsland, België, Frankrijk, Noorwegen, Verenigd Koninkrijk), met grote energieproducenten en consumenten (Rusland, China, Verenigde Staten, Brazilië) en met enkele specifieke regio s Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 31 271, nr. 7 3

(Kaspisch gebied, Midden Oosten). Wanneer zich elders relevante ontwikkelingen voordoen, moet daarop ingespeeld worden. Naast aandacht voor de leveringszekerheid richt het beleid zich op technologische ontwikkelingen en hernieuwbare energie. In het externe energiebeleid van Nederland staan de kansen voor het bedrijfsleven voorts centraal. Nederland heeft in deze sector veel te bieden en behoort op bepaalde terreinen tot de wereldtop: de gasindustrie, de offshore sector en de havens als locatie voor energie productie, voor op- en overslag van grondstoffen en (niet) fossiele brandstoffen en voor petrochemie. De energiesector als geheel levert per jaar zo n 36 miljard euro op ruim 6 % BBP en meer dan 100 000 arbeidsplaatsen. Als gasproducent beschikt Nederland over specifieke technische expertise t.a.v. de inrichting van de energie- en grondstoffensector. Hiermee kan een bijdrage geleverd worden aan goed bestuur in deze sector in derde landen. Daaronder wordt verstaan de capaciteit van een overheid om de energie- en grondstoffen sector te besturen, b.v. door middel van regelgeving, aanbestedingen, onderhandelingen over «Production Sharing Agreements», afgifte van vergunningen, toezicht op boringen en mijnbouwactiviteiten, verdelen van de baten en het voorkomen van «Dutch Disease». Ons bedrijfsleven heeft groot belang bij een rechtszekere omgeving in het buitenland. Daarom speelt Nederland een leidende rol in het «Extractive Industries Transparency Initiative». In dit internationale initiatief werken overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties samen aan een heldere en billijke regelgeving in de energie- en grondstoffensector en aan transparantie van geldstromen. Van onze bedrijven wordt ook verwacht dat zij zich aan de richtlijnen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Internationaal groeit de steun voor afspraken over de wijze van productie van grondstoffen w.o. energie, zoals de OESO richtlijnen voor multinationals en de OESO Due Diligence richtlijnen. Dit bevordert dat bedrijven rekening houden met mensen- en arbeidsrechten en milieu. Het IOB-rapport moedigt aan om de bijdrage van BZ aan de energievoorzieningszekerheid duidelijker te maken, bijvoorbeeld in de Memorie van Toelichting bij de begroting. Door de afwegingen te expliciteren wordt het beter mogelijk om verantwoording af te leggen. Dat geldt ook ten aanzien van de rol van BZ in het EU wet- en regelgevingsproces en in het EU externe energiebeleid. Dit aandachtspunt neem ik ter harte. Daarbij zal ook een ander aandachtspunt meegenomen worden, namelijk een beter zicht op de bereikte resultaten in de Interdepartementale Werkgroep Energievoorzieningszekerheid (IWE). In dit gremium vindt een verschuiving plaats van informatie uitwisseling naar daadwerkelijke beleidsafstemming. Wat de EU betreft speelt BZ traditioneel een rol in de coördinatie bij de totstandkoming van regelgeving. Dat geldt m.n. bij EU dossiers op het snijvlak van klimaat- en energie cq. grondstoffen. Het EU externe energiebeleid staat nog in de kinderschoenen. Naarmate EDEO zijn rol op het vlak van energie en grondstoffen daadwerkelijk oppakt, zal BZ nadrukkelijker opereren via Brussel. Juist in regio s en op thema s die minder prioritair zijn, zal vaker via de EDEO worden gewerkt. Daarbij wordt gekeken naar EU energie- en grondstoffendialogen met derde landen en naar het Nabuurschapsbeleid. De overweging is dat de EU stem in het buitenland zwaarder weegt dan die van een individuele lidstaat. De belangenbehartiging ten behoeve van het bedrijfsleven blijft een nationale zaak. De IOB vraagt aandacht voor de opbouw van energie expertise bij BZ en voor de opzet van een institutioneel geheugen. Deze behoefte onderken ik. Ambassades in prioritaire energielanden en regio s en het departement Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 31 271, nr. 7 4

in Den Haag dienen over energiekennis te beschikken. Daarom organiseert BZ vanaf 2011 een jaarlijkse energiecursus. Ook vindt opbouw van expertise plaats via trainingen en via de goed lopende personele uitwisseling tussen BZ en EL&I. V Conclusie Energievoorzieningszekerheid staat hoog op de politieke agenda. Als energieproducent en exporteur en als doorvoerland voor grondstoffen en energie is Nederland een belangrijke Europese en wereldwijde speler. BZ wil en kan die rol ondersteunen door in te zetten op een actieve energiediplomatie op bilateraal, EU en multilateraal niveau. Het legt de nadruk op de geopolitieke benadering, de aansluiting bij het grondstoffendossier en de bestuurlijke context van de grondstoffen- en energiesector wereldwijd. Het opereert daarbij in nauwe samenspraak met het vakdepartement van EL&I. Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 31 271, nr. 7 5

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer Tweede Kamer, vergaderjaar 2012 2013, 31 271, nr. 7 6