Fight the power Lian Smits Jeugdbeleid ISSN 1873-9482 Volume 12 Number 1 Jeugdbeleid (2018) 12:21-25 DOI 10.1007/s12451-018-0166-1 1 23
Your article is protected by copyright and all rights are held exclusively by Bohn Stafleu van Loghum is een imprint van Springer Media B.V., onderdeel van Springer Nature. This e- offprint is for personal use only and shall not be self-archived in electronic repositories. If you wish to self-archive your article, please use the accepted manuscript version for posting on your own website. You may further deposit the accepted manuscript version in any repository, provided it is only made publicly available 12 months after official publication or later and provided acknowledgement is given to the original source of publication and a link is inserted to the published article on Springer's website. The link must be accompanied by the following text: "The final publication is available at link.springer.com. 1 23
Estafettestokje Fight the power Lian Smits Samenvatting Dit tijdschrift kent een opinie-estafette. Elk nummer krijgt iemand de gelegenheid om haar of zijn mening kenbaar te maken over het Nederlandse jeugdbeleid. De auteur bepaalt aan wie het stokje wordt doorgegeven, de redactie heeft daar geen invloed op. Op deze manier stelt het tijdschrift zijn pagina s beschikbaar voor onverwachtse invalshoeken en verrassende argumenten. Lian Smits geeft in het volgende nummer het stokje door aan Ariëlle de Ruijter, directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs in Amsterdam. Graag deel ik mijn opinie over het Nederlands jeugdbeleid. Ik doe dat vanuit mijn ervaring als bestuurder in de jeugdzorg, de vrouwenhulpverlening en de hulpverlening aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Een bestuurder met een achtergrond in de inhoud. Ik denk dat inhoud en bedrijfsvoering twee kanten van dezelfde medaille zijn en onlosmakelijk met elkaar verbonden moeten zijn. Onze organisatie Kompaan en De Bocht organiseert haar hulpverlening al jarenlang dwars door doelgroepen heen, met als kern specialistische kennis en behandeling rondom veiligheid, ontwikkeling en opvoeding voor kinderen, jongeren, vrouwen, mannen en gezinnen. Vanaf 1 januari 2018 is de naam van onze organisatie Sterk Huis. Twee woorden die alles zeggen. Sterk Huis gelooft dat een samenleving waarin iedereen gezien wordt, een betere samenleving is en mensen meer kans biedt op een stabiel, veilig en zelfstandig leven. Daarmee kun je bouwen aan een betere toekomst. Het belang en de kracht van een inclusieve, complete educatie van kinderen en jongeren kan niet genoeg onder de aandacht komen. Drs. L. Smits, MMO ( ) Goirle, Nederland e-mail: liansmits@sterkhuis.nl Jeugdbeleid (2018) 12:21 25, https://doi.org/10.1007/s12451-018-0166-1 21 Bohn Stafleu van Loghum is een imprint van Springer Media B.V., onderdeel van Springer Nature 2018 Published online: 20 February 2018
22 Jeugdbeleid (2018) 12:21 25 Verwondering en verbijstering Ik ben gedreven om de ontwikkelingen in de jeugdhulp verder te brengen en cruciaal te laten zijn voor kansen op autonomie voor mensen. Jeugdhulp is natuurlijk geen doel op zich, maar een middel. Voor mij zijn jeugdhulp en de problemen van kinderen en gezinnen altijd gesitueerd in de context van een gezin, in de context van generaties, in de context van cultuur en in de context van sociaal-maatschappelijke omstandigheden. Daarmee is jeugdhulp dan één onderdeel van alle pijlers die bijdragen aan een veilig en zelfstandig leven. Een vorm van hulpverlening, een kennisgebied, dat zeker wezenlijk is. Betekenisvolle jeugdhulp bundelt specialistische kennis en behandeling om maatschappelijke en persoonlijke stabiliteit en groei kansrijk te maken. Ik kom nog wel eens een arrogante veroordeling van specialistische kennis in de jeugdhulp tegen. Ik denk dat dit onterecht is en het gedeelde kennisfundament in de sociale wijkteams ondergraaft. Je kunt wel kritisch zijn over de effectiviteit van de inzet en de samenwerking, maar specialistische, wetenschappelijke kennis over veiligheid, ontwikkeling en opvoeden is cruciaal. En helpt als geïntegreerd onderdeel van goed kijken en goed analyseren. Ik geloof in decentralisatie omdat het echt mogelijk zou moeten zijn om op maat, gebruikmakend van demografische kennis van steden en wijken, dichter bij mensen een sterke ondersteunende basis te leggen op scholen, in wijken, bij huisartsen. En tijdig de juiste, soms specialistische, hulpverlening in te zetten. Mijn verwondering en verbijstering hebben te maken met het feit dat we, onder verwijzing (bijna als excuus gebruikend) naar ideologie, financieringsstructuren, aanbestedingstrajecten, politieke ordening en systemen, bevoegdheden, beschikkingen, registraties, kwaliteitseisen, verantwoordelijkheden en organisatiebelangen vaak niet de beste basis en hulpverlening voor mensen organiseren. En hoe moet je dat uitleggen? We werken suboptimaal, we gebruiken niet de kennis die er is, en we gaan veel te laat aan de slag. Pas als de problemen groot zijn gaan we meerdere jaren veel geld investeren in individuele hulpverlening. Ik geef geen enkele partij de schuld. Maar ik zou zo graag doen wat we gewoon samen kunnen doen. We kunnen een wereld winnen: burgers, bestuurders, politiek, kenniswerkers en hulpverleners. In de afgelopen jaren heb ik me echt suf gepiekerd om beter te begrijpen waarom we niet doen wat kan. Na een paar jaar proberen te overtuigen en scherp te zijn op politiek en collega-bestuurders weet ik wel dat dat niet werkt. Maar wat werkt er dan wel? Welk inzicht moet ik hebben en welke charme moet ik kunnen blijven uitdragen?
Jeugdbeleid (2018) 12:21 25 23 Inspiratie en inzicht Ik ervaar dat het belangrijk is om verschillende werelden (politiek, ondernemers en bedrijven, hulpverleners, burgers/cliënten/patiënten, wetenschap, serviceclubs, filantropische organisaties) te verbinden. Veel oordelen over elkaar komen voort uit onbekendheid en daarmee onbegrip. Terwijl er in die verschillende werelden zoveel inzichten zijn die je juist kunnen helpen om anders naar je eigen vragen te kijken. Deze brede manier van kijken en leren helpt mij om in verschillende werelden gelijke, of juist complementaire ontwikkelingen en inzichten te zien. Die samenhang geeft verbinding, begrip en herkenning. In mijn verwondering over het gebrek aan rationaliteit in de transformatie van de hulpverlening dacht ik weer aan de inzichten die ik lang geleden in mijn studie meekreeg van wijsgerig antropoloog De Boer (1980). Hij onderbouwde dat het de uitdaging is om de empirische-analytische wetenschap (feiten) te integreren in een kritisch gesprek dat mensen met zichzelf en met elkaar voeren. In zijn woorden: Vrijheid en inzicht gaan samen met ondoorzichtigheid en gebondenheid. Als je je hiervan bewust wilt zijn, moet het dus ook mogelijk zijn om én organisatiebelangen én wetenschappelijke feiten én politieke ideologieën én financiële belangen én verantwoordelijkheden eerlijk te bespreken en systemen en structuren ondergeschikt te maken. De heer Tjeenk Willink formuleert de noodzaak van het politieke debat over conflicten, feiten en waarden, en niet alleen over de instrumenten (Meeus 2017). Van de inzichten van Tjeenk Willink heb ik geleerd dat laten zien dat het anders kan een heel krachtig en noodzakelijk instrument kan zijn om naast de systeemwerkelijkheid ook een feitelijk, inhoudelijke werkelijkheid te laten zien en in die zin tegenmacht te organiseren. In hetzelfde krantenartikel, staat ook de quote van Jan Schaeffer In gelul kun je niet wonen. In een systeemwereld kun je ook geen wezenlijke hulpverlening bieden. Als Tjeenk Willink, met zijn vele jaren van ervaring binnen het politieke systeem, ervoor pleit tegenmacht te organiseren, fight the power zoals hij dat noemt, dan voel ik mij gesterkt door te gaan met samenwerken in de praktijk, met mensen die ook ervaring op willen doen met ontwikkelingen en verbeteringen die niet passen in de huidige wereld van systemen. Een derde bron van inspiratie is mijn zoon en zijn leeftijdsgenoten. Nu is het natuurlijk sowieso heel fijn om een kind zich te zien ontwikkelen. Maar een cadeau is het wanneer dat kind een nieuwe wereld van wetenschap en design thinking binnenbrengt waarin the grey space in the middle een beweging blijkt te zijn waarin wetenschap, filosofie en kunst samen denken en werken om dingen te vinden waar niet naar gezocht wordt. Waar het misschien zweverig klinkt, is het besef dat oplossingen voor de toekomst nieuwe manieren van denken en verbinden vragen, volgens mij een heel waardevol inzicht.
24 Jeugdbeleid (2018) 12:21 25 Omdat het wél kan en preventie even tijd mag kosten Ons nieuwe Sterk Huis is niet alleen een organisatie of een gebouw, maar vooral een manier van denken, ontwikkelen en werken. Wij denken dat het mogelijk is om te stoppen met dweilen met de kraan open. Dat dweilen met de kraan open is wel wat we op dit moment massaal doen, terwijl we allang weten welke adverse childhood experiences 1 bepalend zijn, wachten we tot de gevolgen van deze ervaringen leiden tot grote achterstanden en verhoogde risico s op problemen. Wat ook kan: Maak gebruik van de kennis die er allang is, zowel uit wetenschappelijk onderzoek, als vanuit demografische gegevens. Bepaal op die manier, gebruikmakend van de kennis en ontwikkelingen uit data analytics, welke problemen zeer waarschijnlijk gaan ontstaan in welke wijken, op welke scholen. Investeer in data analytics for the social good. Dit heeft niets met stigmatiseren te maken. Richt je op wat gaat er hier hoogstwaarschijnlijk komen om op die manier heel snel problemen te kunnen herkennen. Als je kunt voorzien wat er hoogstwaarschijnlijk gaat gebeuren (je weet niet bij welke kinderen of gezinnen, en niet wanneer, maar wel dát het gaat komen), kun je ook je sociale basis inrichten met de kennis en de faciliteiten die je nodig hebt om de eerste signalen te herkennen en adequaat te reageren. Dit hoeft niet per se met individuele hulp, maar kan wellicht veel vaker met het versterken van de bestaande basis: scholen die 50 weken per jaar open zijn, Integrale Kindcentra, en traumasensitiviteit als kerncompetentie bij alle professionals, kinderen en ouders. Gebruik scholen en huisartsenpraktijken als belangrijke plaatsen om deze sterke sociale basis in te richten. Verbind onderwijs met zorg, ook wat betreft de budgetten. En verbind fysieke klachten met sociaal welbevinden, geweld of armoede. En verbind dus de opdracht van de zorgverzekeraar met de opdracht van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de opdracht van de Wet langdurige zorg. Denk in langere periodes dan een beleidsperiode van vier jaar. Als je werkelijk wilt investeren in preventie, probeer dan eens te denken en te handelen in een basisschoolperiode van acht jaar. Tussen groep één en groep acht kan een wereld van verschil ontstaan. Ook zal er over die periode van acht jaar geen toename, maareerdereen afnamevan kosten zijn en een optimalisatie van resultaten: minder kinderbeschermingsmaatregelen, hogere cito-scores, minder politiemeldingen, minder spoedeisende vragen en een toename in autonomie. Dit is allemaal te meten. 1 Voor Nederland onderzoek door TNO/Augeo 2011/2016.
Jeugdbeleid (2018) 12:21 25 25 Strategie en uithoudingsvermogen Belangrijke vraag is hoe we tegenmacht kunnen blijven organiseren. Het is vooral moeilijk omdat je constant bezig moet zijn om te laten zien dat er, ondanks de systemen en de gesegmenteerde wereld, een werkelijke wereld kan zijn die te begrijpen is en beter in staat is om kinderen en volwassenen de kans te geven op een veilig en zelfstandig leven. In de praktijk heet het populair te werken in de lijn van de bedoeling of de ja-cultuur. In de praktijk blijkt het niet gemakkelijk om ook echt de consequenties van de bedoeling te accepteren. Wat tot nu toe lijkt te werken: feiten verzamelen: meten, kennis, ervaringen, recidivecijfers, algoritmes; echt naar burgers, cliënten/patiënten luisteren; samenwerken met mensen die ook wat durven en wat te zeggen hebben; businesscases maken die aantonen dat de resultaten beter, en de kosten lager worden; anderen, uit een andere wereld dan de hulpverlening erbij betrekken die het pleidooi gaan ondersteunen dat het beter kan. Bekende Nederlanders: politici, ondernemers, tv-persoonlijkheden. In de toekomst zouden we geholpen kunnen worden door de economische noodzaak. Zoals het er nu uitziet, gaan we een tekort aan velerlei arbeidskrachten krijgen en blijven de kosten voor (gezondheids)zorg stijgen. Dat vraagt om slimme oplossingen. Misschien helpt dit ons wel om beter samen te werken en bijvoorbeeld het gat tussen onderwijs en hulpverlening te dichten met anders opgeleide professionals. Misschien gaan we wel echt investeren in gerichte ontwikkeling en opleidingen voor mensen die we nu kwetsbare burgers noemen. Omdat we menskracht nodig hebben kunnen we investeren in een economisch verdienmodel dat begint met een stevige basis waarin mensen echt kansen krijgen. En misschien laten we ons helpen door preventieve kennis uit data analytics, omdat de noodzaak aan focus overduidelijk ook economische winst met zich mee brengt. Er is een wereld te winnen. En het kan nu als wij dat samen willen. Literatuur De Boer, T. (1980). Grondslagen van een kritische psychologie. Baarn: Ambo. Meeus, T.-J. (2017). De man die de formatie redde praat over zijn maand achter de coulissen. NRC Handelsblad, 23/24 december 2017. Drs. Lian Smits is directeur/bestuurder van Sterk Huis (voorheen Kompaan en De Bocht).