Georganiseerd overleg Sector Defensie Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen 070-376 57 79 telefoon t.vanherpen@caop.nl l e-mail 0 bijlage(n) AP/12.00279 briefnummer zaaknummer 10 mei 2012 datum Verslag van de vergadering van de Werkgroep Algemeen Personeelsbeleid van dinsdag 1 mei 2012 (Sophiezaal van het Centrum Arbeidsverhoudingen CAOP te Den Haag, aanvang 15.00 uur, einde 17.00 uur). Aanwezig: Van de zijde van Defensie (HDP): J.P. de Jong ( voorzitter), E.H. Dekker, A.W. Spieseke; Van de zijde van de centrales: J.J.H. van Hulsen, L. Schipper (AC), mw. M. Manschot, R. Schilperoort (ACOP), L.C. van der Hulst (CCOOP), M.E.M. de Natris (CMHF); Van de zijde van het secretariaat: G.A. van Herpen-Bartlema, H.J.R. Montérie. Agenda: 01. Opening en mededelingen. 02.1 Vaststelling verslag van het AP-overleg d.d. 3 april 2012 (AP/12.00216). 02.2 Bespreking Rolling agenda. 03. Stand van zaken Verbetermaatregelen Vacaturebank (AP/12.00116 en AP/12.00153). 04. Herziene CLAS-nota P-maatregelen en verder (AP/12.00173). 05. Persoonlijk Ontwikkelplan (AP/11.00587, SOD/12.00084 en AP/12.00127). 06. E-portfolio (AP/11.00204, AP/11.00558, AP/11.00603). 07. Uitvoering SBK-afspraken (SOD/12.00137 en AP/12.00210). 08. Accreditatie NLDA-opleidingen (AP/12.00155, AP/12.00162). 09. Benoemingsbeleid topfunctionarissen (AP/12.00134 en AP/12.00196). 10. Rondvraag en sluiting.
Agendapunt 1: Opening, mededelingen en vaststelling agenda. De voorzitter opent de vergadering om 15.00 uur en heet een ieder welkom. Spreker meldt dat de centrales via de mail hebben voorgesteld de agenda aan te vullen met de volgende onderwerpen: - DCHR openingstijden (actiepunt 22) - Bevorderingsprotocollen CZSK (actiepunt 8) - Examen middelbaar onderwijs kinderen Ned Defensie Personeel (actiepunt 23) - Overstap Defensiepersoneel naar politie (actiepunt 35) - Aanbesteding ondersteunende organisatie (actiepunt 36) - Bespreking Rolling agenda. T.a.v. de agenda wordt afgesproken om de oorspronkelijke agenda te volgen en te bezien hoever men vandaag met de bespreking van de agendapunten komt. Vervolgens wordt op voorstel van de voorzitter afgesproken om dinsdag 8 mei a.s. van 14.00 uur tot 17.00 een extra vergadering te beleggen voor de bespreking van de punten die nog op de voorraadagenda staan aangevuld met de agendapunten waar men vandaag niet aan toekomt. Ten behoeve van het informeel beraad over sourcing dat eveneens 8 mei a.s. plaatsvindt en waarvan de setting van de afgelopen keren wordt gehandhaafd, zal 2 mei a.s. een aangepast stuk aan de centrales worden gemaild. De voorzitter meldt voorts dat op 15 mei a.s. een SOD wordt gehouden van 15.00 tot 17.00 uur. Tot slot van dit agendapunt deelt de voorzitter mee dat de secretaris, Henk Montérie met de VUT gaat en dat hij vandaag voor het laatst aanwezig is bij een vergadering van het SOD. Hij bedankt Henk voor de vele verslagen die hij heeft gemaakt en voor de knappe wijze waarop hij de discussies heeft weergegeven. De heer Van Hulsen merkt op dat met het vertrek van Henk de laatste oudgediende vertrekt. Hij vindt dat jammer, maar begrijpelijk. Henk Montérie bedankt de voorzitter en de leden voor de prettige verstandhouding en goede samenwerking. Agendapunt 2: Vaststelling van het verslag van 3 april 2012 (AP/12.00216). Redactioneel: Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van: Blz. 9/10. De heer De Natris merkt op dat in het verslag staat dat de centrales van mening zijn dat labeling niet aan de orde is. Spreker tekent daarbij aan dat de CMHF echter van mening is dat zolang er geen stabiele organisatie is, dus tot 1-1-2016, wel sprake zou moeten zijn van labeling. De voorzitter neemt hier nota van. Actiepuntenlijst (herziene versie) 01.Strafvordering in uitzendgebieden. Handhaven (pm). CCOOP komt op korte termijn met een reactie. 02. Defensie Conditieproef DCP. Handhaven (pm). De heer Van Hulsen vraagt waar mensen terecht kunnen die momenteel de conditieproef niet halen. De heer Dekker antwoordt dat de heer Van Hulsen concrete gevallen aan hem kan melden. De voorzitter zegt toe dat hij in de vergadering van 29 mei a.s. met een voorstel zal komen voor de algemene regeling. 03. IDR-personeel werkzaam in Relatieziekenhuizen. Schrappen. Dit is afgedaan met brief AP/12.00176. 04. Ontwerp Regeling Vrijstelling van inzet voor militairen met jonge kinderen. Op de voorraadagenda plaatsen. In een volgende werkgroep AP zal defensie met een voorstel komen. 2/14
05.Mobiliteit Burgerpersoneel. Aanhouden (pm). Defensie streeft ernaar om in de vergadering van 29 mei a.s. met een voorstel te komen. 06.Uitkomsten rapport Cie. Staal. Aanhouden (pm). De toelichtende brief is aangeboden aan de centrales. Noot secretaris: deze brief is nog niet binnengekomen bij het CAOP. 07. Startdocument Pilot Loopbaanbeleid bij de KMar. Aanhouden (pm). De uitkomsten van de pilot worden deze maand verwacht. 08. Bevorderingsprotocollen CZSK. Handhaven. Uit de eerder genoemde e-mail van de centrales n.a.v. de agenda maakt de voorzitter op dat de centrales behoefte hebben aan agendering van dit onderwerp. Spreker heeft de KM gemeld dat een dergelijk onderwerp voorheen in de BCKM werd besproken, maar dat over de versie 4.0 nooit overleg is gevoerd met de centrales. Na een korte gedachtewisseling wordt afgesproken dat de CMHF en CZSK hierover bilateraal zullen overleggen. De voorzitter zal zorg dragen voor terugkoppeling in de vergadering van de werkgroep AP van 29 mei a.s. (pm). 09. Scholing en vorming MZ. Schrappen. Dit is in de BCO besproken. 10. Aanscherping Verwijsbeleid. De brief in inmiddels aan de centrales verzonden met nr.ap/12.00235. Het onderwerp wordt op de voorraadagenda geplaatst en wordt op een passend moment geagendeerd. 11. Aanstelling in tijdelijke dienst. Punt op de voorraadagenda plaatsen. 12.FLO-leeftijd. Aanhouden (pm). De brief is verzonden met nr. AP/12.00192. Het onderwerp zal in de extra wg. AP van 8 mei a.s. worden besproken. 13. Veteranennota 2010/11. Aanhouden (pm). De nota wordt besproken in een extra wg. AP op 15 mei a.s. 14. Ondertekening aanstellings-en ontslagbrieven. Schrappen. De voorzitter heeft de vorige keer gemeld dat men bezig is met de mandaten t.b.v. de eenduidige ondertekening van de brieven. Spreker heeft begrepen dat de CCOOP nog wil spreken over de wijze waarop defensie zijn medewerkers bejegent. De heer Van der Hulst licht toe dat afgesproken is dat ontslagbrieven persoonlijk worden uitgereikt door tussenkomst van de leidinggevende. Het mag dus niet voorkomen dat men zo n brief via de DCHR krijgt. De heer De Natris merkt op dat medewerkers via de mail moeten vernemen dat de code-4 brieven zijn vertraagd. De heer Dekker zet uiteen dat de nieuwe werkwijze inhoudt dat de DP van het OPCO fatsoenlijke ontslagbrieven opmaakt en dat deze worden voorzien van een gescande handtekening. Zichtbaar is wie verantwoordelijk is voor het ontslag, dat wordt centraal vanuit het OPCO geregeld. Spreker zal nogmaals het punt van de persoonlijke uitreiking nadrukkelijk onder de aandacht brengen. De oude werkwijze, i.c. de automatische procedure via DCHR wordt niet voortgezet. De heer van Hulsen vindt het teleurstellend dat het punt van de ondertekening na 2,5 jaar nog steeds niet is geregeld en dat het nog enige dagen, wellicht weken kan gaan duren. Spreker verzoekt de voorzitter om er enige druk op uit te oefenen. De voorzitter geeft aan dat die druk er wel is en dat het verzoek van de heer Van Hulsen duidelijk is. 15. P-beslissingen/Wet elektronisch verkeer. De AMvB wordt samen met BZK opgesteld. Zodra het concept gereed is, zal het worden geagendeerd voor de werkgroep AP. Spreker stelt voor dit onderwerp op de voorraadagenda te plaatsen. Desgevraagd door de heer Van Hulsen antwoordt de voorzitter dat in de AMvB aandacht wordt besteed aan de bijzondere situaties van Defensie (elektronische P-beschikkingen). 16.Accreditatie NLDA opleidingen. Is geagendeerd voor heden. 17.Fijnstofproblematiek. Schrappen. Zodra de conclusies van het onderzoek bekend zijn, worden deze besproken in het TWAV. Indien nodig volgt terugkoppeling naar de werkgroep AP. 18.Uitzendleeftijd KMar. Dit punt wordt geagendeerd voor de extra vergadering van de werkgroep AP van 8 mei a.s. (pm) 19. Interview HDP in Defensiekrant. De voorzitter stelt voor om dit hier te schrappen. Het onderwerp heeft betrekking op E-portefolio. 3/14
20.Pilot alternatieve geschillenbeslechting. Zodra de uitkomsten van de pilot bekend zijn, zal de voorzitter de centrales daarover informeren. Hij stelt voor om dit punt nu te schrappen, temeer daar een aantal centrales heeft aangegeven geen behoefte te hebben aan enige vorm van alternatieve geschillenbeslechting. Desgevraagd door de heer Van der Hulst stelt de voorzitter voor om de brief van de centrales (AP/11.00212) te beantwoorden als de uitkomsten van de pilot bekend zijn. Indien gewenst kan dit onderwerp dan worden geagendeerd. 21. Aanwijzing SG inzake extern optreden. De voorzitter citeert uit de conceptaanwijzing SG, dat onder contact met journalisten wordt verstaan: journalisten die werken in opdracht van een instantie die een publicatie uitgeeft of uitzendt, dit zijn radio- en televisiezenders, internetfora, wetenschappelijke publicaties, maar bijvoorbeeld ook vakbondsbladen. Het zinsdeel maar bijvoorbeeld ook vakbondsbladen roept zowel bij de centrales als bij spreker zelf vragen op. Is de journalist tevens belangenbehartiger of schrijft hij in opdracht van het vakbondsblad een artikel over bijvoorbeeld de JSF? In dat laatste geval is het echt journalistiek werk. Spreker stelt daarom voor om het zinsdeel maar bijvoorbeeld ook vakbondsbladen te schrappen. De heer Van der Hulst stelt voor dat defensie een nieuw concept aan de centrales stuurt, waarna de centrales zich er over zullen buigen. Spreker merkt op dat de centrales tot nu toe hebben nog maar één conceptaanwijzing hebben gezien, terwijl hij het vermoeden heeft dat het allang geen concept meer is. De voorzitter zegt graag over aanwijzingen SG te willen praten als het algemene rechtspositionele regelingen betreft. Hier gaat het om contacten met journalisten en dus niet over de rechtspositie. Als de zinsnede over de vakbondsbladen wordt verwijderd, is het probleem zijns inziens opgelost. Dan kan bijvoorbeeld een journalist van de vakbond vrijelijk een defensiemedewerker verzoeken om een interview over het SBK en het staat de medewerker dan vrij om de vragen te beantwoorden. Als het zinsdeel wordt geschrapt, wordt niet meer de indruk gewekt dat men de vakbond een set regels meegeeft. Aangezien de conceptaanwijzing SG hier op de agenda staat herhaalt de heer Van der Hulst zijn verzoek om schriftelijke afdoening, zodat hij kan bezien of hij ermee kan instemmen. Hierop stelt de voorzitter voor om het punt van de centrales mee terug te nemen en intern te overleggen over de suggestie om het zinsdeel te schrappen. De uiteindelijke tekst zal dan ter informatie aan de centrales worden gezonden. Spreker vindt het nog steeds geen onderwerp van overleg maar hij wil uitsluiten dat er onduidelijkheid ontstaat t.a.v. het vakbondsoptreden. De heer Van der Hulst meent dat het wel een onderwerp van overleg is. Het gaat weliswaar over de zinsnede inzake journalisten van vakbonden, maar spreker wil dit bezien in relatie tot de vrijheid van meningsuiting. De voorzitter herhaalt dat het niet de bedoeling van de aanwijzing is om vakbondswerk te beperken, in de zin van voorafgaand overleg met de directie communicatie. De aanwijzing is echter onderdeel van een algemene aanwijzing voor de rijksdienst en spreker heeft niet de ruimte om deze in dit overleg aan de orde stellen. Wel kan hij ervoor zorgen dat de tekst van de aanwijzing geen misverstand laat t.a.v. vakbondswerk en spreker wil deze aanwijzing, nadat hij is vastgesteld, toesturen aan de centrales zodat zij dit kunnen checken. De heer van der Hulsen vindt het jammer dat de voorzitter het vakbondswerk relateert aan het werk dat door de vakbonden aan deze tafel wordt verricht, want het is veel breder dan dat. In reactie op het genoemde voorbeeld van de voorzitter over de JSF geeft spreker aan dat wanneer iemand problemen heeft met een apparaat en daar iets over zou willen zeggen, dat nog steeds behoort tot de core business van de vakbond. Vervolgens merkt spreker op dat de aanwijzing strikt gezien niet thuishoort in een overleg over de rechtspositie en algemeen personeelsbeleid, maar de onderwerpen waarover dat contact gaat raken, ook in de interpretatie van de voorzitter, het algemeen personeelsbeleid. Als dan zo n onderwerp aan de orde is moet betrokkene niet via een aanwijzing SG de mond worden gesnoerd. De strekking van de brief van de CCOOP was dat contacten tussen de vakbondsjournalisten en het vakbondslid in ieder geval mogelijk moet worden gemaakt en met het voorstel van de voorzitter wordt dat 4/14
mogelijk gemaakt, aldus spreker. Hij vindt het voldoende dat de wens in materieel opzicht is gerealiseerd en dat daarbij ook nog een controlemechanisme is ingevoerd. De heer De Natris merkt op dat de huidige aanwijzing van de SG het mogelijk maakt dat leden op de vingers worden getikt naar aanleiding van een artikel dat ze in het vakbondsblad hebben geplaatst, omdat de strekking niet strookt met de opvatting van Defensie. Volgens de voorzitter kan nooit worden voorkomen dat iemand achteraf ter verantwoording wordt geroepenen, maar dat kan op een eigenlijke of een minder eigenlijke manier. Het voorbeeld van de heer De Natris is een minder eigenlijke manier. Als iemand echt over de schreef gaat in relatie tot zijn ambtelijke of militaire plicht is het terecht dat hij ter verantwoording wordt geroepen, ondanks het feit dat er vrijheid van meningsuiting is, Desgevraagd door de heer Schilperoort zegt de voorzitter toe dat hij de aangepaste versie van de aanwijzing, samen met de rijksbrede aanwijzing, aan de centrales zal sturen (pm). 22. Openstellingstijden DC-HR. Aanhouden. Dit punt wordt geagendeerd voor de extra vergadering van de werkgroep AP op 8 mei a.s. (pm). 23. Examen middelbaar onderwijs kinderen Ned. Defensiepersoneel in de West. De voorzitter stelt voor om dit punt te agenderen voor de extra vergadering van de werkgroep AP op 8 mei a.s. (pm). Aangezien er al snel examens zijn, verzoekt de heer De Natris om het onderwerp vandaag te behandelen. De voorzitter deelt mee dat met het College van examens is gesproken over structurele voorzieningen voor mensen die examens afleggen in de West. T.a.v. het tijdstip van de af te leggen examens komt er een structurele regeling die inhoudt dat de examens op Bonaire zullen worden gehouden, zodat niet midden in de nacht examens hoeven worden afgelegd. Voorts wordt een tweede examenperiode ingelast voor die examens die ook op Bonaire s nachts zouden moeten worden afgelegd. In deze tweede examenperiode kunnen de examens op normale tijden worden afgelegd. De heer Van der Hulst merkt op dat dit al wel duidelijk was. Maar de vraag is hoe defensie dit gaat oplossen voor het defensiepersoneel in de West met kinderen die examen moeten gaan doen op Bonaire. De voorzitter antwoordt dat CZSM Carib ervoor zorgt dat voorzieningen worden getroffen waardoor de betrokken kinderen ter plekke de examens kunnen afleggen. Volgens spreker wordt er nu gewerkt aan de uitvoering van de maatregel. Hij zal laten nagaan wat dit precies inhoudt en de centrales daarover op 8 mei a.s. informeren (pm). De heer Van der Hulst merkt op dat zijn centrale het vervolgens zal toetsen aan het rapport Family Support. Naar aanleiding van het gestelde over de tweede examenperiode merkt de heer Van Hulsen op dat in het zomerverlof een mutatie op gang komt in de West. Spreker wil weten of er nog een reële kans is om op Bonaire het herexamen af te leggen. De voorzitter zegt dat dit laatste het geval is, maar als het herexamen in de verlofperiode valt kan het ook in Nederland worden afgelegd. Spreker zal in zijn antwoord ervoor zorgen dat helder wordt hoe dit in praktische zin wordt geregeld. Desgevraagd door de heer De Natris zal de voorzitter ook laten nagaan of het betrokken personeel hierover is/wordt geïnformeerd. 24. Herziene CLAS-nota P-maatregelen 2012 e.v. Is geagendeerd voor heden. 25.Functiewaarderingsrapportage. Aanhouden (pm). De voorzitter deelt mee dat bezien wordt of aan het verzoek van het AC om het formaat van 2010 te hanteren, tegemoet kan worden gekomen. 26. Project functiegebouw. Dit onderwerp staat op de voorraadagenda. De heer Van der Hulst merkt op dat volgens de centrales niet alleen de afhechting, maar ook de bespreking kan worden uitgesteld tot na 2016. De tussenliggende tijd kan worden gebruikt om andere agendapunten af te werken. De voorzitter geeft aan dat hij wel dringende behoefte heeft aan bespreking van dit onderwerp, omdat groot onderhoud moet worden gepleegd. Volgens de heer Van der Hulst blijkt uit deze opmerking dat er tussen defensie en de centrales verschil van inzicht is over de prioritering van onderwerpen. 5/14
De voorzitter stelt vast dat defensie het onderhoud wil laten doorgaan en dat de centrales menen dat defensie op een passend moment met volledige implementatie en het overleg daarover moet komen. Het is de heer Van Hulsen niet helemaal duidelijk wat de voorzitter bedoelt met noodzakelijk onderhoud en met doorgaan. Eerder hebben centrales en defensie al geconcludeerd dat er te veel functiebeschrijvingen zijn. Spreker heeft er geen enkel probleem mee als daarin verbeterslagen worden aangebracht. Als de voorzitter echter onder groot onderhoud meer verstaat dan het op orde brengen van de functiebeschrijvingen, dan is er wel een uitdaging. In zijn antwoord op deze vraag zet de voorzitter uiteen dat er 35000 functiebeschrijvingen zijn en dat deze situatie, enerzijds uit oogpunt van fatsoenlijk organisatiebeheer, anderzijds ten behoeve van het betrokken personeel zo spoedig mogelijk moet worden aangepast. Uiteraard heeft dit raakvlakken met HR, want het raakt aan loopbaanbeleid. Spreker noemt dit onderhoud en hij wil de centrales in de gelegenheid stellen om dit te volgen, zodat zij ook kunnen signaleren wanneer onderhoud overgaat in een wezenlijke verandering van het gebouw. Hij is van mening dat er niet veel nieuwe instrumenten nodig zijn om het functiegebouw te laten werken. Spreker geeft aan dat hij de terminologie van de sector Rijk niet wil overnemen. Wel wil hij het eigen gebouw op een fatsoenlijke manier inrichten met de functies die daarbij nodig zijn. Op het gebied van personeelsbeleid wil spreker met gebruikmaking van de mogelijkheden, een aantal dingen beter accommoderen, zoals loopbaanbeleid en het gelijk benoemen van functies die gelijk zijn (bijv. chauffeur). De heer Van Hulsen zegt geen problemen te hebben met dit laatste, maar volgens spreker is een functiehuis meer. Een functiehuis gaat o.a. uit van outputbeschrijving (resultaatbeschrijving), terwijl het huidige systeem uitgaat van de input i.c. beschrijven wat mensen daadwerkelijk uitvoeren. Op het moment dat de inputbeschrijving overgaat naar outputbeschrijving is het meer dan onderhoud en ligt er voor wat betreft de centrales een blokkade. Onderhoud, dus het terugbrengen van de 35.000 beschrijvingen, is prima, omdat het uitgaat van de handhaving van de uitgangspunten van het huidige systeem. Ook de heer Van der Hulst heeft er geen moeite mee als het alleen om onderhoud gaat, maar over de overstap naar een andere systematiek wil spreker pas praten na 1 januari 2016. De heer Van Hulsen geeft aan dat hij pas bereid is met defensie over outputbeschrijvingen te spreken als defensie de beoordelings/functioneringsgesprekken etc. op orde heeft. Echter, zolang dit niet op orde is heeft spreker er geen enkel vertrouwen in dat zo n resultaat gestuurd systeem als outputbeschrijvingen wel tot enig resultaat zal leiden. De voorzitter stelt vast dat het onderhoud moet worden gescheiden van het herbenoemen van de functie van het bouwwerk. Het is wel noodzakelijk dat gezamenlijk wordt vastgesteld welke stappen en randvoorwaarden na 2016 nodig zijn voor de wezenlijke verbinding met het functiegebouw naar het HR-beleid. In die zin zal het ook op de voorraadagenda worden geplaatst. De heer Van Hulsen is het hiermee eens, waarbij hij aantekent dat de centrales niet blind zijn voor datgene wat er op andere plaatsen, waar het functiehuis wel is geïntroduceerd, op dit moment gebeurt. Spreker denkt dat er wijze lessen uit kunnen worden getrokken. 27. Handleiding Rechtspositionele maatregelen. Wordt geagendeerd voor de extra vergadering van 8 mei a.s. (pm). 28.Persoonlijk Ontwikkelplan. Dit onderwerp staat op de voorraadagenda. 29.E- portfolio. Wordt geagendeerd voor de extra vergadering van 8 mei a.s. (pm). 30. Digitale verzending. Naar aanleiding van de informatie die het CAOP heeft verstrekt, wordt door de voorzitter bezien wat nodig is (pm). 31. Rolling agenda. Wordt aangepast (pm). 32.Knelpuntcategorieën. Volgens de voorzitter is dit punt afgedaan. De heer Van Hulsen merkt op dat nadat hij een voorstel heeft ontvangen, via de mail te kennen is gegeven dat nog een aantal categorieën moesten 6/14
worden toegevoegd, maar spreker weet niet of dit daadwerkelijk is gebeurd. De heer Dekker deelt mee dat zowel via de mail als per brief met pieptermijn (AP/12.00190) een aanvulling is aangekondigd. De heer De Natris geeft aan dat zijn centrale heeft gereageerd, maar deze reactie had betrekking op het SBK zelf, zodat geconcludeerd kan worden dat de lijst is vastgesteld. Afgesproken wordt dat de volledige lijst aan de centrales zal worden gestuurd. Noot secretaris: de lijst is inmiddels verzonden met nr. AP/12.00294. De heer Van der Hulst merkt op dat hij in een nieuwsbrief van DMO heeft gelezen dat slechts op drie momenten wordt bepaald of er knelpunten worden toegevoegd. Volgens spreker is dit niet overeenkomstig de afspraak met de centrales die inhoudt dat van maand tot maand wordt bezien of er categorieën moeten worden toegevoegd dan wel moeten worden geschrapt. De voorzitter zegt toe de berichtgeving van DMO te zullen nagaan. Indien deze onjuist is zal deze worden gecorrigeerd (pm). Naar aanleiding van de discussie in de vorige vergadering, over de vraag of daar waar militairen op burgerfuncties zitten of andersom, per definitie sprake is van een knelpuntcategorie en de opmerking van de ACOP dat burgers die op militaire functies zijn geplaatst per 1 januari 2013 van hun functie af moeten, ongeacht of deze functie al of niet vervalt, informeert mevrouw Manschot naar de stand van zaken. De voorzitter meent dat iemand die op een stoel van een andere categorie zit, niet in algemene zin onder de knelpuntcategorie valt. Maar wat er gebeurt als een burger op een militaire stoel zit en hij blijft daar, is een ander vraagstuk. Volgens de heer Dekker is het URD in dezen leidend en krijgt iemand een code 1 functie als zijn werkzaamheden in de nieuwe organisatie niet veranderen. De heer Schilperoort vindt dit begrijpelijk als het alleen om een reorganisatie zou gaan, maar nu krijgen deze mensen het signaal dat ze per 1 januari 2013 van die functie af moeten zijn, ongeacht of deze functie vervalt. Volgens de heer De Natris is er in rechtspositioneel opzicht niets aan de hand als deze mensen onder de knelpuntcategorie vallen. De voorzitter zegt toe dat hij dit nogmaals zal nagaan (pm). 33. Verbetermaatregelen Vacaturebank. Is geagendeerd voor heden. 34. Schietincidenten e.d. De voorzitter zegt toe dat de gegevens en de analyse zullen worden besproken zodra ze uit de TWAV komen (pm). 35. Overstap Defensiepersoneel naar Politie. De voorzitter deelt mee dat er geen convenanten tussen departementen zijn afgesloten. Er zijn wel afspraken gemaakt die op het intranet zijn geplaatst. Ter vergadering reikt spreker een afschrift van het beginscherm van het intranetportaal Defensie uit, waarop de afspraken tussen politie en defensie staan verwoord. 36. Aanbesteding ondersteunende organisatie m.b.t. uitplaatsen van personeel. De voorzitter deelt mee dat de firma USG Restart de opdracht heeft verworven en dat hiertegen geen bezwaren zijn ingediend. Momenteel worden verificatiegesprekken gevoerd en spreker verwacht dat de contracten over 4 á 5 weken kunnen worden ondertekend. Hij stelt voor om in de vergadering van 29 mei a.s. USG Restart uit te nodigen voor een presentatie. De centrales stemmen hiermee in (pm). Agendapunt 3: Stand van zaken Verbetermaatregelen Vacaturebank (AP/12.00116 en AP/12.00153). De voorzitter memoreert dat tenminste drie centrales de zinsnede in onderdeel 3, kerndeel b ( Kan een militaire vacature niet worden gevuld met een militair van de betreffende OPCO, dan kan de vacature worden opengesteld voor militairen van een ander OPCO en/of voor burgermedewerkers. ) uit de conceptaanwijzing SG, onacceptabel vonden. Indachtig het FPS zou het passend zijn dat militairen die 7/14
menen aan de functie-eisen te voldoen, in de gelegenheid zijn te solliciteren, ongeacht het kleur pak dat zij dragen. Het CMHF heeft hierbij gesteld dat het voor het personeelsbeheer noodzakelijk is dat OPCO s kunnen terugvallen op een quotum. Algemeen is dus geconstateerd dat labeling aan de O-kant wel door de centrales wordt goedgekeurd en P-labeling niet. Spreker heeft dit standpunt intern teruggekoppeld en nu wordt onderzocht op welke manier O-labeling kan worden gehandhaafd en P-labeling kan worden losgelaten. Dit leidt er toe dat militairen die aan de functieeisen voldoen, kunnen solliciteren bij een ander OPCO. Als de militair wordt aangenomen, kunnen OPCO s onderling ruilen. Er ontstaat dus een trekkingsrecht voor een OPCO dat de kans heeft gemist om een militair te leveren op dat label, zodat dit OPCO de O-kant handhaaft en nu de mogelijkheid heeft om personeel voor andere functies te selecteren. De heer De Natris vraagt hoe defensie dit gaat monitoren. De voorzitter zegt dat defensie nu probeert te zorgen dat dit ook beheersmatig sluitend werkt en dat de OPCO s geen problemen ondervinden voor de NF en andere taakstellingen. Spreker meldt dat dit onderwerp binnenkort wordt besproken met de directeuren P&O van de OPCO s om te bezien of zij dit voorstel kunnen ondersteunen en accommoderen. Daarna worden de centrales geïnformeerd en zal de tekst in de aanwijzing SG kunnen worden aangepast (pm). De heer Schilperoort vraagt of er sprake is van ruiling met behoud van het huidige pak. De voorzitter beaamt dit. Spreker kan zich echter ook voorstellen dat het verstandig is dat, gelet op de functie en het feit dat de functie binnen dat OPCO wordt uitgevoerd, het desbetreffende pak wordt gedragen. De heer De Natris meent dat wanneer van pak wordt gewisseld, meer overtolligheid wordt gecreëerd bij het betreffende OPCO. Volgens de voorzitter zou dit kunnen, maar dat is niet de bedoeling. De discussie is echter meer gericht op paarse onderdelen, waar wisseling van pak niet nodig is. Mevrouw Manschot herinnert aan een eerdere vraag betreffende de transparantie van de vacaturebank. In de verbetermaatregelen wordt nu gesteld dat de defensieonderdelen de regels volgen. Spreekster vraagt in hoeverre kan worden afgedwongen dat de defensieonderdelen de vacaturebank daadwerkelijk gaan gebruiken. De voorzitter antwoordt dat de defensieonderdelen er inmiddels wel van doordrongen zijn dat het precies uitvoeren van de gemaakte afspraken noodzakelijk is. Hoewel een mindere mate van transparantie nog weleens kan voorkomen, worden er nu door de betrokken OPCO s afspraken gemaakt over de inrichting van het beheer zodat zij onderling inzicht hebben. Volgens spreker leidt dit tot duidelijkheid en de mogelijkheid om elkaar aan te spreken. Mevrouw Manschot vindt dat er hier een rol is weggelegd voor de centrales om te bezien of de verbeteringen worden doorgevoerd. De voorzitter juicht dit toe. Hierdoor kan worden bekeken of de verbetermaatregelen goed lopen. De heer Van der Hulst komt terug op de conceptaanwijzing SG. De centrales hadden problemen met een zin op blz. 2 onder d ( Voor het in beschouwing nemen van militaire kandidaten is tot nader order het OPCOlabel van een militaire functie leidend ). Spreker vraagt wat dit nu betekent in het licht van de eerdere opmerkingen van de voorzitter. De voorzitter antwoordt dat er een nieuwe tekst komt, gebaseerd op de mate waarop de OPCO s erin slagen om het beheer dusdanig in te richten dat er alleen sprake is van O-labeling. De heer De Natris noemt dit een stap in de goede richting. Spreker vindt dat het wel zaak is om dit goed te monitoren. De heer Van Hulsen zegt de resultaten af te wachten. Als er echter geen goede monitoring komt ontstaat er een nieuwe situatie en komt wederom de vraag aan de orde wanneer de zaak in lijn met het FPS kan 8/14
worden geregeld. Spreker vindt het van belang dat een dergelijke stap wordt gezet, maar dat hoeft niet per se op 1 juli a.s. te zijn. Naar aanleiding van de discussie in de vorige vergadering over de relatie van het BCO-traject met het URD, meldt de heer Dekker, desgevraagd door de heer Van Hulsen, dat men bezig is met actualisering van het URD, waarbij ook de aanwijzing van de SG over de vacaturebank zal worden meegenomen. Het overleg met de defensieonderdelen daarover zit in de afrondende fase. Spreker deelt mee dat de termijn van minimaal 21 dagen die nu in de aanwijzing is opgenomen, ook terugkomt in het concept inzake de actualisering URD. De heer Schipper stelt dat het met name ging over horizontale vulling en in hoeverre dit van invloed is op deze afspraak. De heer Dekker geeft aan dat ervoor gezorgd wordt dat wat in deze vergadering is gezegd over de aanwijzing SG, goed spoort met de actualisering van het URD. De heer Van Hulsen hoopt dat het besprokene over de labeling, monitoring, URD, BCO en de reactietermijn, zal leiden tot een aanwijzing SG. De voorzitter wijst erop dat ook opmerkingen die per e-mail zijn aangeleverd moeten worden meegenomen. De heer Dekker bevestigt dat ook de opmerkingen over transparantie en gelijke kansen zullen worden betrokken in de actualisering van het URD. De heer De Natris wil op voorhand aangeven dat het CMHF in het technisch werkverband zal verzoeken de eerder genoemde termijn van 21 dagen op te rekken naar 30 dagen, gezien de duur van veldoefeningen. De voorzitter vindt dit wat lang, maar zegt toe dit punt mee te nemen. Agendapunt 4: Herziene CLAS-nota P-maatregelen en verder (AP/12.00173). De voorzitter zet uiteen dat er twee zaken aan de orde zijn: 1. Het intrekken en opnieuw uitgeven van de brief van de KL uit december 2011; 2. De wijze waarop het doorlopend functietoewijzingsproces wordt vormgegeven door de KL. Geconstateerd is dat de KL-militair die 3 maanden voor het einde van de oorspronkelijke functieduur van 3 jaar, maar 2 jaar na de datum van functietoewijzing, solliciteert en niet wordt aangenomen door het CLAS wordt gekort op zijn functieduur. Ook wordt hij onmiddellijk opgenomen in het functietoewijzingsproces, met het risico van functieverlies tot gevolg. Deze maatregel is in strijd met het AMAR en is nu door de KL uit de procedure gehaald. Spreker meent dat daarmee volledig tegemoet is gekomen aan de door de bonden gemaakte punten. Over het eerste punt stelt de heer Van Hulsen vast dat de brief van de KL een verfijning binnen de afgesproken kaders betreft. Het gevaar dat aan deze brief wederom een eigen interpretatie kan worden gegeven die haaks staat op wat is afgesproken, is hiermee van de baan. Met betrekking tot het doorlopend functietoewijzingsproces zegt spreker dat de voorzitter in telefonisch contact had verkondigd dat de maatregel wordt ingetrokken, maar dat dit pas per 1 januari 2013 werkzaam wordt. Volgens de voorzitter is deze datum een voorwaarde van de KL. Inhoudelijk is het meest in het oog springende punt betreffende het functietoewijzingsproces, uit de procedure gehaald. De heer De Natris schetst het beeld van een KL-militair met een functieduur van 2,5 jaar die solliciteert bij een paars onderdeel en aldaar geschikt wordt bevonden voor de functie. Spreker stelt dat het tot 1 januari 2013 mogelijk is dat een dergelijke militair wordt tegengehouden door het CLAS. Volgens de voorzitter is dit niet zo. Het KL heeft hem bezworen de ambities van hun personeel geen strobreed in de weg te leggen. Wanneer de militair uit het voorbeeld solliciteert en wordt afgewezen, komt hij 9/14
bij de KL echter in het functietoewijzingsproces en kan dus niet terugveren naar zijn oude functie. Vanaf 1 januari 2013 kan dit wel. Hoewel hij liever een eerdere ingangsdatum/oplossing gezien had, snapt de heer Van Hulsen dat het CLAS tijd nodig heeft om de veranderingen door te voeren. De heer Van der Hulst vraagt naar het vervolg van deze kwestie. De voorzitter zegt toe de nota van de KL, voorzien van een oplegnota van spreker zelf, aan te bieden aan de centrales (pm). Agendapunt 5: Persoonlijk Ontwikkelplan (AP/11.00587, SOD/12.00084 en AP/12.00127). De voorzitter memoreert dat de ACOP schriftelijk de vraag heeft gesteld of en op welke wijze Defensie zal zorgen dat medewerkers de opleidingen zoals zijn opgenomen in hun POP, ook daadwerkelijk kunnen volgen. Defensie heeft deze brief beantwoord, evenals de Kamervragen die naar aanleiding van dit onderwerp zijn gesteld. Vervolgens heeft de ACOP naar aanleiding van deze beantwoording gevraagd of het klopt dat de loopbaanbegeleiding in deze kwestie uit beeld is verdwenen. Defensie heeft hierop geantwoord dat het POP door de loopbaanbegeleider wordt opgesteld in overleg met de individuele medewerker en dat hiervoor ook geld beschikbaar is. Spreker vraagt of de kwestie hiermee is afgehandeld. De heer Schilperoort vraagt of die laatste beantwoording ook naar de Tweede Kamer is gegaan. De voorzitter antwoordt dat defensie de ACOP schriftelijk in het gelijk heeft gesteld. Spreker neemt aan dat dit ook nog op passende wijze in de Tweede Kamer zal worden betoogd. Agendapunt 6. E-portfolio (AP/11.00204, AP/11.00558, AP/11.00603). Dit punt wordt doorgeschoven naar de vergadering van 8 mei a.s. Agendapunt 7. Uitvoering SBK-afspraken (SOD/12.00137 en AP/12.00210). Dit punt wordt doorgeschoven naar de vergadering van 8 mei a.s. De heer Van Hulsen verzoekt om ook de brieven van de ACOP en het AC over de ontslagbescherming hierin te betrekken Agendapunt 8. Accreditatie NLDA-opleidingen (AP/12.00155, AP/12.00162). Dit punt wordt doorgeschoven naar de vergadering van 8 mei a.s. Agendapunt 9. Benoemingsbeleid topfunctionarissen (AP/12.00134 en AP/12.00196). Dit punt wordt doorgeschoven naar de vergadering van 8 mei a.s. Agendapunt 10: Rondvraag en sluiting. De voorzitter stelt voor om in de volgende vergadering te proberen deze agenda zoveel mogelijk af te handelen. Onderwerpen met een hoge urgentie die niet in dit overleg zijn afgedaan, kunnen worden verwezen naar het SOD van 15 mei 2012. 10/14
De voorzitter vraagt vervolgens, namens de projectleider Reorganisaties of het mogelijk is om tijdens het zomerreces urgente zaken te behandelen. Volgens spreker moet dan wel inzicht kunnen worden verschaft in de te behandelen onderwerpen. De heer De Natris merkt op dat het CMHF een kleine organisatie is, waar het regelen van verlof enige moeite kost. Voor hem is het reces dus heilig. In zijn reactie geeft de heer Van der Hulst aan dat indien het dossier belangrijk genoeg is, het altijd mogelijk is om tijdens het reces door te vergaderen. Spreker vermoedt echter dat het hier gaat om VRP-en en dat de betreffende projectleider zich zelf in een tijdsklem heeft gezet. Immers de tijdsschema s in de VRP-en worden opgesteld door defensie die toch op de hoogte moet zijn van het vergaderschema SOD waarin de vergaderingen voor een heel jaar vastliggen. De voorzitter zal projectleider vragen wat hij precies wil behandelen. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 17.15 uur 11/14
Actiepuntenlijst behorende bij het AP-overleg d.d. 1 mei 2012 Nr Onderwerp (en evt. vindplaats) Korte omschrijving van te nemen actie Voortgang van zaken 1. Strafvordering in uitzendgebieden (SOD/09.00566/610) (AP/10.00594 en AP/10.00608) Verslag AP 15-12-09, Ag.pt. 2 Verslag AP 13-10-10, Ag.pt. 2 *Bezien opmerkingen centrales m.b.t. tappen telefoonlijnen *Afdoening in brief CCOOP komt op korte termijn met een reactie 2. Defensie Conditieproef - DCP- (AP/10.00125/AP/10.00195) Verslag AP 06-04-10, Ag.pt. 6 Verslag AP 20-04-10, Ag.pt. 2 Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Verslag AP 06-03-12, Ag.pt.2 *Bezien opmerkingen centrales in APoverleg van 06-04-2010 Uitkomsten Pilot uiterlijk 1 maart 2012 aanbieden *Uitzoeken of bij de KL eisen DCP eminente rol spelen bij functietoewijzing Voorstel aanbieden t.b.v. agendering in AP-overleg 29 mei 2012 3. Mobiliteit Burgerpersoneel Verslag AP 07-02-12, Ag.pt. 2 Conclusies n.a.v. onderzoek aanbieden aan centrales Agendering voorzien voor wg. AP 29-5-2012 4. Uitkomsten rapport Cie. Staal Verslag AP 31-08-10, Ag.pt.7. Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Verslag AP 29-06-10, Ag.pt. 7 Nagaan wat ten grondslag ligt aan intrekken gelden Toelichtende brief aanbieden aan centrales 5. Startdocument Pilot Loopbaanbeleid bij de KMar (AP/10.00435) Verslag AP 13-10-10, Ag.pt.3 Verslag AP 18-11-10, Ag.pt.2 Aanbieden uitkomsten van de Evaluatie rond de zomer 2012. 6. Bevorderingsprotocollen CZSK (AP/10.00584) Verslag AP 18-11-10, Ag.pt. 5 Verslag AP 07-02-12, Ag.pt. 2 Verslag AP 01-05-12, Ag.pt.2 Bilateraal overleg tussen CZSK-CMHF Op 29-5 a.s. terugkoppeling uit bilateraal overleg 7. FLO-leeftijd (AP/11.00069-172-174) Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 *Natrekken opmerking AC i.r.t. datum van 1-1-2006 *Agenderen voor AP-overleg Agenderen voor 8-5-2012 8. Veteranennota 2010/11 (AP/11.00046) - Bijlage bij VN (AP/11.00157) -Evaluatierapport Trimbos (AP/11.00166) Veteranennota agenderen voor extra APoverleg d.d. 15-05-12 12/14
Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 9. Accreditatie NLDA opleidingen (SOD/11.00161-AP/11.00419 AP/12.00039) Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 Verslag AP 07-02-12, Ag.pt. 2 Beantwoorden brieven CMHF Agenderen voor AP-overleg d.d. 08-05-12 10. Uitzendleeftijd KMar (AP/11.00203) Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 Agenderen voor AP-overleg Agenderen voor vergadering 8 mei 11. Aanwijzing SG inzake extern optreden (AP/11.00213) Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 Verslag AP 1-5-2011, Ag.pt.2 Aangepaste versie aanwijzing SG + Rijksbrede aanwijzing aan centrales sturen 12. Openstellingstijden DC-HR (AP/11.00394-488-494) Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 4 *Agenderen voor AFR-special *Centrales informeren over oplossing DCHR m.b.t. gebiedsdelen overzee Agenderen voor extra wg. AP 8-5- 2012 13. Examen middelbaar onderwijs kinderen Ned. Defensiepersoneel in de West Verslag AP 08-11-11, Ag.pt. 5 Verslag AP 01-05-12, Ag.pt.2. *Brief aanbieden inz. uitkomsten overleg met OCW, BZK en College van examens *Wijze kostenvergoeding i.v.m. examen agenderen voor AFR-overleg m.b.t. Buitenland Agenderen voor extra wg. AP 8-5- 2012 14. Herziene CLAS-nota P-maatregelen 2012 e.v. (AP/12.001-011 en AP/12.00020) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 3 Verslag AP 1-5-2012, ap. 4 Nota CLAS inz. oplossing problematiek, voorzien van oplegnota aanbieden aan centrales 15. Functiewaarderingsrapportage (AP/11.00080) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 7 Bezien of rapportage 2011 m.b.t. 2010 geleverd kan worden conform rapportage 2010 m.b.t. 2009 16. Handleiding Rechtspositionele maatregelen (AP 11.00065) Verslag AP 06-03-12, Ag.pt. 9 Behandelen in AP-overleg d.d. 08-05-12 17. E- portfolio (AP/11.00204, AP/11.00558, AP/11.00603). Behandelen in AP-overleg d.d. 08-05-12 13/14
18. Digitale verzending Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 1 N.a.v.uitleg CAOP aan defensie beziet defensie wat nodig is voor digitale verzending 19. Knelpuntcategorieën Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 1 Verslag AP-01-05-12, Ag.pt 2 Volledige lijst aan centrales sturen Berichtgeving van DMO checken en eventueel corrigeren Positie burger of militaire stoel na 1-1-2013 nagaan Knelpuntcategorie ën zijn middels piepbrief vastgesteld. 20. Verbetermaatregelen Vacaturebank (AP/12.00116 en AP/12.00153). Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 4 Verslag AP 01-05-12, ag.pt 3 - Overleg met OPCO s over voorstel handhaving O-labeling en loslaten P- labeling. - Aanpassen aanwijzing SG n.a.v. dat overleg. 21. Schietincidenten e.d. Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 11 Verslag AP 01-05-12 Ag.pt 12 Bespreken nadat gegevens uit de TWAV komen 22. Aanbesteding ondersteunende organisatie m.b.t. uitplaatsen van personeel Verslag AP 03-04-12, Ag.pt. 11 Verslag AP 01-05-12, Ag.pt 2 In vergadering 29 mei a.s. presentatie USG Restart 23. Vergaderen tijdens zomerreces Projectleider vragen wat hij wil behandelen. 14/14