Federale Overheidsdienst FINANCIEN Brussel, 18/08/2011 THESAURIE Betalingen Wedden & Pensioenen correspondentieadres Betaling van de pensioenen Kunstlaan 30, 1040 BRUSSEL ALGEMENE INDEXNOTA 31/05/2011 01/06/2011 1,5460 - Onderwerp: Algemene indexnota van toepassing op de pensioenbetalingen vanaf 31/05/2011 / 01/06/2011 Inleiding Vanaf 01 januari 2002 zijn al de maandelijkse pensioenen en tevens al de renten arbeidsongeval gekoppeld aan het spilindexcijfer 138.01 der consumptieprijzen van toepassing vanaf 01.01.1990 en worden al de bedragen uitgedrukt in EUR ( ). Toepasselijke indexverhoging Eind april 2011 werd de spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen, die vastgelegd was op 114.97 punten, overschreden. De pensioenen en de renten arbeidsongevallen worden verhoogd met 1,5460 hetzij (1,02) 22 : Deze die op de laatste werkdag van de maand worden betaald vanaf 31 mei 2011; Deze die op de eerste werkdag van de maand worden betaald hebben slechts recht op deze indexverhoging vanaf 01 juni 2011 1 ; De arbeidsongevallenrenten reeksen 07, 34 en 35 zijn niet indexeerbaar. Volgende spilindex 117.27 1 Opmerkingen: Voor wat de pensioenen betreft, wordt de indexering, krachtens de wet van 02.02.2001 ( BS van 13.01.2001, tweede editie ) houdende diverse sociale en budgettaire bepalingen uitgevoerd vanaf de maand die volgt op de overschrijding van de spilindex door het gemiddelde van de vier laatste gezondheidsindexen (de oude wetgeving bepaalde dat dit gebeurde vanaf de tweede maand). De artikels 5 en 6 van de programmawet van 19 juli 2001 ( BS van 28 juli, 2 de editie) hebben de wet van 02.01.2001 retroactief aangepast. De indexering van de voorafbetaalde pensioenen wordt naar de erop volgende maand verschoven. De CDVU Pensioenen heeft deze bepaling altijd toegepast. Deze maatregel laat bovendien toe om, tot op één werkdag na, de indexering van de pensioenen te laten samenvallen voor de gepensioneerden betaald na vervallen termijn met de vooraf betaalde pensioenen. De indexering is geen intrinsieke opwaardering van het pensioen maar een compensatie van het verlies aan koopkracht ingevolgde de inflatie. Het is dan ook rechtvaardig dat éénzelfde groep gepensioneerden dezelfde aanpassing bekomt binnen een zo kort mogelijke termijn vanaf het moment dat de spilindex werd overschreden, in plaats van deze aanpassing te koppelen aan een bepaalde maand en alzo het grondwettelijk beginsel van gelijkheid te respecteren. Dirk HENDRICKX (nl) Eerste Attaché van Financiën E-mail: dirk.hendrickx@minfin.fed.be Aanvullende informatie betreffende deze nota kan verkregen worden bij:
Plafonds inhouding gezondheidszorgen van 31/05/2011 t.e.m. 31/08/2011 Vastgesteld bij artikel 19 van de programmawet 2003, gepubliceerd in het B.S. van 17 april 2003. Gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 juli 2009, gepubliceerd in het B.S. van 11 augustus 2009. Toepasselijke indexverhoging 2,3432 of (1,02) 43 Basis I = 568,57 = 1 332,27 Basis II = 673,83 = 1 578,92 ALLEENSTAANDE plafond I AFHOUDING Kleiner dan 1 332,28 van 1 332,28 t.e.m. 1 381,30 van 0,01 tot 49,03 (1) Groter dan 1 381,30 MET GEZINSLAST plafond II AFHOUDING Kleiner dan 1 578,93 Van 1 578,93 t.e.m. 1 637,02 Van 0,01 tot 58,10 (2) Groter dan 1 637,02 De gedeeltelijke inhouding wordt berekend volgens volgende formule: (1) Bruto geïndexeerd maandbedrag 1 332,27 (2) Bruto geïndexeerd maandbedrag 1 578,92 Plafonds inhouding gezondheidszorgen vanaf 01/09/2011 Vastgesteld bij artikel 19 van de programmawet 2003, gepubliceerd in het B.S. van 17 april 2003. Gewijzigd door het koninklijk besluit van 6 juli 2011, gepubliceerd in het B.S. van 19 juli 2011. Toepasselijke indexverhoging 2,3432 of (1,02) 43 Basis I = 579,94 = 1 358,92 Basis II = 687,31 = 1 610,50 ALLEENSTAANDE plafond I AFHOUDING Kleiner dan 1 358,93 van 1 358,93 t.e.m. 1 408,93 van 0,01 tot 50,01 (1) Groter dan 1 408,93 MET GEZINSLAST plafond II AFHOUDING Kleiner dan 1 610,51 Van 1 610,51 t.e.m. 1 669,77 Van 0,01 tot 59,27 (2) Groter dan 1 669,77 De gedeeltelijke inhouding wordt berekend volgens volgende formule: (1) Bruto geïndexeerd maandbedrag 1 358,92 (2) Bruto geïndexeerd maandbedrag 1 610,50 2
Solidariteitsbijdrage Verhogingscoëfficiënt (1,02) 16 = 1,3728 ZONDER GEZINSLAST AFHOUDING van tot formule 0,01 2 135,98 0 2 135,99 2 202,04 (P 2 135,98) x 50% 2 202,05 2 382,18 P x 1,5% 2 382,19 2 406,96 35,73+(P 2 382,18) x 50% 2 406,97 en hoger P x 2% MET GEZINSLAST AFHOUDING van tot formule 0,01 2 469,46 0 2 469,47 2 545,83 (P 2 469,46) x 50% 2 545,84 2 722,50 P x 1,5% 2 722,51 2 750,80 40,84+(P-2 722,50) x 50% 2 750,81 en hoger P x 2% Absoluut maximum (wet van 05.08.1978) Bedragen in euro aan indexcijfer 138.01 Jaarbasis Bruto/jaar Bruto/maand Rust + overl. 46 882,74 72 480,72 6 040,06 overleving. 33 390,00 51 621,00 4 301,75 3
Gewaarborgde minima (wet van 26.06.1992) Soort Jaarbasis Brut/maand Rustpensioen wegens leeftijd - Alleenstaande 9 601,00 1 236,93 - Gehuwde 12 001,00 1 546,13 Rustpensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid - Alleenstaande o Minimum 9 601,00 1 236,93 o Maximum 13 499,00 1 739,12 - Gehuwde o Minimum 12 001,00 1 546,13 o Maximum 16 873,55 2 173,88 Vervroegd rustpensioen basisminimum = 40% van 13 499,00 5 399,60 695,65 Vervroegd rustpens. suppl. handicap (B8) 1 215,18 156,56 Overlevingspensioen (suppl. 28) (*) 8 369,00 1 078,21 Grensbedrag winstgevende activiteit 2 (stopzetting supplement GM) 607,59 76,74 2 Wet van 26/07/1992 - gewaarborgde minimumpensioenbedragen Art. 123 Gewijzigd bij het K.B. van 20 juli 2000, art. 2 (4). De uitbetaling van het uit de toepassing van de artikelen 120 en 121 voortvloeiende supplement wordt stopgezet tijdens de kalenderjaren gedurende welke de gepensioneerde om het even welke winstgevende activiteit uitoefent die hem een jaarlijks bruto-inkomen oplevert dat gelijk is aan of hoger is dan 607,59 EUR. Gewijzigd door het K.B. van 27/09/2009 (B.S. 22-10-2009 editie 2 p 69110) Art. 132 1 2de alinea Voor de toepassing van het eerste lid wordt, wat betreft het in artikel 123 bedoelde bedrag, verwezen naar het spilindexcijfer dat op 1 januari van het kalenderjaar in kwestie van kracht is. Het spilindexcijfer toepasbaar voor 01/01/2011 is 112.72. (werd bereikt eind augustus 2010) De verhogingscoëfficiënt is dan 1.5157 voor het ganse jaar 2011. 607,59 X 1.5157 = 920,92/12 = 76,74 4
Koloniale vergoedingen Coëfficiënt 1,5460 Basis vastgesteld aan 138.01 en omgezet in euro. VERGOEDINGEN ECHTG/KINDEREN MAANDBASIS BRUTO/MAAND GEÏNDEXEERD Echtgeno(o)t(e) 84,12 130,05 Kind rang 1 50,40 77,92 Kind rang 2 62,59 96,76 Kind rang 3 70,45 108,92 Kind rang 4 82,33 127,28 Kind rang 5 of + 98,12 151,69 VERGOEDINGEN WEZEN JAARBASIS BRUTO/MAAND GEÏNDEXEERD Halve wezen 1 935,60 249,37 Volle wezen 2 903,45 374,06 Chronologisch overzicht verhogingscoëfficiënten sinds 01.01.1990 Rang Geldig vanaf Index Rang Geldig vanaf Index 0 01/01/1990 1.0000 12 30/06/2001 1.2682 1 01/02/1990 1.0200 13 28/02/2002 1.2936 2 01/10/1990 1.0404 14 30/06/2003 1.3195 3 01/03/1991 1.0612 15 30/10/2004 1.3459 4 01/12/1991 1.0824 16 30/08/2005 1.3728 5 01/10/1992 1.1041 17 30/10/2006 1.4002 6 01/07/1993 1.1262 18 30/01/2008 1.4282 7 01/11/1994 1.1487 19 29/05/2008 1,4568 8 01/05/1996 1.1717 20 29/09/2008 1,4859 9 01/10/1997 1.1951 21 29/09/2010 1,5157 10 01/06/1999 1.2190 22 31/05/2011 1,5460 11 01/09/2000 1.2434 5