EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 23 oktober 2018 Vervangt de kennisgeving aan belanghebbenden van 5 juli 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN DE BEVEILIGING VAN DE LUCHTVAART EN DE SCHEEPVAART Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk kennisgegeven van zijn voornemen om zich uit de Unie terug te trekken krachtens artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Dat betekent dat vanaf 30 maart 2019 om 00.00 uur (Midden-Europese tijd) (hierna "de terugtrekkingsdatum" genoemd) het gehele primaire en secundaire Unierecht niet langer van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk, tenzij in een geratificeerd terugtrekkingsakkoord 1 een andere datum wordt vastgesteld 2. Het Verenigd Koninkrijk wordt dan een "derde land" 3. De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers. Gezien de grote onzekerheid, met name over de inhoud van een eventueel terugtrekkingsakkoord, wil de Commissie de exploitanten van EU-luchthavens, de marktdeelnemers die diensten verlenen op EU-luchthavens, de entiteiten die goederen en/of diensten leveren aan of via EU-luchthavens (luchtvaartbeveiliging) en de exploitanten van maritieme vervoersdiensten (maritieme beveiliging) wijzen op de juridische gevolgen waarmee zij rekening moeten houden wanneer het Verenigd Koninkrijk een derde land wordt. Behoudens mogelijke overgangsregelingen in een eventueel terugtrekkingsakkoord gelden vanaf de terugtrekkingsdatum de EU-regels op het gebied van beveiliging van de luchtvaart en de scheepvaart niet langer voor het Verenigd Koninkrijk. Dit heeft met name de onderstaande gevolgen 4 : 1 2 3 4 Met het Verenigd Koninkrijk wordt momenteel onderhandeld over een terugtrekkingsakkoord. De Europese Raad kan volgens artikel 50, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en met instemming van het Verenigd Koninkrijk ook unaniem besluiten dat de Verdragen op een latere datum niet meer van toepassing zijn. Een derde land is een land dat geen lid is van de EU. De diensten van de Commissie hebben kennisgevingen gepubliceerd over andere aspecten van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk en de gevolgen voor de luchtvaart en de scheepvaart, met inbegrip van de veiligheid van het vervoer, de toegang tot het vervoer en passagiersrechten. Alle kennisgevingen zijn te vinden op: https://ec.europa.eu/info/brexit/brexit-preparedness_en.
1. BEVEILIGING VAN DE LUCHTVAART In Verordening (EG) nr. 300/2008 5 zijn gemeenschappelijke regels en normen vastgesteld voor de beveiliging van de luchtvaart en procedures om toezicht te houden op de tenuitvoerlegging van die gemeenschappelijke regels en normen. In Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 van de Commissie 6 zijn gedetailleerde maatregelen vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart, zoals uiteengezet in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 300/2008 en de bijlage bij die verordening. Met ingang van de terugtrekkingsdatum zullen de EU-luchtvaartbeveiligingsregels en -normen die gelden voor passagiers, bagage en goederen die aankomen uit een derde land, met name bij een transfer naar een aansluitende vlucht, van toepassing zijn op passagiers, bagage en goederen die aankomen uit het Verenigd Koninkrijk. Met ingang van de terugtrekkingsdatum zal dit met name de onderstaande gevolgen hebben: Doorzoekingen van luchtvaartuigen: Overeenkomstig punt 3.1.1.3 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wordt een uit het Verenigd Koninkrijk afkomstig luchtvaartuig dat aankomt in een kritiek deel onderworpen aan een beveiligingsdoorzoeking nadat de passagiers zijn uitgestapt uit het te onderzoeken gedeelte en/of nadat het ruim is leeggemaakt. opgenomen in Aanhangsel 3-B van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) Ruimbagage: Overeenkomstig hoofdstuk 5 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wordt de ruimbagage van een uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige vlucht onderworpen aan een beveiligingsonderzoek bij een transfer naar een aansluitende vlucht. Dit betekent dat de ruimbagage opnieuw aan een beveiligingsonderzoek volgens de EU-norm moet worden onderworpen alvorens deze in een luchtvaartuig wordt geladen voor de volgende vlucht. opgenomen in Aanhangsel 5-A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) Passagiers en hun cabinebagage: Overeenkomstig hoofdstuk 4 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 worden passagiers op een uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige vlucht onderworpen aan een andere reeks beveiligingsonderzoeken bij een transfer naar een aansluitende vlucht. 5 6 Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72). Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 van de Commissie van 5 november 2015 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (PB L 299 van 14.11.2015, blz. 1). 2
opgenomen in Aanhangsel 4-B van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) Vracht en post - Goedkeuring van erkende agenten en bekende afzenders in de EU: Overeenkomstig de punten 6.3 en 6.4 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 worden in de EU gevestigde entiteiten die door een EU-lidstaat zijn goedgekeurd als erkende agent of bekende afzender, in alle EU-lidstaten erkend. Vanaf de terugtrekkingsdatum worden goedkeuringen die door de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk zijn afgegeven, niet meer erkend in de lidstaten. Erkende agenten en bekende afzenders die door de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk zijn goedgekeurd, maken geen deel meer uit van de beveiligde toeleveringsketen van de EU. Vracht en post en luchthaven- en vluchtbenodigdheden - Erkenning van EUluchtvaartbeveiligingsvalidateurs: Overeenkomstig hoofdstuk 11.6 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 (punt 11.6.4.2) worden natuurlijke personen en rechtspersonen die door een EU-lidstaat zijn erkend als EU-luchtvaartbeveiligingsvalidateurs in alle EU-lidstaten erkend. Vanaf de terugtrekkingsdatum worden erkenningen van EUluchtvaartbeveiligingsvalidateurs die door de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk zijn afgegeven, niet meer erkend in de lidstaten. Houders van dergelijke erkenningen zijn dan niet meer bevoegd om EUluchtvaartbeveiligingsvalideringen uit te voeren overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) Vracht en post - Aanwijzing van luchtvaartmaatschappijen: Overeenkomstig punt 6.8.1 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 moeten luchtvaartmaatschappijen - ongeacht of zij in de EU, in het Verenigd Koninkrijk of in een ander derde land zijn gevestigd - die luchtvracht en -post vervoeren van een luchthaven in het Verenigd Koninkrijk naar de EU, door de bevoegde autoriteit van een lidstaat van de EU-27 worden aangewezen als een "luchtvaartmaatschappij die vracht of post vanuit een luchthaven in een derde land naar de Unie vervoert" (ACC3) en ervoor zorgen dat bepaalde beveiligingsmaatregelen ten uitvoer worden gelegd. De ACC3-aanwijzing is gebaseerd op een proces dat "EU-luchtvaartbeveiligingsvalidering" wordt genoemd en dat bestaat uit een beoordeling van het beveiligingsprogramma van de exploitant en een verificatie ter plaatse van de beveiligingsactiviteiten (op de luchthaven van vertrek of in het entrepot). opgenomen in Aanhangsel 6-Fi of 6-Fii van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) Vracht en post - Aanwijzing van de entiteiten en exploitanten die deel uitmaken van de toeleveringsketen van de ACC3-luchtvaartmaatschappij: Overeenkomstig 3
de punten 6.8.4 en 6.8.5 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 moeten entiteiten en exploitanten die deel uitmaken van de toeleveringsketen van een hierboven bedoelde ACC3-luchtvaartmaatschappij door de bevoegde autoriteit van een lidstaat van de EU-27 worden aangewezen als "bekende afzender uit een derde land" (KC3) of "erkend agent uit een derde land" (RA3). De RA3/KC3-aanwijzingen zijn gebaseerd op een proces dat "EUluchtvaartbeveiligingsvalidering" wordt genoemd en dat bestaat uit een beoordeling van het beveiligingsprogramma van de exploitant en een verificatie ter plaatse van de beveiligingsactiviteiten (op de luchthaven van vertrek of in het entrepot). opgenomen in Aanhangsel 6-Fi of 6-Fii van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) Vracht en post - Erkenning van ACC3/KC3/RA3-aanwijzingen: Overeenkomstig de punten 6.3.1.6, 6.4.1.6, 6.8.1.5 en 6.8.4.7 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 worden ACC3/KC3/RA3-aanwijzingen door de bevoegde autoriteit van een EU-lidstaat erkend in alle EU-lidstaten. Vanaf de terugtrekkingsdatum worden aanwijzingen door de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk niet langer erkend in de lidstaten. Bijgevolg zullen alle luchtvaartmaatschappijen en vrachtvervoerders in derde landen die zijn aangewezen door de autoriteit van het Verenigd Koninkrijk met ingang van de terugtrekkingsdatum moeten beschikken over de door de bevoegde autoriteit van een lidstaat van de EU-27 verleende ACC3/KC3/RA3-status. Erkende leveranciers: Overeenkomstig punt 8.1.3 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 moeten erkende leveranciers (sommige luchthavenleveranciers en leveranciers van vluchtbenodigdheden) worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit. Overeenkomstig punt 8.1.3.5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1998 wordt de goedkeuring van een erkende leverancier door een EU-lidstaat erkend in alle EU-lidstaten. Vanaf de terugtrekkingsdatum worden goedkeuringen die door de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk zijn afgegeven, niet langer erkend in de lidstaten. Bijgevolg zullen erkende leveranciers die zijn goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk met ingang van de terugtrekkingsdatum moeten beschikken over een goedkeuring van een bevoegde autoriteit van een lidstaat van de EU-27. 2. VEILIGHEID VAN DE SCHEEPVAART De EU-regels voor de beveiliging van de scheepvaart zijn uiteengezet in Verordening (EG) nr. 725/2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van 4
schepen en havenfaciliteiten 7 en Richtlijn 2005/65/EG betreffende het verhogen van de veiligheid van havens 8. Overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 725/2004 moet de bevoegde nationale autoriteit voor beveiliging van de scheepvaart eisen dat schepen die een haven in de desbetreffende lidstaat willen aandoen, bepaalde beveiligingsinformatie verstrekken. Overeenkomstig artikel 7, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 725/2004 mogen lidstaten elkaar verzoeken om internationale geregelde diensten tussen hun grondgebieden vrij te stellen van die verplichting. Met ingang van de terugtrekkingsdatum bestaat deze door Verordening (EG) nr. 725/2004 geboden mogelijkheid niet meer voor het Verenigd Koninkrijk. Dit betekent dat, met ingang van de terugtrekkingsdatum, alle geregelde diensten die onder artikel 6 van Verordening (EG) nr. 725/2004 vallen, zoals ferryverbindingen tussen het Verenigd Koninkrijk en EU-lidstaten, verplicht zullen zijn deze beveiligingsinformatie te verstrekken. Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2005/65/EG moet het personeel dat veiligheidsinspecties uitvoert of vertrouwelijke informatie behandelt (daaronder begrepen het personeel van erkende beveiligingsorganisaties - zie artikel 11 van Richtlijn 2005/65/EG) een passende veiligheidsmachtiging krijgen van de lidstaat waarvan het onderdaan is. Dit betekent dat personeel van het Verenigd Koninkrijk (dat houder is van een veiligheidsmachtiging van het Verenigd Koninkrijk) de in die richtlijn bedoelde beveiligingsinspecties niet meer kan uitvoeren. Dit geldt ook voor inspecties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 725/2004 (wat betreft de naleving van de internationale beveiligingsvoorschriften voor schepen en havenfaciliteiten), overeenkomstig artikel 12 van die verordening. De websites van de Commissie over beveiliging van de luchtvaart (https://ec.europa.eu/transport/modes/air/security_en), en beveiliging van de scheepvaart (https://ec.europa.eu/transport/modes/maritime/security_en) bevatten algemene informatie over de regels voor de beveiliging van vervoer in de Unie. Die webpagina s zullen zo nodig worden geactualiseerd. Europese Commissie Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer 7 8 Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6). Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28). 5