Jaarrapportage. Jaarrapportage. pagina 1



Vergelijkbare documenten
Postbus ZG Schiphol Postcodelocatie: Tel: Fax: Jaarrapportage. Jaarrapportage

Jaarr 2 ap 0 po 1 rt 3 Jaarr 2 ap 0 po 1 rtag a e g

Jaarr 2 ap 0 po 1 rt 5 age

Jaaroverzicht cluster Kaagbaan. Jaaroverzicht 2018

BAS rapportage gebruiksjaar 2012

Aantal melders, vliegtuigbewegingen en baanonderhoud

Jaaroverzicht cluster Buitenveldertbaan. Jaaroverzicht 2016

Jaaroverzicht cluster Zwanenburgbaan. Jaaroverzicht 2016

Jaaroverzicht cluster Kaagbaan. Jaaroverzicht 2015

Jaaroverzicht cluster Kaagbaan. Jaaroverzicht 2016

Jaarr 2 ap 0 po 1 rt 6 age

BAS rapportage gebruiksjaar 2013

1 ste. Kwartaalrapportage cluster Zwanenburgbaan

Overwegend wind uit noordelijke tot oostelijke richtingen, minder uit zuidelijke richtingen.

De Schiphol-Oostbaan is in % meer ingezet voor landingen door weersomstandigheden en baanonderhoud aan andere start- en landingsbanen.

De Buitenveldertbaan was van 5 maart tot en met 24 april buiten gebruik vanwege groot onderhoud. toe- /afname

1 ste. Kwartaalrapportage cluster Kaagbaan. Kwartaalrapportage 2016

2Ja0 arr1 ap 8 portage

Zwanenburgbaan 10%, (2016 :13%) Cluster Polderbaan 17%, (2016 :19%)

cluster Aalsmeerbaan Figuur 2. Top 25 aantal melders per viercijferig postcodegebied aantal melders

1 ste. Kwartaalrapportage cluster Buitenveldertbaan

Overwegend wind uit westelijke, zuidelijke en oostelijke richtingen, minder uit noordelijke richtingen.

Overwegend wind uit noordelijke tot oostelijke richtingen, minder uit zuidelijke richtingen.

Jaaroverzicht cluster Zwanenburgbaan. Jaaroverzicht 2015

Overwegend wind uit noordelijke tot oostelijke richtingen, minder uit zuidelijke richtingen.

1 ste. Kwartaalrapportage cluster Aalsmeerbaan

Jaaroverzicht cluster Polderbaan. Figuur 2. Top 25 aantal melders per viercijferig postcodegebied. aantal melders

2 de. Kwartaalrapportage cluster Aalsmeerbaan

Jaarr 2 ap 0 po 1 rt 7 age

Overwegend wind uit westelijke richtingen, minder uit noord- tot noordoostelijke richtingen.

2 de. Kwartaalrapportage cluster Zwanenburgbaan

2 de Kwartaalrapportage 2018

Overwegend wind uit het zuidwesten, westen en zuidoosten, minder uit noordelijke tot oostelijke richtingen.

4 de. Kwartaalrapportage cluster Zwanenburgbaan. Kwartaalrapportage Bijzonderheden

Klachten vliegtuig geluidhinder Schiphol

Meer wind uit noordelijke en zuidelijke richting, minder uit zuidwestelijke tot westelijke richting.

Bovengemiddeld veel wind uit noordelijke richtingen met bijbehorend noordelijk baangebruik. In week 22 dagen met onweersbuien.

Overwegend wind uit westelijke richtingen, minder uit noord- tot noordoostelijke richtingen.

Sneeuwval december: sneeuw- en gladheidsbestrijding op Schiphol. Hierdoor aangepast baangebruik.

JAARRAPPORTAGE Januari

Naleving milieuregels Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol

BAS rapportage gebruiksjaar 2014

Jaaroverzicht cluster Polderbaan. Jaaroverzicht 2015

Overwegend wind uit westelijke richtingen, minder uit noord- tot noordoostelijke richtingen.

Veel wind uit zuiden tot zuidwesten, vrijwel geen wind uit noorden tot oosten.

KWARTAALrapportage juli 2009

Overwegend wind uit noordelijke tot oostelijke richtingen, minder uit zuidelijke richtingen.

Naleving milieuregels gebruiksjaar Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol

Overwegend wind uit westelijke richtingen, minder uit noord- tot noordoostelijke richtingen.

Overwegend wind uit westelijke, zuidelijke en oostelijke richtingen, minder uit noordelijke richtingen.

4 de. Kwartaalrapportage cluster Polderbaan. Kwartaalrapportage 2015

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Bovengemiddeld veel wind uit noordelijke richtingen met bijbehorend noordelijk baangebruik. In week 22 dagen met onweersbuien.

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 2 e kwartaal 2019

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Inzet Aalsmeerbaan als startbaan

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Analyse gebruiksjaar 2007

Vliegbewegingen en overlast Gooise Meren 4de kwartaal 2018 (1 augustus 31 oktober 2018)

Naleving milieuregels 2012 Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol. Luchtverkeersleiding Nederland

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 4 e kwartaal 2016

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Schiphol en omgeving. Aanpassing vertrekroutes Zwanenburgbaan. Regionale beelden. Inleiding. Achtergrond. Vliegverkeer boven de regio

Naleving milieuregels 2010 Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol. Luchtverkeersleiding Nederland

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 1 e kwartaal 2017

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 4 e kwartaal gebruiksjaar 2018

Naleving milieuregels 2013 Verantwoording Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol. Luchtverkeersleiding Nederland

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 3 e kwartaal gebruiksjaar 2018

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

CROS Pilot 3b+ Toepassing vaste bochtstraal op de Spijkerboor vertrekroute Kaagbaan. Navigatie

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

INHOUD JAARRAPPORTAGE Januari 2009

Klachtenanalyse 2006

Politiehelikopter: totaal

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 2 e kwartaal 2017

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport. 2 e kwartaal Traumaheli

Onderzoeksrapport overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol. Gebruiksjaar 2017

Meldingenloket vliegverkeer GAE

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Gebruik Buitenveldertbaan in 2011

Schiphol Group. Jaarverslag

Artikel Op de luchthaven Schiphol vinden maximaal vliegtuigbewegingen met handelsverkeer per gebruiksjaar plaats.

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 3 e kwartaal 2017

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalbericht nieuw Normen- en Handhavingstelsel

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport 1 e kwartaal 2018

Kwartaalrapportage. Vliegtuigmeldingen rondom Rotterdam The Hague Airport

Transcriptie:

2012 2012 pagina 1

Inhoudsopgave Pagina: 1. Inleiding 3 2. Belangrijke gebeurtenissen 5 3. Aantal melders/meldingen ten opzichte van eerdere gebruiksjaren 6 4. Meldingen en melders per maand, vliegtuigbeweging en tijdstip 12 5. Hinderbeleving 22 6. Meldingen over angst en vervuiling 28 7. Dagen met meeste meldingen en melders 30 8. Vluchten en vliegtuigen met meeste meldingen 31 9. Plaatsen met meeste en nieuwe melders 34 10. Hinderbeperkende maatregelen en experimenten 37 11. Communicatie en informatie 42 12. Samenvatting 45 13. Conclusies en aanbevelingen 46 Bijlage 1: Hindergebiedenkaarten 48 Bijlage 2: Meldingen en melders per woonplaats 58 pagina 2

2012 1. Inleiding Deze jaarrapportage van de Stichting Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (Bas) over het gebruiksjaar 2012 is gebaseerd op de meldingen die bij Bas zijn binnengekomen over het luchtverkeer van en naar de luchthaven Schiphol in de periode van 1 november 2011 t/m 31 oktober 2012. Bas staat voor registreren, communiceren en signaleren; enerzijds vanuit de omgeving naar de luchtvaartpartijen en Rijksoverheid toe en anderzijds vanuit de luchtvaartpartijen en overheid naar de omgeving van Schiphol toe. Om meer informatie over hinderbeleving uit de meldingen van omwonenden te verkrijgen hanteert Bas een manier van registreren die verder gaat dan het registreren van tijdstippen van hinder alleen. In het registratiesysteem zijn de hindermeldingen gesplitst in: 1. periodemeldingen die de melder de mogelijkheid geven hinder over een bepaalde tijdsperiode te melden; 2. specifieke meldingen waarbij de melder de precieze datum en tijd van ondervonden hinder moet aangeven; 3. overige meldingen bijvoorbeeld over het milieubeleid met betrekking tot Schiphol. Om meer inzicht te krijgen in de hinderbeleving wordt van de melder gevraagd een aantal vragen te beantwoorden. Met de antwoorden hierop is Bas in staat een breder beeld van de hinder in de omgeving in kaart te brengen. Naast de gebruikelijke aantallen van ingediende meldingen staan daarom in de jaarrapportage ook analyses van de hinderbeleving. Deze geven inzicht in aard, tijdstip/periode en beleving van overlast in de omgeving. Hierdoor kan Bas gerichter informatie leveren aan de sector en aan partijen als de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) die mogelijk bij kan dragen aan het invoeren en evalueren van hinderbeperkende maatregelen. Bas kan zo ook beter inspelen op de informatiebehoefte die in een bepaald gebied leeft. Bas wil de omgeving proactief van de juiste informatie voorzien. Dit gebeurt via de website, de kwartaalrapportages en de nieuwsbrieven die Bas uitgeeft en via emailberichten. pagina 3

Veelmelders Uit de analyses van de gegevens uit het registratiesysteem over het gebruiksjaar 2012 blijkt dat evenals het jaar ervóór een kleine minderheid van alle geregistreerde melders verantwoordelijk is geweest voor meer dan de helft van alle ingediende meldingen. In het gebruiksjaar 2012 diende 0,6% van alle melders 59,3% van alle meldingen in. Deze personen, mensen die per gebruiksjaar meer dan 500 meldingen indienen, worden veelmelders genoemd. De overige melders zijn verantwoordelijk voor de resterende 40,7% van de meldingen. Deze groep overige melders wordt net als voorgaande jaren in de rapportage aangeduid als focusgroep. De focusgroep wordt in deze jaarrapportage, net zoals in de jaarrapportages over voorgaande gebruiksjaren, centraal gesteld. Dit is conform de aanbeveling van de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) naar aanleiding van de meldingenanalyse 2006 om de meldingen van veelmelders en die van overige melders in de analyses te scheiden. Bij het maken van de analyses is behalve van informatie uit het registratiesysteem waar mogelijk ook gebruik gemaakt van andere relevante gegevens, zoals over baanonderhoud en over het weer. Verder worden enkele hinderbeperkende maatregelen die in het afgelopen gebruiksjaar zijn uitgevoerd of als experiment zijn afgerond, in de rapportage belicht. Deze maatregelen en experimenten vloeien voort uit de adviezen van de Tafel van Alders over de toekomst van Schiphol en de regio op middellange termijn. In bijlage 1 is een aantal kaarten opgenomen waarop de aantallen melders en meldingen per postcodegebied zijn weergegeven. In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de aantallen meldingen en melders per woonplaats. Van de cursief gedrukte woorden is op www.bezoekbas.nl (onder Rapportages/ Publicaties) een begrippenlijst te vinden. Door op deze woorden te klikken wordt de begrippenlijst geopend. pagina 4

2012 2. Belangrijke gebeurtenissen in gebruiksjaar 2012 In het gebruiksjaar 2012 hebben diverse gebeurtenissen in meer of mindere mate invloed gehad op het aantal melders en meldingen: Op 1 november 2010 ging het tweejarige experiment met een nieuw normen- en handhavingstelsel (NNHS) van de Tafel van Alders van start. Dit is gebaseerd op afspraken over strikt preferentieel baangebruik. Dit experiment liep op 31 oktober 2012 af; Op 10 maart 2011 is op de vertrekroutes vanaf de Zwanenburgbaan (36C) naar het noorden en oosten een waypoint 552 meter naar het oosten verlegd. Dit betrof een proef die in maart 2012 is geëvalueerd; In oktober 2011 nam staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu het besluit om het gebruik van de vaste bochtstraaltechniek op de Spijkerboorroute vanaf de Kaagbaan (24) voor alle vliegtuigen die deze techniek kunnen toepassen, definitief in te voeren; In september 2012 vond regulier onderhoud plaats aan de Aalsmeerbaan (18L-36R) en werden twee rijbanen die deze baan kruisen, gerenoveerd. Hierdoor was de baan circa drie weken niet te gebruiken; Het hele gebruiksjaar 2012 door zijn regelmatig werkzaamheden verricht aan rijbanen en aan de inspectie en renovatie van het hemelwaterrioolstelsel langs de banen en rijbanen van Schiphol. Hierdoor was er van tijd tot tijd sprake van afwijkend baangebruik; Op 14 december 2011 kwam de nieuwe module Wonen bij Schiphol beschikbaar op de website van Bas. Hierop kunnen toekomstige maar ook huidige bewoners van de Schipholregio veel informatie vinden over hoe het vliegverkeer van en naar Schiphol verloopt en wat dit voor hun (toekomstige) woonomgeving betekent. Op de volgende pagina s wordt op elk van deze onderwerpen nader ingegaan. pagina 5

3. Aantal melders/meldingen ten opzichte van eerdere gebruiksjaren Het aantal melders is in het gebruiksjaar 2012 met 2,5% gedaald ten opzichte van het gebruiksjaar 2011, tot 5.286, iets boven het niveau van 2009 (zie tabel 1). Het aantal meldingen van de totale groep, inclusief de veelmelders, nam met 1,7% af. Dit komt doordat het aantal specifieke meldingen met 4,6% daalde, maar de aantallen periode- en overige meldingen met respectievelijk 3,0 en 18,6% stegen (zie tabel 2). De lichte daling van het totale aantal meldingen is vooral toe te schrijven aan de focusgroep die 6,2% minder meldingen indiende. De veelmelders lieten 1,6% méér meldingen registreren. De stijging van het aantal overige meldingen is eveneens toe te schrijven aan een beperkt aantal veelmelders. Voor de afname van het aantal meldingen van de focusgroep met 6,2% wordt in hoofdstuk 9 een aantal verklaringen gegeven. Tabel 1. Melders per gebruiksjaar gebruiksjaar melders stijging/daling 2005 8.378-24,0% 2006 7.404-11,6% 2007 6.026-18,6% 2008 6.881 14,2% 2009 5.275-23,3% 2010 5.387 2,1% 2011 5.419 0,6% 2012 5.286-2,5% %= stijging/daling ten opzichte van vorig gebruiksjaar. Tabel 2. Meldingen in gebruiksjaar 2012 type melding meldingen (alle) meldingen (veelmelders) meldingen (focusgroep) specifiek 84.674-4,6% 66.169-3,3% 18.505-9,0% periode 42.069 3,0% 7.636 60,9% 34.433-4,6% overig 3.861 18,6% 3.580 21,3% 281-7,3% totaal 130.604-1,7% 77.385 1,6% 53.219-6,2% %= stijging/daling ten opzichte van vorig gebruiksjaar. pagina 6

M M M 2012 Focusgroep bestaat uit 99,4% van alle melders Net als in de vorige jaarrapportages is een kleine groep veelmelders - in het gebruiksjaar 2012 0,6% - verantwoordelijk geweest voor het merendeel van de meldingen (59,3%). Dit percentage is iets hoger dan in het vorige gebruiksjaar (57,3%). In het vervolg van deze jaarrapportage zal, zoals in de Inleiding is aangegeven, evenals voorgaande jaren met name aandacht worden besteed aan de meldingen van de niet-veelmelders, de focusgroep (1 t/m 500 meldingen). Tabel 3. Melders t.o.v. vorige gebruiksjaar gebruiksjaar totale groep focusgroep veelmelders 2011 5.419 5.394 25-2,5% -2,6% 32,0% 2012 5.286 5.253 33 %= stijging/daling ten opzichte van vorig gebruiksjaar. Het aantal veelmelders nam in het gebruiksjaar 2012 toe van 25 tot 33 (zie tabel 3). Zij dienden in het gebruiksjaar 2012 gezamenlijk 77.385 meldingen in; 1,6% meer dan in het gebruiksjaar 2011. In tabel 4 en figuur 1 is te zien, dat vooral van veelmelders die tussen 500 en 2.000 meldingen indienen, het aantal meldingen is toegenomen. Tabel 4. Aantal melders en meldingen per jaar { { gebruiksjaar 2012 gebruiksjaar 2011 toe/afname aantal meldingen melders meldingen melders meldingen meldingen 10.000+ 2 23.512 2 23.473 0,17% 5.001-10.000 3 19.574 3 21.710-9,84% 2.001-5.000 0,6% 6 16.349 0,5% 5 17.631-7,27% { { 1.001-2.000 5 5.980 3 4.069 46,96% 501-1.000 17 11.970 12 9.258 29,29% 201-500 42 12.900 44 13.204-2,30% 101-200 56 7.976 76 10.954-27,19% 51-100 105 7.350 109 7.775-5,47% 99,4% 99,5% 26-50 212 7.496 185 6.662 12,52% 11-25 420 6.782 413 6.658 1,86% 1-10 4.418 10.715 4.567 11.472-6,60% totaal 5.286 130.604 5.419 132.866-1,70% pagina 7

Het aantal personen dat meer dan 5.000 meldingen liet registreren nam niet toe; net als in het gebruiksjaar 2011 waren er maar twee melders verantwoordelijk voor ieder meer dan 10.000 meldingen en drie voor ieder tussen de 5.000 en 10.000 meldingen. Samen dienden deze vijf personen (0,09% van het totale aantal melders) 43.086 meldingen in. Dit was 33,0% van alle meldingen in het gebruiksjaar 2012. Uit tabel 4 blijkt verder dat de meeste melders (4.418 ofwel 83,6% van alle melders) 1 tot 10 meldingen per jaar indienen. Zowel het aantal personen in deze categorie als het aantal meldingen dat zij indienden, was lager dan in het gebruiksjaar 2011. Figuur 1. Aantal meldingen per jaar 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 10.000+ 5.001-10.000 2.001-5.000 1.001-2.000 501-1.000 201-500 101-200 51-100 gebruiksjaar 2011 gebruiksjaar 2012 26-50 11-25 1-10 Het gemiddelde aantal meldingen per melder (tabel 5) is bij de veelmelders met 23% afgenomen en bij de melders uit de focusgroep met 4%. Tabel 5 Gemiddeld aantal meldingen per melder focusgroep veelmelders totale groep gemiddeld aantal meldingen per melder in gebruiksjaar 2012 10,1 2.345,0 24,7 gemiddeld aantal meldingen per melder in gebruiksjaar 2011 10,5 3.045,6 24,5 toe/ afname -4% -23% 1% pagina 8

2012 Baangebruik Het aantal vluchten is in het gebruiksjaar 2012 met 1,6% gestegen ten opzichte van het jaar ervóór, tot 439.808. Circa 0,3% van die stijging is een gevolg van de schrikkeldag in februari 2012. Het baangebruik vertoont min of meer hetzelfde beeld als in het voorgaande gebruiksjaar: de meeste landingen zijn uitgevoerd op de Polderbaan (18R) en de meeste starts van de Kaagbaan (24), de meest preferente banen. Figuur 2. Banenstelsel Schiphol 18R Polderbaan 36L 18C Zwanenburgbaan 36C 06 09 27 Buitenveldertbaan Kaagbaan 24 18L Aalsmeerbaan 36R 04 Schiphol-oostbaan 22 pagina 9

Vergeleken met 2011 is in het gebruiksjaar 2012 meer geland op de Polderbaan (18R) en minder op de Kaagbaan (06). Daarentegen is er meer gestart van de Kaagbaan (24) en de Zwanenburgbaan (36C) en minder van de Polderbaan (36L). Zie figuur 3. Dit komt omdat de wind in het gebruiksjaar 2012 iets meer uit zuidelijke richtingen heeft gewaaid dan het jaar ervóór, en ook ten opzichte van het langjarige gemiddelde (zie tabel 6). Hierdoor was er meer sprake van zuidelijk baangebruik (starten en landen naar het zuiden) dan in 2011. Zuidelijk baangebruik heeft op Schiphol de tweede preferentie, noordelijk baangebruik (starten en landen naar het noorden) de eerste preferentie. Figuur 3. Vliegtuigbewegingen per baan gebruiksjaren 2011-2012 100000 90000 80000 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 gebruiksjaar 2011 gebruiksjaar 2012 04 22 06 24 09 27 18C 36C 18L 36R 18R 36L 04 22 06 24 09 27 18C 36C 18L 36R 18R 36L SO KB BB ZB AB PB SO KB BB ZB AB PB landen starten SO= Schiphol-Oostbaan (04-22) ZB= Zwanenburgbaan (18C-36C) KB= Kaagbaan (06-24) AB= Aalsmeerbaan (18L-36R) BB= Buitenveldertbaan (09-27) PB= Polderbaan (18R-36L) pagina 10

2012 Tabel 6. Procentuele verdeling noordelijke en zuidelijk wind gedurende het jaar 1971-2011 gebruiksjaar 2009 gebruiksjaar 2010 gebruiksjaar 2011 gebruiksjaar 2012 noord 42,0 43,1 47,6 40,8 39,8 zuid 52,7 51,7 47,9 54,3 54,7 windstil 5,3 5,2 4,4 4,9 5,6 De stijging van het aantal starts van de Kaagbaan (24) heeft niet alleen te maken gehad met het meer zuidelijke baangebruik in het gebruiksjaar 2012. Het komt ook omdat de Kaagbaan in september 2011 drie weken buiten gebruik was vanwege groot onderhoud. Hierdoor is toen door startend verkeer meer gebruik gemaakt van de Aalsmeerbaan (18L) en de Zwanenburgbaan (18C). Dit verklaart waarom ondanks de meer zuidelijke wind in het gebruiksjaar 2012 toch minder is gestart van deze twee banen. In vergelijking met het vorige gebruiksjaar is in het gebruiksjaar 2012 minder gestart en geland op de Buitenveldertbaan (09-27) in en vanuit oostelijke richting. Mede vanwege de meer zuidelijke wind is er wel meer geland op de Schiphol-Oostbaan (22). Opvallend is verder, dat ondanks de meer zuidelijke wind minder geland is op de Zwanenburgbaan (18C) dan het jaar ervóór. Dit heeft deels te maken met de werkzaamheden aan rijbanen die in het gebruiksjaar 2012 hebben plaatsgevonden. Hierdoor kon deze baan minder worden ingezet. De aantallen starts en landingen per baanrichting in de gebruiksjaren 2012 en 2011 zijn te vinden op www.bezoekbas.nl onder Rapportages/Publicaties. http://www.bezoekbas.nl/userfiles/baangebruikcijfers-gj2012.pdf pagina 11

4. Meldingen en melders per maand, vliegtuigbeweging en tijdstip De hoogste aantallen melders uit en meldingen door de focusgroep werden in het gebruiksjaar 2012 geregistreerd in de maanden juli en augustus (zie figuur 4). Dit zijn traditioneel de maanden dat vanwege het vakantieverkeer het aantal vliegtuigbewegingen het hoogst is. Het zijn ook maanden waarin het meestal mooi weer is en mensen dus vaker buiten zijn of hun ramen open hebben. Hierdoor is zowel het aantal melders als het aantal periode- en specifieke meldingen in deze maanden hoger dan in de rest van het jaar. Figuur 4. Melders, meldingen en vliegtuigbewegingen per maand melders specifieke meldingen periodemeldingen vliegtuigbewegingen 6000 45000 Aantal melders / meldingen 5000 4000 3000 2000 1000 0 nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 Aantal vliegtuigbewegingen 2011 2012 Vergeleken met het vorige gebruiksjaar volgt het verloop van het aantal melders en meldingen in het gebruiksjaar 2012 dit seizoenpatroon veel sterker. Dit wordt nog eens extra duidelijk als de schaal van het aantal vliegtuigbewegingen per maand wordt ingekort, waardoor het verschil in aantal vluchten per maand beter zichtbaar wordt (zie figuur 4a). In deze figuur is ook te zien dat er in het gebruiksjaar 2011 iets anders dan (alleen) het seizoenpatroon speelde. Door het groot onderhoud aan de Kaagbaan (06-24) was deze preferente baan in september 2011 drie weken buiten gebruik. In deze periode en gedurende elf avonden en delen van de nacht in oktober moesten andere, minder preferente banen worden gebruikt. Dit zorgde in die maanden voor een sterke stijging van het aantal melders en meldingen. pagina 12

2012 Figuur 4a. Melders, meldingen en vliegtuigbewegingen per maand in 2011 en 2012 6000 5000 melders specifiek periode vliegtuigbewegingen 43000 41000 39000 Aantal meldingen Melders per baan In figuur 5 is aangegeven over welke van de vijf hoofdbanen van Schiphol de meeste melders uit de focusgroep meldingen indienden. Bij landingen/naderingen was dat de Polderbaan (18R) en bij starts de Kaagbaan (24). Dit waren in het gebruiksjaar 2012 de meest gebruikte banen voor respectievelijk landingen en starts. Figuur 5. Melders per baan Aantal melders 4000 3000 2000 1000 0 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 0 2010 2011 2012 06 18C 18R 27/24* 36C 36R 09 18C 18L 24 36C 36L landend aantal melders gebruiksjaar 2012 aantal vliegtuigbewegingen startend * bij elkaar gevoegd omdat naderingsroutes nagenoeg gelijk zijn 100000 90000 80000 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 37000 35000 33000 31000 29000 27000 25000 Aantal vliegtuigbewegingen Aantal vliegtuigbewegingen pagina 13

Uit deze grafiek blijkt ook dat over banen die minder vaak worden gebruikt, naar verhouding door meer melders meldingen worden ingediend. Bij landingen/naderingen geldt dit vooral voor de Zwanenburgbaan, zowel voor landingen vanuit het zuiden (36C) als vanuit het noorden (18C), en verder voor de Aalsmeerbaan (36R) en de Buitenveldertbaan/Kaagbaan (27/24). Bij de starts betreft dit de Zwanenburgbaan voor starts naar het zuiden (18C) en het noorden (36C), en de Buitenveldertbaan (09). In het algemeen dus alle minder preferente banen. De landingen op de Buitenveldertbaan (27) en Kaagbaan (24) zijn in figuur 5 samengevoegd, omdat landingen op de Kaagbaan (24) vanuit het noordoosten vaak worden voorafgegaan door een nadering richting Buitenveldertbaan (27). Vóór de landing buigen de vliegtuigen dan boven het luchthaventerrein af naar de Kaagbaan (24). Laag-preferente banen Naast de vijf hoofdbanen beschikt de luchthaven Schiphol over de Schiphol-Oostbaan (04-22). Deze kortere baan wordt vooral gebruikt door kleine luchtvaart (privé- en zakenvliegtuigen). Maar incidenteel, als geen andere baancombinatie mogelijk is, bijvoorbeeld bij harde wind uit zuidelijke richtingen, al dan niet in combinatie met buien, wordt de baan ook gebruikt voor landingen van het grotere, commerciële verkeer. Omdat de naderingsroute naar de Schiphol-Oostbaan (22) voor dit verkeer over het centrum van Amsterdam loopt, dienen bij dit baangebruik relatief veel melders meldingen in. Dit gebeurt ook wanneer de Buitenveldertbaan voor landingen vanuit het westen (09) en starts naar het westen (27) wordt gebruikt, en bij starts van de Kaagbaan (06) naar het noordoosten. Ook dit komt niet vaak voor, maar zorgt als het gebeurt naar verhouding voor veel melders, zo blijkt uit tabel 7. Tabel 7. Aantal melders over laag-preferente banen t.o.v. aantal starts/landingen landen aantal landingen aantal melders Schiphol-Oostbaan 22 6.033 1.029 Schiphol-Oostbaan 04 916 223 Buitenveldertbaan 09 4 6 starten aantal starts aantal melders Schiphol-Oostbaan 22 3.815 645 Schiphol-Oostbaan 04 1.536 317 Buitenveldertbaan 27 942 204 Kaagbaan 06 63 102 pagina 14

2012 Meldingen en melders per weekdag De meeste meldingen over ondervonden hinder worden door de focusgroep op zondagen ingediend. Dan zijn ook de meeste melders actief. Op de andere dagen van de week wijken de gemiddelde aantallen melders en meldingen per dag niet veel van elkaar af. Het minste aantal melders is actief op zaterdag. Figuur 6. Meldingen en melders per weekdag Zondag Aantal melders 0 20 40 60 80 100 120 140 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag gemiddeld aantal periodemeldingen gemiddeld aantal specifieke meldingen gemiddeld aantal melders pagina 15

Specifieke meldingen per uur In figuur 7 is te zien, over welke uren van de dag in het gebruiksjaar 2012 door de focusgroep de meeste specifieke meldingen zijn ingediend. Net als in het gebruiksjaar 2011 valt de piek in het aantal specifieke meldingen over starts tussen 21.00 en 22.00 uur. Dit is tijdens de laatste startpiek van de dag. De meeste specifieke meldingen over landende vliegtuigen gaan over landingen tussen 07.00 en 09.00 uur. Dat is tijdens de eerste landingspiek van de dag. Figuur 7. Specifieke meldingen over het etmaal Aantal specifieke meldingen 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 00:00-01:00 01:00-02:00 02:00-03:00 03:00-04:00 04:00-05:00 05:00-06:00 06:00-07:00 07:00-08:00 08:00-09:00 09:00-10:00 10:00-11:00 11:00-12:00 12:00-13:00 13:00-14:00 14:00-15:00 15:00-16:00 16:00-17:00 17:00-18:00 18:00-19:00 19:00-20:00 20:00-21:00 21:00-22:00 22:00-23:00 23:00-24:00 starts landingen Van alle specifieke meldingen ging 65,6% over starts en 33,8% over landingen. 0,6% van de specifieke meldingen kon niet worden gekoppeld aan een bepaalde vlucht. In figuur 7a is in blokken van vijf minuten ingezoomd op het uur tussen 21.00 en 22.00 uur en de halve uren ervóór en erna. Hierbij is ook het gemiddelde aantal starts per vijf minuten in die periode in beeld gebracht. Te zien is, dat het gemiddelde aantal specifieke meldingen per vijf minuten het hoogst is tussen 21.40 en 21.50 uur, terwijl de piek van het aantal starts tijdens deze laatste startpiek van de dag dan aan het afnemen is. Mogelijk heeft de piek in het aantal specifieke meldingen tussen 21.40 en 21.50 uur te maken met het baan- en routegebruik of met het type vliegtuigen dat in deze periode start. pagina 16

2012 Figuur 7a. Aantal specifieke meldingen en starts per vijf minuten tussen 20.30 en 22.30 uur 1,4 7 1,2 gem aantal meldingen gem aantal starts 6 1 5 0,8 4 Gemiddeld aantal meldingen 0,6 0,4 0,2 0 20:30 20:35 20:40 20:45 20:50 20:55 21:00 21:05 21:10 21:15 21:20 21:25 21:30 21:35 21:40 21:45 21:50 21:55 22:00 22:05 22:10 22:15 22:20 22:25 3 2 1 0 Gemiddeld aantal starts per dag t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m 20:34 20:39 20:44 20:49 20:54 20:59 21:04 21:09 21:14 21:19 21:24 21:29 21:34 21:39 21:44 21:49 21:54 21:59 22:04 22:09 22:14 22:19 22:24 22:29 8 uur 's avonds 9 uur 's avonds 10 uur 's avonds Om dit te onderzoeken is eerst gekeken naar de oorzaken van de specifieke meldingen over starts tussen 21.40 en 21.50 uur. Het merendeel van deze meldingen (62%) is gekoppeld aan starts van de Kaagbaan (24). De verdeling van het aantal starts van de Kaagbaan (24) is tussen 21.40 en 21.50 uur echter niet anders dan in het hele gebruiksjaar: 43%. Wordt vervolgens bekeken, over welke vertrekroute bij starts tussen 21.40 en 21.50 uur de meeste specifieke meldingen zijn binnengekomen, dan springt de Spijkerboorroute vanaf de Kaagbaan (24) er duidelijk uit. Per start via deze route worden tussen 21.40 en 21.50 uur gemiddeld 2,5 specifieke meldingen ingediend, terwijl dit voor het hele jaar minus het tijdblok tussen 21.40 en 21.50 uur minder dan 0,5 is. Zie figuur 7b. pagina 17

Figuur 7b. Specifieke meldingen tussen 21.40 en 21.50 uur per vertrekroute t.o.v. totaal 3 2,5 2 aantal meldingen per vlucht tusssen 21:40 en 21:50 meldingen/starts totaal min 21:40 en 21:50 1,5 1 0,5 0 Spijkerboor Lekko Arnem Bergi Nyker Ivlut Lunix overig 24 18L 18L 24 36C 36C 18L overig Van de vliegtuigtypes die in het gebruiksjaar 2012 tussen 21.40 en 21.50 uur meer dan tienmaal zijn gestart via de Spijkerboorroute, is de Boeing 747-400 duidelijk het type waarover in dat tijdblok de meeste specifieke meldingen zijn ingediend. Tussen 21.40 en 21.50 uur zijn gemiddeld genomen per start van een Boeing 747-400 via de Spijkerboorroute meer dan acht specifieke meldingen ingediend. Voor het hele gebruiksjaar minus deze tien minuten is dat 2,75. Zie figuur 7c. Figuur 7c. Aantal specifieke meldingen per start per vliegtuigtype via Spijkerboorroute totaal gebruiksjaar minus periode 21:40-21:50 periode 21:40-21:50 Airbus A330-200 Boeing 737-700/800 Boeing 747-400 Embraer E190 0 2 4 6 8 10 Aantal meldingen per start pagina 18

2012 Dit verklaart het hoge aantal specifieke meldingen tussen 21.00 en 22.00 uur in figuur 7. Het blijkt dat tussen 21.40 en 21.50 uur naar verhouding veel Boeing 747-400 s van de Spijkerboorroute van de Kaagbaan (24) gebruik maken. Van alle starts via deze route in deze periode is 25% een Boeing 747-400 tegenover 5% op dezelfde route in het hele gebruiksjaar. Dus het is vooral dit type vliegtuig, en de frequentie waarop hij start, die de piek in het aantal specifieke meldingen tussen 21.00 en 22.00 uur lijkt te genereren. Het is ook het vliegtuigtype dat zoals in hoofdstuk 8 valt te lezen per vliegtuigbeweging de meeste meldingen veroorzaakt, en een vliegtuig dat niet de zogenoemde vaste bochtstraal kan vliegen (zie hoofdstuk 10). Van alle melders van specifieke meldingen tussen 21.00 en 22.00 uur in het gebruiksjaar 2012 blijkt 40% afkomstig te zijn van inwoners van Hoofddorp, Nieuw-Vennep, Cruquius en Zwaanshoek (2011: 49%). Dit zijn de plaatsen die het meest te maken hebben met het gebruik van de Spijkerboorroute, omdat deze vertrekroute van de Kaagbaan (24) tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep doorloopt om vervolgens naar het noorden af te buigen (zie ook Hoofdstuk 10). In figuur 7d is, tot slot, het aantal specifieke meldingen over startend en landend verkeer afgezet tegen het aantal starts en landingen per uur. Opvallend is, dat tussen 10.00 en 11.00 uur in de ochtend het aantal starts even hoog is als tussen 21.00 en 22.00 uur, maar het aantal specifieke meldingen over starts veel lager. Dit kan te maken hebben met het feit dat veel mensen tussen 10.00 en 11.00 uur aan het werk zijn en tussen 21.00 en 22.00 uur thuis zijn. Figuur 7d. Specifieke meldingen over starts en landingen per uur 25000 specifiek startend specifiek landend starts landingen 4000 20000 15000 10000 5000 0 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 12:00-13:00 13:00-14:00 14:00-15:00 15:00-16:00 16:00-17:00 17:00-18:00 18:00-19:00 19:00-20:00 20:00-21:00 21:00-22:00 22:00-23:00 23:00-0:00 0:00-1:00 1:00-2:00 2:00-3:00 3:00-4:00 4:00-5:00 5:00-6:00 6:00-7:00 7:00-8:00 8:00-9:00 9:00-10:00 10:00-11:00 11:00-12:00 Aantal vliegtuigbewegingen Aantal meldingen pagina 19

Meldingen per periode Bij het indienen van periodemeldingen kunnen melders één of meer periodes opgeven van 1 of 2 uur. Gemiddeld genomen zijn door de focusgroep in het gebruiksjaar 2012 per periodemelding 2,4 periodes (2011: 2,6) opgegeven. Figuur 8. Periodemeldingen* over het etmaal 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 00:00-02:00 02:00-04:00 04:00-06:00 aantal ingediende periodemeldingen gekoppeld aan landend verkeer aantal ingediende periodemeldingen gekoppeld aan startend verkeer 06:00-07:00 07:00-09:00 09:00-11:00 11:00-13:00 13:00-15:00 15:00-17:00 17:00-19:00 19:00-23:00 21:00-23:00 23:00-24:00 * Het aantal periodemeldingen per periode is opgeteld meer dan het totaal aantal ingediende periodemeldingen per gebruiksjaar, omdat één (periode)melding over meerdere periodes kan worden ingediend. In figuur 8 is te zien, hoe vaak elke periode van 1 of 2 uur is opgegeven. De meeste periodemeldingen over landend verkeer hebben betrekking op de periodes tussen 07.00 en 11.00 uur en tussen 19.00 en 23.00 uur. De meeste periodemeldingen over startend verkeer gaan over de periodes tussen 09.00 en 11.00 uur en tussen 19.00 en 23.00 uur. Hier moet ook de periode tussen 06.00 en 07.00 uur bij gerekend worden, omdat die maar één uur omvat en de andere periodes twee uur. Tussen 06.00 en 07.00 uur komen veel intercontinentale vluchten binnen, een periode die vanaf 07.00 uur gevolgd wordt door de eerste landings- en startpiek voor vooral Europees verkeer. Tussen 19.00 en 23.00 uur vinden de laatste landings- en de laatste startpiek van de dag plaats. pagina 20

2012 Nachtvluchten Over vluchten tijdens de nacht vooral tussen 23.00 en 04.00 uur - worden door de focusgroep naar verhouding weinig specifieke en periodemeldingen ingediend (zie figuur 7 en 8). Maar als het aantal specifieke en periodemeldingen in de nachtelijke uren wordt afgezet tegen het aantal vliegtuigbewegingen in die uren, dan worden in de nacht relatief gezien wel veel meldingen ingediend. Per vliegtuigbeweging zijn tussen 23.00 en 06.00 uur 0,4 tot 1,2 periodemeldingen ingediend (gebruiksjaar 2011: 0,5-1,3) en 0,04 tot 0,19 specifieke meldingen (gebruiksjaar 2011: 0,05 tot 0,19). Zie figuur 9. Alleen in de late avond, tussen 21.00 en 23.00 uur, zijn per vliegtuigbeweging méér periodemeldingen ingediend (1,3). Dan worden, zoals hiervóór is besproken, ook veel specifieke meldingen ingediend. Figuur 9. Meldingen per uur per vliegtuigbeweging nacht specifiek per 10 vluchten vliegtuigbewegingen periodemeldingen per vlucht 3 40000 2,5 2 1,5 1 0,5 0 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 12:00-13:00 13:00-14:00 14:00-15:00 15:00-16:00 16:00-17:00 17:00-18:00 18:00-19:00 19:00-20:00 20:00-21:00 21:00-22:00 22:00-23:00 23:00-00:00 00:00-01:00 01:00-02:00 02:00-03:00 03:00-04:00 04:00-05:00 05:00-06:00 06:00-07:00 07:00-08:00 08:00-09:00 09:00-10:00 10:00-11:00 11:00-12:00 Aantal meldingen per vliegtuigbeweging Aantal meldingen per vliegtuigbewegingen Aantal vliegtuigbeweging Aantal vliegtuigbewegingen pagina 21

5. Hinderbeleving In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de aard van de meldingen aan de hand van wat de focusgroep aan extra informatie heeft gegeven bij het indienen van hun periodeen specifieke meldingen. Per melding kunnen meerdere hinderaspecten worden aangegeven, bijvoorbeeld geluid én angst. Daarom is het totaal aan meldingen over geluid, angst en vervuiling méér dan 100%. Tabel 8. Hinderbeleving focusgroep specifieke meldingen periodemeldingen # % # % 2011 2012 2011 2012 2011 2012 2011 2012 totaal 20.324 18.505 ~ ~ 36.098 34.433 ~ ~ geluid 20.107 18.264 98,9% 98,7% 35.889 34.201 99,4% 99,3% angst 1.933 2.127 9,5% 11,5% 2.884 2.461 8,0% 7,1% vervuiling 1.543 1.481 7,6% 8,0% 2.382 2.378 6,6% 6,9% specifieke meldingen periodemeldingen Geluid # % # % Gesprek onderbroken 4.160 22,8% 9.613 28,1% Slaapverstoring 4.045 22,1% 9.601 28,1% TV/radio niet verstaan 2.630 14,4% 4.078 11,9% Overig 1.187 6,5% 2.570 7,5% Subtotaal 12.022 65,8% 25.862 75,6% Angst Onveilig gevoel 1.055 48,6% 1.334 54,2% Paniek 423 19,5% 293 11,9% Overig 83 3,8% 153 6,2% Subtotaal 1.561 71,9% 1.780 72,3% Vervuiling Gezondheidsklachten 573 38,7% 676 28,4% Zorgen over leefmilieu 362 24,4% 727 2,1% Zwarte aanslag 115 7,8% 140 0,4% Slootwater vervuiling 0 0,0% 1 0,0% Stankoverlast 110 7,4% 107 0,3% Overig 112 7,6% 119 0,3% Subtotaal 1.272 85,9% 1.770 5,1% Waar bevond u zich? In huis 11.859 64,1% 25.467 74,0% In de tuin 1.290 7,0% 1.760 5,1% Anders 112 0,6% 341 1,0% Subtotaal 13.261 71,7% 27.568 80,1% pagina 22

2012 Tabel 8. Hinderbeleving focusgroep (vervolg) specifieke meldingen periodemeldingen Heeft u de klacht al eerder ondervonden? Dagelijks 8.505 46,0% 20.243 58,8% Wekelijks 2.744 14,8% 5.063 14,7% Maandelijks 442 2,4% 690 2,0% Zelden 694 3,8% 570 1,7% Nooit 75 0,4% 43 0,1% Subtotaal 12.460 67,3% 26.609 77,3% Waargenomen bijzonderheden Vliegtuig vloog te laag 6.992 37,8% - - Vliegtuig nam een duidelijk afwijkende route 1.716 9,3% - - Vliegtuig draaide verkort in 500 2,7% - - Vliegtuig draaide verkort uit 334 1,8% - - Meerdere vliegtuigen dicht bij elkaar 652 3,5% - - Vliegtuig lekte brandstof 12 0,1% - - Geen 1.199 6,5% - - Anders 1.160 6,3% - - Subtotaal 12.565 67,9% - - Waar denkt u dat de klacht door veroorzaakt is? Grondgeluid 42 0,2% 186 0,5% Starten 2.163 11,7% 4.272 12,4% landen 1.286 6,9% 4.525 13,1% Overvliegen 8.885 48,0% 18.533 53,8% Taxien 13 0,1% 13 0,0% Proefdraaien 10 0,1% 14 0,0% Helikopter 103 0,6% 33 0,1% Oud toestel 74 0,4% 0 - Weet niet 805 4,4% 507 1,5% Anders 311 1,7% 990 2,9% Subtotaal 13.692 74,0% 29.073 84,4% Bij de subrubrieken zijn de totalen minder dan 100%, omdat het niet verplicht is om alle vragen te beantwoorden. De aangegeven percentages bij de subtotalen geven het percentage melders van het totaal aantal meldingen of van de meldingen over respectievelijk Geluid, Angst en Vervuiling aan, dat bij deze rubrieken iets heeft vermeld. Verreweg de meeste periode- en specifieke meldingen die zijn ingediend door de focusgroep hebben net als in het gebruiksjaar 2011 betrekking op geluidhinder. Deze ervaart men vooral in huis en vaak dagelijks of wekelijks. Meer dan een kwart van de periodemeldingen en meer dan een vijfde van de specifieke meldingen gaat over het moeten onderbreken van een gesprek en slaapverstoring. pagina 23

Over het aspect angst zijn in het gebruiksjaar 2012 meer specifieke meldingen ingediend dan het jaar ervóór, maar minder periodemeldingen. Het merendeel van de angstmeldingen refereert aan een onveilig gevoel. In hoofdstuk 6 wordt nader ingegaan op angstmeldingen. Er zijn minder specifieke meldingen ingediend over vervuiling en ongeveer evenveel periodemeldingen. De melders klagen hierbij vooral over mogelijke effecten die zij denken dat deze vorm van hinder kan hebben op hun gezondheid en het leefmilieu. Bij bijna 68% van de specifieke meldingen geven de melders een bijzonderheid aan. Dit kan zijn dat het vliegtuig naar hun mening te laag vloog, een duidelijk afwijkende route nam, verkort in- of uitdraaide, brandstof lekte of dat men meerdere vliegtuigen dichtbij elkaar zag. Uit de tabel hierboven blijkt dat er vooral gemeld is dat een vliegtuig te laag vloog of volgens de melder een duidelijk afwijkende route nam. Bij periodemeldingen kan geen bijzonderheid worden aangegeven. Melders kunnen ook aangeven, wat volgens hen de oorzaak van de door hen ondervonden hinder is. Bij de meeste specifieke en periodemeldingen wordt overvliegend verkeer als oorzaak genoemd. Bij de specifieke meldingen daarnaast vooral startend verkeer. Naast starten, landen en overvliegen spelen andere oorzaken een beperkte rol. Steekwoordenanalyse Bij het doen van een melding heeft de gebruiker de mogelijkheid een opmerking toe te voegen. Bij 6,5% van de specifieke en 7,5% van de periodemeldingen over geluid is dit door de focusgroep gedaan. Dit heeft Bas in het gebruiksjaar 2012 veel reacties opgeleverd die verder gaan dan het tijdstip of de periode van de ondervonden hinder. Door middel van een steekwoordenanalyse heeft Bas gezocht naar trends in de honderden opmerkingen die zijn gemaakt. Hierbij is gezocht naar de meest voorkomende combinaties van twee woorden. Vervolgens zijn deze koppels van woorden samengevoegd in de volgende categorieën: Vorm van hinder ( geluid, lawaai, herrie, (over)last en hinder ) Verwijzing naar vlieggedrag ( (te) laag, afwijkende route, korte bocht, verkort indraaien ) Locatie ( mijn, onze of een specifieke tuin, huis of wijk,) Tijdstip of periode ( hele dag, om de paar minuten e.d.) Gebruik van een specifieke baan Specifieke meteocondities Uit de analyse van de meest voorkomende combinaties van twee woorden blijkt dat in verreweg de meeste opmerkingen die melders hebben gemaakt, primair verwezen wordt naar de vorm van hinder die men heeft ondervonden. Daarnaast wordt in de opmerkingen vaak de locatie genoemd waar men de hinder heeft ondervonden en het specifieke vlieggedrag dat de oorzaak zou zijn geweest voor deze hinder. Ook wordt regelmatig verwezen naar een specifiek tijdstip of periode dat men hinder heeft ondervonden. Het gebruik van een specifieke baan en specifieke weerscondities worden naar verhouding weinig genoemd in de opmerkingen. Dit beeld is gelijk aan het beeld van het vorige gebruiksjaar. pagina 24

2012 Figuur 10. Steekwoordenanalyse per koppel van twee woorden 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000 Geluid/Lawaai/Herrie/(Over)last/Hinder Mijn/Ons/Specifieke tuin/huis/wijk Verwijzing naar vlieggedrag Verwijzing naar (specifiek(e)) tijdstip/periode Gebruik van een specifieke baan Specifieke meteocondities Analyse van gestelde vragen Behalve opmerkingen maken kunnen melders ook vragen stellen via het registratiesysteem. In het gebruiksjaar 2012 is dit 1.740 keer gedaan, tegen 1.497 keer in 2011. Met uitzondering van de maanden april, juni, september en oktober werden in alle maanden van het gebruiksjaar 2012 meer vragen gesteld via het registratiesysteem dan in het voorgaande gebruiksjaar. In september en oktober komt dit, doordat het jaar ervóór in die maanden vanwege het groot onderhoud aan en de veegwerkzaamheden op de Kaagbaan minder preferente banen vaker zijn gebruikt. En in juni, omdat in juni 2011 regulier onderhoud aan eerst de Zwanenburgbaan (18C-36C) en daarna de Aalsmeerbaan (18L-36R) is uitgevoerd en er toen ook veel noordwesten wind was. Hierdoor moest de Buitenveldertbaan (09-27) veel worden ingezet. Ook dit zorgde toen voor veel vragen. Figuur 11. Aantal gestelde vragen 2012 en 2011 t.o.v. aantal meldingen 2012 300 250 200 150 100 50 0 gebruiksjaar 2011 gebruiksjaar 2012 percentage vragen t.o.v. aantal meldingen gj2012 nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 2011 2012 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% pagina 25

In juli en augustus zijn dit gebruiksjaar de meeste vragen gesteld. Dit komt overeen met de piek in het aantal meldingen in deze maanden (zie hoofdstuk 4). Ook in september en november zijn veel vragen gesteld. In september had dit te maken met het regulier onderhoud aan de Aalsmeerbaan en twee rijbanen die deze baan kruisen. In november 2011 speelde het kort daarvóór genomen besluit van staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu een rol om het experiment definitief in te voeren om meer vliegtuigen op de Spijkerboorroute de zogenoemde vaste bochtstraal te laten vliegen (zie hoofdstuk 10). Gemiddeld genomen werden maandelijks per honderd meldingen drie vragen gesteld (3%). Over het gehele gebruiksjaar 2012 stelde 10% van alle personen die in het gebruiksjaar actief zijn geweest (een vraag en/of melding hebben ingediend) een of meerdere malen een vraag. Opvallend is dat 33% (gebruiksjaar 2011: 32%) van alle vragen meer een opmerking dan een vraag was, omdat de gestelde vraag geen vragend voornaamwoord bevatte. In veel gevallen werd dan wel om een bevestiging gevraagd van een ervaren beeld, zoals Is het zo dat of Klopt het dat. Uit de steekwoordenanalyse per koppel van twee woorden van de ingediende vragen blijkt dat in het gebruiksjaar 2012 vooral vragen zijn gesteld over het gebruik van een specifieke baan. Daarnaast zijn vragen gesteld over het vliegen over de omgeving/locatie van de melder en waarom de ervaren hinder op een bepaald tijdstip of gedurende een bepaalde periode is gebeurd. Een kleiner deel van de vragen ging over de ondervonden hinder, over specifieke weerscondities en over het vlieggedrag. In de tweede helft van het gebruiksjaar zijn meer vragen gesteld dan in de eerste twee kwartalen. Dit was in het vorige gebruiksjaar ook het geval. Vooral in het vierde kwartaal zijn veel vragen gesteld. Zoals hiervóór is gemeld had dit vooral te maken met het regulier onderhoud aan de Aalsmeerbaan (18L-36R) en de renovatie van twee rijbanen die deze baan kruisen. Niet alleen dit onderhoud, maar ook de start van de tweejarige proef met een nieuw normen- en handhavingstelsel (zie hoofdstuk 10) zal bijgedragen hebben aan de vele vragen over het gebruik van een specifieke baan. pagina 26

2012 Figuur 12. Steekwoordenanalyse vragen per koppel van twee woorden per kwartaal 0 100 200 300 400 "Gebruik van een specifieke baan" "Mijn/Ons/Specifieke tuin/huis/wijk" "Verwijzing naar (specifiek(e)) tijdstip/periode" "Geluid/Lawaai/Herrie/(Over)last/Hinder" "Specifieke meteocondities" "Verwijzing naar vlieggedrag" eerste kwartaal gebruiksjaar 2012 tweede kwartaal gebruiksjaar 2012 derde kwartaal gebruiksjaar 2012 vierde kwartaal gebruiksjaar 2012 Overige meldingen In tabel 8 is alleen aandacht besteed aan wat de focusgroep heeft aangegeven bij het indienen van specifieke en periodemeldingen; niet aan de overige meldingen. Daarvan zijn er in het gebruiksjaar 2012 door de focusgroep maar 281 ingediend, door 158 personen (2011: 303 door 163 personen). pagina 27

6. Meldingen over angst en vervuiling Behalve over geluid(hinder) kunnen melders ook specifieke of periodemeldingen indienen over angst en/of vervuiling. Uit tabel 8 blijkt dat in het gebruiksjaar 2012 meer specifieke angstmeldingen zijn ingediend en minder periodemeldingen. Hiervoor is geen direct aanwijsbare oorzaak of aanleiding aan te geven, zoals in 2010, toen er een piek in het aantal specifieke angstmeldingen was vanwege een incident met een toestel van Royal Air Maroc. Dit kreeg na de start een vogelaanvaring en vloog vervolgens via een ongebruikelijke route laag over onder meer Vijfhuizen en Haarlem. Angstmeldingen In figuur 13 is te zien in welke maanden de meeste periode- en specifieke angstmeldingen zijn ingediend. Dat was zowel voor periodemeldingen als vooral voor specifieke meldingen de maand juli 2012. Nadere analyse van de specifieke angstmeldingen in deze maand laat zien, dat vooral in de eerste week van juli 2012 veel specifieke angstmeldingen zijn ingediend: 410. Daarvan waren er echter 371 afkomstig van één persoon uit Hoofddorp. Ten opzichte van het totale aantal meldingen blijkt het percentage periodemeldingen het hele jaar door redelijk stabiel te blijven. Dat houdt in, dat het niet afwijkt van het patroon van alle meldingen in figuur 4 van hoofdstuk 4. Figuur 13. Angstmeldingen t.o.v. totaal aantal meldingen Periodemeldingen; angst verhouding periodemeldingen; angst specifieke meldingen; angst verhouding specifieke meldingen; angst 600 500 400 300 200 100 0 nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 2011 2012 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% pagina 28

2012 Bij de specifieke meldingen over angst schommelt het percentage méér en zijn behalve in juli ook pieken te zien in april en november. In november is deze piek veroorzaakt door een groot aantal specifieke angstmeldingen dat is ingediend op de eerste dag van deze maand, mogelijk in verband met het feit dat de Polderbaan (18R) een groot deel van die dag niet beschikbaar was. Dit kwam omdat een Boeing 747 na de landing klapbanden had gekregen en de baan blokkeerde. In april is geen duidelijke oorzaak aan te geven voor de piek in het aantal specifieke angstmeldingen. Meldingen over vervuiling In vergelijking met het vorige gebruiksjaar zijn in het gebruiksjaar 2012 minder specifieke meldingen ingediend over vervuiling en ongeveer evenveel periodemeldingen. De meldingen over vervuiling (zie figuur 14) vertonen min of meer hetzelfde seizoenpatroon als het totaal aantal meldingen (figuur 4 in hoofdstuk 4). Hierdoor is ook het verloop van het aantal meldingen als percentage van het totale aantal meldingen vrij gelijkmatig. Alleen in april zijn er net als bij de angstmeldingen procentueel gezien naar verhouding meer specifieke meldingen over vervuiling ingediend dan in de andere maanden. Hiervoor is geen aanwijsbare reden aan te geven. Om meer inzicht te krijgen, waarom op bepaalde dagen of in bepaalde maanden meer meldingen over angst en/of vervuiling worden ingediend, vraagt Bas melders van meldingen over angst en/ of vervuiling met ingang van het gebruiksjaar 2013 verplicht een vraag om nadere uitleg in te vullen. Hiervóór was dit niet verplicht. Figuur 14. Meldingen over vervuiling t.o.v. totaal aantal meldingen Periodemeldingen; vervuiling verhouding periodemeldingen; vervuiling specifieke meldingen; vervuiling verhouding specifieke meldingen; vervuiling 350 300 250 200 150 100 50 0 nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt 2011 2012 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% pagina 29

7. Dagen met meeste meldingen en melders De meeste periodemeldingen van de focusgroep op één dag werden in het gebruiksjaar 2012 ingediend tussen 12 en 15 augustus. Dit was in de periode van circa twee weken dat werkzaamheden werden uitgevoerd aan een rijbaan langs de Zwanenburgbaan (18C-36C), waardoor deze baan niet of veel minder kon worden gebruikt. Hierdoor en vanwege het weer is tussen 4 en 20 augustus veel gebruik gemaakt van de Buitenveldertbaan (09-27) voor zowel starts naar als landingen vanuit het oosten. Dit zorgde op 12 augustus voor het hoogste aantal specifieke meldingen op één dag, op 13 augustus voor het hoogste aantal periodemeldingen en op 15 augustus voor het hoogste aantal melders. Zie tabel 9. Ook op andere dagen tussen 4 en 20 augustus zijn veel melders en meldingen geregistreerd. Van de tien hoogste aantallen melders en specifieke meldingen op één dag vielen negen in de drukke zomermaanden juli en augustus. De enige datum die niet in juli of augustus viel, is 23 mei 2012. Op die dag dienden veel mensen periodemeldingen in, omdat in de nacht van 22 op 23 mei vanwege de uitloop van onderhoudswerkzaamheden aan de Polderbaan (18R-36L), gestart was van de Kaagbaan (06) naar het noordoosten. Dit gebeurt niet vaak, zeker niet s nachts, maar als het gebeurt zorgt het voor relatief veel meldingen, omdat startende vliegtuigen dan op vrij lage hoogte over Amsterdam-Zuid, Buitenveldert en Amstelveen komen. Tabel 9. Dagen met meeste meldingen/ melders melders periodemeldingen specifieke meldingen datum aantal datum aantal datum aantal 1 15-08-2012 280 1 13-08-2012 258 1 12-08-2012 200 2 05-08-2012 262 2 15-08-2012 257 2 07-07-2012 168 3 08-07-2012 247 3 12-08-2012 251 3 04-07-2012 167 4 23-05-2012 244 4 08-07-2012 240 4 03-07-2012 162 5 13-08-2012 243 5 05-08-2012 237 5 05-08-2012 160 6 22-07-2012 237 6 22-07-2012 236 6 06-07-2012 158 7 12-08-2012 230 7 23-05-2012 219 7 13-08-2012 157 8 20-08-2012 225 8 20-08-2012 217 8 01-07-2012 155 9 04-08-2012 211 9 29-04-2012 209 9 27-04-2012 154 10 04-07-2012 207 10 28-06-2012 207 10 22-07-2012 154 Van de dagen waarop de meeste meldingen zijn ingediend en/of melders actief waren, vielen er in het gebruiksjaar 2012 minder in het weekeinde dan het jaar ervóór. Dit gold in het gebruiksjaar 2012 maar voor vijf van de tien dagen met de meeste melders en periodemeldingen en voor vier van de tien dagen met de meeste specifieke meldingen. In het gebruiksjaar 2011 vielen respectievelijk acht en negen van de tien dagen met de hoogste aantallen melders en meldingen op zaterdag of zondag. pagina 30

2012 8. Vluchten en vliegtuigen met meeste meldingen Het hoogste aantal specifieke meldingen van de focusgroep over één bepaalde vlucht, is in het gebruiksjaar 2012 ingediend over de start van een Boeing 747-400 vanaf de Kaagbaan (24) via de Spijkerboorroute, op 6 juli om 21.46 uur, tijdens de laatste startpiek. Hierover werden 26 specifieke meldingen ingediend. Zie tabel 10. Van de overige negen vluchten in onderstaande top 10 van vluchten die de meeste specifieke meldingen veroorzaakten, waren er zeven eveneens starts van Boeing 747-400 s vanaf de Kaagbaan (24) via de Spijkerboorroute. Dat is een vertrekroute tussen Hoofddorp en Nieuw- Vennep richting het noordoosten, die voornamelijk wordt gebruikt door verkeer naar Scandinavië en het Verre Oosten (zie ook hoofdstuk 10). In alle gevallen ging het om vluchten die werden uitgevoerd tussen ca. 20.00 en 22.00 uur. Dit is tijdens de laatste startpiek van de dag wanneer veel mensen thuis zijn. Dit was ook al gesignaleerd in hoofdstuk 4. Eén start in de top 10 van de Kaagbaan (24) ging niet van de Kaagbaan (24) via de Spijkerboorroute, maar van de Zwanenburgbaan (18C) via de Betus route. Deze vertrekroute volgt na de eerste bocht dezelfde route als de Spijkerboorroute. Ook dit vliegtuig had de bestemming China. De ene start in de top 10 die niet van een Boeing 747-400 was maar van een MD11, vertrok van de Kaagbaan (24) via de Bergi route naar Canada. Tabel 10. Vluchten met meeste specifieke meldingen specifieke meldingen Datum en tijd Vliegtuig type Start/ Landing (Start)baan (Vertrek)route bestemming 20 06-07-2012 21:46 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 16 27-04-2012 21:52 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 16 27-04-2012 22:03 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Shanghai, China 15 03-07-2012 21:39 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 14 04-07-2012 21:21 B 747-400 Start Zwanenburgbaan (18C) Betus Chengdu, China 14 13-08-2012 21:41 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 13 21-04-2012 22:03 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Shanghai, China 13 05-08-2012 15:37 MD-11 Start Kaagbaan (24) Bergi Montréal, Canada 13 18-10-2012 21:37 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Hong Kong, China 13 18-10-2012 21:47 B 747-400 Start Kaagbaan (24) Spijkerboor Shanghai, China pagina 31

Vliegtuigtypen die relatief veel/weinig meldingen veroorzaken Van alle vliegtuigtypes die minimaal één keer per dag op Schiphol landen en starten, is de Boeing 747-400 het type dat procentueel gezien per vliegtuigbeweging in het gebruiksjaar 2012 de meeste specifieke meldingen binnen de focusgroep heeft veroorzaakt. In de top 10 van vliegtuigen die minimaal eens per dag landen en starten en procentueel gezien de meeste specifieke meldingen per vliegtuigbeweging genereren, staan vrijwel alleen wide-body of breedrompvliegtuigen voor lange afstanden. Alleen de MD-82 en de Boeing 737-900 zijn geen breedrompvliegtuigen. De MD82 is een al wat ouder tweemotorig straalvliegtuig voor middellange afstanden; de Boeing 737-900 is een modern toestel voor middellange afstanden. Tabel 11. Top 10 meeste en minste meldingen per vliegtuigtype* Top 10 meeste meldingen per vliegtuigtype Top 10 minste meldingen per vliegtuigtype type percentage type percentage 1 Boeing 747-400 24,4% 1 AVRO RJ-85 1,1% 2 McDonnell Douglas MD-11 10,0% 2 Embraer E145 1,1% 3 Airbus A330-200 8,3% 3 Embraer E170 1,4% 4 Boeing 777-300ER 7,8% 4 Boeing 737-500 1,6% 5 777-200LR/F 6,9% 5 Cessna Citation CJ2 1,7% 6 McDonnell Douglas MD-82 6,8% 6 Boeing 737-600 1,7% 7 Boeing 777-200 6,6% 7 Airbus A318 1,8% 8 Airbus A330-300 6,6% 8 de Havilland Dash 8-400 1,9% 9 Boeing 767-300 4,3% 9 Boeing 737-400 1,9% 10 Boeing 737-900 4,2% 10 Canadair Regional Jet CRJ-900 2,0% *Minimaal 1 start en landing per dag pagina 32

2012 Onder de vliegtuigtypes die relatief gezien, per vliegtuigbeweging, de minste specifieke meldingen veroorzaken, zijn veel vliegtuigen voor korte en middellange afstanden, zoals de AVRO RJ-85 en de Embraer E145 en E170. In tabel 11 is alleen gekeken naar vliegtuigtypen die gemiddeld genomen minimaal één keer per dag op Schiphol zijn geweest in het gebruiksjaar 2012 (= 732 vliegtuigbewegingen of meer). Hierdoor ontbreekt bijvoorbeeld de al wat oudere Boeing 747-200 die vorig jaar nog bovenaan de lijst stond. Wordt dit vliegtuigtype wel meegenomen, dan zou het met 30,0% opnieuw bovenaan staan. Ook de Airbus A380 staat niet in deze tabel, omdat dit voor Schiphol nieuwe type vliegtuig in het afgelopen gebruiksjaar geen 732 vliegtuigbewegingen heeft gemaakt. Het vliegt sinds 1 augustus 2012 wel dagelijks op Schiphol. In de periode van 1 augustus 2012 tot 1 november 2012 is over 7,6% van alle vliegtuigbewegingen van de A380 een melding ingediend door de focusgroep. Omdat in deze periode relatief gezien meer meldingen bij Bas zijn binnengekomen dan in de maanden ervóór, is dit percentage niet vergelijkbaar met tabel 11. In de periode van augustus tot en met oktober staat de A380 op plek 12 van meeste specifieke meldingen per vliegtuigtype. Ten opzichte van de andere wide-body vliegtuigen is het hiermee het type waar procentueel gezien de minste meldingen over zijn geregistreerd. Ter vergelijking: In de periode van 1 augustus 2012 tot 1 november 2012 is over 39% van alle vliegtuigbewegingen van de Boeing 747-400 een klacht geregistreerd bij Bas. pagina 33