ALS JUSTUS VAN MAURIK DIT EENS HAD GEWETEN ZES EEUWEN GESCHIEDENIS VAN DAMRAK NR. 49



Vergelijkbare documenten
Heuvelrug, Col-lectie J.A.F. Thieme) 65

Gerechtsbestuur Schalkwijk, (105)

Wie was Schafrat(h)? En wat was de relatie met Van Gogh?

Boven in het pand bevinden zich twee platte gevelstenen. In een van de gevelstenen (boven de voordeur) is de tekst 'HUIZE LOUISE' gebeiteld.

Herinnering aan Elisabeth Bangert - tante Betje ( ) FREEK DIJS

Genealogie Van Eyndhoven 's-hertogenbosch 1606 tot 1787

BOERDERIJ MOERBEEK 48 LUTJEWINKEL juni boerderij Moerbeek 48. Inleiding. eerste steen. Luchtfoto vanuit het noorden.

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Zeesteen. Janneke Holwarda. roman

Ik zocht een oude woning en die heb ik gevonden

VERLOST UIT HET DONKER

Kind Cornelis van der Stoel Vader onbekend Moeder Jannetje van der Stoel Plaats Katendrecht Geboortedatum Bron Katendrecht

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Notariële Akten na Overlijden Klaas Breedijk (172 )

Het leven van Petronella Kortenhof (l ), een Haarlemse vondelinge en inwoonster van Heemstede.

Het geboorteboek van de schout van het eiland Schokland,

J.J. Allanstraat 63 van Simon Jacobszn Schoen en zijn zoon Gerrit Simonszn Schoen

Inventories of the Orphan Chamber Cape Town Archives Repository, South Africa

De historie van PLAN_80: (Door John Voogt, huidige eigenaar/bewoner)

Cornelis Dros ( ), keldergraf 135, vak B Mede-eigenaar van de zeepziederij De Gekroonde Haan

Warder in Gevelstenen. De oude huizen van Warder met hun gevelstenen

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.

TUINDERSWONING DE GOORN 19 DE GOORN 19

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1

Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was

Bijlage 2: Achtergrondinformatie

BAKKERIJ P.J. JONGSTRAAT LUTJEBROEK

Inventaris van de archieven van de notarissen ter standplaats Zegwaart en Zoetermeer, 1651, (1923)

De zolder van opa Groepen 3-4-5

Nummer Toegang: 858 Plaatsingslijst van de stukken afkomstig van Familiestichting Van der Kooij,

Ytzen Lieuwes Tamminga # Hiltje Karsjens Kalma * , *

G. Oud Pzn & Co (Likeurstokerij "de Voorwaarts") (Oud Wijnkopers)

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur.

Gent 24b. De Predikherenlei anno 1820 door de Hollandse soldaat Wynantz. Onderbergen. Het pand van de Dominicanen. Predikherenlei

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

De Winkel van Keizer

Te Koop. Woningen in biscuitfabriek Vicomte

Akte van geboorte. [w.g.] Govert van Andel Izak van der Beek. Jan Colijn C. Boll maire


DE FAMILIE VAN LOON 130 _

Drents Archief. Meisje met de hoepel. Groep 2 Speuren in het archief

Het Snijdersplein. Voorwoord

Gevel. Opgeknapt in : 2009 gerestaureerd en gepolychromeerd door Schildersbedrijf Iquality van Daniel van Schaik, uitvoerend schilder Ivo Schouten.

Op reis naar Bethlehem

Drie schilderijen in de consistorie te Oudelande

DIJKHUIS ZWAAGDIJK-OOST

Willem Maris ( )

D88, Voorhei 3. Geplaatst in de Heise Krant augustus 2015, gewijzigd

Wilsbeschikkingsboekje

Inventories of the Orphan Chamber Cape Town Archives Repository, South Africa

De tijd die ik nooit meer

Café Kerkemeijer te Rekken

Canonvensters Michiel de Ruyter

Rembrandt van Rijn. Hoofdstuk 1 : Rembrandt zijn eerste jaren.

D52, Past. Van Haarenstr

DE KANTEELSTEEN OP T STINS AAN T PASTORIEHUIS TE FERWERD IN HET JAAR 1712.

Pagina 1

Slot Valckesteyn. Poortugaal. Stichting Oudheidkamer Rhoon en Poortugaal

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

L. Bijl. Rotterdam 2013.

Het geluk van de sprinkhaan

Kastelen in Nederland

ROSANNE. Oh, oh, oh. Van Aemstel Produkties - De leukste uitjes van Amsterdam -

Stadsarchief Rotterdam, Digitale Stamboom

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Inhoud. Het leven van Escher. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld op z n kop.

E70, Goordonksedijk 4

Peeters (V2).indd :31

De Geschiedenis van de Witte Slagerij

BOERDERIJEN WORDEN MONUMENTEN

Lies en Piet van der Veer. een familiegeschiedenis

negentienhonderd en tachtig, verscheen voor mij, na te noemen getuigen: JACOBA CATHARINA MARIA MEIJER-

Bezoekers kunnen kennis maken met de rijke geschiedenis van de boerderij en de omgeving.

Bakenessergracht 84. wijk: Burgwal

Melle. Jezus. mocht geen. heten. Koos Levy-van Halm

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

Everdina Josina van der Wyck ( ) en Epo Sjuck Burmania Vegelin van Claerbergen ( )

unst uit de Een gepassioneerde schilder en zijn vrouw, met een schat aan ervaring in de binnenhuisarchitectuur, maakten dit huis zo kunstzinnig.

'Geheime' kunstcollectie Imtech komt in de verkoop

bron Burgerlijke stand - overlijden Koudekerk aan den Rijn toegangsnummer inventarisnummer 60 aktenummer 24 naam

something new SOMETHING OLD, XXL binnenkijken

Over het toneelstuk Gijsbrecht van Amstel

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Leesboekje het huis. Leesboekje Het Huis Pagina 1

Dharma DE WARME CHARME VAN

Jan Scheltema ( ) keldergraf 122, vak B Fabrikant en gemeenteraadslid

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Gerardus BESSELING Anna, Mactiae CRAMER (KRAEMETS) Joannis CRAMER (CREMER) Mariae HOEVEN Hendrick BESSELING Annitje BESSELING

Mevrouw E.M. Stolwijk-Okhuyzen

Het bestaat uit een voorhuis dat gebouwd is in 1777, met een hardstenen gevel, en een dubbel

Inventaris van het archief van. familie De Vor te Vianen,

Doopboek NG Rotterdam

Doopboek Veenendaal (zowel Stichts als Gelders!) den 13 september Gijsbert [zoon van] Jacob van Barneveld en Elbertje Veenbrink

Mijn mond zat vol aarde

Inhoud. Woord vooraf Ik haat de dood 11 Overdenking bij 1 Korintiërs 15:

De steenoven van Nicolaas Adrianus van Son op Groot Engeland te Acquoy. Door A. F. Verstegen

Index trouwen district XIII.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein.

Transcriptie:

ALS JUSTUS VAN MAURIK DIT EENS HAD GEWETEN ZES EEUWEN GESCHIEDENIS VAN DAMRAK NR. 49 DEEL 3 DOOR DRS. S.A.C. DUDOK VAN HEEL DE GULDEN MOLEN 111 t Cayser Het huis de Gulden Molen was in 1643 voor f 30.775.- eigendom geworden van de doopsgezinde koopman-kruidenier Gijsbert Lambertszn Schouten (Weesp 1614-1661).95 Omdat de verkoper - de boekhandelaar Hendrick Laurenszn - in maart 1644 nog aan het Damrak woonde, ziet het er naar uit dat Gijsbert Schouten de Gulden Molen pas per 1 mei of 1 november 1644 zal hebben betrokken. Opnieuw huisvestte de Gulden Molen een kruidenierderij, waar door de nieuwe eigenaar t Cayser werd uitgehangen. 96 Onder Hendrick Laurenszn moet de achter de Gulden Molen gelegen spijker zijn verkocht aan de achterbuurman van de Nieuwendijk (nr. 153).97 Hendrick Laurenszn zal de spijker voor zijn boekhandel niet van node hebben gehad aangezien winkelruimte aan de straat voor hem veel belangrijker was. Hij zal daarom tezelfdertijd het kleine huis aan de zuidzijde tot een woonkelder hebben gereduceerd. Wij horen in ieder geval sedert het tweede kwart van de zeventiende eeuw nimmermeer van het kleine huis. In de voorgaande acht jaren was Gijsbert Schouten geassocieerd geweest met de koopman-kruidenier Jan Aertszn van der Heeden (Driebrugge 1610-1655).98 Per 1 mei 1643 was er een einde aan hun compagnieschap gekomen en kort daarop was Jan van der Heeden te Rotterdam in het huwelijk getreden. De compagnons hadden hun contract niet meer verlengd. Dat was de reden geweest waarom Gijsbert Schouten naar een nieuwe bedrijfsruimte had moeten omzien, welke door hem in de Gulden Molen was gevonden. Sedert 1635 hadden Van der Heeden & Schouten het huis op de noordhoek van de Zoutsteeg - de voormalige zeepziederij van Jan Willemszn in t Groene Claverblat (Damrak nr. 84) - in huur gehad. Bij het aangaan van hun compagnieschap hadden zij elk een bedrag van 8000 carolus guldens ingelegd. Bij contract was overeengekomen dat hun vrijgezellenhuishouding uit de gemene kas zou worden bestreden, maer de kledinghe sul yder uyt perticulier moeten betalen. Mocht een van hen binnen de acht jaar komen te trouwen, dan zou de verzwaring van de kosten van 63

de huishouding voor diens rekening komen.99 Gijsbert Schouten was de eerste geweest die in het huwelijk trad. Zijn vrouw was in 1641 de Haarlemse Elsje Loreijns (...-1672)loo geworden. Met haar werd de Gulden Molen betrokken. de Crapbael Na het overlijden van Gijsbert Schouten verhuisde zijn weduwe met de kinderen naar het Singel. Sedertdien werd het huis op t Water door haar verhuurd. De eerste huurder die in het huis werd teruggevonden was de verfverkoper Gillis Ardinois (1636-1678). O In de voorgaande hoofdstukken hebben wij al verschillende specialisaties uit de kruidenierderij leren kennen, zoals de apotheker - Hendrick Anthoniszn Wissel - de suikerbakker - Hans Merchijs en Guilliam Wijs - terwijl de kruidenierderij van een broer van Hendrick Anthoniszn Wissel aan het Rokin in de loop van de zeventiende eeuw een heel bekende drogistwinkel was geworden.lo2 Bij Gillis Ardinois is deze specialisatie nog veel verder gegaan, want hij wordt steevast als verfkoper aangeduid. Dat hij tevens drogist is geweest, blijkt als zijn weduwe Machalina Memow om gedtsttlleerd Spaans groen te maken volgens het proevenboek van Willem Pekstok. Bibliotheek Gemeentearchief Amsterdam N. 09.23. 64

van der Perre (163%...) na 1678 als drogist én verfverkoopster de winkel op t Water voortzet tot omstreeks 1690,iOa toen zij in Maarssen is gaan wonen. Ten teken van zijn verfhandel had Gillis Ardinois t Cayser van zijn voorganger door de Crapbael laten vervangen. 104 In zijn tijd stond de Molen nog steeds op de luifel van het huis aan t Water geschilderd. De Crapbael verwijst naar de meekraphandel; een roodkleurende plantaardige verfstof uit de wortelstokken van de gelijknamige plant bereid. Meekrap werd sedert de zestiende eeuw voornamelijk in Zeeland verbouwd en de verven vonden hun weg voornamelijk naar de textielververijen. de Rynoceros Over de volgende huurder Jean Baptiste Thoulouze (Bordeaux 16351698) valt niet erg veel te vermelden. In 1664 komt hij als koopman voor en men mag aannemen dat hij in drogerijen zal hebben gehandeld. Hij woonde 1689 reeds op t Water, toen zijn dochter in het huwelijk trad met de boekdrukker Nicolaes Chevalier. Deze Nicolaes Chevalier is vooral bekend gebleven om zijn penningkabinet en zijn geschriften op het gebied van penningkunde. Maar de meeste faam heeft hij verworven als penningvervalser; bekend staande bij penningverzamelaars als chevalier- Memorie om terpentijn te dtstillerm volgens het pnwvenboek van Willem Pekstok. Bibliotheek Gemeentearchief Amsterdam N. 09.23. 65

tjes. lo5 Tijdens de jaren negentig van de zeventiende eeuw hing de Rynoceros op t Water uit, terwijl toen de Gulden Molen werd overschilderd en men er de Roomolen op de luifel kon zien.106 66 de Roode Molen De nieuwe huurder zat in ieder geval weer in de drogisterij en verfhandel. Het was de drogist Francois Pekstok (1663-1730),lo7 zoon van de verfkoper Willem Pekstok (Keulen 1634-1691). Bij het Amsterdamse Gemeentearchief wordt een afschrift van het proevenboek van Willem Pekstok door een van diens zoons vervaardigd bewaard. Het boekje begint met een uitgebreide beschrijving van de bereiding van vermiljoen,lo8 gevolgd door de distillatie van terpentijn, verschillende bereidingsmethoden van textielverfstoffen, het samenstellen van lakken en eindigend met allerlei azijnsoorten. Alles voorzien van nauwkeurige tekeningetjes van ovens en retorten uit het laboratorium van Pekstok. Uit deze uiterst boeiende aantekeningen halen wij hier een huis-tuin-en-keukenprobleem aan, waar wij thans nimmer meer bij stil hoeven te staan. Het is het adhet proevenboek van Willem Pekstok. Bibliotheek Gemeentearchief Amsterdam N. 09.23.

vies van Pekstok voor het water, dat men bij het verven van textiel diende te gebruiken: Tot alle kouleuren is t regenwater beter als ander water: tot alle karmos+ kouleuren tot wouw moet gij vars regenwater gebruyken dat niet ruykt anders soudt gij uw werk bederven; g;i moet uw werk voor alle stinkent water waghten, klaar putwater goet tot swart en bij wouw is t ook redelijck, maar regenwater is altijt t beste als men t beeft, bzj den alluyn wijnsteen en andere kouleuren moet men regenwaeter hebben. de Linde Het huis waar de Roode Molen op de luifel stond veranderde in 1711 weer eens van eigenaar.l J9 Het werd toen voor f 15.600.- contant verkocht aan de kruidenier Hendrik van der Linde (1679-1719), die zijn kruidenierderij reeds elders op t Water uitoefende. 0 Na de aankoop van de Roode Molen verhuisde hij niet meteen naar dit huis,111 maar enkele jaren later vinden wij hem toch op dit adres. Hij hing er de Linde uit.112 Hendrik van der Linde overleed kinderloos en werd op 2 oktober 1719 in de Oude Kerk begraven. Zo kwam de Roode Molen in handen van zijn weduwe Jannetje Feber (1686-1726).l13 WIJK 19, VERPONDINGSNUMMER 1687 Binnen het jaar hertrouwde Jannetje Feber met de koopman Johannes Ploos van Amstel (1696-1758). 114 En zo zette deze predikantenzoon uit Blaricum de kruidenierderij van Hendrik van der Linden als drogistwinkel voort. Het pand was na een eeuw in een niet al te beste staat en moest nodig worden opgeknapt en gemoderniseerd, welke verbouwingen in fases werden uitgevoerd. Daarvoor werd de timmerman Jan Twisk (Medemblik 1682-1774) aangetrokken. Twisk begon in 1724 met de vernieuwing van de voorgevel, waarbij de zeventiende eeuwse luifel en het pothuis aan de straat verdwenen. 115 Toen moet het huis zijn achttiende eeuwse klokgevel hebben gekregen. Door het slopen van de luifel is het opschrift van de Roode Molen verdwenen en werd het huis naamloos. In 1734 kreeg dit pand, dat in Wijk 19 lag, zijn eerste (verpondings)nummer 1687, waaronder het de hele verdere achttiende eeuw bekend is gebleven. Johannes Ploos van Amstel was zo geoccupeerd met de verbouwingen van zijn huis dat hij in zijn testament van 1726 liet aantekenen dat hij het huys, althans door hem wordende bewoond, van vooren aan de puy beeft doen vernieuwen en aan zijn executeurs testamentair opdroeg d onderpuy van agteren, mitsgaders de keuken te vernieuwen (indien hij testateur zulx bij zzjn leven zelfs niet zal hebben gedaan)...zulx ordentelqk en zonder eenige onnutte pronk. Hij droeg aan Twisk op de verbouwingen te voltooien en vervolgde: dat het zoo even gemelde huys op t Water door dezelve Heeren Executeurs nooyt aan een kruydenier zal moogen worden verhuurt dan alleen uyt hooge noodzakelijkheijd, en schoon zulx in de huurprijs honderd, ofte zelfs honderd en vijftig guldens zoude moogen verschillen. 116 Men mag aannemen dat deze verbeteringen aan de achtergevel en de keuken in 1727 zijn uitgevoerd, omdat Johannes Ploos van Amstel in zijn testament van 1728 met geen woord meer over de vertimme- 67

1883 getekend door J.M.A. Rieke. Op de steiger liggen de door Jtistus van Maurik beschreven tonnen en pakken. Het huis onder het uiterste puntje van de wimpel is nr. 49 met de rond 1725 door Jan Twisk voor Johannes Ploos van Amstel verbouwde gevel. Historisch-topografische atlas Gemeentearchief Amsterdam. ringen rept. l l7 In Ploos van Amstels tijd had het huis de volgende indeling: boven in het pand beginnende met een vliering, een kleer- en voorzolder met een voorkamer - rnet twee vaste kasten, bedstee en schoorsteen - de derde, tweede en eerste of onderste zolders - met kleine kast en candijcamer - op de eerste verdieping een provisiekamer, meidenkamer - met bedstee - kamertje of zaaltje boven de keuken - met een raam - de grote (achterste) binnenkamer - met twee ramen, een enkele en een dubbele vaste kast met nog een kastje tussen de ramen - de kleine (voorste) binnenkamer - met twee vaste kasten, een alkoof/bedstee en een schoorsteen - het voorhuis met de winkel, kantoor en een schrijfkantoortje, gang - met een vaste kast - keuken - met een vaste tinkast - plaats en een kelder. Daarnaast was er nog een woonkelder aan de straat, welke apart werd verhuurd. Een parthij rariteijten aan de solder van de winkel wijst er op dat Ploos van Amstel een typische achttiende eeuwse drogistwinkel dreef. Bovendien vinden wij daar: eenige vaaten, winkelvaatjes, doosen en twee toonbanken, een partbij eijser en kopergewigt, balancen, scbaalen en eenige gereedschappen tot de winkel beboorende, midsgaders een kruywagen, een uythangbord, gapers en horens aan de deur en bakkesjes. 118 De koopmanschappen van Johannes Ploos van Amstel lagen op de drie zolders, 68

het voorhuis en de winkel, maar ook in de (smeu)kelder opgeslagen. Daarnaast bezat bij het pakhuis yuny aan de Achtergracht en een fabriek, waar door hem borax werd geraffineerd en kamfw gestookt, welke op het Roeterseiland was gelegen. Na het overlijden van Jannetje Feber was Johannes Ploos van Amstel in 1727 met een nichtje van de eerste man van zijn echtgenote hertrouwd. 9 Deze Anna van der Linde (1702-1727) was hem nog in datzelfde jaar ontvallen. *0 Toen had het tot 1731 geduurd voordat hij weer met een ander familielid in het huwelijksbootje was gestapt. Volgens goed burgerlijk gebruik kreeg de nieuwe bruid Anna van Dijk (1710-1769) van haar vermogende bruidegom als huwelijksgift: een kruys met een groote en twaalff kleine jìjne steenen; twee orlietten off pandelotten - oorhangers - ieder met twee groote en een kleinejìjne steen, een ring met een groote en twaalf kleine diamant+ en een hoepringetje met seven ftine steentjes.121 Johannes Ploos van Amstel had vijf kinderen die de volwassen leeftijd bereikten. Uit zijn eerste huwelijk waren dat een zoon Gerrit (1721 - na 1791) en een dochter Jacoba (1724-1752), **d ie in 1748 met een broer van haar stiefmoeder was getrouwd. Bij zijn derde echtgenote waren drie zoons in leven gebleven: Johannes (1736 - vóór 1780), Pieter (1742-1766) en Adrianus (1749 - na 1799). In 1747 was zoon Gerrit Ploos van Amstel na aanvankelijke tegenstand van zijn vader getrouwd. Door tussenkomst van de commissarissen van Huwelijkse Zaken had Johannes Ploos van Amstel uiteindelijk zijn toestemming tot het sluiten van het huwelijk gegeven en verklaard dat het wel was. 123 Enige jaren later bleek de tegenstand van de oude heer Ploos van Amstel alleszins gerechtvaardigd te zijn, want Gerrit was zijn vrouw niet erg trouw. Zij moest in 1754 constateren dat haar man tot @aur) leedweezen zig hebbende overgegeven tot een ongeregelde Leevenswzjze met verwaarlosing van zijn winkel en kostwinning en verkwisting van zijne goederen en dat hij door het pleegen van verregaande ongepermitteerde debaucbes, kostbare verteeringen, die soo verre zin (op)geloopen (-) dat bij in het begin deezes jaars 1754 beeft gehuurd een buys binnen deeze stadt, waarin zeedert het begin deezer maand may beeft gewoond en nog woonde seekw vrouwspersoon, die aldaar exerceert een grutterswinkel, welke winkel (door) Gerrit Ploos van Amstel is gemaakt en opgerigbt, woonende daar ten buyse nog een ander vrouwspersoon. Dit alles was genoeg voor het gerecht van Amsterdam om Gerrit Ploos van Amstel voor de rest van zijn leven onder curatele te stellen.124 Johannes Ploos van Amstel junior was sedert zijn twintigste in 1756 de compagnon in de drogisterij van zijn vader en vervolgens van zijn moeder, die had verkozen om de handelszaken van haar man voort te zetten.125 In 1774 was Johannes Ploos van Amstel junior, nadat hij zijn broers en zuster had uitgekocht, de nieuwe eigenaar van het huis op t Water geworden. 126 Het huis was niet geheel onbelast in zijn bezit gekomen. Twee jaar later failleerde Johannes Ploos van Amstel junior. * Ook Pieter Ploos van Amstel was voor de handel bestemd geweest. In 1765-1766 had hij een studiereis van een jaar door Duitsland gemaakt. Op deze tocht deed hij 69

in juli-augustus 1765 Hamburg aan, was in september in Maagdenburg en in de winter van november 1765 tot maart 1766 te Danzig en tenslotte in april-mei daarop te Leipzig. Vermoedelijk is hij ziek van deze reis teruggekomen, want op 8 augustus 1766 overleed Pieter Ploos van Amstel ten huize van zijn moeder op t Water.12* De jongste zoon Adrianus Ploos van Amstel129 was in 1769 in Leiden rechten gaan studeren. In 1773 werd hij als advocaat te Amsterdam geadmitteerd, maar hij schijnt er de advocatuur niet vóór 1780 te hebben uitgeoefend. In 1775 was Mr. Adrianus Ploos van Amstel te Leuven gehuwd en katholiek geworden. Het is heel begrijpelijk dat deze van huis uit protestantse katholiek zich twintig jaar later zou inzetten voor de emancipatie der katholieken in de Nederlanden.130 In 1796 werd hij lid van de Eerste Kamer der Nationale Vergadering als representant voor Amstelveen. Na de komst van Daendels werd hij tijdens een staatsgreep in een zitting van de Eerste Kamer gevangen genomen. Begin juli was hij alweer op vrije voeten maar, toen hij in augustus daarop als representant van een Haags district weer zitting wilde nemen, werd hij niet in de Kamer toegelaten. De commissie die zijn geloofsbrieven onderzocht verklaarde in januari 1799 dat de Burger A. Ploos van Amstel, door zijne onophoudelqke conversatie en veelvuldige geheime conversatien, (zowel by nagt als by dag) met menschen, die als voorstanders van Anarchie, als tegenstanders der Constitutionele orde van Zaken, bij voornoemde Geconstitueerde Machten en Ambtenaren geboekt staan, maar al te veel aanleiding en gegronde verdenking geeft, dat hij ook deze denkbeelden koesterd. Burger Ploos van Amstel bestreed deze zienswijze met succes. In augustus 1799 zag hij zich in drie districten verkozen. Er bleef tegenstand over, maar uiteindelijk moest hij weer tot de vergadering worden toegelaten. 31 En zo vinden wij wederom een bewoner van het huis aan het Damrak in woelige tijden in de politiek terug. Het einde van de drogistwinkel Kort na het overlijden van Anna van Dijk had de koopman Dirk Houttuyn van der Beek (1735-1814) zi j n intrede in het huis op t Water gedaan. Tot zijn huwelijk in 1768 was Dirk Houttuyn van der Beek als koopman in papier met zijn vader Barend van der Beek (1716-1777) geassocieerd geweest. Het jaar daarop vinden wij hem op t Water ten huize van Johannes Ploos van Amstel junior en sedertdien komt de firma Barend van der Beek & Zoon niet meer in de Naamlijst van kooplieden voor. Het is niet ondenkbaar dat Dirk Houttuyn van der Beek reeds in de handel in drogerijen thuis was, aangezien zijn broer Claas Oostwouder van der Beek (1741-1774) k oop man in drogerijen was aan de Nieuwendijk. Deze Claas Oostwouder van der Beek was in 1768 getrouwd met Adriana Ploos van Amstel (1746-1818), een familielid van Johannes Ploos van Amstel. Het blijft zelfs mogelijk dat Dirk Houttuyn van der Beek niet alleen in papier en drogerijen handelde, maar eigenlijk koopman in de ruimste zin des woords is geweest. Toen zijn compagnon Johannes Ploos van Amstel junior in 1776 failleerde, kocht Dirk Houttuyn van der Beek voor f 20.450.- het huis op t Water bij de executievei- 70

ling van 21 oktober 1776. 132 Hij bleef aan het Damrak gevestigd tot hij in 1789 naar de Keizersgracht (nr. 192) verhuisde en het pand op t Water van de hand deed. HET WATER NR. 56 de Garen en Catoenbaal Voor het bedrag van f 24.500.- was het pand overgegaan in handen van Jan van Eden Barendszn (Lier in Oost-Friesland 1749 - Bemmel ca. 1812).133 Hij was koopman in Engels laken, manchester en manufacturen in Amsterdam en liet daarom ten teken van zijn handel de Garen en Catoenbaal in de gevel van zijn huis aanbrengen. In 1800 bl?jkt Van Eden een winkelbediende, twee dienstboden en een tuinman in dienst te hebben.134 Ook kan er worden geconstateerd dat de woonkelder niet meer door hem afzonderlijk werd verhuurd, maar naar alle waarschijnlijkheid al dienst deed als opslagruimte voor zijn eigen goederen. Omstreeks 1809 verplaatste Jan van Eden zijn winkel naar de N.Z. Voorburgwal (nr. 182), waar hij toen ook hoeden en kousen ging verkopen. Na de verhuizing van Van Eden werd het huis op t Water verhuurd aan de boekverkopers Jacobus van Selm (Utr. 1782-...) en Jan Gerrit Bentink (Utr. 1774 - (Den Haag) vóór 1852), die per 1 mei 1810 hun linieerderij van Utrecht naar Amsterdam verplaatsten. Hun fabriek leverde: allerlei soorten van gelinieerde papieren, als voor tableaux, registers, kantoorboeken, schrijfioeken voor scholen en muziekpapieren, naar alle formaten, met roode en blaauwe opgaande en gryze dwarslinieën, en met de hoof: den naar verkiezing daarin gedrukt, hetzy gebonden naar de nieuwste smaak met veeren in de ruggen of ongebonden. Door de uitvinding van nieuwe machines konden zij tegen geringe kosten alle gewone formaten, bekend onder de naam van plat en lang folio 1 en 3, 2 en 3 en 2 en 4 en andere gewenste kantoorboeken maken. De compagnieschap Van Selm & Bentink werd per 1 januari 1812 ontbonden, waarna Jacobus van Selm zijn linieerderij verplaatste naar de Nieuwendijk (nr. 152) en per 15 april 1814 naar de Beurssteeg. Op t Water nr. 56 - het huis had in 1795 het zogenaamde kleinnummer gekregen - bleef de linieerfabriek en boekdrukkerij doordraaien tot 1 mei 1814, toen het bedrijf naar het Singel (nr. 372) werd verplaatst. Op 17 oktober 1814 adverteerde Bentink in de Amsterdamsche Courant, dat de linieerfabriek, door zjnen gewesen bediende J. C. van Selm zonder zijn voorkennis of toestemming alhier opgerigt en op de Beurssluis onder dejìrma van J. C. van Selm en Comp. tot heden geëxerceerd geweest, thans geheel is gecesseerd en door den ondergetekenden overgenomen. Wtirdoor hy thans wederom gelyk te voren eigenaar is van de eenige fabriek van dien aard, dewelke in dit land bestaat.135 Niet lang daarna keerde Van Selm naar Utrecht terug, terwijl de drukkerij van Bentink tot 1876 in bedrijf is gebleven. Nadat Bentink naar het Singel was verhuisd heeft het pand op t Water enige tijd leeggestaan. In oktober 1816 werden er biljetten van Willige Verkoopinge in de stad aangeplakt, waarop bekend werd gemaakt dat op de 14de in het Oude Zijds Herenlogement onder andere zou worden geveild: een koopmans Huis en Erve, al- 71

waar de Garen en Catoenbaal in de Gevel staat, op t Water, tusscben de Mandenmakers en Vrouwensteegen N. J6. Eveneens verschenen er toen advertenties in de Amsterdamsche Courant.136 Koper bleef Lambert Uyt den Bogaard (Veessen (Gld.) 176%1843), le d a 1 a 1 s koopman in papier enkele huizen verderop aan het Water woonde. Hij betaalde er slechts f 5500,- voor. De lage koopsom geeft wel heel erg duidelijk aan in welk een grote economische malaise de stad zich bevond als gevolg van de Franse overheersing. Lambert Uyt den Bogaard heeft het huis laten moderniseren. Dat weten wij uit de veilingbiljetten, toen het pand op 22 september 1841 wederom te koop werd aangeboden. Het staat dan omschreven als een extra kapitaal, hecht, sterk, allezins weldoortimmerd en gemoderniseerd Koopmansbuis, met deszelfs Arduinen onderpui, Achterhuis, opene Plaats en Erve, staande en gelegen op het Damrak of Water, tussen de Mandemakers- en Vrouwensteeg, in Wijk 19, N. 1899 (= het nieuwe verpondingsnummer).13 Voor het bedrag van f 12.OOO,- ging het over in handen van Carl Heinrich Eickmann (Rheinberg 1803 - Nieuwer Amstel na 1886), koopman in kousen en manufacturen. Hij betrok het met zijn vrouw Kunigunde Milani (Frankfurt 1808-1879) en gezin, maar moest het in 1847 al weer van de hand doen.138 van Maurik ST. (1807-1890) Justus van Maurik jr. (18461904). Foto s historischtopografische atlas Gemeentearchief Amsterdam. 72

VAN DAMRAK OF T WATER NR. 159 (1853) TOT DAMRAK NR. 49 (1875) Het huis op t Water nr. 56 werd in 1847 gekocht door de sigarenfabrikant en reder Justus van Maurik (1807-1890). 139 In de tijd dat hij het huis met zijn gezin bewoonde werd het kleinnummer van het pand tweemaal veranderd: eerst in 1853 in nr. 156 en vervolgens in 1875 in het huidige nr. 49. In diezelfde tijd heeft de naam van t Water definitief plaats moeten maken voor die van het Damrak, welke benaming oorspronkelijk alleen voor het open water ter plaatse was voorbehouden. Justus van Maurik was zijn tabakshandel en sigarenfabriek op Damrak nr. 68 begonnen, in welk huis de latere schrijver Justus van Maurik jr (1846-1904) was geboren. De tabakshandel en de sigarenfabriek bleven op nummer 68 gehuisvest, maar met het gezin werd het nieuwe pand betrokken. De bovenverdiepingen werden daar eveneens tot sigarenmakerij ingericht. De jonge Van Maurik maakte er nog een werkstaking van de sigarenmakers mee, waarmee hij helemaal niet kon sympathiseren. Op het kantoor van Van Maurik hingen de gekleurde tekeningen van de zeilschepen die voor zijn rederij liepen, ingelijst aan de muur. Want als zovele handeldrijvende kooplieden aan het Damrak had hij eigen schepen in de vaart. Het ouderlijk huis waar de jonge Justus van Maurik als eenjarig ventje was komen wonen was volgens tijdgenoten niet erg gezellig. Van uit den winkel kwam men in Ontvqb van de ve7bouwing van Damrak 49 door arloor J.C. Harten, ver- chitect JA. van Strauten in 1900 7 tegenwoordiger van Freddaway Lhiïf;2emen en Natiomal Gasmotoren. Archsecrafd. P. UT 1900 nr. 724; bouwtekening nr. 8987. 73

den gang, waar zich de trap bevond die leidde naar de werkplaats voor de sigarenmakers op de hoogste étage. Naast de winkel en gang liepen drie vertrekken en suite, boog en vrij ruim, maar vooral de middel- achterkamer somber. De laatste diende voor woonvertrek, en meteen voor kantoor, tewijl des voormiddags de bezoekers in de.+kamer werden opgewacht. Op de le étage was een klein sober en antiek gemeubileerd vertrekje, dat op een binnenplaatsje en de keuken uitzag. (-) De geheele inrichting van het kapitale huis bad iets gedrukts, zooals trouwens van de meeste Amsterdamsche burger- en koopmanshuizen uit dien tijd. r40 De kamer van de kleine Justus was gelegen aan de voorkant op de bovenverdieping, waar hij uitzicht had op de Korenbeurs en de toren van de Oude Kerk. Van zijn ouders had de jonge Justus van Maurik zijn belangstelling voor muziek, toneel en literatuur meegekregen. Vooral zijn vader was een liefhebber van concerten en de Schouwburg. Justus van Maurik sr was een goed fluitist en speelde graag duetten op de bovenzaal van zijn huis, terwijl zijn zoontje zich dan beneden kon vermaken met het vervaardigen van poppenkasten en de bijbehorende poppen die hij zelf in elkaar knutselde en waarmee zijn voorstellingen werden opgeluisterd. Toen hij opgroeide ging de poppenkast aan de kant en begon Justus met zijn vriendjes toneel te spelen. De benedenkamers en suite waren uitermate geschikt om daar een volwaardig toneel met zelf gemaakte decors in te richten; vooral als het op voorstellingen voor de eigen familieleden uitdraaide. Alras begon hij ook zelf toneelverzen te schrijven. In het laatste kwart van de 19e eeuw zou Justus van Maurik als toneelschrijver een grote faam in Amsterdam verwerven. Zijn stukken werden er zeer regelmatig in de theaters gespeeld, terwijl men bij zijn persoonlijke literaire voordrachten menigmaal nauwelijks de grote toeloop kon verwerken. Met grote liefde schreef Justus van Maurik over zijn dierbaar Amsterdam. In zijn Toen ik nog jong was (1901) verhaalde hij: Het Water was ook zoo n geschikte prettige gracht voor echte jongens, er was altijd wat te doen, te zien en te ondernemen. Nergens was het geschikter tot het uithalen van kattekwaad. De fiongeheertjes verbroederden zich daar als van zelf met de haapjes van de kruier of de bengels van de melkboer: ze maakten dikwijls zelfs gemeene zaak met de eigentlqke straatjeugd, omdat het zoo n heerlijk genot was tusschen de kisten, vaten en pakken op de steigers te ravotten of verstoppertje te spelen, op en over de scbuiten en schepen te klauteren of door een aanval op de wachtende vrachtwagens en sleden de karvoerders en sleepers woedend te maken. Overal vertoonden de jongens hun brutale guitentronies en stoorden zich aan niemand, zelfs niet aan den vaderlijk vriendelijken, maar toch strengen diender, die ze zoo zelden krijgen kon. Ze lachten om za$ lange deftige jas, zijn hoogen hoed met het koperen stadswapen er voor en ze hadden alleen eerbied voor zijn stok, waarmee hij zoo vinnig slaan kon. De bewoners van het Water leefden als in een soort vrijstaat, waar ieder deed wat hem goeddacbt. De straat, de walkant zei men destijds was gemeen eigendom, ieder maakte er gebruik van voor z;in. genoegen, nering of bedrijf: De melkboer uit de Mandenmakerssteeg en de concierge van de Korenbeurs lieten bun 74

Damrak 47-50 in september 1956. Onder hetjaponnenatelier van Sindorffwas een der filialen van de kantoorboekhandel Gebroeders Winter gevestigd. Foto historisch-topografische atlas Gemeentearchief Amsterdam. duiven en kippetjes en hun gei+ kaalmpjes op straat loopen, tusschn de vele kruierskarren, die er stonden, de balen koopwaar, de opeen gestapelde ijzeren staven en platen, de groote tabaksvaten, de tonnen en pakken, die in de Groninger, Leeuwarder, Bolswarder of Meppeler beurtman werden geladen. Of de schrijver sloeg een andere toon aan: M n hart trok me gedurig naar de Nieuwe Stadsherberg. Och! als je vroeger gevaren hebt, wil je altijd nog graag wis weêr zout water ruiken. Jongens! t was dáár zoo fris&; t IJ kon zoo lekker ziltig opgeven. Je rook, zoo gezeid, de zee; Toen was t nog liejbebberi om s avonds aan den IJkant te zitten en een frisschen neus te halen, maar tegenwoordig is t bier voor de stad een vieze modderpoel. Al die geleerde koppen, de waterbouw- 75

kundigen, hebben, als k t zoo ris zeggen mag, door al die sluizenrommel, de afdammingen en t station, voor t open havenfront, de uitwaseming van de stad en de vr+ beid van t I] bedorven. Justus van Maurik heeft het allemaal van zeer nabij kunnen gadeslaan vanuit zijn huis aan het Damrak nr. 8, waar hij sedert 1878 woonde. Precies één eeuw geleden heeft hij daar het Centraal Station zien gereed komen, maar ook nog de Beurs van Berlage! Hij betreurde oprecht het verlies van het hem oude vertrouwde Water en de metamorfose tot Damrak. Weinig kon hij vermoeden dat de zo gedurfde bouw van het Centraal Station in het open havenfront van het IJ het Damrak heeft behoed om een dode kade te worden. Het is de hartader van Amsterdam gebleven. Na de brand van januati 1970 werd Damrak 49 als hotel herbouwd. Links ervan is een drietal gevels van de tekening van Rieke uit 1883 nog duidelijk te herkennen. Foto uit septembpi 1976 in de historisch-topografische atlas Gemeentearchief Amsterdam. BIJLAGE Vl1 Inventaris der goederen conserneerende den insolventen boedel van JOHANNES PLOOS VAN AMSTEL gewoond hebbende op t Waater bij de Koorenbeurs in Amsterdam. In een comptoirtje: 1 Engels vloerkleed, 4 dito stoelen met blauwe trijpte sittingen f 12:~; 1 Gladhout servies taveltje, 1 spiegel met een vergulde lijst, 1 blik teeblaadje f 5:~; 1 Vast hoekbufetje, daarop: 1 blaauw stelletje van 5 stuks en 1 chocolaadkop f 2:-:-; in t buferje 1 plank: i blaauw porcelijn schaaltje, 1 dito trekpot met desselfs hengsel, 1 dito spoelkom, 12 paar dito koffiegoed en 3 schoteltjes f 4x-; 2 plank: 1 blaauwe schaal, 1 dito kan, 1 dito spoelkom, 1 speldebakje, 12 paar dito koffygoedf 5x-; onderin: 1 Engelse trekpot, melkkan, suykerkom, spoelkom, 7 paar porcelijn teegoed, 1 glase teebos, 1 steen mortiertje, 2 blikke blaadtjes, 1 dito teebosjef 2:-:-; voor de glaasen: 2 damast gordijnen, 2 gaase dito en 5 sassenetjes f 4:-:-. 76

In t voorhuys: 1 staand hoorlogief 60:~; 1 hand lantaarntjef lx-; in t schrijfcomtoir: 2 sittertjes, 1 stoof, 1 brivekasje. Voor de glaase: 1 damaste gordijn, 2 gaase dito en 2 sassenette f 4:-:-. In de voorste binnekamer: 4 ende allekantse matten, 1 Schots vloertapijt f 6:-:-; 4 Engels stoelen met geele sittinge, 2 dito met blaauw dito f 18x-; 1 paveljoentje met een groen casjant behangsel. Daarop: 2 matrassen, 1 bed, peul, 2 kussens, 2 katoene deekens, 2 laakens en 2 sloopen f 40:-:-. Voor de bedste: 1 groen saay behangsel. In dito bedste: 2 stroomattrassen, 1 bed, peul, 5 kussens, 1 onderkleed, 1 katoene deeken, 2 lakens en 5 sloopen, 1 tinne waterpot f 50~:-; 2 glase armblakers, 1 schilderij op de schoorsteenlijst f 6:~; 7 blaauwe porcelijne flessen f 20x-; eenig glaswerk in een kasje f l:lo:-; een notenboome porcelijnkast. Daarop: 3 stuks porcelijn stelgoed, 2 dito beekers, 2 kommetjesf28:-:-; in dito kast: lste plank: 1 porcelijne schootel, 4 dito borden, 1 gekouleurd teeservies, 2 bagnepotjes, 8 stuks..... 2 vissiesf 15:~; 2de plank: 3 schootels, 2 klapmusjes, 13 paar teegoed, 3 spoelkommen, 2 Japanse quispeldooren, 9 stuks stelgoed, 1 bagijnspotje, 4 trekpotten, 2 kannetjes en eenig klijngoed f 12:-:-; 3 plank: 4 schootels, 1 schaal, 6 trekpotjes, 28 paar teegoed, 3 spoelkommen, 2 bagijnepottjes, 10 stuks stelgoed en eenig klijngoedf 14x-; 4 plank: 7 schaaltjes, 9 schooteltjes, 34 paar teegoed, 4 sousbakke, 2 zuykerpottjes, 2 peperbosjes, 2 kopere quispeldoore, 1 trekpot en partepan, 3 vlessen f 14:-:-; 1 lade: ledig, 2 lade: eenige lappen, 3 lade: 3 damaste gordijne met 1 val, 1 poederkleed, 4 schuer en 1 teedoek f 6:~; 4 lade: 5 klijne tavellakentjes, 16 servetten f lo:-:-; 1 noteboome serviestavel, eenige rommel in de lade f 8:x-; 1 gladhoute bureau, daarop: 1 verlakt blaadje met 1 trekpot, 1 spoelkom en 6 paar teegoed f 28:-:-; bovenin ledig. 1 lade: 1 swarte bonte peliessen, 2 gordijntjes met 1 valletje, 1 kleedt tot een pappegaayskouw. 2 lade: eenige lappe, 5 dievers gordijntjes voor de glasen f 7~. In de gang: In een vaste kast: 18 porcelijne schaalen, 1 koffykan met partepan, 6 paar chocolaadgoed, 6 kommetjes en 6 schootels, 1 spoelkom, 1 trekpot, 15 schooteltjes, 8 kopjes, 1 oly en azijnservies, 6 porcelijne soepborden, 2 botervlootjes, eenige Delf en glaswerkf lo:lo:-; in dito kast: eenige rommelingf lx-. in de gang: een glaase klok-lantaarn f 15:~; op een lijst: 5 blaauwe porcelijne soepborden, 11 stuks stelgoed f 3x-; 1 endmat. in de lantaarn: 1 endmat, 3 printebordjes f 4:~; op 2 hoekbuffetjes: 2 porcelijne stelletjes, 1 weerglas f 6:-:-. @depkus: 2 emmers met koper beslag, eenige Delfs goed en schrob, stoffer en schuurgoed f 6:-:-. In de keuken: 2 ende matte, 1 vloerzijl, 1 veldtavel, 4 stoelen f 3:-:-; 1 rek met 2 porcelijne schotels en 12 dubbelde borden, 1 dito met 2 schotels en 12 borden, 1 dito met 10 dubbelde borden f 16:-:-; 1 hoekbuffetje, daarop: 5 stuks stelgoed f 2~; daarin: 1 mandje met 4 paar teegoed en eenige rommeling f l:-:-. Op de schoorsteenlijst: 10 porcelijne schootels, 6 chocolaadkoppenf l:lo:-. Op de haard: 1 kopere doofpot, teeketel en strijkijserf 9:~; 1 ijsere pot, ketting, tang, asschop, konvoor en een blaasbalkf 3:-:-. Om de wand: 1 koper stoofbekke, 1 dito vullesblik, 4 blikke kandelaars, 3 dito trommels en 1 teeblaadjef3:-:-; 1 spiegel met een bruyne lijst, 1 karnarie in zijn kouw, eenig Keuls en Delfs aardewerk en mande dito f 4:-:-. In een vaste kast: 4 tinne schootels, 6 assietten, 22 borden, 1 terienne, 1 waterpot f 15:x-; 3 souskommetjes, 2 bierkanne, 1 oly en azijnkannettje, 1 trekpot, pijpkan, peperbos en 1 proefpotje f 4:~; 3 koopere tavelkonvooren, 2 dito teeketeljes, 1 konvoor, 1 koffiekan, 3 kandelaars, 1 vijsel en stamper, 1 peperbos, 1 tulbant, 3 tavelkransen, eenige klijngoed en 3 presenteerblaadjes f 5:-:-; onderin: een mandje met 12 zilvere lepels en 12 dito vorken f loo:-:-; 9 messen met dieverse hegtenf l:lo:-; 1 tavellaaken, 6 servetten, 1 porcelijne slabak, 1 koffiemolentje, 1 dito keteltje, 1 blikke trommel, eenig Delfs aardewerk en rommeling f 6:-:-. In de kelder: 2 kopere ketels met deksels, 4 dito deksels, 2 ijsere roosters, eenig rood aardewerk, vaatwerk en rommelingf 10:~. Boven de keuken op een kamertje: Een endlooper op de trap, 2 ende matte, 1 end vloerkleed f 3x-; 6 stoelen met groene trijpte kussensf 12:-:-; 1 glad speeltaveltje, 1 dito teestoof met een kopere bakf lo:lo:-; een verlakt burautje, daarop: 1 spiegel; daarin: eenige rommelingf lo:lo:-; in de lade: eenige rommeling, 1 gladhout taveltje, 3 printebordtjes met glas f 8:-:-; een nootenboom cabinet, daarop; 4 porcelijne kommetjes f 50x; daarin, 1 plank: 6 vrouwe jakke f 5~; 2 plank: 6 mans hemde, 12 vrouwe dito, 3 borstrokke, 4 broeke f 30x-; 3 plank: 14 dieverse vrouwerokken f 26x-; 4 plank: 1 geele sijde damast sak, rok en tabelje, 1 geruyte sijde dito met een tabelje, 1 rode satijne rok f 30:-:-; 1 lade: 14 paar vrouwe boordmouwen, 3 kapertjes en 2 musjes f 4:-:-; 2 lade: 2 paar dubbelde lubbe, 1 neteldoeks kapertjef 2:10:-; 3 lade: 1 sakbijbeltje, 1 waayer, 3 paar diever- 77

se handschoenenf2:-:-; 4 lade: 3 feijteltjesf l:lo:-; 5 lade: 3 kapertjes, 15 sijzakken, eenige strijkbande, 4 ronde mussen, 15 onder dito en 13 boompiesf 4:-:-; 6 lade: 6 paar lubbe divers, 8 mussen dito, 20 sakdoeken, 9 neteldoekse doeken, 5 halve dito, 1 dito boezelaar, 14 witte boezelaars, 1 paar handschoenen, 10 gordijntjes, 2 swarte halve doeken, 1 dito peliese met kant, t tabelje met dito f 35:x-; 7 lade: 1 vrouwe hemd, 2 dito mussen en eenige rommelingf 3:.:-; 8 lade: 3 schouwermantels, 2 vrouwejakke, 1 baaye rok en broek, 1 mans beddejak en borstrok, 1 paar kousen f 7:x-. Aan een kapstok: 2 vrouwejakke, 2 dito mantels, 1 mus, 2 dieverse sakke, 2 dito rokke f ll:-:-. Voor de bedste: 1 groen saay behangsel; in dito bedste: 2 wolle deekens en rommeling f 12:x-. In de vaste kast: 3 luyers en 1 doos met gase mussen, lappen en rommeling f l:lo:-; voor de glaase: 2 sassenettenf l:lo:-. In de vaste kast: 1 toilet met zijn doosen, 1 satijn, rok, 3 paar wolle kousen, 2 stoelkleedtjes en eenige lappen, 1 schilderij f 6:x-. Op een hoger kamer: 3 endemat, 4 stoele en 3 kussens, 4 printe in glas f 7:x-; 1 spiegel met een bruyne lijst f 2:10:-; een poppe porcelijnkasje, daarop: 10 stuk stelgoed; daarin 16 paar teegoed en eenig dievers f 4:-:-; voor een bedstee: een groen behangsel; in dito bedstee: 2 mattrassen, 1 bed, peul en 4 kussens, 3 wolle dekens, 1 katoene dito, 2 lakens, 4 sloopenf30:-:-; een optica met zijn fieguuren, 4 gordijnen voor de glaasen, 1 tinne watervles, 1 blikke siekelamp f 8:-:-. Op vliering: Een restant turf en rommeling f 25x-. Op de solder: Een restant brandhout, 1 strijtavel met zijn schragen, 1 stommeknegt, 1 pels, 1 leer, 34 kleerestokke, 2 kleererekjes, 1 kleerekist, 1 vleeskuyp, 4 stoelen, 1 gladde kinderstoel, 1 kakstoel, 1 kist met eenig kindere speelgoed, eenige ledige flessen, eenig hout en mandewerk en rammeling f 25x-. Op de ondersoldev: 3 stoelen, 1 wieg en wat rommeling f 2:-:-; in de bedste: 1 bed, peul en 4 kussens, 1 katoene deeken en 1 wolle dito, 2 lakens, 4 sloopen en 2 mattrassen, 6 stoovenf 30x-; in een vaste kast: 1 latavel, 2 kisten en 3 printborden (werd gezegt te behooren aan Tros) -; 1 geschilderde kleerkast f 2:-:-; daarin: 1 roode mantel, 1 witte lakensche rok, kamisool en broek, 1 swarte broek, 1 mans jakpon, 1 trijpt tavelkleed f 20:x; 1 gladmangel met 4 rollen f 25:x-; 1 ijsere geldkist (ledig) f 34x-. Op een kamertje: 1 ijser vuurhaardtje en kopere bak, 2 dito plaaten, eenige endematte, 1 leer en rammeling f 6:~. Op de voorkamer: 1 karpet, 3 endemat f 4:x-; 2 stoelen met rode trijpte sitting, 1 leuningstoel met 1 andere dito f 6:~; 2 gerridons, 1 gladde pars f 9:~; 1 veldtavel met zijn kleedtje, 1 schenktavel f 6x-; 1 latavel en doos (werd gezegt te behooren aan Kaatje) ; op voor en om de schoorsteenlijst: 5 porcelijne kommetjes, 1 paar chirandoles en 1 rood saay valletje f 4:x-; voor en in een bedste: 1 rood saay behangsel, 2 wolle en 1 katoene deeken f 13x-; 2 sluytmande (werd gezegt te behooren Johanna Carsten) - ; 1 spiegel met een vergulde lijst f 8:x-; 1 boekenkast met eenige dieverse gedrukte boeken f 2 1:x-; een noteboom cabinet f 50x-; daarop en in: 7 Japanse kommen f 7:-:-; 1 plank: 57 dieverse sloopen f 26:x-; 2 plank: 82 servetten f 34:x-; 3 plank: 9 tavellaaken, 21 bedde dito f 50:.:-; 1 geruyte sijde rok, 1 gebandeerde sijde sak en tabelje, 1 swarte dito f 28:x-; lste en 2de lade: 5 damaste gordijnen, 11 dito valle f 10x-; 3 en 4 lade: 4 katoene vallen en eenige lappen f 2:x-; 5 lade en 6 dito: 1 rouwmantel, 1 rouwkap en eenige dievers, 1 mans borstrok, 2 gaase musse, 1 hoedtje en enig divers f 3:-:-; 7, 8 en 9 lade: eenige rommeling, 1 rouw tabelje, 1 dito stoffe rok, 1 katoen jak en boeselaar, 3 mans beddejakkenf 16x-; in een vaste kast: eenige rommelingf lx-; een dito bove de kast: 3 blikke comtoir blaakers en eenig rammeling f 2~. Op een kamertje naast de voorkamer: 1 draaybank met zijn gereedschappen en toebehooren f 60x-; 1 kraamschut in 3 vouwen en 1 hellebaard f 3:-:-. Donkere kamertje: 1 endemat, 2 stoelen; in de bedste: 1 tinne watervles, 1 ondersteeksel, 1 vuurmandsblik, 2 kopere strijkijsers, 1 dito doofpot met wat rammeling, 1 dito ketel en deksel, 1 dito blikke met dito, 1 dito deksel, 3 dito pannetjes, 1 dito spuyt, 1 dito konvoortje, 2 ijsere.... 1 tinne inktkooker, 1 kopere puthaak met zijn bakje, 2 sassinette, 1 blikke trommel, 1 ganglooper, 1 houte beddestoof, 1 provisivaatje, eenige Keuls aardewerk en rommeling f 25x-. 78

In de binnekamer: 2 Schotse vloerkleeden, 1 oud tapijt f 30x-; 8 gladde stoelen met geele sittingen f 24:-:-; 1 mahonihoute tavel met 2 kleedtjes f 15x-; 1 verlaakt speeltaveltje f 4x-; 3 vergulde spiegels f 45x-; 1 gladhout buffettje; daarop en in: 4 porselijnen quispeldooren f 25x-; 1 lade: 1 tavellaaken, 4 servetten; 2 lade: eenige rammeling; 3 lade: 21 witte handdoeken en 8 bonte dito; 4 lade: 5 tavellakens en 27 servetten f 15x-; een gladhoute latavel f 12:.:-; daarin 1 lade: 19 sakdoeken, 6 dassen, 6 witte musse f 11x-; 2 lade: 11 paar lubben f 8:-:-; 3 en 4 lade: 13 overhemden, 1 swarte karpoesmus f 14x-; een gladhout hoekbuffetje f 50:-:-; daarop en in: 1 stellettje van 5 en 1 porselijne viskom f 7~; 1 en 2 plank: eenig glaswerk f 2x-; 3 plank: 1 geamailleerd teeservies f 9:~; 4 plank: 1 blaauw steenaard dito f 9:-:-; onderin: 2 blikke trommels en wat rammeling, 1 doos met eenige versilverde messen f 3~; 1 damtavel; daarop: 1 quispeldoor f 3:-:-; een naaykisje, daarin de 1 en 2 lade wat rommelingf 2%:-; voor de glase: 2 groene gordijne en 7 sassenette f 16:x-; in een vaste kast, 1 plank: 1 Japanse schootel, 3 blaauwe porselijne dito, 1 dito dito ponskom f 6~; 2 en 3 plank: eenig glaswerk f 3~; 4 plank: 1 verlakte schenkketel en konvoor, 2 dito tavelkonvooren, 1 dito blakertje en 1 dito melkkannettje, 5 dieverse presenteerblaadtjes f 8:x-; 5 plank: 3 platte teeblaadtjes, 1 dito toebakskonvoor, 1 dito beschuyttrommel, 4 castanjemandtjes, eenig Delfs aardewerkf3:-:-; onderin: 1 gladhout teeblaadtje, 1 dito gaare windertje, 4 blikke bossen, 1 dito trommelf 3:-:-; in een dito kast, 1 plank: 11 bruyne porselijne schaalen, 12 dito borden, 2 souskommettjes, 1 teriene en schootel f 11x-; 2 plank: 5 dito schaalen, 18 dito soepborden, 1 terine en schootel, 4 quispeldore, 2 kandelaars, 2 fruytmandtjesf 13:~; 3 plank: 1 teriene en schotel, 14 schaalen, 4 chocolaadkoppe met 5 schootels, 2 quispeldooren f 9:x-; 4 plank: 58 borden, 2 schaaltjes, 2 fruytmandtjes, 2 trekpotten, 12 kommettjes, 2 quispeldoorenf16:~:-; 5 plank: 5 schootels, 1 bord, 5 suykerpotte, 3 trekpotten, 1 kandelaar, 1 bekertje, 1 fruytmand, 1 quispeldoor, 98 dieverse teeschooteltjes f 7:-:-; 6 plank: 4 schootels, 4 soutvaaten, 1 kan, 3 trekpotten, 1 speldebakje, 38 dieverse schooteltjes, eenig Engels en Delfs aardewerk f 7:~; onderin: 1 verlakt tobbettje, 1 porselijne kom en eenig glaswerk f 4:x; 1 en 2 lade: eenige rammeling f l:lo:-. Geinventariseerd 23, 24, 25 en 26 july 1776. Totaal f 1903x-. Vu ylgoed: 6 tavellakens, 10 servetten, 2 handdoeken, 1 hemd, 1 borstrok, 1 broek, 3 sakken, 2 neteldoekse doeken, 10 sak dito, 1 paar mouwen, 2 ronde mussen, 2 onder dito, 1 boompie, 1 wit boeselaar, 1 rok, 1 jak, 1 fijtel, 5 paar witte kousen f 10:~. Aldus getaxeerd door mijn ondergeschreevene geswooren schatster der stad Amsterdam 7 augustus 1776 w.g. A.A. Elzevier N.B. De boedel inventarissen van Johannes Ploos van Amstel sr (1758) en zijn weduwe (1773) zie noot 118 - werden hier niet opgenomen vanwege hun omvangrijkheid. (Desolate Boedelskamer nr 465, fol. 26 47~). NOTEN: 95. Sch. Kenn. nr 34, fol. 163v, dd 3.9.1643. Bij de koop op 3 september werd f 12.758.- voldaan, terwijl er met allerheiligen f 5258.- zou worden betaald en de rest per 1 mei 1644. Geroyeerd op 24.12.1694. 96. Arch. Herv. Gem. Kerkvoogdij O.K. nr 87, dd 24.10.1654: begraven een /zint van Gijsbert Schouten op t water int cuyser. 97. De overdrachtsakte van de spijker is niet overgeleverd, maar het transport valt uit het volgende af te leiden: Recht. Arch. nr 2166, fol. 71, dd 10.8.1632: Sara de Wael weduwe van Jacob Jacobszn Hinlopen koopt bij executie voor f 9025.- een h + e aan de Nieuwendijk genaamd t Vergulde Paert, strekkende achter tot aan de Vergulde Molen. Will. Verk. nr 31, fol. 94, dd 19.12.1653: de erfgenamen van Sara de Wale willen verkopen een h + e met een pakhuis daar achter aan op de Nieuwendijk. Opgehouden voor f 12.800:. 79

98. El&, Vroedschap, blz. 449. 99. Not. L. Lamberti, N.A.A. nr 608, dd 7.2.1635. Not. J. van de Ven, N.A.A. nr 1050, fol. 52v, dd 21.4.1638: wisselprotest door Jan van der Heeden en Gijsbert Schouten, kooplieden en kruideniers; id. nr 1060, fol. 178, dd 17.8.1641 en nr 1061, fol. 251, dd 9.4.1642: procuraties door Jan van der Heeden en Gijsbert Schouten, kvuydenirw und kau&zndler, wegens zaken in Zweden, Denemarken, Noorwegen, Lijfland en Oostland. Zie verder: id. nr 1054, fol. 127, dd 12.9.1639, nr 1067, fol. 76, dd 2.6.1643 en Not. E. Pels, N.A.A. nr 1609, fol. 267, dd 7.11.1639. 100. Not. A. Eggericx, N.A.A. nr 1819, fol. 610, dd 14.7.1651: testament. 101. Kohier 1674, fol. 175: Gilles Ardinois, verfverkoper, aangeslagen voor f 70.- (vermogen f 14.000.-). 102. Zie: de Gapert van de kruidenier Hendrick Anthonisz Wissel: Damrak nr 50, en de Gapert van de knridenier Jan Anthonisz Wissel: Rokin nr 34, in mb Amstelodamum jg 63 (1976), blz. 1-11. 103. Coll. Succ. nr 4, fol. 292. Tot de collaterale nalatenschap van Geertruyd Schouten (16561683) behoorde de helft van een h + e op t Water aúer de Molen op de luyffel staet; bewoond door de weduwe Ardinois en getaxeerd op f 7000.-. KW. nr 3 C, fol. 321, dd 28.6.1686: Paulus van Hemert (geh. met Christina Schouten) verkoopt Jan Gaertsz (weduwnaar van Geertruyd Schouten) voor f 9500.- de helft van het h + e op t Water genaamd de vergulde Molen en vanouds het Claverbladt, achter grenzend aan de spijker eertijds behoord hebbende tot dit huis en nu aan de weduwe Hinlopen. Not. S. van Jaarlandt, N.A.A. nr 4390, fol. 1555, dd 12.4.1704: verklaring, waaruit blijkt dat de weduwe Ardinois in 1684 als drogist en verfverkoopster in de Rode Molen op t Water woonde. 104. Arch. Herv. Gem. Kerkvoogdij O.K. nr 88, dd 5.10.1675: begraven een kint wzn Gilles Ardinois, komt van t Water uyt de Crapbael. 105. I.H. van Eeghen, De Amsterdamse Boekhandel 1680-1725, dl 111, blz. 73-76. D.P. Snoep, Virtus post nummos. Nicolaes Chevalier s Chambre de Raretes en zijn bezoekers, in Album Amicorum J.G. van Gelder ( s-gravenhage 1973), blz. 277-284. 106. Coll. Succ. nr 10, fol. 35: tot de collaterale nalatenschap van Johannes Gaartsz (+ 1699) behoorde een h + e op t Water, schuin tegenover de Korenmarkt daer de Roomolen op de luyffel stiet en de Rynoceros uythangt. D.T.B. nr 1131, fol. 22v, dd 14.8.1694: begraven in de Walenkerk Elyas, zoon van Jean Baptiste Thoulouze op t Water bij de Korenbeurs in áè Reynoceros. 107. KW. 4 D, fol. 64, dd 1.51711: verkoop van de Roden Molen op t Water bewoond door Francois Pekstok. 108. A.F.W. van Schendel, Manufacture of Vermilion in 17th~century Amsterdam; the Pekstok papers, in Studies in Conservation, nr 17 (1972), p. 70-82. 109. KW. 4 D, fol. 64, dd 1.5.1711: J oan Hendrik van Verband en Elisabet Volkerts, eerder weduwe van Jan Gaarts, verkopen het huis aan Hendrik van der Linde. 110. Not. P. van Aken, N.A.A. nr 7213, fol. 161, dd 19.1.1707: testament van Hendrik van der Linde, kruidenier, en Geertruy Timmers, wonende op t Water tussen de Oude en Nieuwe Brug. Geertruy Timmers werd op 26.7.1709 in de Nieuwe Kerk begraven van een adres op t Water bij de Kapelsteeg (Arch. Herv. Gem. Kerkvoogdij N.K. nr 59). Not. L. Meijer, N.A.A. nr 5426, fol. 169, dd 16.7.1710: korte staat van de boedel van Geertruy Timmers. 111. Arch. Herv. Gem. Kerkvoogdij N.K. nr 60: begraven 13.2.1712 een kint van Hendrick wzn der Linden het j (3) huys r~rz den Dam op t Water en 31.5.1712 een kind op t Water bij den Dam. 112. Id. N.K. nr 60: begraven 18.1.1719 een kindt van Hendvick van der Linde op t Water in de Linde bij de Oude Bvtrgb met een sleetien. 113. Not. D. Walschaert, N.A.A. nr 5801, akte 161, dd 18.7.1710: huwelijkse voorwaarden tussen Hendrik van der Linde, kruidenier op t Water, en Jannetje Feber. Not. L. Meijer, N.A.A. nr 5430, akte 322, dd 4.7.1711: testament. Hoewel het huis op t Water na het kinderloos overlijden van Hendrik van der Linde voor de collaterale successie belastbaar was, werd het pand niet opgegeven, maar welf l300.- aan waardepapieren (Coll. Succ. nr 17, fol. 1053, dd 21.12.1719). Not. W. Lageman, N.A.A. nr 9276, akte 23, dd 22.2.1720: scheiding goederen van Jannetje Feber weduwe van Hendrik van der Linden. Tot fidei commissair goed wordt aangewezen een huys en erve staande 80

t Water tusschen de Vrouwe- en Mandemakerssteeg, daar de Moolen op de luyfel staat en waarin de juffouw comparante woont f 16.000:. 114. Not. W. Lageman, N.A.A. nr 9276, akte 26, dd 4.3.1720: testament van Jannetje Feber weduwe van Hendrik van der Linden, waarin zij Johannes Ploos van Amstel tot haar erfgenaam maakt. Id., akte 98, dd 24.7.1720: Huwelijkse voorwaarden tussen Johannes Ploos van Amstel en Jannetje Feber. Id., N.A.A. nr 9278, akte 136, dd 8.8.1721: testament. 115. De Staten van Holland hadden op 13.12.1723 oktrooi verleend om het huis los te maken van het fideï commissair goed. Not. W. Lageman, N.A.A. nr 9285, akte 225, dd 20.10.1725: akte van kwitantie en overgifte van het huis op t Water. Thes. Ord. nr 793 (precario ontvangsten nr Z), fol. 676: /oan Gaartsz: een pothuys (op t Water) tussen de Vrouwe- en Mandenmakerssteeg daar de Rode Molen op de luyflel staat, ingaande mey 1686. Met mey 1724 weggebroken zijnde volgend akte rooymeesters in dato 6 juny 1725. Geroyeerd 7 juny (1725). N.B. Deze precario-inschrijving moet ouder zijn dan 1686, aangezien deze post uit een ouder (verloren gegaan) register moet zijn overgenomen. Redres van verponding 1731: Wijk 19, nr 19 - Jan Ploos van Amstel voor een eigen huis getaxeerd op f 800.- en Jan Delleman als huurder van de kelder getaxeerd op f 220.- W.F.H. Oldewelt, Kohier van de personeele quotisatie te Amsterdam over het jaar 1742, deel 11 (Amsterdam 1945), blz 128: Wijk 19 nr 1687: J. PI oos van Amstel, drogistwinkel, inkomen f 3000.- per jaar, hield drie dienstboden, huurwaarde huis f 650.-, en Wessel van Leek, boterverkoper, als huurder van de kelder voor f 150.- met een jaarinkomen van f 600.- Not. J.A. Creyghton, N.A.A. nr 9579, akte 22, dd 8.10.1748: testament van Johannes Ploos van Amstel en Anna van Dijk, waarbij o.a. wordt bepaald dat de weduwe de winkel mag voortzetten en daarvoor f 800.- per jaar aan huur zal betalen, zonder de woonkelder aan de straat, die ufionderlijk verhuurd werd. 116. Not. W. Lageman, N.A.A. nr 9286, akte 93, dd 7.5.1726. 117. Id., N.A.A. nr 9290, akte 99, dd 23.4.1728. 118. Not. J. Creyghton, N.A.A. nr 14008, akte 117, dd 13.9.1758: boedelinventaris van Johannes Ploos van Amstel. Id., N.A.A. nr 14038, akte 134, dd 27.12.1773: inventaris van de koopmanschappen van de compagnie van de weduwe Ploos van Amstel; en akte 135, dd 27.12.1773: boedelinventaris van de weduwe Ploos van Amstel. 119. Hendrik van der Linde (1679-1719), krui denier, zoon van Jan van der Linde (kruidenier in de Nes) en Anna van Heemstee, tr. le 1706 Geertruy Timmers (1683-1709), dr van Roelof Timmers en Sara van den Huysen; tr. Ze 1710 Jannetje Feber (1686-1726) (N.B. een stiefzuster van Geertruy Timmers), dr van Frans Feber en Grietje Arents; zij tr. Ze 1720 Johannes Ploos van Amstel (1696-1758), koopman-drogist, zoon van Gerrit Ploos van Amstel (predikant te Laren en Blaricum) en Geertruy Delhee; hij tr. Ze 1727 Anna van der Linde (1702-1727), dr van Jan van der Linde jr (zeepzieder op t Water) en Helena Timmers (N.B. een zuster van Geertruy Timmers); hij tr. 3e 1731 Anna van Dijk (1710-1769), dr van Pieter van Dijk en Hester Feber (N.B. een nicht van Jannetje Feber en zuster van de man van haar stiefdochter Jacoba). Kinderen Ploos van Amstel: 1. Gerrit Ploos van Amstel (1721- Delft 1794), k oopman, fr. 1747 Maria Aarmans (Groningen 1724-1791), dr van Barent Aarmans. 2. Jacoba Ploos van Amstel (1724-1752), tr. 1748 Pieter van Dijk (1722-1775), makelaar, zn van Pieter van Dijk en Hester Feber; hij tr. Ze 1754 Anna Maria Meijn, weduwe van Jacobus Verleng. 3. Johannes Ploos van Amstel (1737-1779), koopman-drogist, tr. 1756 Jacoba Verleng (1738- Naarden 1783), dr van Jacobus Verleng en Sara van Oosten (N.B. een stiefdochter van Pieter van Dijk); zij fr. Ze 1780 Cornelis Brouwer, weduwnaar van Helena Nederberg. 4. Pieter Ploos van Amstel (1742-1766). 5. Mr. Adrianus Ploos van Amstel (1749- Brussel 1816), advocaat, lid van het Wetgevend Lichaam en van het Vertegenwoordigend Lichaam van de Bataafsche Republiek, tr. Leuven 1775 Magdalena Jeanne Beatrix van Kerckhoff (overl. vóór 1799). 120. Not. A. Tzeeuwen, N.A.A. nr 7634, akte 186, dd 25.3.1727: huwelijkse voorwaarden. 121. Not. P. Noppen, N.A.A. nr 9820, akte 75, 76 en 77, dd 21.2.1731: akten van huwelijkse voorwaarden, 81

consent en donatie; id., akte 131, dd 30.3.1731: testament. Not. J.A. Creyghton, N.A.A. nr 9579, akte 22, dd 8.10.1748: testament. 122. Not. A. Tzeeuwen, N.A.A. nr 7634, akte 179, dd 22.3.1727: Johannes Ploos van Amstel bewijst Gerrit en Jacoba f lo.ooo.- voor hun moederlijk goed. Not. J.A. Creyghton, N.A.A. nr 9579, akte 6, dd 29.1.1749: scheiding van de erfenis. 123. Recht. Arch. nr 3074 (huwelijkskrakeelregister), dd 15.6.1747. 124. Recht. Arch. nr 1266 (secreet Sch. min. reg. nr 9), fol. 105, dd 2.6.1754. 125. Recht. Arch. nr 950 (Sch. min. reg. nr 247), fol. 44-47, dd 9.11.1758. Not. J. Creyghton, N.A.A. nr 14009, akte 49, dd 26.3.1759: boedelscheiding. 126. KW. 6 R, fol. 155v, dd 18.11.1777: Maria Aarmans (vrouw van Gerrit Ploos van Amstel) en Pieter van Dijk (weduwnaar van Jacoba Ploos van Amstel) en Pieter van Dijk (weduwnaar van Jacoba Ploos van Amstel) transporteren Johannes Ploos van Amstel 2/6 parten van het huis voor f 5766:12:-. KW. 6 T, fol. 127, dd 17.5.1774: Mr. Adrianus Ploos van Amstel transporteert 1/3 part van het huis op t Water, pakhuis en raffinaderij voor f 8766:12:-. Sch. Kerm. nr 126, fol. 54, dd 8.2.1774: J ohannes Ploos van Amstel en Jacoba Verleng nemen een kusting van f 9000.- op het huis; geroyeerd 13.8.1777. 127. Desolate Boedelskamer nr 465, fol. 26-84, dd 719.8.1776: inventaris van het huis op t Water, de kamferstokerij en buitenplaats Hinrust aan de Hinderdam te Nederhorst. Id., nr 513, akte 33, dd 28.8-4.9.1776: lijst van crediteuren. 128. Not. J. Creyghton, N.A.A. nr 14021, akte 49, dd 6.5.1765: Pieter Ploos van Amstel machtigt zijn moeder om zijn zaken waar te nemen. Id., N.A.A. nr 14025, akte 60, dd 19.6.1767: inventaris van Pieter Ploos van Amstel. Coll.Succ. nr 38, fol. 956, dd 5.11.1766: aangifte voor Pieter Ploos van Amstel: 1/6 part h + e op t Water bij de Korenbeurs f 2250.-. 129. Not. J. Creyghton, N.A.A. nr 14024, akte 110, dd 19.9.1766: testament van Adrianus Ploos van Amstel Johanneszoon, ruim 17 jaar oud. 130. P. Geyl, Geschiedenis van de Nederlandse stam, deel 111 (1751-1798), blz 406 e.v. 131. A.R.A. s-gravenhage: Arch. van de wetgevende colleges (1796-1813), nr 454, akte 29, dd 27.1.1796; nr 702, fol. 622 nr 52, dd 10.1.1799; nr 704, fol. 463 e.a. 132. Recht. Arch. nr 2149, fol. 93v, dd 21.10.1776 en nr 2179, fol. 71v, dd 13.1.1778. 133. KW. 7 K, fol. 321v, dd 13.10.1789: voor f 8000: contant en een kusting van f 16.500.- (Sch. Kenn. nr 140, fol. 249, dd 14.10.1789). 134. Register koffie- en theegeld nr 276 (1800 C l), fol. 18. 135. Inkwartieringsregisters 1811 en 1813. Zie jb Amstelodamum jg 30 (1933), blz 306 en 307, en jg 31 (1934), blz 153, 159 en 165. 136. Amsterdamsche Courant dd 11.10.1816 laatste blad. Not. H. Muller, N.A.A. nr 19420, akte 139, dd 14.10.1816: proces verbaal van de veiling. 137. Amsterdamsche Courant dd 12.11.1841 derde blad nr 6977. Not. H. Viervant, N.A.A. nr 20303, akte 354, dd 19.11.1841: veilingcondities; en akte 358, dd 22.11.1841: proces verbaal van de veiling. 138. Amsterdamsche Courant dd 5.7.1847 derde blad le kol. nr 9935. Not. Th. J. van Riet, N.A.A. nr 20734, akte 257, dd 12.7.1847: veilingcondities. 139. Bevolkingsregister 1851, deel H 1, fol. 138; (1864-1874), deel H 159, fol. 390; (1874-1892), deel 65, fol. 289. Not. J. G. Pouw jr, N.A.A. nr 23585, akte 42, dd 13.2.1891: boedelscheiding tussen de weduwe en erfgenamen van Justus van Maurik sr. Testament voor not. J. G. Pouw sr dd 5.12.1845. Geen boedelbeschrijving. De panden aan het Damrak waren als volgt getaxeerd: nr 49 voorf 30.000.- en nr 68 voorf 25.000.-. Id., akte 106, dd 23.3.1891: proces verbaal van de veiling in Franscati; koper Johannes (John) Elias, koopman in Den Haag, voor f 39.500.-. Algemeen Handelsblad dd 1.3.1891 derde avondblad, blad 3 kol. 2. 140. J. H. Rossing, Het leven van Justus van Maurik jr 1846-1904 (Amsterdam 1905), blz 20. 82