Technische documentatie. www.dyka.com



Vergelijkbare documenten
Technische Documentatie DykaStil

Wavin AS. binnen. het. riolering. afvoersysteem

Silence is blue... Stilla. Een geluiddempend afvoersysteem in PP

Wavin AS. binnen. het. riolering. afvoersysteem

GRES. Product Catalogus

Leidingsysteem. sanitair. In 4 stappen monteert u uw leidingsysteem

HANDLEIDING BIJ HET PLAATSEN VAN EEN ZELFBOUWPAKKET AFVOEREN

Montage handleiding BM kunststof PP rookgasafvoerleidingen

Installatievoorschriften. Bel-Ro-combi CLV systeem

Geluidsarme Binnenriolering

ULTRA KYMA. PP SN8 leidingsysteem - gestructureerde wand

PP buizen en fittingen voor vrijverval rioolsystemen

Wavin SiTech+ binnen. het. riolering. geluidsarm afvoersysteem

Smart Smarter SMARTLINE.

Verwerking van Wafix PP voor binnenriolering

ORYX Collar FX 330 Versie 1.1, (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming

PP RIOLERING. PP Binnen- en buitenriolering - Hemelwaterafvoer Bevestigingsmaterialen - Accessoires

Verwerking van Wafix PP voor binnenriolering

Voorschriften checklist Ubbink rookgasafvoersystemen. Rolux enkelwandige rookgasafvoer/ luchttoevoer in de schacht

Voorschriften checklist Ubbink rookgasafvoersystemen. Rolux enkelwandige PP rookgasafvoer

Binnenriolering. PVC Bipeau buis voor binnenriolering

Binnenriolering. PVC Bipeau buis voor binnenriolering

De ideale plafondisolatie met No-Decibel dempers.

Rubberen koppelingen & inlaten

Binnen- en buitenriolering. Binnenriolering 428. buitenriolering

Brandwerend afdichten van voegen en doorvoeren

BM Kunststof Systemen voor afvoer van rookgassen en toevoer van verbrandingslucht

GY deksels en kolken. Straatriolering - Gietijzer

ZETTEX BRANDWEREND PAKKET

ORYX Collar WR PRODUCTBESCHRIJVING

Inventum Spaarpomp - geluid

Montage en bevestiging van sanitaire kunststofleidingen

BIS Pacifyre AWM III Brandmanchet BIS Pacifyre IWM III Brandwerend Band

Inleiding 4 Algemene montage instructies 5 CLIMAFLEX -accessoires 6-7 Isoleren tijdens de montage van het leidingsysteem 8 Isoleren na de montage van

CONCEPT WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

Icopal Kunststof Dakgoten Het klikt met Icopal!

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

Wavin Azura HQ-systeem

Rogafa. Het nieuwe beugelen! Rogafa. Nieuw advies Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

KUNSTSTOF. Verbindingstechnieken voor leidingsystemen. Lijmen Fixeren Reinigen Glijmiddel. Griffon. Kwaliteit voor de installateur.

BIS Pacifyre MK II Brandmanchet

Binnenriolering. Afbeelding 1: Aansluitingen op het straatriool

Hemelwaterafvoer. In 3 stappen monteert u uw afvoerbuis

serie KAT Akoestische luchtdoorlaat unit

Legenda. d Aansluiting 1. d2 Aansluiting 2. d3 Aansluiting 3. Ø inw. Lijst van gebruikte begrippen, symbolen en afkortingen 6 PRIJSLIJST JANUARI 2015

NEW. Acoustifit Houdt geluid buiten voor een rustige omgeving. Glaswol 07/2013

Afvoer. Nummer 32. Op de achterpagina van deze KlusZo vindt u een handige checklist zodat u weet wat u allemaal nodig hebt voor dit soort klussen.

Installatievoorschrift METALOTERM EN Versie

ULTRA KYMA. PP dubbelwandig leidingsysteem.

Geluiddempende roosters Maatwerk roosters

Het nieuwe beugelen!

Rockwool Soundmaxx akoestisch isolatiesysteem

HET NIEUWE BEUGELEN CHECKLIST. Burgerhout PARTNER INNOVATIVE

Het Wurgband plus bestaat uit hoogwaardig materiaal met intumescerende eigenschap en is getest volgens EN :2009

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

Het nieuwe beugelen! Wat is de beste manier om een rookgasafvoersysteem

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen

ZEER SOEPELE GELUIDSISOLATIE MET UITSTEKENDE PRESTATIES BIJ HEMELWATER- EN VUILWATERAFVOERSYSTEMEN

DOORVOERINGEN 7. Compartimentering en doorvoeringen van technische installaties

Rapportage leidingplan

Aanleg van Wavin AS WERKINSTRUCTIES. Buis afkorten. Algemeen. Transport, verpakking en opslag. Toepassingsgebied: Benodigdheden:

GELUIDSISOLATIE VAN HOUTEN DRAAGVLOEREN

ORYX Silicone FR PRODUCTBESCHRIJVING

Maatwerk roosters Brandwerende roosters Geluiddempende roosters

Beugelen PE-Afvoerleidingen

ROCKWOOL SOUNDMAXX Akoestisch isolatiesysteem

Notitie N02. Akoestisch advies voor de verbouw van het fabrieks- annex kerkgebouw aan de Oudeweg te Ter Apel tot woongebouw.

Werkstuk NaSk Geluid 5,1. Werkstuk door een scholier 1989 woorden 19 april keer beoordeeld

Technische Fiche Niron Beta

Veiligheid van Rookgasafvoer Systemen begint bij?

De brandcompartimentering garanderen Oplossingen voor W-installateurs

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

Slimline & Geluidisolatie

Retraflex slangsysteem

Installatievoorschriften. CRB systeem

Januari 2013 HET GELUIDSARME AFVOERSYSTEEM UIT ASTOLAN. Solutions for Essentials

Akoestisch Isolatiesysteem

MLV Metalen luchtventiel

5.1 Installeren algemeen

Hoe installeer je een centraal stofzuigsysteem?

3M TM Plastic Pipe Device Brandvertragende manchetten

Fire Stop Solutions Isolatie Fire Sleeves

Technische Documentatie Elektro installatie

mm. SpiraPave. Tegel en vloerdragers

Technische Documentatie PP Binnenriolering

Groep 10 PP/PE BINNEN - BUITENRIOOL

Type Brandmanchetten V30/DN40 DN110 A/DN110 V60/DN40 DN110 AV60/DN40 DN56

PS EIS 60/90/120. Brandwerende bekleding van horizontale ronde luchtkanalen (Ø < 356 mm)

AANKOMENDE WIJZIGINGEN IN DE NTR 3216

Brandwerende ventilatieroosters

EPIC. December 2007 DE TOTAALOPLOSSING VOOR BINNENRIOLERING

ORYX Grafite FR PRODUCTBESCHRIJVING

Duofor zwaluwstaartplaat / staalplaat betonvloer

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

IZEN douche WTW Infofiche

DYKA AIR ventilatiesysteem Prijslijst oktober 2013

Werkinstructies. Wavin SiTech+ voor een geluidsarme afvoer

Afvoerbuizen & Hulpstukken IX - 1

Rechtstreeks toe te passen op buizen die waterdicht door vloerplaten of muren dienen gevoerd te worden.

Transcriptie:

PP - Buitenriolering Technische documentatie www.dyka.com

Inhoud 1. Inleiding 1.1 Kenmerken 2. Geluid 2.1 Basisprincipes van geluid 2.2 Geluidsoverdracht 2.2.1 Luchtgeluid 2.2.2 Contactgeluid 2.3 Geluidsreductie bij DykaSono 2.3.1 DykaSono en luchtgeluid 2.3.2 DykaSono en contactgeluid 2.3.3 DykaSono en Sorama 3. DykaSono - het systeem 3.1 Aansluiting onderdelen van een ander materiaal 3.2 Materiaaleigenschappen 3.3 DykaSono onderdelen 3.3.1 Dempingsmof 3.3.2 Verlengd closet T-stuk 3.3.3 Instort T-stuk 3.3.4 Verlengde bocht 45º 3.3.5 Beugels 4. Ontwerp 4.1 Vermijd leidingen direct naast of door verblijfsruimten 4.2 Zorg voor goede en voldoende ontluchting 4.3 Vermijd verslepingen in de standleiding 4.4 Gebruik in liggende leidingen alleen bochten van 45º of minder 4.5 Systeemplafonds 4.6 Bevestiging 4.7 SoundSpotSim 4.6 Bevestiging 5. Montage 5.1 Het maken van een verbinding 5.2 Aansluiten op onderdelen van een ander materiaal 5.3 Montage van leidingen in schachten 5.4 Montage van leidingen in de muur 5.5 Montage van leidingen in beton 5.6 Montage boven systeemplafonds 5.7 Installatie van standleidingen 5.7.1 Standleidingen bij niet-ingestorte vloerdoorvoeren 5.7.2 Standleidingen bij ingestorte vloerdoorvoeren 5.7.3 Montage overschuifmof 5.7.4 Overgang van standleiding naar grondleiding 5.8 Liggende leidingen resp. leidingen op afschot 5.9 Aansluiting op buitenriolering 5.10 Voorzieningen treffen ten behoeve van de brandveiligheid 5.10.1 Brandmanchetten 5.10.2 DykaSono en Promat brandmanchetten 6. Overige 6.1 Schilderen 6.2 Maatregelen bij opslag 2 2 4 4 4 4 4 4 5 5 5 8 8 9 9 9 10 10 10 10 12 12 12 12 13 13 13 13 13 15 15 15 15 16 16 16 17 17 18 20 20 21 21 21 22 22 23 23 23 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 1

1 Inleiding DykaSono is een geluidsarm kunststofleidingsysteem voor binnenhuisafvoer. Het DykaSono systeem bestaat uit met bariumsulfaat verzwaarde PVC buizen en hulpstukken met aangepaste wanddiktes. De hulpstukken zijn uitgevoerd met rubber manchetverbindingen, waardoor lijmen en lassen niet nodig is. Omdat het hier om een PVC kunststofleidingsysteem gaat, kan DykaSono ook door middel van lijmverbindingen worden aangesloten op bestaande PVC leidingsystemen. DykaSono is toepasbaar in situaties, waar hoge eisen worden gesteld aan de geluidsreductie. Algemeen wordt aangenomen dat maximale geluidsniveaus van 30dB(A) voor verblijfsgebieden van aangrenzende woningen en verblijfsgebieden van niet-woningen, zoals o.a. kantoorgebouwen, horecagelegenheden en gebouwen in de gezondheidszorg, aan te bevelen zijn. Daarnaast is er op privaatrechtelijk gebied een evolutie waarbij steeds hogere eisen worden gesteld aan de beperking van geluidsniveaus binnen de eigen woning. 1.1. Kenmerken Geluiddempend Geluiddemping wordt gerealiseerd door een combinatie van: verhoogd gewicht (PVC-U verzwaard met bariumsulfaat (BaSO4)); aangepaste wanddiktes van de hulpstukken afgestemd op de buis; ontkoppeling van buis en hulpstukken d.m.v. rubber manchetverbindingen; speciale DykaSono beugels met rubberinlage. Alle standaard diameters Het DykaSono systeem is leverbaar in de courant gangbare diameters, 50, 75, 90, 110, 125 en 160 mm. Aansluitbaar op alle systemen DykaSono is door de rubber manchetverbindingen aansluitbaar op en verlijmbaar met alle standaard binnenrioleringssystemen. Temperatuurbestendigheid DykaSono kan langdurig worden belast tot 70ºC en kortstondig tot 95ºC. Chemische bestendigheid DykaSono is bestand tegen afvoerwater met een ph 2 (zuur) tot en met ph 12 (basisch). Recyclebaar DykaSono kan via het bestaande Kurio inzamelsysteem worden afgevoerd en gerecycled. KOMO-keur De hulpstukken zijn voorzien van het KOMOkeur volgens BRL 52100. Rubber manchetverbindingen Door toepassing van gefixeerde rubberring verbindingen is lijmen of lassen niet nodig, dus sneller te monteren. Alzijdig mofsysteem De hulpstukken zijn deels mof-spie en veelal alzijdig mof uitgevoerd, waardoor minder hulpstukken zijn vereist. 2 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

2 Geluid TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 3

2 Geluid Geluidsoverlast is de belangrijkste storende factor bij wonen en werken. Speciaal in hoogbouw, bij bouw en renovatie van appartementengebouwen, ziekenhuizen en verzorgings- en verpleegtehuizen, speelt geluidsdemping in toenemende mate een rol. In binnenrioleringssystemen ontstaat deze overlast door vloeistofstromingen die in afvoerbuizen luchtgeluid veroorzaken en het doorgeven van contactgeluid via het ophangsysteem naar bijvoorbeeld schachtwanden. Om geluidsoverlast tegen te gaan zijn verschillende maatregelen nodig. De belangrijkste daarvan is het voorkomen van geluid. Zowel bij het ontwerp als bij de installatie van een rioleringsleiding moet er bijzondere aandacht zijn voor een goede ontluchting en een goede leidingloop. Hierdoor ontstaat een onbelemmerde stroming, waardoor botsingen van het water zoveel mogelijk worden voorkomen. 2.1. Basisprincipes van geluid Hoe goed de leidingloop van een rioleringsysteem ook wordt gekozen, er zal altijd geluid ontstaan. Geluiden zijn schommelingen van de atmosferische druk, welke hoorbaar zijn afhankelijk van de sterkte (decibel, db) en frequentie (hertz, Hz). Het gehoor is niet even gevoelig voor alle frequenties. De db-waarde in iedere frequentieband wordt gecorrigeerd naar de gevoeligheid van het oor en opgeteld geeft dit als eindresultaat een db(a)-waarde. De mate waarin mensen geluid ervaren wordt uitgedrukt in db(a), zie onderstaande tabel. Geluidsniveau db(a) 140 Pijngrens 120 Mitrailleur 100 Claxon 80 Luide radio 60 Gesprek op korte afstand 30 Bouwbesluit 20 Bladgeritsel 0 Gehoorgrens In onderstaande tabel wordt het geluidsniveau in de ruimte van verschillende soorten afvoer door (standaard) kunststofleidingen, inclusief hulpstukken weergegeven. Situatie Met closets Zonder closets Genormaliseerd niveau in de ruimte (liggende leiding incl. bocht) Niveaus in schacht (standleiding incl. bocht) 55 db(a) 50 db(a) 65/70 db(a) 60/65 db(a) Tabel Geluidsniveau binnenriolering (bron NTR3216, 7e hierziene druk) Naast het type leiding en afvoercapaciteit zijn o.a. de kwaliteit van de scheidingsconstructies, de wijze van het doorvoeren van leidingen en de bevestigingsmethode van invloed op het geluidsniveau van binnenriolering. 2.2. Geluidsoverdracht Geluidsoverdracht vindt op twee manieren plaats: Via de lucht; luchtgeluid Via vaste lichamen die met elkaar in contact komen; contactgeluid 2.2.1 Luchtgeluid Luchtgeluid ontstaat wanneer de geluiden van een geluidsbron direct door de lucht worden doorgegeven. Om de overdracht van geluid door de lucht te beperken, is meer massa nodig. Hoe lichter een buiswand, hoe gemakkelijker luchtgeluid van binnen naar buiten kan. 2.2.2 Contactgeluid Contactgeluid ontstaat wanneer de geluidsvoortplanting eerst aan een constructie wordt doorgegeven. Deze constructie zal deze trillingen als luchtgeluid afgeven. Contactgeluid is lastig te voorkomen. Door contactgeluid gaan alle materialen die met elkaar in contact staan, meetrillen. Dit geluid is niet eenvoudig te dempen en kan zelfs worden versterkt. 2.3. Geluidsreductie bij DykaSono In rioleringsystemen treedt zowel contact- als luchtgeluid op. De buiswand van de afvoerleiding wordt door stroming (contactgeluid) en valgeluiden (luchtgeluid) in trilling gebracht. Deze trillingen worden door de beugels doorgegeven aan de installatiewand. Hierdoor kan de binnenriolering bijdragen aan de geluidsoverlast. Daarom is bij de ontwikkeling van DykaSono aan beide componenten veel aandacht besteed. 4 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

Geluid 2 2.3.1. DykaSono en luchtgeluid Demping van het luchtgeluid wordt bij DykaSono gerealiseerd door een verhoogd gewicht van het leidingsysteem (door de toevoeging van bariumsulfaat (BaSO4)) en verhoogde wanddiktes, zowel bij de buis als bij de hulpstukken. De volgende beelden geven weer wat de verschillen zijn in geluidsreductie tussen een leidingsysteem van standaard PVC en een leidingsysteem van DykaSono. 2.3.2. DykaSono en contactgeluid De beugel is de verbinding van het rioleringstelsel met de installatiewand. Daarom is de bevestigingsbeugel van groot belang bij het dempen van contactgeluid. Bij DykaSono wordt door toepassing van speciale (dubbele) beugels met rubberinlage doorgave van contactgeluid aan de constructie geminimaliseerd. Daarnaast wordt het contactgeluid gereduceerd door de gefixeerde rubberring verbindingen in de hulpstukken. Een optimale geluidsreductie wordt alleen bereikt bij toepassing van het DykaSono leidingsysteem (buis en hulpstukken) in combinatie met de speciale DykaSono bevestigingsbeugels, die u vindt in de DYKA prijslijst. Daarnaast dient, zoals eerder aangegeven, bij het ontwerp en de installatie aandacht te worden besteed aan een goede ontluchting en een optimale leidingloop. Geluidsbruggen en onzorgvuldige montage verminderen de geluiddempende werking van elk systeem en moeten daarom worden vermeden. 2.3.3. DykaSono en Sorama Bij de ontwikkeling van DykaSono is gebruik gemaakt van de innovatieve gepatenteerde technologie van Sorama. Sorama is in staat geluid en trillingen in beeld te brengen. Hierdoor is het mogelijk goed in beeld te krijgen waar (het meeste) geluid ontstaat in een binnenrioleringssysteem. Standaard PVC DykaSono Legenda: = hoogste geluidsdruk = laagste geluidsdruk Als we in onderstaande voorbeelden verder inzoomen op de hulpstukken, wordt goed zichtbaar waar de pijnpunten met betrekking tot de geluidsproductie in een leidingsysteem zitten. Deze technologie van Sorama heeft DYKA in het ontwikkelingstraject van DykaSono geholpen. Hierdoor werd goed zichtbaar waar DYKA speciale oplossingen en voorzieningen moest treffen om het geluidsniveau te reduceren. Knelpunten met betrekking tot geluidsproductie in een standaard PVC leidingsysteem. TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 5

2 Geluid Voor bepaling van de geluidsproductie is DykaSono getest door het onafhankelijk onderzoeksbureau Peutz. Onderstaande tabel geeft de meetresultaten weer van het geluidsniveau van DykaSono bij verschillende debieten. Het geluid van het doorspoelen van één toilet komt overeen met een constante afvoerhoeveelheid van 3 l/s. Debiet (l/s) A-gewogen genormeerd geluidsniveau, LnA (db(a)) 0,5 43,5 1,0 49,0 2,0 52,0 3,0 53,5 4,0 54,0 Overzicht van de meetresultaten van Peutz In onderstaande tabel ziet u een vergelijk van DykaSono ten opzichte van standaard kunststof binnenrioleringssystemen in PVC Ultra 3, PP en PE-80. Hieruit blijkt de sterke geluidsreductie van DykaSono. A-gewogen genormeerd geluidsniveau, LnA (db(a) Materiaal 3,0 l/s PVC 57,5 PP 55,5 PE-80 SDR 26 58,0 DykaSono 53,5 Peutz meetresultaten DykaSono t.o.v. andere standaard systemen (bron NTR 3216, herziene versie 2012) 6 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

DykaSono - het systeem 3 3. TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 7

3 DykaSono - het systeem Het DykaSono leidingsysteem bestaat uit buizen en hulpstukken in de diameters 50, 75, 90, 110, 125 en 160 mm. De hulpstukken zijn veelal alzijdig mof en deels mof/spie uitgevoerd en voorzien van een gefixeerde rubberring. De manchetverbinding heeft het grote voordeel dat de verbinding flexibel, verdraaibaar en demontabel blijft. De rubber afdichtingsringen zijn vervaardigd uit SBR en bestand tegen normaal huishoudelijk afvalwater en de daarin voorkomende chemische stoffen. Indien er uitzonderlijke chemische stoffen en/of concentraties zijn te verwachten is het aan te raden contact op te nemen met DYKA. 3.1. Aansluiting onderdelen van een ander materiaal In alle gevallen moeten de aansluitingen tot stand worden gebracht door middel van fabrieksmatig vervaardigde overgangsstukken en manchetten. De aansluitingen moeten zodanig worden uitgevoerd, dat er een lucht- en waterdichte verbinding ontstaat. DykaSono hulpstukken kunnen zonder extra voorzieningen worden toegepast op standaard PVC, PP en PE buizen met dezelfde diameters. Omdat DykaSono is vervaardigd uit (met bariumsulfaat verzwaard) PVC, is DykaSono ook verlijmbaar met standaard PVC leidingsystemen. Type Eigenschap Waarde Eenheid Fysische eigenschappen Soortelijke massa 1,9 g/cm3 Mechanische eigenschappen E-modulus 4000 MPa Treksterkte 33 N/mm2 Rek bij breuk 70 % Vloeigrens 35 N/mm2 Rek bij vloeigrens 8 % Thermische eigenschappen Vicat verwerkingstemperatuur 81,3 C Lineaire uitzettingscoëfficiënt 0,04 mm/m C Warmtegeleidbaarheid bij 20 C 0,48 W/m C Praktische toepassingsgebied Langdurig 70 C Kortstondig 95 C Montage verwerkbaarheid > 5 C Materiaaleigenschappen DykaSono 8 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

DykaSono - het systeem 3 3.2. Materiaaleigenschappen Het voor de buizen gebruikte PVC heeft onderstaande eigenschappen: De aangegeven waarden zijn van vanuit plaat geperste proefstaaltjes. Al naar gelang de fabricage omstandigheden kunnen bovengenoemde waarden van deze gemiddelden afwijken. Thermische eigenschappen Bij het ontwerpen en monteren van een DykaSono binnenrioleringssysteem, dient u rekening te houden met de thermische uitzettingscoëfficiënt van 0,04 mm/ m C. Dit betekent dat 1 meter buis, per 1 C, 0,04 mm zal uitzetten of krimpen. Onder invloed van een groot temperatuurverschil kan een leiding dus een relatief grote lengteverandering ondergaan. De totale uitzetting in mm kan met behulp van onderstaande formule worden berekend: l = α x l x T Waarbij: l = uitzetting in mm α = uitzettingscoëfficiënt mm/m C l = buislengte in meters T= temperatuurverschil in C Onderstaand een voorbeeld: Buislengte = 3,00 meter Temperatuurverschil = 40 C De uitzetting wordt dan: 0,04 x 3,00 x 40 = 4,8 mm 5 mm Expansie wordt opgevangen in de mof 3.3. DykaSono onderdelen Omdat het DykaSono leidingsysteem een aantal specifieke DykaSono onderdelen bevat, worden deze hieronder nader besproken. 3.3.1. Dempingsmof De DykaSono dempingsmof is een hulpstuk dat speciaal is ontwikkeld voor toepassing in de standleidingvoetbocht. De standleidingvoetbocht is een deel van het leidingsysteem waar veel geluid wordt geproduceerd. Doordat de dempingsmof aan de mofzijde is voorzien van een rubber dat de gehele moflengte bekleedt, maken de buis en de bocht geen contact met de dempingsmof, waardoor contactgeluid wordt geminimaliseerd. Bij de aanleg van DykaSono afvoerleidingen dient rekening te worden gehouden met expansie in de mof. Door de rubbermanchetten in de hulpstukken is er een blijvende mogelijkheid voor expansie, waardoor expansiestukken overbodig zijn. 1 2 3 4 5 Legenda: 1. Bocht 45º mof/spie 2. Dempingsmof 3. Bocht 45º mof/spie 4. Dempingsmof 5. Vastpuntbeugel TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 9

3 DykaSono - het systeem 3.3.2. Verlengd closet T-stuk Met het DykaSono verlengd closet T-stuk heeft u direct de juiste aansluithoogte voor het toilet, dus minder zaagwerk en minder hulpstukken vereist. 3.3.3. Instort T-stuk Wanneer zogenaamde verdiepings- T-stukken worden ingestort, verdient het aanbeveling de hiervoor speciaal ontwikkelde instort-t-stukken te gebruiken. Plaatsing van de standleiding, welke is voorzien van een manchetmof, geschiedt aan de onderzijde, met behulp van een vastpuntflens. Voor het storten dient deze reeds op het instort-t-stuk te zijn aangebracht. Na het storten kan men deze weer demonteren en over de standleiding schuiven. De flens kan weer op z n plaats worden gemonteerd door middel van de standaard meegeleverde boutjes. Aan de bovenzijde kan men dan bijvoorbeeld het verlengd closet-tstuk plaatsen. 3.3.4. Verlengde bocht 45 De DykaSono verlengde bocht 45 is een speciaal hulpstuk voor onderaan de standleiding. Met de verlengde bocht creëert u op eenvoudige wijze een tussenstuk van min. 250 mm. Ook dit hulpstuk vermindert weer zaagwerk en hulpstukken. 3.3.5. Beugels DykaSono beugels hebben een speciale rubberinlage, waardoor contactgeluid wordt gedempt. De enkele beugels zijn als doorvoerbeugels toepasbaar (met de zwarte afstandhouders gemonteerd) en als enkele vastpuntbeugel voor toepassing in de liggende leiding (de zwarte afstandhouders verwijderen). Daarnaast bestaat de DykaSono dubbele vastpuntbeugel voor de bevestiging van standleidingen, waarbij de onderste beugel een doorvoerbeugel is, die aan de wand wordt gemonteerd. De bovenste beugel is een vastpuntbeugel die vast om de buis wordt geklemd. Na installatie ligt de vastpuntbeugel volledig op de doorvoerbeugel, waardoor een optimale geluidsontkoppeling wordt gerealiseerd. 10 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

Ontwerp 4 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 11

4 Ontwerp In dit hoofdstuk geven wij u een aantal aandachtspunten waarmee u rekening dient te houden bij het ontwerp van het geluidsgedempte leidingsysteem DykaSono. Als het leidingtraject globaal bekend is, kan worden bepaald of er kans bestaat op geluidsoverlast in de verblijfsruimten. Zoals eerder vermeld is het geluidsniveau bij verblijfsruimtes (woon- en slaapkamers) van woningen als gevolg van installatiegeluid van de naastgelegen woning best niet hoger zijn dan 30 db(a). Bij verblijfsruimtes in niet-woningen, zoals o.a. kantoorgebouwen, horecagelegenheden en gebouwen in de gezondheidszorg, is het maximale geluidsniveau doorgaans 35 db(a). Daarnaast kunnen in specifieke gevallen vanuit privaatrechtelijke sfeer verscherpte eisen worden geformuleerd, die betrekking hebben op geluidsniveaus binnen de woning. Een leiding die is ingestort, zal meestal geen geluidsproblemen geven. Bij leidingen die in bijvoorbeeld schachten of aan plafonds zijn gemonteerd, moeten wel extra geluiddempende maatregelen worden getroffen. Een aantal beheersmaatregelen en aandachtspunten worden in dit hoofdstuk verder uitgewerkt. 4.1. Vermijd leidingen direct naast of door verblijfsruimten Bij het ontwerp van een woning is aan te bevelen de leidingschacht niet direct grenzend aan een verblijfsruimte (woon- en slaapkamers) te situeren. Bij toepassing van DykaSono kunnen de wanden van de schachtconstructie in een lichter materiaal worden uitgevoerd dan bij toepassing van een standaard rioleringsysteem. 4.2. Zorg voor goede en voldoende ontluchting Een goede ontluchting is voor de werking van een rioolsysteem van essentieel belang. Het zorgt niet alleen voor een snelle afvoer van rioolwater, waardoor de kans op verstoppingen wordt verkleind, het voorkomt ook het leegtrekken van sifons en vermindert de geluidsproductie (minder borrelen, etc.). 4.3. Vermijd verslepingen in de standleiding Richtingsveranderingen in de standleiding in de vorm van een versleping, zorgen voor een toename van het geluidsniveau. Voorkom daarom zoveel mogelijk verslepingen in een standleiding. Indien verslepingen toch moeten worden toegepast, waarbij de kans op hydraulische afsluitingen toeneemt, breng dan een vereveningsleiding aan. Deze loopt parallel aan de standleiding en is daarmee regelmatig verbonden onder een hoek van 45 naar boven, zodat er geen rioolwater in kan stromen. Bij hydraulische afsluitingen en/of drukverschillen door stroomsnelheidsverschillen zorgt de vereveningsleiding voor drukverevening. Zie voor de aansluiting van een vereveningsleiding afbeelding hierbij. 12 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

Ontwerp 4 4.4. Gebruik in liggende leidingen alleen bochten van 45 of minder Zorg bij horizontale leidingen voor een gelijkmatige en niet te hoge stroomsnelheid (geen versnellingen of stuwingen). Maak het afschot daarom niet groter dan noodzakelijk. Als er hoekveranderingen moeten worden toegepast, gebruik dan alleen bochten en T-stukken van 45 of minder. 4.5. Systeemplafonds Systeemplafonds hebben een zeer geringe geluidsdempende werking. Daarom dient u extra maatregelen te treffen bij leidingen onder een verlaagd plafond. Wij adviseren bij montage boven systeemplafonds het leidingsysteem extra te isoleren met een geluidsisolatie. Hiervoor kunt u gebruik maken van Dykasol akoestische isolatie. 4.6. Bevestiging De manier van bevestigen heeft een grote invloed op de geluidsoverdracht. Het is daarom van belang het leidingsysteem akoestisch te ontkoppelen. Dit kan met behulp van de speciale DykaSono beugels met rubberinlage, waarbij het systeem bestaat uit een doorvoerbeugel en een zogenaamde dubbel vastpuntbeugel, waarbij de onderste beugel een doorvoerbeugel is, die aan de wand wordt gemonteerd. De bovenste beugel is een vastpuntbeugel die vast om de buis wordt geklemd. Na installatie ligt de vastpuntbeugel volledig op de doorvoerbeugel, waardoor een optimale geluidsontkoppeling wordt gerealiseerd. 4.7. SoundSpotSim SoundSpotSim is een computerrekenmodel als onderdeel van de richtlijn NTR 3216 Beperking van geluidshinder van de Nederlandse NEN 3215. In de versie januari 2010 is DykaSono opgenomen naast andere leidingsystemen. Duidelijk vaststelbaar is dat DykaSono de beste oplossing biedt voor geluidshinder van binnenriolering en een lagere Total Cost of Installation mogelijk maakt. Bijvoorbeeld omdat bij toepassing van DykaSono in vele gevallen een eenvoudige schachtwand volstaat. Luchtgeluid van kale buissyteem (exclusief beugels) Luchtgeluidsniveau met inbegrip van invoegverliezen van schachtwand en isolatie Contactgeluidsniveau en totale geluidsniveau Totale geluidsniveau in de ruimte inclusief nagalmeffect TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 13

5 Montage 14 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

Montage 5 In dit hoofdstuk vindt u een groot aantal aanwijzingen voor het monteren van het DykaSono geluidgedempte binnenrioleringssysteem. 5.1. Het maken van een verbinding Voor het maken van een goede verbinding gaat u als volgt te werk: 1. De buis haaks afkorten m.b.v. een pijpensnijder of fijngetande zaag. Afbramen en scherpe kanten verwijderen 2. Aanschuinen 3. De buis en rubberring vuilvrij maken en insmeren met een glijmiddel 4. Indien een expansiemogelijkheid is gewenst, kan de expansie in de mof worden opgevangen. Dit kan door: a. De buis tot aan de aanslag in de mof steken; b. Direct achter de mof aftekenen; c. De buis ca. 5 mm uit de mof van het hulpstuk terugtrekken. Indien men de buis niet aanschuint en geen glijmiddel gebruikt, zal de inschuifkracht zeer hoog zijn. Beschadiging van de rubberring is dan niet uitgesloten. Hulpstukken mogen niet worden ingekort. Door het terugtrekken van de buis of het spie-eind uit de mof met 5 mm, kunnen de door temperatuurwisselingen veroorzaakte lengteveranderingen in de moffen worden opgevangen. Elke DykaSono mof kan de lengteverandering van een 3 meter lange leiding opnemen (de uitzettingscoëfficient van DykaSono is gemiddeld tussen 0 C en 70 C ongeveer 0,04 mm/m C). De spie-einden van fittingen en korte buiseinden ( 0,5 m) kunnen volledig in de mof worden gestoken. 5.2. Aansluiten op onderdelen van een ander materiaal Het DykaSono leidingsysteem is een alzijdig mofsysteem. Daarom kunnen de aansluitingen tot stand worden gebracht door middel van overgangsstukken met manchetten. De aansluitingen moeten zodanig worden uitgevoerd, dat er een lucht- en waterdichte verbinding ontstaat. DykaSono hulpstukken kunnen zonder extra voorzieningen worden toegepast op PVC, PE en PP buizen met dezelfde diameter. PP sifons kunnen rechtstreeks in een mof van gelijke diameter op een DykaSono leidingsysteem worden aangesloten. Overgangsringen zijn niet nodig. Daarnaast is DykaSono een uit (bariumsulfaat verzwaard) PVC vervaardigd leidingsysteem en kan daarom ook worden verlijmd met een standaard PVC binnenrioleringssysteem. 5.3. Montage van leidingen in schachten De dikte en het soortelijk gewicht van de wand heeft invloed op de overdracht van contactgeluid. Het is daarom belangrijk de zwaarste wand te kiezen voor de montage van de beugels. Indien er weinig massa in de schachtwand aanwezig is (bijvoorbeeld metal-stud) adviseren wij aan het plafond te beugelen, dan wel een instort T-stuk te gebruiken (afhankelijk van type vloer). Wand- en niet ingestorte vloerdoorvoeren moeten voor de akoestische ontkoppeling van het leidingsysteem met standaard geluidsisolatie worden voorzien. Doorvoeren dienen akoestisch zodanig te zijn afgedicht dat de akoestische kwaliteit van de schachtwand niet nadelig wordt beïnvloed. Tevens dient een leidingdoorvoer geen star contact met de sparing te maken. TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 15

5 Montage 5.4. Montage van leidingen in de muur Sleuven in de muur moeten zo worden uitgevoerd dat spanningsvrije montage van het leidingsysteem is gewaarborgd. De leidingen en hulpstukken dienen akoestisch te worden ontkoppeld, door de buis en de hulpstukken geheel te omgeven met dempende materialen, zoals mineraal- of glaswol. Op plekken waar door invloeden van buitenaf de temperatuur boven de 70 C stijgt, dienen passende maatregelen te worden getroffen om buis en fittingen te beschermen. 5.5. Montage van leidingen in beton DykaSono kan probleemloos worden ingestort in beton (tot een maximale temperatuur van 55 C). Het blijkt dat bij een betondekking van ca. 50 mm dikte, een afname in geluidsniveau mogelijk is van ca. 30 db(a). Bevestig de leidingdelen dusdanig dat verschuiven van de leidingen bij het storten van beton niet mogelijk is. Buiseinden van tevoren met DYKA speciedeksels afsluiten. Tijdens het storten van beton, de leidingen niet onnodig belasten. Voor het instorten van kunststof leidingen heeft DYKA een buissteun in het assortiment die de leiding ondersteunt bij het instorten in betonvloeren. Horizontale leidingen worden vaak per verdieping ingestort, waarbij de standleiding met manchetmof er 1 2 3 naderhand tussen wordt gemonteerd. Met behulp van het instort T-stuk kan dit snel en veilig worden gedaan. Plaatsing van de standleiding met manchetmof, geschiedt aan de onderzijde, met behulp van een vastpuntflens. Voor het storten dient deze reeds op het instort-t-stuk te zijn aangebracht. Na het storten kan men deze weer demonteren en over de standleiding schuiven. De flens kan weer op z n plaats worden gemonteerd door middel van de standaard meegeleverde boutjes. Aan de bovenzijde kan men dan bijvoorbeeld het verlengd closet T-stuk plaatsen. 5.6. Montage boven systeemplafonds Systeemplafonds hebben een zeer geringe geluidsdempende werking. Daarom dienen er extra maatregelen te worden getroffen bij leidingen boven een verlaagd plafond. Wij adviseren bij montage boven systeemplafonds het leidingsysteem extra te isoleren met een geluidsisolatie. Hiervoor kunt u gebruik maken van Dykasol akoestische isolatie. 4 5 Bij montage met instort T-stuk in de vloer ingestort kan beugelen van de standleiding achterwege worden gelaten. Legenda: 1. Klembeugel 2. T-stuk 90º 2 x mof/spie 3. Instort T-stuk 4. Klembeugel 5. Overschuifmof 16 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

Montage 5 5.7. Installatie van standleidingen In bijgaande afbeeldingen geven wij een aantal situaties weer met betrekking tot het installeren van een DykaSono standleiding, waarbij we onderscheid maken tussen niet ingestorte vloerdoorvoeren en ingestorte vloerdoorvoeren. 5.7.1. Standleidingen bij niet-ingestorte vloerdoorvoeren DykaSono standleidingen met niet ingestorte vloerdoorvoeren, worden geïnstalleerd zoals weergegeven in onderstaande afbeelding. Het gedeelte tussen de aftakking (T-stuk) en de verdiepingsvloer kan met één buisdeel worden overbrugd. Op de eerste verdieping boven de grondleiding wordt de DykaSono dubbele vastpuntbeugel onder het alzijdig gemofd T-stuk gemonteerd. De DykaSono doorvoerbeugel wordt op ca. 2/3 van deze lengte gemonteerd. De doorvoerbeugel laat ook in ingebouwde toestand een vrije beweging van het leidingsysteem in de langs-richting toe. Bij elke daarboven gelegen verdieping volgt de installatie op dezelfde wijze met de benodigde bouwlengte buis. De verdiepingsaansluiting heeft geen extra bevestiging nodig. Als alternatief kunnen voor verdiepingsdoorvoeren ook passtukken worden gebruikt. Voor de zekering van de stijgleiding (om het uit elkaar glijden te voorkomen) moet bij eengezinswoningen op de bovenste verdieping en bij hoogbouw elke derde verdieping een DykaSono enkele vastpuntbeugel (zonder bevestiging aan de constructie) worden gemonteerd, direct onder de DykaSono dubbele vastpuntbeugel. Neem hiervoor de DykaSono doorvoerbeugel en verwijder de zwarte nokjes, zodat de beugel vast klemt om de buis. 1 2 3 Montage standleiding in schacht met dubbel vastpunt beugels en doorvoer. 1 Legenda: 1. Vastpuntbeugel 2. Dubbel vastpuntbeugel 3. Beugel doorvoer 4. Bocht 45 mof/spie 5. Dempingsmof 2 3 1 4 5 4 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 17

5 Montage 5.7.2. Standleidingen bij ingestorte vloerdoorvoeren DykaSono standleidingen met ingestorte vloerdoorvoeren, worden geïnstalleerd zoals weergegeven in de afbeelding hiernaast. Wanneer zogenaamde verdiepings-t-stukken worden ingestort, adviseren wij het hiervoor speciaal ontwikkelde instort T-stuk te gebruiken. Plaatsing van de standleiding met een mof, geschiedt aan de onderzijde met behulp van een vastpuntflens. Voor het instorten dient deze reeds op het instort T-stuk te zijn aangebracht. Na het instorten kan men deze weer demonteren en over de standleiding schuiven. De flens kan weer op z n plaats worden aangebracht met behulp van de standaard meegeleverde boutjes. Hiermee wordt een vastpunt gecreëerd, waardoor de dubbele vastpuntbeugel hier overbodig is. Aan de bovenzijde kan men dan bijvoorbeeld het speciaal ontwikkelde Verlengd closet T-stuk plaatsen, waardoor men direct de juiste aansluithoogte voor het toilet heeft. Boven het verlengd closet T-stuk monteert u een stukje buis met de overschuifmof. Direct boven de overschuifmof monteert u een enkele vastpuntbeugel (zonder bevestiging aan de constructie). Neem hiervoor de DykaSono doorvoerbeugel en verwijder de zwarte nokjes, zodat de beugel vast klemt om de buis. Klembeugel boven overschuifmof (A) ter voorkoming omhoogkruipen van de overschuifmof. A 18 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

Montage 5 Montage standleiding in schacht met dubbel vastpunt beugels aan plafond. Montage standleiding in schacht met shunt t.b.v. toilet. TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 19

5 Montage 5.7.3. Montage overschuifmof De DykaSono overschuifmof wordt in vier stappen gemonteerd: 1. Buiseinden afbramen en aanschuinen. 2. Schuif in één zijde van de overschuifmof een korte buis. 3. Schuif de gehele overschuifmof op de leiding. 4. Fixeer de mof door twee DykaSono enkele vastpuntbeugels om de buis te klemmen, zonder deze beugels aan wand of vloer te bevestigen. 5.7.4. Overgang van standleiding naar grondleiding De overgang van de standleiding naar de grondleiding, ook wel standleidingvoet genoemd, verdient speciale aandacht. Deze wordt opgebouwd met behulp van de zogenaamde dempingsmoffen, die een belangrijk onderdeel vormen van het geluidgedempte DykaSono leidingsysteem. De DykaSono dempingsmof is een verbindingselement dat speciaal is ontwikkeld voor toepassing in de standleidingvoetbocht. De standleidingvoetbocht is een deel van het leidingsysteem waar veel geluid wordt geproduceerd. Doordat de dempingsmof aan de mofzijde is voorzien van een rubber dat de gehele moflengte bekleedt, maken de buis en de bocht geen contact met de dempingsmof, waardoor contactgeluid wordt geminimaliseerd. Dempingsmof met rubber inlage Rubber inlage insmeren met glijmiddel Bocht 45 mof/spie met spie eind insteken Bocht 45 licht draaiend tot aanslag indrukken De standleidingvoetbocht wordt uitgevoerd met behulp van een 45º bocht mof/spie, die in de dempingsmof wordt gemonteerd. Vervolgens wordt een stukje buis aan de andere zijde van de dempingsmof gestoken. Dit geheel wordt weer verbonden met een 45º bocht mof/spie, gemonteerd in de volgende dempingsmof. Tussen de twee 45º bochten dient een recht gedeelte van minimaal 250 mm. te zitten. Aan de andere zijde van de dempingsmof kan de grondleiding worden gemonteerd. Standleidingvoetbocht samengesteld uit twee maal 45 bocht mof/spie met dempingsmof, met elkaar verbonden d.m.v. een stukje DykaSono buis. Legenda: 1. Klembeugel 2. Overschuifmof 3. Bocht 45 mof/spie 4. Dempingsmof 5. Bocht 45 mof/spie 6. Dempingsmof 1 2 3 4 5 6 20 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

Montage 5 5.8. Liggende leidingen resp. leidingen op afschot Bij liggende leidingen (lengte 10 x de diameter) dienen de DykaSono vastpuntbeugels direct na de (steek)mof te worden geplaatst. Bij inbouw van grotere lengtes (> 10 x d) zijn er doorvoerbeugels noodzakelijk. De beugelafstand (vastpunt en glij) mag bij horizontale montage niet groter zijn dan 10 x d. De DykaSono dubbele vastpuntbeugel is bij liggende leidingen niet nodig. Buisdiameter Ø 50 mm Ø 75 mm Ø 110 mm Ø 125 mm Maximale beugelafstand horizontaal 50 cm 75 cm 110 cm 125 cm Door uitzetting, krimp, verstoppingen of hoge druk reinigen, kunnen hulpstukken en buis uit elkaar glijden. Dit dient door gebruik te maken van vastpuntbeugels te worden voorkomen. 5.9. Aansluiting op de buitenriolering DykaSono binnenriolering kan zonder extra voorzieningen worden aangesloten op het buitenrioleringssysteem. Als verwacht kan worden dat de grond buiten de gevel zal inklinken, dan moeten er zodanige voorzieningen worden getroffen dat ongewenste spanningen worden voorkomen. Dit kan o.a. door het toepassen van huisaansluitingen zoals: expansiestukken die direct buiten de gevel tussen de binnen- en buitenriolering kunnen worden geplaatst, of flexibele buizen die binnen de gevel worden geinstalleerd. 5.10. Voorzieningen treffen ten behoeve van de brandveiligheid Om brand beheersbaar te houden stelt het Bouwbesluit eisen aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen brandcompartimenten. Een pand wordt opgedeeld in brandcompartimenten. Compartimentering verhindert dat een brand zich ongelimiteerd kan verspreiden. Goede brandwerende scheidingen houden de brand beheersbaar, stellen de gebruikers in staat veilig te vluchten en geven de brandweer de mogelijkheid de brand te blussen en reddingswerk te doen. Brandcompartimenten zijn een optelsom van brandwerende wanden, plafonds, deuren, glasconstructies, naden en doorvoeringen. Doorvoeringen en hun sparingen zijn een bedreiging voor de brandwerendheid en moeten worden beveiligd tegen branddoorslag. Alle doorvoeringen groter dan 25 mm moeten in ieder geval worden afgedicht. TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 21

5 Montage 5.10.1. Brandmanchetten Om kunststofleidingen brandveilig door te voeren heeft Dyka brandmanchetten in het assortiment. Een brandmanchet is een metalen huls met een grafietinlage die rondom een buis wordt aangebracht in de doorvoering van een brandwerende scheidingswand. Deze zal bij temperaturen boven de 150 C met kracht de opening tussen de buis en de wand afdichten. Ook de ruimte die vrijkomt door het verbranden van de leiding wordt door het grafiet afgedicht. Hiermee wordt voorkomen dat vlammen en giftige (brandbare) rookgassen ongehinderd langs de buizen in de naastgelegen ruimten terecht komen. Dit is noodzakelijk omdat warme rookgassen die door een zeer kleine opening kunnen gaan, opnieuw kunnen ontbranden met branddoorslag als gevolg. Over het algemeen kan bij gangbare leidingmiddellijnen met behulp van brandmanchetten een brandwerendheid van zestig minuten, zonder bijzondere extra voorzieningen, worden gerealiseerd. 5.10.2. DykaSono en Promat brandmanchetten De Promat brandmanchetten Type A en Type U die DYKA in het assortiment heeft, zijn uitstekend geschikt om te worden gebruikt in combinatie met het DykaSono leidingsysteem. 22 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

Overige 6 6.1. Schilderen Indien DykaSono leidingen en hulpstukken worden geschilderd, mogen hiervoor geen verven worden toegepast die sterk agressieve oplosmiddelen, zoals xyleentolueen methylethylketon en methyleenchloride, bevatten. De verflagen moeten een goede elasticiteit bezitten en mogen na verloop van tijd niet bros worden. 6.2. Maatregelen bij opslag Bij opslag voor langere tijd moeten DykaSono buizen rusten in daarvoor ontworpen transportpakketten of op een vlakke ondergrond, die vrij is van uitstekende scherpe voorwerpen. Buizen kunnen kromtrekken door de invloed van zonlicht en/of warmte. Het is daarom aan te raden de buizen af te schermen tegen direct zonlicht. Bij langdurige opslag van hulpstukken gelden dezelfde maatregelen. Daarnaast is het van belang dat de hulpstukken worden beschermd tegen vuil. Bij de verbindingsmanchetten kan namelijk een zodanige vuilophoping ontstaan, dat de montage wordt bemoeilijkt. De manchetrubbers mogen niet langer dan 2 jaar worden opgeslagen. TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 23

Notities 24 TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono

Notities TECHNISCHE DOCUMENTATIE DykaSono 25

Adressen Lastenboekvoorschrift: www.dyka.com Additionele DYKA services: groot productassortiment - buizen, hulpstukken, putten, prefabs Eigen interne studiedienst voor projectcalculaties en advies in Integraal Waterbeheer en aanverwante Eigen nabewerkingsatelier voor PVC-PE-PP maatwerkoplossigen Flexibele en snelle levering via netwerk van 8 filialen en talrijke Dyka handelaren DYKA, member of Tessenderlo Group DYKA PLASTICS NV, Stuifzandstraat 47, Nolimpark 4004, B3900 Overpelt, België Tel.: +32(0)11-800420, Fax: +32(0)11-644246, E-mail; dyka.be@dyka.com, Internet: www.dyka.com 05-2014 e-shop en e-business functionaliteiten