Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000 Rienk-Jan Bijlsma
Onderwerpen Habitatkaart bossen Veluwe Kwaliteitsverbetering habitattypen bos Oppervlaktevergroting habitattypen bos
Habitatkaart: typen en criteria droge bossen Beuken-eikenbossen (met hulst) inheems bos op oude bosgroeiplaatsen (TMK 1850) moderpodzolen, lemige humuspodzolen, leemgronden vml beschermde malenbossen, hakhoutbossen Oude eikenbossen eiken-berkenbos op oude bosgroeiplaatsen (TMK 1850) leemarme humuspodzolen, vaaggronden vml ingestoven hakhoutbossen, struikbossen in de heide landelijk gezien is de Veluwe het belangrijkste leefgebied Meer info: profielendocument/alterra-rapport 1769
Habitatkaart bossen Veluwe: bronnen TMK 1850 > GIS-bestand oude bosgroeiplaatsen bodemkaart/geomorfologische kaart FC-luchtfoto s (loof/naaldbos) 4de bosstatistiek (hoofdboomsoort/kiemjaar)
Habitatkaart: TMK 1850
Habitatkaart: oude bosgroeiplaatsen
Habitatkaart: habitattypen bos
Kwaliteitsverbetering: uitgangspunten Natura 2000 is keurmerk maar natuurkwaliteitscriteria niet koppelen aan N2000 doelen (er is meer kwaliteit...) In bossen gelden andere criteria dan in korte vegetaties: successie, ontwikkelingsstadia, gradiënten naar niet-bos Essentiële kwaliteiten zijn natuurlijke verjonging en aftakeling van inheemse boomsoorten (bosdynamiek) Behoud door structureel inplanten van gewenste soorten is niet uit te leggen
Kwaliteitsparameters Natura 2000 Vegetatiekwaliteit Abiotische randvoorwaarden Typische soorten Structuur en functie Goed/Matig afhankelijk van kwalificerend vegetatietype kernbereik en aanvullend bereik zuurgraad, vochttoestand, voedselrijkdom e.a. E exclusief, K karakteristiek of C constant (Ca abiotische toestand, Cb biotische structuur) overige abiotische, biotische en landschappelijke kenmerken
Kwaliteitsverbetering: algemene suggesties Maak kwaliteitsverbetering onderdeel van een visie op zonering van natuur- en productiefuncties: multifunctioneel bos omvormen naar bos met functie productie of natuur Gebruik habitatprofielen bos ook buiten Natura 2000 als ecologisch, cultuurhistorisch en economisch uitgangspunt voor het zoneren van bosfuncties op de hogere zandgronden Versterk de lokale/regionale signatuur: wat maakt mijn bos bijzonder (anders dan andere bossen)? Versterk het leefgebied van (oudbos)soorten met dispersieproblemen (zowel flora als fauna): regiospecifiek!
Kwaliteitsverbetering Beuken-eikenbossen (1) Inzetten op langdurig spontane ontwikkeling. Nieuwe kwaliteiten door aftakeling en bosdynamiek, kolonisatie door (nieuwe) soorten, nieuwe groeivormen, humusaccumulatie Houtoogst (inheems productiebos) is goed mogelijk maar leidt in principe tot kwaliteitsverlies. Hakhout leidt zeker tot kwaliteitsverlies (maar soms functioneel, bv uitzichtspunten) Specifieke ingrepen voor versterking van leefgebied van typische soorten en regionale kwaliteitssoorten
Kwaliteitsverbetering Beuken-eikenbossen (2) Begrazing is altijd gunstig: openhouden van open ruimtes/gradiënten, vertragen van successie oiv N-depositie, verspreiding van zaden en vruchten Oude infrastructuur, wallen e.d. onderhouden (refugia, cultuurhistorie). Bij jaarrondbegrazing: jongere infrastructuur deels verbreden tot een grazige (of paarse ) dooradering met mantel- en zoomvegetaties Het inplanten van autochtone boom- en struiksoorten alleen bij wijze van herstel of versterking van leefgebied en alleen als condities voor natuurlijke verjonging geschikt zijn
Kwaliteitsverbetering: natuurlijke dynamiek
Kwaliteitsverbetering Oude eikenbossen (1) Inzetten op eikenstrubben en condities voor natuurlijke verjonging van eik (open bos, heide- en stuifzandachtige ruimtes) en gradiënten naar heide en stuifzand oiv begrazing/vertrapping (strubbenbos, eikenclusters) Laat beheer zoveel mogelijk over aan grote grazers (wilde hoefdieren en/of landbouwhuisdieren): zonder jaarrondbegrazing zeer lastig te beheren. Dominantie van beuk en amerikaanse vogelkers voorkomen: opstellen van een terreinspecifieke visie voor het omgaan met beide soorten (onderdeel van visie op zonering van natuur- en productiefuncties)
Kwaliteitsverbetering Oude eikenbossen (2) Houtoogst leidt tot kwaliteitsverlies (hoe ouder, hoe beter...) en vaak tot uitbreiding amerikaanse vogelkers. Waarschijnlijk economisch niet interessant. Grove den in eikenbossen sparen: belangrijke bron van dood hout, kluiten. Dus: niet omvormen naar puur loofbos! Jonge infrastructuur zoveel mogelijk uit beheer halen en laten opgaan in het bos (stiltegebieden voor de fauna)
Oude eikenbossen
Oppervlaktevergroting: uitgangspunten Oude bossen fungeren als uitvalsbasis voor karakteristieke soorten in het omringende, jongere boslandschap en voor het herstel van oud bos binnen oude bosgroeiplaatsen Uitbreiding vindt plaats door natuurlijke verjonging vanuit aangrenzend/omliggend bos en niet door aanleg
Oppervlaktevergroting: algemene suggesties Maak oppervlaktevergroting onderdeel van een visie op zonering van natuur- en productiefuncties Met exoten gemengd (niet-kwalificerend) inheems bos vrijmaken van exoten (met name douglasspar, amerikaanse eik, amerikaanse vogelkers, amerikaans krentenboompje) Enclaves amerikaanse eik, douglas, larix en spar geheel vellen; open ruimtes niet inplanten maar laten ontwikkelen oiv begrazing. Open ruimtes geven ook een kwaliteitsverbetering! Heb geduld! Veel met den doorplant (niet-kwalificerend) eikenbos levert door aftakeling van grove den op termijn vanzelf extra oppervlak habitattype met hoge kwaliteit. Dus niet omvormen!
Geduld...
Oppervlaktevergroting Beuken-eikenbossen Uitbreiding van kwalificerend bos verloopt spontaan, vooral door uitbreiding van beuk. Specifieke ingrepen anders dan het opruimen van exoten binnen en juist buiten oude bosgroeiplaatsen zijn niet nodig: de open ruimtes lopen vanzelf vol of blijven deels open, in beide gevallen met een verhoogde natuurkwaliteit Buiten oude bosgroeiplaatsen is het wachten op aangrenzend 100-jarig bos
Oppervlaktevergroting Oude eikenbossen Uitbreiding in aangrenzende grove dennenbossen door verjonging van eik. Deze zones reserveren voor natuurlijke uitbreiding: hier geen grove den meer oogsten, wel amerikaanse vogelkers bestrijden Uitbreiding in aangrenzende heide en stuifzand door opslag van berk en eik. Vereist terreinspecifieke visie op habitattypen droge heide/stuifzandheide + oude eikenbossen (uitbreiding ten koste van zeldzame habitattypen zoals jeneverbesstruwelen, is niet aan de orde)
Samengevat Veluwe is landelijk van groot belang voor Beuken-eikenbossen en vooral voor Oude eikenbossen Habitattypen zijn landschappelijk gezoneerd naar bodem en historisch landgebruik Uitgangspunt kwaliteit: natuurlijke verjonging en aftakeling Kwaliteiten per regio bepalen en versterken Oppervlaktevergroting door vaksgewijs opruimen exoten Houtoogst goed mogelijk in Beuken-eikenbossen maar in Oude eikenbossen ecologisch ongewenst Begrazing is sleutelfactor in Oude eikenbossen en belangrijk in Beuken-eikenbossen (onderdeel bos- en heidelandschap) Grove den altijd sparen: niet (versneld) omvormen!
Visie op bos/heide/stuifzandlandschap...
Dank voor uw aandacht rienkjan.bijlsma@wur.nl maart 2011 Alterra Wageningen UR