COACHING = Het planmatig beïnvloeden van spelers. Met als doel de speler en het team beter te maken.
Wat is coachen? Coachen is het beïnvloeden van het voetballen of van de spelers We houden ons bezig met de oorzaken en gevolgen die het resultaat van de wedstrijd bepalen (niet laten afleiden door zaken niet direct met het spel te maken hebben.) Onthouden van deze gebeurtenissen Afhankelijk van de leeftijdsgroep tracht de coach een positieve bijdrage te leveren aan de voetbalontwikkeling van de spelers Afstand nemen van de emoties die bij voetballen horen ( de supporter: joelen, fluiten, ) Verder denken dan de wedstrijd van vandaag. Het winnen vandaag is van ondergeschikt belang aan de ontwikkeling die morgen plaatsvindt. Voor de spelers gaat de wedstrijd om te winnen voor de coach is het een middel om de ontwikkeling van de spelers te bevorderen en testen. Actief kijken: Niet enkel de gevolgen zien (zoals de supporter) maar vooral naar de oorzaken kijken (hoe, wat wanneer en het waarom ) Training is het gevolg van een wedstrijd. Wat verkeerd ging moet In het vervolg goed gaan of wat goed ging moet nog eens extra worden benadrukt en bevestigd Ontwikkeling van een bepaalde speler mag niet worden opgeofferd voor het resultaat van het team. Af en toe wisselen van positie om de speler als voetballer completer te maken.
Hoe leer je coachen? Coachen heeft te maken met ervaring. Je leert het door te doen. Kritisch te zijn voor je zelf. Deed ik het goed? Hoe reageerde de spelers? Was de reactie zoals verwacht? Hoe het ik het eventueel anders kunnen doen? Er plezier aan beleven Het leren coachen onderscheiden we in vijf fazen: Kennis en inzicht in het voetballen (wat bij balbezit, bij balbezit tegenpartij eisen van een bepaalde positie, ) Het lezen van het voetbal (Waarnemen zowel voor, tijdens en na afloop van training en wedstrijd) Er doen zich veel meer voetbalproblemen (hoe meer ervaring van de coach hoe meer voetbalproblemen hij zal zien) voor dan dat hij voor mogelijk hield stel eens een lijstje op. Doelstellingen Hoe kunnen deze voetbalproblemen opgelost worden. Het antwoord op deze vraag zijn de doelstellingen Stellen van prioriteiten Alle voetbalproblemen kunnen niet tegelijk op gelost worden. Sommigen dienen eerst opgelost te worden voor een ander kan worden opgelost (ook rekening houden met de doelstellingen van de leeftijd) Maken van plannen Wat wil de coach op het einde van het seizoen bereiken. In de planning zijn de prioriteiten opgenomen. Kan ook voor een kwartaal of een maand.
Coachen voor en na de wedstrijd: Dit betekent het volgende: Voor de wedstrijd: Jongste jeugd: Laten "uitrazen" (met de bal) Omkleden en zelfstandigheid in de kleedkamers bevorderen Opmerking over de wedstrijd in de zin van "De bal niet afwachten, Oudere jeugd: Inhaken op het beeld uit een vorige wedstrijd (te veel balverlies door individuele acties op moment dat er teveel tegenstanders in de buurt staat. Tijdens de wedstrijd: Jongste jeugd: Globale aanwijzingen die een relatie hebben met en herkend worden uit eerdere situaties (trainingen/wedstrijden/besprekingen), ga naar de bal toe, ga naar het doel met die bal Oudere jeugd: Opmerkingen in relatie tot presteren in de wedstrijd (zowel individueel als collectief) waarbij het gaat om het nastreven van resultaat. Bv "Stoor niet alleen, wanneer niet iedereen meedoet.
Alle aanwijzingen bij voorbaat vooraf laten gaan door het zelf laten opsporen van de problemen en antwoorden laten zoeken Na de wedstrijd: Jongste jeugd: Korte in drukken van de wedstrijd verzamelen en samenvatten. lekker douchen, je schoenen buiten uitslaan, géén troep in de kleedkamer achter laten. Oudere jeugd: Spelers eerst aan bod laten komen over hun ervaring van de wedstrijd. Zowel positieve als negatieve punten "duidelijk" aan bod laten komen. Het beestje bij de naam noemen Relatie laten leggen tussen de trainingen en wedstrijdsituaties Individuele aspecten accentueren "steeds verkeerd passen, prima vrije trap, niet goed coachen
Wissels: Bij de jongsten voorkomen dat er wissels langs de kant staan. "Sterkste formatie in het veld op de momenten waar het er om gaat." Een wissel moet steeds de bedoeling hebben het spel te verbeteren. Naderhand ook de wissel motiveren (wat was de bedoeling => wat was het resultaat) Bij het nastreven van resultaat zal bij iedereen duidelijk moeten zijn (via training, coaching, bespreking) langs welke weg dit resultaat nagestreefd zal worden. De spelers zullen hierdoor meer begrip krijgen voor de maatregelen. Bij teams/spelers/categorieën waar het resultaat minder belangrijk wordt geacht, zijn regelingen t.a.v. de wissels gebaseerd op ieder zijn beurt. Aanvoerderschap: Bij jongste grootste praatjes maker, Bij de oudste jeugd via aanvoerder een aantal zaken door de groep laten regelen, een soort verlengstuk van de coach (wel blijven controleren). De aanvoerder moet een positieve invloed hebben op het resultaat. Zoek samen naar zo n speler. De speler moet het ook willen Veelal zal er een natuurlijke leider aanwezig zijn. Observeer dus eerst de groep. Opstelling: De opstelling is een product van het nadenken over het zo optimaal mogelijk benutten van de beschikbare kwaliteiten en dit volgens de visie waarmee gevoetbald wordt. (motiveren t.o.v. betrokkenen, spelers, bestuur) Ook de beste spelers zodanig neer te zetten dat er steeds "op de tenen" moet worden gelopen. (overzetten naar ouder jeugd). Dus spelers daar laten spelen waar ze nog kunnen verbeteren, dus niet in het belang van het elftal
Aanpassen aan de tegenstanders enkel bij oudste jeugd en mag niet teveel afbreuk doen aan de visie t.a.v. het jeugdvoetbal.) Het coachen in de verschillende ontwikkelingsfasen: Niet "de" techniek, maar het spel, de spelontwikkeling en de spel- en wedstrijdrijpheid staan naast de spelvreugde centraal. De techniek niet loskoppelen van het spel dus steeds onder weerstand inoefenen ( Will Coerver) Spelrijpheid: Werd vroeger op staart opgedaan. Nu moet dit in een veel sneller gebeuren en dit kan enkel door gebruik te maken van vereenvoudigde spelvormen. Basisvormen (4:4, 1:1, 5:2) Later meer complexere spel- en wedstrijdvormen Alleen spel- of wedstrijdvormen brengt de juiste sfeer, waarin spelers (zowel jongs als oud) gemotiveerd zijn en met volle inzet spelend oefenen. De rol van de coach: Het vroeger trial and error leren (straatvoetbal) moet gecompenseerd worden door efficiënte coaching Wedstrijden (vriendschappelijk, competitie), partij-, spel-, wedstrijd- en oefenvormen op training Coachdoelstellingen: Coachen van de wedstrijd komt pas rond 12 jaar echt aan de orde
5-8 jarigen is 7:7 te onoverzichtelijke: te veel spelers en te groot speelveld. Daarom word er meer en meer op aangedrongen om 4:4 te spelen. Pupillen: Het accent ligt op "motorische vaardigheden:, uitvoering van de techniek het hier-en-nu" denken van het kind Junioren: inzicht en communicatie gaat een belangrijke plaats innemen. Vanaf 12 jaar uitgesteld denken (= een beeld vormen van wat komen gaat of wat geweest is). De coach dient het visueel te maken bv een technische vaardigheid die fout ging even laten zien en vervolgens het goed voordoen. Doelstellingen met betrekking tot het leren van taken en functies in voetballen: 4 tegen 4-7 tegen 7 Taken en functies in relatie tot positie en linie 11 tegen 11 Taken en functies in relatie tot positie, linie en team
Opleiding & coach doelstellingen: T.I.C. = Techniek Inzicht en Communicatie Leeftijd Doel Inhoud T.I.C. 5-7 jaar Bal is doel 7-12 jaar Bal is middel 12-16 jaar wedstrijd is middel zgn voorfase het leren beheersen van de bal (de bal is rond en dat is best moeilijk) basisspel-rijpheid wedstrijd (11:11)-rijpheid vaardiheidsspelvormen -richting -snelheid nauwkeurig T.I.c spelinzicht en technische vaardigheid ontwikkelen door middel van het spelen in vereenvoudigde voetbalsituatie (de zgn basisvormen) T.I.C.
16-18 jaar wedstrijd is doel 18 jaar competitie is doel competitie-rijpheid optimale rijpheid in senioren en/of topvoetbal teamtaken, taken per linie en posities ontwikkelen door kleine en grote wedstrijdvormen (en afgeleide vormen) T.I.C. wedstrijdcoaching -rendement wedstrijdrijpheid mentale aspecten T.I.C. specialisatie of multi-functionele beïnvloeding
Plannen en voorbereiding van de training zijn essentiële zaken. Evaluatie voorbeeld van Gelder Van Gelder gaat uit van volgende sleutelvragen? Waar moet ik beginnen beginsituatie Wat wil ik bereiken? doelstelling Hoe kan ik de training geven? (wat en hoe/middelen) Met welk resultaat heb ik de training gegeven? (evaluatie)