tekst inge-mirjam bosveld Beeld Eljee Op uw plaatsen... Ook in Eva-radio kwamen op 22 januari militairen aan het woord. (Na)luisteren kan ook via www.eo.nl/eva. Vechten voor vrijheid Patrouilleren door de vrieskou of brandende hitte, het gevecht opzoeken op momenten waarop de meeste mensen het liefst wegrennen en wellicht zelfs kogels ontwijken. Het leger in, waarom zou je? Vier beroepssoldaten vertellen. 22
Je doet dingen die een normaal mens niet doet Mijn vader wilde liever niet dat ik het leger in zou gaan, maar nu heb ik de volledige steun van thuis. Na het eerste deel van de opleiding zijn we nog met 35 man overgebleven, waarvan drie meisjes. Zelf zit ik als enige in een groep met dertien jongens. Maar het werken met jongens gaat me makkelijk af. Ze zeggen tenminste waar het op staat en draaien er niet omheen. Meisjes zeggen vaak niet wat ze bedoelen. Wat ik echt heel leuk vind is dat je steeds bezig bent met het verleggen van je grenzen. Je doet echt dingen die een normaal mens niet doet. Onlangs heb ik een laddertje beklommen van maar 30 cm breed en wel 30 meter hoog. Dat is om te kijken hoe je stress ervaart en hoe je ermee omgaat. En laatst moest ik een klimtoren van 15 meter hoog met m n hoofd naar beneden afdalen. Na afloop heb ik dan echt zo n gevoel van, dat heb toch maar weer mooi gedaan. Mijn vrienden snappen vaak niet waar ik mee bezig ben. Zij zijn druk met tentamens, colleges en disputen, terwijl ik op bivak ga en veel sport. Dat maakt het soms wel eenzaam. Gelukkig kan ik erover praten met de mensen uit m n groep. We zeggen heus wel eens tegen elkaar: Waarom doen we dit eigenlijk? Zitten we in de kou te eten uit blik, terwijl we ook lekker bij moeder achter de hete stamppot kunnen zitten. Het leger maakt je snel volwassen. Volgend jaar ben ik 20 en krijg ik een groep van 8 man onder mijn commando. Dan kan ik ook uitgezonden worden. Het klinkt idealistisch, maar ik wil me inzetten voor vrede en veiligheid en zo mensen helpen. Als je daarbij sterft is het een groot offer, maar het is het wel waard. Mariët Blok (19) is na de havo de opleiding voor Vrede en Veiligheid gaan doen. Nu studeert ze voor onderofficier aan de Koninklijke Militaire School. Na een vaktechnische scholing op het gebied van luchtdoelartillerie gaat ze leidinggeven aan een groep soldaten. 23
Ik weet nog hoe de doden lagen Na de mavo deed ik een schakeljaar bij defensie. Ik wilde me graag inzetten voor anderen, maar ook het avontuurlijke trok. Je gaat de hele wereld over en doet allerlei spannende dingen: van rotsen abseilen in Duitsland en bij -30 C op patrouille in Noorwegen. Ik ben vijf keer op uitzending geweest naar Bosnië, Macedonië, Afghanistan en Irak. In Kaboel waren we net ter plekke toen een auto met explosieven inreed op een Duits konvooi. Ik was de eerste medic (militair met basale medische training, red.) ter plekke. Dan ga je direct triëren (urgentie bepalen, red.). Zeven mensen waren op slag dood en er waren veel gewonden. Het was een chaos, maar er was geen paniek. Alles gaat op zo n moment drillmatig, daar ben je voor getraind. Ik weet nog hoe de doden lagen, de brandwonden die mensen hadden en het glas in hun gezicht. En van de man die zichzelf opgeblazen had, daar zag je helemaal niets meer van. Tijdens zo n missie is er een permanente spanning. Je bent 24 uur per dag aan het werk. Maar het was het waard, denk ik. Bij mijn eerste uitzending waren de mensen in Afghanistan schichtig, meisjes mochten niet naar school en er mocht niet gevliegerd worden, terwijl dit dé volkssport is. Een jaar later heb ik ontzettend veel vliegers gezien, en de meisjes mochten naar school.na mijn uitzendingen ben ik wel een tijd schrikachtig geweest. Ik kon wegduiken bij een knal of s nachts wakker worden en schrikken wanneer ik mijn wapen niet kon vinden. Maar ik heb geen last gehad van die aanslag. Het is trouwens niet gezegd dat ik dat nooit zal krijgen. Ik ben er wel van overtuigd dat je minder problemen krijgt wanneer je erover praat. Ik heb veel gepraat met Esther, mijn vrouw. Voor mijn laatste uitzending heb ik laten bidden: ik was inmiddels tot geloof gekomen. Nu werk ik als militair verpleegkundige, ik was het werk bij de infanterie ook wel een beetje zat. Ook het feit dat de kans bestaat dat je moet kiezen tussen je eigen leven en dat van een ander, strookt niet met mijn geloofsovertuiging. Sergeant Johan (27) werkte bij de Luchtmobiele Brigade als antitankschutter, mitrailleurschutter en plaatsvervangend en waarnemend groepscommandant. Nu is hij werkzaam als militair verpleegkundige. Omdat Johan dit jaar vader is geworden heeft hij uitzendbescherming. Vanaf volgend jaar is de wereld weer zijn werkterrein. 24
Wij bieden een vrijplaats Ik had er nooit aan gedacht om bij defensie te gaan werken. Maar eenmaal aan de slag werd ik gegrepen door het vak. Wat ik heel intrigerend vind, is dat de mensen die in het leger gaan voortaan onder de krijgstucht vallen en daarmee hun vrijheid kwijtraken. Ze verliezen de beschikking over hun eigen lichaam. Iedere werkgever moet een veilige werkomgeving garanderen. Maar in het leger kan dat lichaam juist geschonden worden. Dat gaat in tegen ons menselijk gevoel en verstand. Als krijgsmachtpredikanten bieden wij vertrouwelijkheid, geheimhouding en een vrijplaats voor vragen. Bij ons mag iemand zichzelf zijn. Door mijn onafhankelijke positie kan en mag ik zorg en aandacht blijven vragen voor het individu. Ik ga veel zelf bij mensen langs, want een militair zal het nooit uit zichzelf roepen als er iets met hem aan de hand is! Alleen vinden ze het wel zo prettig om af en toe met je te praten over van alles en nog wat. Mijn ervaring is dat de mannen en vrouwen thuis niet willen praten over de gevaren die ze lopen en over de dood. Er zijn nu wel lessen waarin thema s over leven en dood besproken worden. Eerder werd dat niet op prijs gesteld, want het zou demoraliserend kunnen zijn voor de troepen. Maar na de eerste uitzendingen werd duidelijk hoe belangrijk het was om hierover te praten. Mensen denken vaak dat het moeilijkste van de uitzendingen voor de jongens en meisjes de angst voor het geweld is, maar wat men met mij bespreekt zijn bijvoorbeeld schuldgevoelens om het thuisfront dat je achterlaat. Maar ook de armoede en honger die ze zien, is iets wat hen niet loslaat. Je moet in dit vak heel erg authentiek zijn en dus ook je twijfel en verwarring delen. Ik weet ook niet op alles een antwoord. Maar God is er altijd bij. Ik zou dit werk niet kunnen zonder het geloof. Krijgsmachtpredikante Mary An Bezemer (54) werkt sinds haar afstuderen in 1985 bij de krijgsmacht, tegenwoordig bij de staf van de Koninklijke Marechaussee. Al 25 jaar dient ze de mannen en vrouwen in het veld. Soms kerkt ze in een container, dan weer in een tent of gewoon onder de blote hemel. 25
Blind vertrouwen Met mijn vader ging ik jaarlijks naar de open dagen van de landmacht. En een oom van mij was beroeps. Zo kwam het dat het leger voor mij leefde. Eenmaal binnen ging er een wereld voor me open: ik vond het hartstikke mooi en wist: dit past bij mij. De cultuur bij defensie spreekt me aan, de kameraadschap: je moet elkaar blind kunnen vertrouwen, heel onvoorwaardelijk. Als de ander iets voor jou doet, hoef je daarvoor niets terug te doen. Maar ook de directe manier van communiceren en de manier van leidinggeven past bij mij. Soms directief, bijvoorbeeld in een gevechtssituatie. Maar daarbuiten ook participerend of inspirerend. Het switchen tussen de stijlen spreekt me erg aan. Na negen jaar werken bij defensie, wilde ik wel eens wat anders. Met mijn studie Godsdienst en pastoraal werk ging ik aan de slag als jongerenwerker bij Youth for Christ. Het werk ervoer ik als bijzonder pittig, met name omdat ik bij YFC veel alleen werkte, terwijl ik bij defensie altijd onderdeel van een team was. Daardoor leerde ik wel enorm veel. Maar ik ontdekte dat ik bij Youth for Christ jongeren probeerde te bereiken waar ik op mijn plek bij defensie vanzelfsprekend al contact mee had. Nu ik weer terug ben bij defensie merk ik wel dat ik op een andere manier militair ben dan voor mijn vertrek. Het draait voor mij meer om de mensen met wie ik werk. Daar kan ik erg van genieten. Dienend leiderschap vind ik erg belangrijk. Dat is een christelijk thema dat ik aan mijn werk wil verbinden. Elke leider moet eerst leren dienen. Ik praat met de mannen veel over mijn geloof, meestal als reactie op hun vragen. Het geloof geeft me rust. Ik denk niet veel na over het feit dat ik dood kan gaan. Als soldaat kies je er ook niet voor om te sterven. Maar ik ben er wel toe bereid. Ook omdat ik geloof dat het na dit leven niet ophoudt, het kan alleen maar mooier worden. Sergeant der eerste klasse Gert K. (31) werkte na zijn onderofficiersopleiding bij de Luchtmobiele Brigade. Hij kwam meerdere malen in vuurgevechten terecht tijdens zijn uitzendingen naar Afghanistan en Irak. Na negen jaar stapte hij uit het leger. Drie jaar was hij jongerenwerker en teamleider bij YFC. En hij werd vader van twee zoons. Maar defensie bleef trekken. 26