Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Vergelijkbare documenten
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

De adviesaanvraag van de centrales en de nadere onderbouwing van de standpunten van beide partijen zijn aan dit advies gehecht.

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

de Samenwerkende Centrales voor Overheidspersoneel t.a.v. de heer J.W. Dieten verslag hoorzitting d.d bijlage(n)

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Aldus vastgesteld op 24 januari 2014

Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

De adviesaanvraag van de centrales en het standpunt van het VSO zijn aan dit advies gehecht.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Uitspraaknr De klacht. De feiten. De visie van partijen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

1. Onderwerp van d e klacht Onjuiste interpretatie van ondeugdelijke meetgegevens. 2. Advies van de voorzitter van de commissie.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

Advies en Arbitragecommissie rijksdienst

SAMENVATTING. het bestuur van de A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de werkgever

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

vast te stellen de navolgende Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) U I T S P R A A K in de zaak nr. [nummer] ambtshalve onderzoek door de Tuchtraad,

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Uitspraak van de Huurcommissie

Inleiding 1/7. Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst. Aan: 1 bijlage(n) AAC.88 zaaknummer 19 december 2008 datum. Onderwerp:

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY7449

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid. Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

AAN: de voorzitter van het overleg met de Bijzondere Commissie Onderwijspersoneel.

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

Vastelling Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) Shared Service Center Zuid-Limburg

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

SAMENVATTING U I T S P R A AK

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Betreft: onrechtmatige besteding van het budget zoals bedoeld in artikel 2.153, tweede lid, Mediawet 2008.

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

U I T S P R A A K

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

rv 129 Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn nr Plan Onderwijs in Allochtone Levende Talen. Den Haag, 8 juni 1999 Aan de gemeenteraad

ANONIEM BINDEND ADVIES

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

Overlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

SAMENVATTING U I T S P R A AK

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Reglement van het Verantwoordingsorgaan

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING

Onderwerp ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein "Invoerrechten en accijnzen" over de periode

januari 2014 jaarlijks af te bouwen met een staffel van In de vergadering van de commissie voor georganiseerd overleg van 24 september 2014

Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden zorgdrager minister van BZK, beleidsterrein Nationale Ombudsman over de periode

ANONIEM BINDEND ADVIES

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren

Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Clustervorming Brandweer Veluwe Noord

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998

De Defensieonderdeel Medezeggenschapscommissie DMO (hierna: de DMC)

U I T S P R A A K

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen De voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen Bijlagen: inlichtingen 1. adviesaanvragen. 070-376 57 29 AAC/98.00103 5 oktober 1998 2. verslag hoorzitting. mr N.A. Markus AAC.63 Onderwerp: Advies inzake arbeidsvoorwaardelijke gevolgen invoering wet OALT (AAC.63). INLEIDING. De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen (SCOW) hebben bij brief, ontvangen op 9 juli 1998, een adviesaanvraag ingediend bij de Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst (hierna te noemen de commissie) inzake een tussen hen en de voorzitter van de afdeling primair onderwijs van de SCOW (hierna: werkgever) gerezen geschil. Het geschil heeft als onderwerp de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van de invoering van wetsvoorstel nr. 25 176 Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met het onderwijs in allochtone levende talen en enkele technische aanpassingen, beter bekend als de wet Onderwijs in allochtone levende talen (hierna: wet OALT). Deze wet wijzigt bestaande wetgeving in verband met het vergroten van de verantwoordelijkheid van gemeenten ten aanzien van het onderwijs in allochtone levende talen in het primair onderwijs, alsmede het plaatsen van dit onderwerp buiten het reguliere curriculum. Bij brief van 3 augustus 1998 hebben de centrales een toelichting op hun standpunt inzake het onderwerpelijke geschil aan de commissie doen toekomen.

Bij brief van 31 augustus 1998 heeft de werkgever een nadere onderbouwing van zijn standpunt in deze aangelegenheid aan de commissie doen toekomen. De adviesaanvraag van de centrales en de nadere onderbouwing van de standpunten van beide partijen zijn aan dit advies gehecht. LOOP VAN HET OVERLEG Vanaf eind 1996 is over het onderhavige onderwerp overleg gevoerd. De centrales hebben zich gedurende het overleg steeds op het standpunt gesteld dat zich als gevolg van de invoering van de wet OALT een aantal problemen in arbeidsvoorwaardelijke zin zou gaan voordoen en streven ernaar gezien deze problemen tot een evenwichtig totaalpakket aan maatregelen ter ondervanging daarvan te komen. De werkgever heeft zich steeds op het standpunt gesteld dat de invoering van de wet niet leidt tot het wijzigen van de rechtspositie van de OALT-leraar en dat eventuele arbeidsvoorwaardelijke gevolgen binnen de rechtspositie goed kunnen worden ondervangen. Desalniettemin is de werkgever wel bereid geweest over dit onderwerp overleg te voeren en heeft hij op een aantal punten concessies gedaan. De invoering van de wet OALT per 1 augustus 1998 leidt ertoe dat het vak 'onderwijs in eigen taal en cultuur' buiten het curriculum wordt geplaatst hetgeen er ondermeer toe leidt dat het vak buiten de reguliere lesuren gegeven moet worden. Dit leidt volgens de centrales tot een aantal door hen geïnventariseerde knelpunten. In het voorjaar van 1998 heeft de werkgever concrete voorstellen gedaan ter ondervanging van deze door de centrales geïnventariseerde knelpunten. Naar het oordeel van de centrales komen de voorstellen slechts gedeeltelijk aan de door hen geconstateerde knelpunten tegemoet. Op 4 juni 1998 is tijdens een informeel overleg van de afdeling Primair Onderwijs van het SCOW door de centrales geconstateerd dat ten aanzien van het door de werkgever gedane eindbod (PO/98.000328) niet tot overeenstemming kon worden gekomen, aldus een brief van 5 juni van de centrales aan de voorzitter (PO/98.00336). Ook een geactualiseerd eindbod (PO/98.00361) zoals besproken in het overleg van 16 juni 1998 leidde niet tot overeenstemming zoals blijkt uit het verslag van dat overleg en een schriftelijke reactie van de centrales van 25 juni 1998 Arbitragecommissie 2

(PO/98.00369). Een daarop volgend overleg op 26 juni 1998 leidde evenmin tot overeenstemming. Op 26 juni 1998 is door de centrales en de werkgever vervolgens als geschil geformuleerd: "Centrales en de minister van OC&W hebben vandaag in de afdeling primair onderwijs van de SCOW geen overeenstemming bereikt over de inhoud van het totaalpakket aan maatregelen, nodig om de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van de invoering van de wet OALT goed te regelen". De centrales verzoeken de voorzitter van het SCOW om conform artikel 14 van het overlegbesluit onderwijs en onderzoekspersoneel van 4 februari 1994 een geschil aanhangig te maken bij de commissie. In de buitengewone vergadering van de SCOW van 6 juli 1998 hebben de centrales van overheidsen onderwijspersoneel vastgesteld dat geen overeenstemming bereikt kon worden over een oplossing van de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van de invoering van de wet OALT. Van de zijde van werkgever is ter vergadering medegedeeld dat slechts behoefte bestond aan een benadering van de commissie voor arbitrage op het naar zijn mening voor de centrales meest zwaarwegende punt ten aanzien van de werktijden. De werkgever gaat ervan uit dat ten aanzien van het overige pakket overeenstemming bereikt had kunnen worden, met als resultaat dat de voorlichting aan scholen gelet op de invoeringsdatum van de wet op 1 augustus 1998, zo spoedig mogelijk zou kunnen plaatsvinden. De centrales hebben zich echter op het standpunt gesteld dat zij een advies van de commissie ten aanzien van het totale pakket wensen. De centrales hebben de commissie vervolgens bij brief, ontvangen op 9 juli 1998, verzocht inhoudelijk te adviseren over een aantal nader genoemde knelpunten in relatie tot de totstandkoming van een totaalpakket van maatregelen waaraan individuen rechten kunnen ontlenen. Ten aanzien van twee door de centrales aangevoerde knelpunten, te weten taalschool en reiskosten/reistijden bestaat wat de centrales betreft overeenstemming. Op de overige vijf knelpunten, te weten georganiseerd overleg/zeggenschap personeel, maatregelen in verband met gedwongen ontslag, werktijden, taalondersteuning, en scholing hebben partijen elkaar niet kunnen vinden. De ten aanzien van deze punten bereikte compromissen leiden niet tot een voor de centrales Arbitragecommissie 3

en hun daarover geraadpleegde achterban aanvaardbaar totaalpakket. De werkgever is van oordeel dat reeds op meerdere (deel-)punten nagenoeg overeenstemming is bereikt. Met betrekking tot de nadere precisering van de vraagstelling alsmede de adstructie van de opstelling van partijen wordt verwezen naar de aan dit advies gehechte adviesaanvraag en toelichtingen. Tijdens de hoorzitting van de commissie op 16 september 1998 hebben partijen in aanvulling op de schriftelijke stukken hun standpunt met betrekking tot het geschil nader toegelicht. Het verslag van de hoorzitting is aan dit advies gehecht en wordt geacht hiervan deel uit te maken. OVERWEGINGEN EN ADVIES Op grond van de haar ter beschikking staande stukken en van hetgeen door partijen tijdens de op 16 september 1998 gehouden hoorzitting naar voren is gebracht, heeft de commissie het volgende in haar beschouwingen betrokken. Zij heeft geconstateerd dat partijen nog niet volledig uitonderhandeld zijn ten aanzien van het voorliggende pakket ten tijde van de benadering van de commissie. Partijen hebben dit bevestigd. Van werknemerszijde wordt de benadering van de commissie in dit stadium verklaard door de wens om gezien de inwerkingtreding van de wet OALT per 1 augustus 1998 zo snel mogelijk tot een resultaat te komen en de verwachting dat partijen gezien de verharding van de standpunten in het overleg niet snel tot een resultaat zullen komen. Uit de verklaringen ter hoorzitting is het volgende gebleken. Een groot deel van de problematiek hangt samen met de complexe situatie aangaande het overleg in verband met de decentralisatiegedachte in het algemeen en meer specifiek met betrekking tot de invoering van de wet OALT. Dit betreft zowel de financiering als de ontwikkeling van beleid. De commissie gaat niet in op de vraag waar het overleg gevoerd moet worden. Deze vraag is haar niet voorgelegd. Arbitragecommissie 4

De centrales hebben desgevraagd aangegeven dat de essentie van de nog openstaande punten ligt in de onderwerpen ontslag, scholing en werktijden. Mede bezien in het licht van het voorgaande komt de commissie ten aanzien van die onderwerpen tot de volgende aanbevelingen. Ten aanzien van het ontslag adviseert de commissie dat op korte termijn overleg gevoerd moet worden over het antwoord op de vraag 'hoe' met mogelijke ontslag-consequenties wordt omgegaan, vooruitlopend op de situatie dat zich als gevolg van de invoering van de wet OALT ontslagen zouden voordoen en de daarvoor toegekende budgetten onvoldoende aangewend zouden (kunnen) worden. Dergelijk overleg is door de werkgever in feite reeds toegezegd en kan direct na de totstandkoming van een totaalpakket worden gestart. Daarbij merkt de commissie op van oordeel te zijn dat de beantwoording van de 'hoe-vraag' voornamelijk een procedureel karakter zal dragen vanwege de in de wet OALT bij de gemeenten en schoolbesturen neergelegde verantwoordelijkheid. Ten aanzien van het onderwerp scholing is de commissie gebleken dat op een aantal punten overeenstemming is bereikt. Het thans nog zwaarstwegende punt is de financiering van de opleiding. De commissie is van mening dat primair moet worden bezien of financiële tekorten ontstaan waardoor OALT leerkrachten niet in staat zullen zijn om de cursus te volgen. Eerst wanneer dergelijke gevallen zich in de praktijk blijken voor te doen en decentraal niet oplosbaar zijn, ondermeer door de inzet van de overschotten uit het nascholingsbudget, acht de commissie overleg met de centrale werkgever gewenst over eventueel te treffen voorzieningen. Ten aanzien van het onderwerp werktijden adviseert de commissie dat de werkgever in een circulaire de uitgangspunten aangeeft voor het opstellen van de werktijden/roosters van OALT leerkrachten. De circulaire behoort te behelzen dat onderwijsinstellingen zich inspannen om de uren van OALT leerkrachten belast met het zelfstandig verzorgen van onderwijs in eigen taal (en dan met name voor hen die niet voor taalondersteuning worden ingezet) zoveel mogelijk aansluitend in te roosteren, overigens met open oog voor de belangen van andere leerkrachten. De commissie gaat ervan uit dat, gezien de overeenstemming over de reiskosten/reistijden en taalschool en het gevorderd overleg over de andere punten, partijen op basis van dit advies op korte termijn het overleg over het totaalpakket met succes kunnen afronden. Arbitragecommissie 5

5 oktober 1998. Arbitragecommissie 6