PUBLICATIEBLAD EUROPESE VAN DE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL UITGEGEVEN DOOR DE PUBLICATIEDIENST VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP TE LUXEMBURG 30 DECEMBER 1952 UITGAVE IN DE NEDERLANDSE TAAL ie JAARGANG no. 1 SPECIALE UITGAVE TEKSTEN VAN DE BESCHIKKINGEN GEGEVEN DOOR BETREFFENDE DE HEFFING, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 49 EN 50 VAN HET VERDRAG INHOUD HOGE AUTORITEIT Beschikking N" 2 52 van 23 December 1952 houdende de wijze van vaststelling en inning van dè heffingen bedoeld in de artikelen 49 en 50 van het Verdrag Beschikking N" 3 52 van 23 December 1952 met betrekking tot het bedrag en de wijze van toepassing van de in de artikelen 49 en 50 van het Verdrag doelde heffingen be Beschikking N" 4 52 van 23 December 1952 met betrekking tot de inning van de heffingen als bedoeld in de artikelen 49 en 50 van het Verdrag tijdens het boekjaar 1952 53
30. 12. 52 PUBLICATIEBLAD HOGE AUTORITEIT 3 HOGE AUTORITEIT BESCHIKKINGEN BESCHIKKING N* 2 52 van 23 December 1952 houdende de wijze van vaststelling en inning van de heffingen bedoeld in de artikelen 49 en 50 van het Verdrag. Gezien de artikelen 49 en 50 van het Verdrag, Gezien de 6 en 7 van de Overeenkomst met betrekking tot de Overgangsbepalingen, Overwegende dat zij, teneinde zich de fondsen te verschaffen welke nodig zijn voor de volbrenging van de haar bij het Verdrag en de Overeenkomst met betrekking tot de Overgangsbepalingen opgedragen taak, met name heffingen moet instellen op de productie van kolen en staal, Overwegende dat zij volgens artikel 50 2 van het Verdrag, na raadpleging van de Raad en cumulatieve belasting zoveel mogelijk vermijdend, de wijze van vaststelling en inning dezer heffingen moet bepalen, Gehoord de Raad, BESLUIT: Artikel 1 1) De heffingen op de in de artikelen 49 en 50 van het Verdrag bedoelde kolen- en staalproductie worden gelegd op de volgende producten: 1. Bruinkoolbriketten en half - cokes van bruinkool 2. Steenkool, alle soorten 3. Ander ruwijzer dan dat, bestemd voor de vervaardiging van blokken 4. 5. Ander staal in blokken dan Thomasstaai in blokken 6. Eindproducten en walserijproducten zoals vermeld in bijlage I van het Verdrag. 2) Het in aanmerking te nemen tonnage steenkool is de netto sorteer- en wasproductie, terwijl men voor de ballastkool het werkelijke gewicht in aanmerking neemt. 3) Speciaal staal behorend tot groep (c) van bijlage III van het Verdrag, in blokken of als eindproduct, valt buiten de vaststelling van de heffingen. Artikel 2 1) De gemiddelde waarde per ton van ieder van de in artikel 1 genoemde producten wordt verkregen door de globale waarde van de betreffende productie der Gemeenschap, geschat volgens dé netto opbrengst af fabriek per verkochte ton, te delen door het geproduceerde aantal tonnen. 2) De voor de vaststelling van de heffingen in aanmerking te nemen waarde wordt verkregen door op de aldus bepaalde gemiddelde waarde in mindering te brengen de waarde van de hoeveelheden aan de heffing onderworpen producten, die gemiddeld verbruikt worden bij de productie van een ton van het betreffende product. In mindering worden gebracht: voor wat betreft de productie van kolen, de voor de mijnexploitatie benodigde hoeveel heden kolen,
4 EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL 30. 12. 52 voor wat betreft de productie van ruwijzer, het gemiddelde kolenverbruik, nodig voor de productie, voor wat betreft de productie van staal, het gemiddelde kolenverbruik, verhoogd met die hoeveelheden kolen welke verbruikt zijn bij de productie van het ruwijzer dat tot staal verwerkt is, voor wat betreft de productie van de eindproducten en de walserijproducten, genoemd in bijlage I van het Verdrag, het gemiddelde verbruik aan blokken staal. 3) De hierboven omschreven gemiddelde waarden en de daarop in mindering te brengen aftrek worden, voor elk van de in artikel 1 genoemde producten, berekend op basis van de door de Hoge Autoriteit verzamelde statistische gegevens. 4) Op basis van de overeenkomstig dit artikel bepaalde gemiddelde waarden en de daarop in mindering te brengen aftrek stelt de Hoge Autoriteit een schaal op, die voor elk van de in artikel 1 genoemde producten het netto bedrag van de heffing per ton vaststelt in verrekeningseenheden van de Europese Betalingsunie en, om de gedachte te bepalen, tevens in de valuta van elk der deelnemende Staten van de Gemeenschap. Artikel 3 De Hoge Autoriteit gaat over tot wijziging van de schaal, wanneer zij een afwijking van 10% op de gemiddelde waarde van een van de producten ten opzichte van de vroeger in aanmerking genomen waarde vaststelt. Artikel 4 1) De heffingen moeten door iedere onderneming over het tonnage van haar belastbare productie worden voldaan; van deze productie dient maandelijks aangifte te worden gedaan. 2) De betalingen, betrekking hebbende op de productie van de voorgaande maand, zijn de 25e van iedere maand opvorderbaar, te beginnen met de maand Februari 1953. 3) De betaling wordt door iedere onderneming, voor alle onder haar ressorterende bedrijven, verricht op de post- of bankrekeningen welke hiertoe worden geopend op naam van de Hoge Autoriteit in de deelnemende Staat op wiens grondgebied de betrokken onderneming haar bedrijf uitoefent. Echter verrichten de bedrijven welke onder een onderneming ressorteren die op het grondgebied van een andere deelnemende Staat of een derde-land gevestigd is, zelf de betalingen welke betrekking hebben op hun eigen productie. Artikel 5 Deze Beschikking treedt in werking op het grondgebied van de deelnemende Staten van de Gemeenschap op 1 Januari 1953. Deze Beschikking is door de Hoge Autoriteit besproken en goedgekeurd op haar zitting van 23 December 1952. Door de Hoge Autoriteit De Voorzitter, Jean MONNET BESCHIKKING N» 3 52 van 23 December 1952 met betrekking tot het bedrag en de wijze van toepassing van de in de artikelen 49 en 50 van het Verdrag bedoelde heffingen. Gezien de artikelen 49 en 50 van het Verdrag, Gezien de 6 en 7 van de Overeenkomst met betrekking tot de Overgangsbepalingen, Gezien de Beschikking N 2 52 van 23 December 1952 houdende de wijze van vaststelling en inning van de heffingen, bedoeld in de artikelen 49 en 50 van het Verdrag, Overwegende dat zij de bevoegdheid heeft het percentage van de heffingen vast te stellen tot een maximum van 1%, en de uitvoeringsvoorschriften van de Beschikking N 2 52 voornoemd te bepalen, BESLUIT: Artikel 1 De heffingen op de productie welke met ingang van 1 Januari 1953 zal worden verkregen, worden met ingang van die datum vastgesteld op 0,3% van de waarden welke dienen als basis voor de vaststelling van de heffingen. Zij worden om de twee maanden verhoogd met 0,2% van deze waarden zonder meer te kunnen bedragen dan 0,9%.
30. 12. 52 PUBLICATIEBLAD HOGE AUTORITEIT 5 Artikel 2 De gemiddelde waarde van de producten waarop de heffingen worden gelegd, wordt als volgt vastgesteld in verrekeningseenheden van de Europese Betalingsunie: Producten Bruinkoolbriketten en half - cokes van bruinkool Steenkool, alle soorten Ander ruwijzer dan dat, bestemd voor de vervaardiging van blokken Ander staal in blokken dan Thomasstaal in blokken Eindproducten uit Thomasstaai Andere eindproducten uit ijzer en staal Gemiddelde waarde 4,7 12,4 65,0 65,0 70,0 109,0 115,5 Artikel 3 Het voor de productie benodigde verbruik, in aanmerking te nemen voor de berekening van de aftrek als bedoeld in artikel 2 (2) van de Beschikking N 2 52 voornoemd, is als volgt bepaald: Producten Steenkool, alle soorten Ander ruwijzer dan dat, bestemd voor de vervaardiging van blokken Ander staal in blokken dan Eindproducten uit ijzer en staal Verbruik 0,12 t steenkool 1,421 steenkool 1,481 steenkool 0,581 steenkool 1,30 t staal Artikel 4 De in artikel 2 (4) van de Beschikking N 2 52 voornoemd bedoelde schaal wordt derhalve als volgt in verrekeningseenheden van de Europese Betalingsunie vastgesteld: Producten i V A S T S T E L L I N G ~~" Jan. 1953 ifebr. 1953! Mrt. 1953 Apr. 1953 Mei 1953 j Juni 1953 j Juli 1953 en volgende maanden I N N I N G Febr. 1953 Mrt. 1953 Apr. 1953 Mei 1953 Juni 1953 Juli 1953 Aug. 1953 en volgende maanden 0,3 % 0.5 % 0.7 % 0.9 % Bruinkoolbriketten en half-cokes van bruinkool 0,0141 0,0235 0,0329 0,0423 Steenkool, alle soorten O Ander ruwijzer dan dat, bestemd voor de vervaardiging van blokken Ander staal in blokken dan Thomasstaai in blokken Eindproducten uit ijzer en staal 0,0372 0,1422 0,1398 0,1884 0,0735 0,0620 0,2370 0,2330 0,3140 0,1225 0,0868 0,3318 0.3262 0,4396 0,1715 0,1116 0,4266 0,4194 (1) Teneinde rekening te houden met de in het vorige artikel bedoelde aftrek, wordt de hierboven vastgestelde heffing berekend op het tonnage steenkool, zoals gedefinieerd in artikel I van de Beschikking No 2/52» verminderd met 12 %. Overeenkomstige schalen, als aanwijzing opgesteld in de valuta's der deelnemende Staten van de Gemeenschap, zullen op een later tijdstip worden gepubliceerd. Artikel 5 De ondernemingen richten tot de Hoge Autoriteit, Bureau Heffingen, op de 20e van iedere maand, met ingang van 20 Februari 1953, voor elk van de onder hen ressorterende bedrijven afzonderlijk, en overeenkomstig bijgevoegd model, een opgave van de in artikel 1 van de Beschikking N 2 52 voornoemd bedoelde productie welke in de loop van de voorgaande maand is verkregen. 0,5652 0,2205 Artikel 6 Het niet voldane bedrag der heffingen, welke de ondernemingen verschuldigd zijn krachtens de beschikkingen van de Hoge Autoriteit, uitgevaardigd in toepassing van artikel 50 van het Verdrag, wordt verhoogd met 1% op de 5e van de maand, volgende op die tijdens welke de betaling had moeten geschieden.
6 EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL 30. 12. 52 Dit bedrag wordt evenveel malen met 1% verhoogd als er maanden verstreken zijn sedert de datum van de eerste verhoging. Artikel 7 Als voorbereiding, en in uitvoering van artikel 47 van het Verdrag, zullen de ondernemingen op 20 Januari 1953, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, de opgave van de productie, welke in de loop van de maanden October, November en December 1952 is verkregen, richten tot de Hoge Autoriteit, Bureau Heffingen. Artikel 8 Deze Beschikking treedt in werking op het grondgebied van de deelnemende Staten van de Gemeenschap op 1 Januari 1953. Deze Beschikking is door de Hoge Autoriteit besproken en goedgekeurd op haar zitting van 23 December 1952. Door de Hoge De Voorzitter, Jean MONNET Autoriteit BESCHIKKING N 4 52 van 23 December 1952 met betrekking tot de inning van de heffingen als bedoeld in de artikelen 49 en 50 van het Verdrag tijdens het boekjaar 1952 53. Gezien de artikelen 49 en 50 van het Verdrag, Gezien artikel 78 van het Verdrag, Gezien de 6 en 7 van de Overeenkomst met betrekking tot de Overgangsbepalingen, Overwegende dat krachtens 7 van de Overeenkomst met betrekking tot de Overgangsbepalingen de heffingen geïnd kunnen worden zodra de eerste begroting van de Gemeenschap is opgesteld, en dat deze begroting op 19 December 1952 is vastgesteld door de Commissie, bedoeld in artikel "78 3 van het Verdrag, Overwegende dat krachtens 7 van de Overeenkomst met betrekking tot de Overgangsbepalingen het eerste boekjaar van de Gemeenschap afloopt op 30 Juni 1953, BESLUIT: Artikel 1 De in de artikelen 49 en 50 van het Verdrag bedoelde heffingen worden geïnd onder de voorwaarden, zoals deze zijn vastgelegd in de teksten en besluiten welke van kracht zijn tot het einde van het eerste boekjaar van de Gemeenschap, dat volgens de eerste alinea van 7 van de Overeenkomst met betrekking tot de Overgangsbepalingen loopt tot 30 Juni 1953. Artikel 2* Deze Beschikking treedt in werking op het grondgebied van de deelnemende Staten van de Gemeenschap op 1 Januari" 1953. Deze Beschikking is door de Hoge Autoriteit besproken en goedgekeurd op haar zitting van 23 December 1952. Door de Hoge Autoriteit De Voorzitter, Jean MONNET
30. 12. 52 PUBLICATIEBLAD HOGE AUTORITEIT BIJLAGE TOT DE BESCHIKKING No 3 52 VAN 23 DECEMBER 1952 OPGAVE VAN DE MAANDELIJKSE PRODUCTIE (MODEL) EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL HOGE AUTORITEIT BUREAU HEFFINGEN Boekjaar 195... -195... - Naam van de onderneming Naam van het bedrijf Maand 1 2 3 Verkregen productie Heffing per ton i^lü»" A scnuidigd 1) Bruinkoolbriketten en half-cokes van bruinkool 2) Steenkool, alle soorten 3) Ander ruwijzer dan dat, bestemd voor de vervaardiging van blokken 4) 5) Ander staal in blokken dan Thomasstaal in blokken 6) Eindproducten en walserijproducten Instelling bij welke het bedrag gestort is Totaal: Datum van storting Vorm van stortine Datum De heffingplichtige