H.Montérie inlichtingen h.monterie@caop.nl 070-3765784 AFR/12.00109 nummer G.1.04 zaaknummer 01 maart 2012 verzenddatum Verslag van de vergadering van de werkgroep Algemene en Financiële Rechtstoestand van 21 februari 2012 (Baljuwzaal van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen - CAOP -, Lange Voorhout 13 te s Gravenhage, aanvang 13:00 uur). Aanwezig: Van de zijde van Defensie/HDP: J.P. de Jong, voorzitter, E.H. Dekker, F.H.A. Bots, J.M. van Dam, R.A. van Deele, F.H.R. van der Hoef, J. van der Lee. Van de zijde van de centrales: J. Dirks, L.C. van der Hulst (CCOOP), J.J.H. van Hulsen (AC), W. van den Burg (ACOP), R.E.W. Pieters (CMHF). Van de zijde van het secretariaat: H.J.R. Monterie. AGENDA 01. Opening en mededelingen. 02. Vaststelling verslag AFR-overleg van 15 december 2011 (AFR 11.00629). 03. Concept Algemene Maatregel van Bestuur ter uitvoering van het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2012-2013 (AFR/12.00074). 04. Beleidskader personele uitgangspunten en randvoorwaarden bij Sourcingtrajecten (AFR/11.00597). 05. Rondvraag en sluiting.
Agendapunt 1: Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering. Teneinde de vergadertijd zo efficiënt mogelijk te kunnen besteden aan de behandeling van de agendapunten 3 en 4 wordt op zijn voorstel overeengekomen de bespreking van agendapunt 2 t.w. de vaststelling het verslag van het AFRoverleg d.d. 15 december 2011 door te schuiven naar het AFR-overleg d.d. 20 maart 2012. Agendapunt 3: Concept Algemene Maatregel van Bestuur ter uitvoering van het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2012-2013 (AFR/12.00074). Afgesproken wordt het stuk paginagewijs en per artikel door te spreken. Dit met inbegrip van de daarbij behorende Toelichting per artikel. Daarna kan dan aandacht worden besteed aan het algemene deel van de Toelichting. De heer Van Hulsen veronderstelt dat er nog andere stukken aan de centrales worden aangeboden. Hij wijst bijv. op de salarismutatie en alles wat daarmee samenhangt. De voorzitter antwoordt dat de betreffende stukken nog zullen worden aangeboden. Vervolgens is zijn voorstel die stukken en het reeds aan de centrales aangeboden Concept van de Verplaatsingskostenregeling Defensie (VKRD) te bespreken in een op 6 maart a.s. in te lassen AFR-overleg. Overeengekomen wordt dit ingelast overleg op 6 maart a.s. te doen plaatsvinden van 11.00 uur tot 13.00 uur (voorafgaand aan het op die datum geplande PA-overleg). In dat overleg zal worden vastgesteld of met een afgewogen pakket richting de Ministerraad kan worden gegaan. De heer Dirks wijst in het Concept Verplaatsingskostenregeling Defensie (VKRD) op een dubbeling van Artikel 1. De voorzitter antwoordt daarvan op de hoogte te zijn. Zoals eerder opgemerkt zal de VKRD op 6 maart a.s. worden besproken. Niet uitgesloten wordt dat er t.a.v. de thans te bespreken AMVB-teksten als gevolg van voortschrijdend inzicht ook nog met enige kleine aanpassingen zal worden gekomen. Hoofdstuk 1 Verplaatstingskostenbesluit Defensie. N.a.v. blz. 1 (Definities) De heer Van Hulsen vraagt wat de evt. consequenties zijn die voortvloeien uit het feit dat het in dit stuk ontbreekt aan het opnemen van de definities Berekeningstijdstip en Berekeningsbasis. De Berekeningsbasis wordt later in een ander artikel nog gebruikt om iets uit te schrijven. Van Defensiezijde wordt aangegeven dat dit nagegaan zal worden. N.a.v. blz. 2 (eigen huishouding voeren). De heer Van Hulsen merkt op dat toegevoegd is voor permanente bewoning. Zijn vraag is of het gestelde ook van toepassing kan zijn op een tijdelijke bewoning. De heer Van der Lee antwoordt dit punt na te gaan. N.a.v. blz. 2 (plaats van legering). Komt te vervallen. N.a.v. blz. 3 (woongebied). N.a.v. een opmerking van de heer Van Hulsen wordt besloten de zinsnede behorende bij een standplaats waarvan het woongebied in onvoldoende mate mogelijkheid biedt tot vestiging te laten vervallen. N.a.v. blz. 3 (zelfstandige woonruimte). Overeengekomen wordt de laatste zin van het gestelde aan te vangen met Het bewonen van woonruimte.zelfstandige woonruimte te schrappen. In de Toelichting zal nader aangegeven moeten worden wat het zelfstandige karakter dan nog is ingeval sprake is van hetzelfde adres m.b.t. de verhuurder en huurder. 2/10
3/10 Hoofdstuk 2 Verhuizingen. N.a.v. blz. 4/Artikel 3 Tegemoetkoming verhuiskosten zonder verhuisplicht. N.a.v. 3.1. Lees in de laatste zin: en, indien hij militair is voorafgaand aan de verhuizing, een eigen huishouding voerde. N.a.v. blz. 4/Artikel 4 Tegemoetkoming verhuiskosten bij indiensttreding. N.a.v. 4.2. De vraag van de heer Van Hulsen is wat onder de rijksdienst wordt verstaan. Van Defensiezijde wordt aangegeven dat dit punt wordt nagegaan. Bezien wordt of de rijksdienst vervangen moet worden door Defensie dan wel verbreed moet worden naar de overheid. Tegemoetkomingen. De heer Van Hulsen refereert aan het feit dat hier tegemoetkomingen worden uitgeschreven. Als kanttekening heeft hij daarbij genoteerd het uitschrijven van dubbele woonlasten en tussenpersonen. De heer Van der Lee antwoordt dat v.w.b. de tussenpersoon deze is opgenomen in artikel 2. V.w.b. de dubbele woonlasten wordt verwezen naar de afspraak dat deze als gevolg van de verhoging van de overige kosten naar 6000 zouden komen te vervallen. De heer Van der Hulst attendeert erop in de regeling dan wel over een bedrag van 6000 netto te spreken. Voorts merkt de heer Van der Hulst op dat waar hier gesproken wordt over transportkosten c.q. transportbedrijf in de regeling wordt gesproken over verhuisbedrijf. Van Defensiezijde wordt aangegeven dat dit punt nagetrokken zal worden. Hoofdstuk 4 Overige bepalingen. N.a.v. blz. 10/Artikel 31 Hardheidsclauaule. Het bevoegd gezag wijzigen in: De minister van Defensie. Hoofdstuk 2 Overige wijzigingen. N.a.v. blz. 10/11/Artikel 104 Begripsbepalingen. N.a.v. blz. 11 Overtolligheid. De heer Van der Hoef merkt op dat het begrip Overtolligheid hier vervangen dient te worden door Boventalligheid. Hetgeen hier getracht is te definiëren heeft betrekking op de meer/minder situaties. N.a.v. blz. 11 Artikel 105 Aanwijzing als herplaatsingskandidaat. Het woord overtolligheid wordt hier vervangen door boventalligheid. De heer Van Hulsen vraagt welke categorie in het 2 e lid wordt bedoeld. De heer Van der Hoef refereert aan de zgn. UKW-met vier gevallen. Daarnaast richt het gestelde zich ook op de ambtenaar in tijdelijke dienst wiens functie binnen een jaar van de expiratiedatum komt te vervallen. Deze personen verlaten, zoals in het SBK is opgenomen, de dienst via de reguliere weg en niet via het SBK. De voorzitter merkt op dat het SBK dan bij ministeriële regeling wordt vastgesteld. N.a.v. blz. 11 Artikel 106 Passende functie. De heer Van der Hulst wijst op het hier gestelde criterium m.b.t. een passende functie. Zoals dit thans omschreven is, spoort de redactie niet met de verwoording van het begrip passende functie in het SBK. De voorzitter zegt toe dit punt na te gaan. N.a.v. blz. 11/Artikel 107.1 De heer Van der Hulst wijst op het woord maximaal dat in het SBK niet is opgenomen. Overeengekomen wordt het woord maximaal hier te schrappen. N.a.v. blz. 11/Artikel 107.6 De heer Van Hulsen refereert aan het feit dat hetgeen in het SBK is opgenomen in beginsel gelimiteerd is tot 2016. Een uitzondering daarop is de bepaling m.b.t. de 24 maanden die langer doorwerkt. De vraag is of deze niet verankerd moet worden en op welke wijze. De voorzitter zegt toe zich op dit punt nader te beraden.
4/10 N.a.v. blz. 11/12 Artikel 108 Verplichtingen van de herplaatsingskandidaat. N.a.v. artikel 108.2 Afgaand op het gestelde m.b.t. het feit dat de herplaatsingskandidaat verplicht is een passende functie te aanvaarden, wijst de heer Van Hulsen op een situatie, waarin dat minder stringent is. Verwezen wordt naar de 2 e fase van het herplaatsingstraject betreffende de afgesloten contracten van Defensie met de externe partners zoals Politie, NS e.d. Gesproken is destijds over de vraag of deze mensen verplicht waren om bijv. agent, conducteur o.i.d. te worden. Gesteld is toen dat een passende functie wel in de 3 e fase aanvaard moest worden, maar niet in de 2 e fase. Van Defensiezijde wordt opgemerkt dat dit in de tekst verwerkt zal worden. N.a.v. blz. 13/Artikel 53a Begripsbepalingen. Het woord overtolligheid wordt gewijzigd in boventalligheid. N.a.v. blz. 13/artikel 53c Passende functie. De heer Van der Hulst wijst op het hier gestelde criterium m.b.t. een passende functie. Zoals dit thans omschreven is, spoort de redactie niet met de verwoording van het begrip passende functie in het SBK. De voorzitter zegt toe dit punt na te gaan. N.a.v. blz. 14/Artikel 53d.1 De heer Van der Hulst wijst op het woord maximaal dat in het SBK niet is opgenomen. Overeengekomen wordt het woord maximaal hier te schrappen. N.a.v. blz. 14/Artikel 53e Verplichtingen van de herplaatsingskandidaat. N.a.v. artikel 53e.2 Afgaand op het gestelde dat de herplaatsingskandidaat verplicht is een passende functie te aanvaarden wijst de heer Van Hulsen op een situatie waarin dat minder stringent is. Verwezen wordt naar de 2 e fase van het herplaatsingstraject betreffende de afgesloten contracten van Defensie met de externe partners zoals Politie, NS e.d. gesproken is destijds over de vraag of deze mensen verplicht waren om bijv. agent, conducteur o.i.d. te worden. Gesteld is toen dat een passende functie wel in de 3 e fase aanvaard moest worden, maar niet in de 2 e fase. Van Defensiezijde wordt opgemerkt dat dit in de tekst verwerkt zal worden. N.a.v. blz. 15/Artikel 1.2 (zes maanden). De heer Van Deele geeft een toelichting op de vraag waarom hier t.a.v. de Reservist wordt afgeweken van de standaardsituatie. In de standaardsituatie, zo stelt de heer Van Hulsen, geldt zodra de hindernis van de WW is genomen dat er per definitie sprake is van een aanvulling. De heer Van Deele merkt op dat aan het afwijken van de standaardsituatie mede ten grondslag ligt het feit dat voorkomen moet worden dat bij indiensttreding bij Defensie door de betrokkene gelijk ook aanspraak wordt gemaakt op een uitkering etc. Vervolgens wordt de periode van zes maanden aan de orde gesteld. De heer Van Deele bevestigt dat deze periode doorgaans aaneengesloten is. Het gaat erom dat de Reservisten die voor langere duur voor Defensie een klus doen extra bescherming krijgen. De heer Pieters wijst erop dat de Reservisten veelal worden uitgezonden voor een periode van vier maanden. Overeengekomen wordt deze periode te laten aansluiten bij die van een reguliere uitzending d.w.z. dat deze gewijzigd wordt van zes maanden naar vier maanden aangesloten in werkelijke dienst. De heer Van den Burg wijst op de kortere periodes m.b.t. de tolken. De heer Van Deele wijst op de mogelijkheid de gevallen individueel te bezien, indien daartoe aanleiding is. N.a.v. blz. 15 /Artikel 1.4 (vervallen lettering). Van Defensiezijde wordt toegelicht dat verwezen wordt naar de bestaande lettering en vervolgens komen alle letters in Artikel 1 te vervallen. N.a.v. blz. 15/Artikel 1.4 (arbeidsverleden). Afgesproken wordt dat voor wat betreft het arbeidsverleden aangesloten wordt bij het arbeidsverleden voor de W.W. N.a.v. blz. 15/Artikel 1.4 (knelpuntcategorie) lees: een als zodanig gedefinieerde categorie personeel waarbinnen naar verwachting een zodanige mate van potentiële overtolligheid zal ontstaan dat het stimuleren van de vrijwillige uitstroom gewenst is om overtolligheid zoveel mogelijk te voorkomen; N.a.v. blz. 15/Artikel 1.4 (pensioengerechtigde leeftijd). Er volgt een gedachtewisseling over de vraag wat hier nu onder pensioengerechtigde leeftijd moet worden verstaan. Van de kant van de
5/10 centrales wordt naar voren gebracht dat er in ieder geval t.a.v. de burgers een verschil is tussen de pensioengerechtigde leeftijd en de AOW-gerechtigde leeftijd. De heer Van Deele geeft aan dat dit punt gerepareerd zal worden. In die zin dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de leeftijd van het ouderdomspensioen o.i.d. N.a.v. blz. 16/Artikel 2 De heer Van Deele licht toe dat dit artikel vanwege het niet kloppen van de techniek vooralsnog wordt teruggenomen. Daarnaast moet in dit artikel goed aandacht worden besteed aan de tijdelijke duur van het SBK. Op een vraag ter zake van de heer Van der Hulst wordt toegezegd dat naast de WW-regeling op zich enige garanties in het SBK zijn opgenomen. Ofschoon deze niet hier opgenomen zijn, worden deze gewoonweg nagekomen. Tot slot wordt opgemerkt dat er een hardheidsclausule van toepassing wordt. N.a.v. blz. 16 D/Artikel 7 De tekst wordt nu als volgt: Voorwaarde aanvullende en aansluitende uitkeringen. N.a.v. blz. 16 E/Artikel 9. De vraag van de heer Van Hulsen is waarom een nieuwe betrekking hier vervangen wordt door een passende nieuwe betrekking. De heer Van Deele antwoordt dat vastgelegd moet worden dat de nieuwe betrekking gelijkwaardig en gelijksoortig is. Dit o.m. qua uren en niveau. N.a.v. blz. 17 F. Het gestelde t.w. In artikel 11, eerste lid onder c moet wellicht zijn: In artikel 11, eerste lid onder a. De heer Van Deele merkt op dat dit punt nader zal worden bezien. N.a.v. blz. 17/Artikel 14a.3 Overeengekomen wordt de tegemoetkoming in de maand januari te verstrekken. N.a.v. blz. 17,18/I/Tekst van Artikel 15.1 In de derde regel dient te worden gelezen: aansluitend aan zijn ontslag. N.a.v. blz. 18 /Artikel 15.5 Afkoopsom. Overeengekomen wordt dit 5 e lid te schrappen. N.a.v. blz. 18/Artikel 15.6 Afkoop bovenwettelijke uitkering. Dit 6 e lid wordt het 5 e lid. Het gestelde wordt thans als te algemeen van aard aangemerkt. Afgesproken wordt de tekst nader te bezien. N.a.v. blz. 18/J/Artikel 17b De heer Van Deele merkt vooraf op dat de grondslag hier verkeerd benoemd is. Deze wordt aangepast. Daarnaast zal ook hier een duurbeperking worden opgenomen m.b.t. het SBK. N.a.v. blz. 18/Artikel 17b.3 Het gestelde v.w.b. de diensttijd wordt gewijzigd. N.a.v. blz. 18/Artikel 17b.6 De heer Van Hulsen memoreert het gestelde onder hoofdstuk I. Daar wordt nog gesproken over de betrokkene die afstand doet van overige rechten. Dit in afwijking van hetgeen hier is gesteld. Hier wordt gesproken over de persoon, bedoeld in het eerste lid etc. De heer Van Deele antwoordt dat de tekst gelijk getrokken wordt. N.a.v. blz. 19/Artikel 15A.E De vraag van de centrales is waarom Artikel 40 vervalt. De heer Van Dam antwoordt dat dit te maken heeft met de wet Arbeid & Zorg. Dit punt zal echter nader worden uitgezocht. N.a.v. blz. 19,20/H/Artikel 44.1 N.a..v. een vraag ter zake van de heer Van Hulsen zal de handelwijze t.a.v. een UKW er worden nagegaan. N.a.v. blz. 20/Artikel 44.2 Het gestelde zal worden nagegaan in relatie tot de situatie m.b.t. het verleden. N.a.v. blz. 20/Artikel 44. 3. De heer Van Dam licht toe dat het gestelde Artikel 43 regardeert. De voorzitter merkt op dat de wijzigingen zullen worden verwerkt. Vervolgens zal de aangepaste versie van de AMVB AV 2012-2013 aan de centrales worden aangeboden t.b.v. een behandeling het ingelaste AFR-overleg d.d. 6 maart 2012. Toetsingscommissie CTC en Adviescommissie FPS. De heer Van Hulsen merkt op dat t.a.v. de CTC/SBK vooralsnog de heren Van den Burg en
Stassen als respectievelijk lid en plv. lid zullen participeren. T.a.v. de Commissie van advies persoonlijk ontwikkelplan zijn dat de heren Kleian (lid) en Hunnego (plv. lid). De heer Dekker antwoordt dat de instellingsbesluiten van beide commissies gereed gemaakt zullen worden en ter informatie aan de centrales worden aangeboden. Agendapunt 4: Beleidskader personele uitgangspunten en randvoorwaarden bij Sourcingtrajecten (AFR/11.00597). De voorzitter licht toe dat het hem heel wat waard zou zijn om er voor te zorgen dat het sociaal beleid bij veranderoperaties met inbegrip van sourcing zoveel mogelijk gelijkluidend te doen zijn. Dit met dien verstande dat mogelijkerwijs aan het SBK een paragraaf zou moeten toegevoegd ten behoeve van die typische onderdelen die aan een sourcingoperatie verbonden zijn. Kortom wordt door de voorzitter gezocht naar een pakket randvoorwaarden m.b.t. sociaal beleid waaronder alle reorganisaties bij Defensie kunnen worden uitgevoerd met inbegrip van sourcing. Het thans voorliggende Beleidskader personele uitgangspunten en randvoorwaarden bij sourcingtrajecten zou dan niet meer nodig zijn. De heer Van Hulsen antwoordt over dit punt na te denken. De heer Van den Burg geeft aan er zeker een voorstander van te zijn te bezien of hetgeen in het verleden in dit kader van toepassing was gecombineerd kan worden met hetgeen in het kader van het SBK geldt. D.w.z. het bestaande SBK met eventueel aanvullende maatregelen ter begeleiding van sourcing. Het behoeft daarbij geen betoog dat de centrales ook dan garanties zullen blijven vragen m.b.t. het feit dat sprake is van een overgang naar een andere onderneming. De voorzitter merkt op dat het de intentie is dat onder de toepassing van het SBK de gevraagde garanties geregeld kunnen worden. Dit zal dan nader moeten worden bezien en besproken. De heer Van den Burg geeft aan dat in dit kader nog moet worden bezien hoe in de nieuwe situatie rechtspositionele en arbeidsvoorwaardelijke zaken geregeld zijn. De voorzitter antwoordt dat de bedoeling van Defensie is te bezien hoe de kloof tussen de oude en de nieuwe baan (van werk naar werk) overbrugd kan worden. Dit op reguliere wijze in het kader van de bemiddeling met de nodige reparaties vanwege de achteruitgang in arbeidsvoorwaarden, bijv. loonsuppletie. De heer Van der Hulst refereert aan het uitgangspunt. Zo wordt er een totaalpakket beoordeeld dat in kwalitatieve zin minstens gelijkwaardig dient te zijn aan het AV-pakket van het Ministerie van Defensie. De vraag is dan of het SBK in kwalitatieve zin gelijkwaardig is. De heer Van Hulsen geeft aan dat het uitgangspunt moet blijven dat uiteindelijk de één op één situatie gerealiseerd wordt. Zo is het spreker er alles aan gelegen dat bij een overgang bijv. t.a.v. de pensioenen geen breuk gaat ontstaan. De voorzitter antwoordt dat een dergelijk punt nu juist aan het SBK toegevoegd zou moeten worden. Op dit moment is daarin niet voorzien. De voorzitter merkt op dat op basis van het huidige SBK en het voorliggende beleidslader m.b.t. de personele uitgangspunten en randvoorwaarden bij sourcingtrajecten aan de kant van Defensie zal worden bezien welke toevoegingen nodig zijn. Op basis daarvan kan dan een informele bespreking plaatsvinden. Afhankelijk van de uitkomst daarvan zou dit onderwerp vervolgens voor een formele behandeling met deze werkgroep in aanmerking kunnen komen. Agendapunt 5: Rondvraag en sluiting. Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De voorzitter sluit de vergadering. 6/10
Actiepuntenlijst bij verslag van het ingelaste AFR-overleg d.d. 21 februari 2012. Onderwerp (en evt. vindplaats Nr. 01. Motie Knops Eijsink Verslag AFR 26-10-10 Ag.pt. 1 (AFR/10.00636/AFR/10.00640). 02. Prepaid Chipkaarten (AFR/10.00029) *Verslag AFR 26-01-10 Ag.pt.10 *Verslag AFR 23-09-10 Ag.pt 2 *Verslag AFR 15-12-11 Ag.pt 2 03. Extra territoriale kosten *Verslag AFR. 07-07-09 Ag.pt.9 *Verslag AFR 15-12-11 Ag.pt 2 04. TOD-stelsel bij PLANTON-BSB *Verslag AFR 07-07-10 Ag.pt. 10 *Verslag AFR 20-04-10 Ag.pt. 4 *Verslag AFR 20-04-10 Ag.pt. 4 *Verslag AFR 23-09-10 Ag.pt. 2 *Verslag AFR 15-12-11 Ag.pt 2 05. RUD *Verslag AFR 26-01-10 Ag.pt. 2 *Verslag AFR 02-03-10 Ag.pt.2 *Verslag AFR 24-08-10 Ag.pt. 5 06. Nieuwe huurplafonds met relatie inkomen (AFR/10.00453) *Verslag AFR 23-09-10, Ag.pt. 6 *Verslag AFR 15-12-11 Ag.pt 2 Korte omschrijving van te nemen actie Defensie komt met voorstel (m.b.t. aanvulling groepen) t.b.v. volgend AFR-overleg * Datum vaststellen Tripartiet overleg in AP-overleg van 10-01-2012 * Bezien behoefte regelmatig overleg *Onderzoeksresultaten eind 2010 aan centrales aanbieden. Contact met KMar inz. ongedaan maken TOD-berekening achteraf Brief (AFR/10.00357) zal worden behandeld in AFR d.d. 24-08-10 Voorstel nader bezien n.a.v. opmerkingen centrales in AFR d.d. 23-09-2010 Evt. Voortgang van zaken Aantal rafelrandjes doorspreken in volgend AFR-overleg Behandeling in AFRoverleg Buitenland d.d. (inclusief ontwikkeling BESeilanden en standplaatsen brigade CARIB) *I.v.m. TOD-vooraf per 1-3-2011 evt. correctie achterliggende periode *Eerst informeren naar draagvlak in relatie tot afwikkeling van zaken *Agenderen voor TW Kleding en Uitrusting d.d. 12-01-2012 *Voorgestane aanpak agenderen voor AFRoverleg *Conclusie Petit Comité weergeven * Behandeling AFRoverleg 07. Legeringsnormen Defensie Criteria oudbouw en Actuele oudbouwlijst (AFR/10.00434) *Verslag AFR 23-09-10, Ag.pt. 7 Opmerkingen centrales m.b.t. tot kwantitatieve normstelling nader bezien *Brief aan centrales aanbieden. *Brief is inmiddels aangeboden met nr. AFR/11.00599. *Behandelen in AFRoverleg 7/10
08. Toegangspas centrales *Per Defensieonderdeel oplossing bezien 09 Schultz-Hoff en Stinger Arrest *Verslag AFR 23-09-10, Ag.pt. 10 *Verslag AFR 26-10-10, Ag.pt. 10 *Verslag AFR 18-11-10, Ag.pt. 2 10. CAO-tickets (AFR/10.00583) *Verslag AFR 26-10-10, Ag.pt. 5 11. Wijziging VBD (AFR/10.00600/AFR/10.00604) *Verslag AFR 26-10-10, Ag.pt. 6 12. Wijziging toelage Buitenland (AFR/10.00627) *Verslag AFR 26-10-10, Ag.pt. 7 *Verslag AFR 18-11-10, Ag.pt. 6 13. Sluiting DAS-winkels (AFR/10.00731) *Verslag AFR 18-11-10, Ag.pt. 7 14. Evaluatie Toelage Buitenland/Rapport van de ADD *Verslag AFR 23-09-10, Ag.pt. 2 (AFR/10.00733). *Verslag AFR 18-11-10, Ag.pt. 7/8 *Bezien huidige toepassing bij Defensie i.r.t. Schultz-Hoff en Stinger Arrest en handelwijze voor interimperiode *Twee varianten nader bezien *Contact opnemen met C-CARIB *Bezien (prudente) invulling t.b.v. interimfase *Mogelijkheden na 1-1-2011 bezien *Bezien in welk overlegverband onderwerp thuishoort (AV of AFR). *Bezien destijds gemaakte afspraken m.b.t. Voorzieningenniveau *Met centrales uitkomsten onderzoek bespreken *Meenemen optopping Buitenlandtoelage Formalisering bedrijfslijn behandelen in AFR-overleg *Nadere info van CCOOP *Defensie zal situatie op Antillen bezien Agenderen voor AFRoverleg Buitenland d.d. Agenderen voor AFRoverleg Buitenland d.d. Agenderen voor volgend SOD-overleg Agenderen voor AFRoverleg Buitenland d.d. 15. AFR-behandelbrieven op basis van Correspondentieoverzicht *Verslag AFR 17-11-11, Ag.pt. 3 *Verslag AFR 15-12-11, Ag.pt. 2 Bezien welke brieven naast die m.b.t. TW Buitenland en TW Kleding & Uitrusting - moeten worden geagendeerd voor AFR-overleg 16. Afhandeling wijziging AMAR/BARD i.v.m. ATW *Verslag AFR 17-11-11, Ag.pt. 6 *Verslag AFR 15-12-11, Ag.pt. 2 In brief voor centrales weergeven hetgeen in AFR-overleg van 17-11-11 is besproken Brief aanbieden t.b.v. behandeling in AFRoverleg d.d. 21-02-2012 17. Recuperatie in Nederland bij langdurige uitzendingen (AFR/11.0064 en AFR/11.00066) *Verslag AFR 17-11-11, Ag.pt. 7 *Verslag AFR 15-12-11, Ag.pt. 2 Defensie zal zich beraden op voorstel centrales. De uitkomst daarvan wordt per brief aan het AC aangeboden Agenderen voor AFRoverleg Buitenland d.d. 8/10
18. Ziektekosten voor Reservisten (AFR/10.00726). *Verslag AFR 15-12-11, Ag.pt. 3 19. Overuren/Uitblijven betaling na ommekomst roosterperiode (AFR/11.00108). *Verslag AFR 15-12-11, Ag.pt. 4 *Bezien maatwerk t.b.v. zgn. Niet knipperlicht-situaties *Nagaan of er een link is met de Zorgbrief uit 2008 die in de TK is aan de orde is geweest. *Bezien definiëring begrip tijdelijk Opgave CCOOP m.b.t. bij welk Defensieonderdeel de knelpunten voorkomen 20. Aanstellingspremies 2011 (AFR/11.00106). *Verslag AFR 15-11-11, Ag.pt. 5 *Bezien of bij andere Defensieonderdelen ook groepen voorkomen als die bij de KM *Opmerkingen CCOOP en ACOP inz. Medisch personeel meenemen in discussie over Loopbaanbeleid in wg. AP waarvoor de CCOOP een brief zal aanbieden 21. Uitvoeringspraktijk DCHR bij uitzendgratificaties (AFR/10.0078/11.00145/11.00163). *Verslag AFR 15-11-11, Ag.pt. 6 *Aan centrales oplossing kenbaar t.a.v. bijzondere situaties *DCHR ter zake informeren 22. Aanwijzing CDS A-105 (AFR/11.00144) *Verslag AFR 15-11-11, Ag.pt. 7 23. Richtlijn huisvesting door Defensie (AFR/11.00183) *Verslag AFR 15-11-11, Ag.pt. 10 *Aan CDS doelgroep van frequente bezoekers aangeven i.r.t. toekenning VVHO-toelage *Bezien punt afgeleide aanspraken (w.o. pensioenconsequentie). Aanbieden aangepaste richtlijn ter beoordeling door centrales 24. Concept AMVB AV 2012-2012 (AFR/12.00074) *Verslag AFR 21-02-12, Ag.pt. 03 *Aanpassen n.a.v. AFR-overleg 21/02/12 t.b.v. ingelast AFR 06-03-12 *Verplaatsingskosternregeling bespreken in ingelast AFR 06-03-12 9/10
25. Beleidskader personele uitgangspunten sourcingtrajecten (AFR/11.00597) *Verslag AFR 21-02-12, Ag.pt. 04 Beleidskader bezien i.s.m. SBK t.b.v. informeel overleg 10/10