Middelstraat, Scheenenweg, Herpen EVZ Munsche Wetering Gemeente Oss. Colofon. IDDS Archeologie rapport 1815

Vergelijkbare documenten
Bijlage 4. Quickscan archeologie

Heesch - Beellandstraat

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

Postpromenade, Sassenheim Gemeente Teylingen. Colofon. IDDS Archeologie rapport Projectnummer OM-nummer drs. S.

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Achterstraat, Willemstad Gemeente Moerdijk Colofon

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

4 Archeologisch onderzoek

Eesterweg 48 te Doezum, gemeente Grootegast. Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Gemeente Dordrecht adviseur gemeente Zwijndrecht

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk)

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Dhr. C. Machielsen Postbus CD Oosterhout

Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Tzummarum, Buorren Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /10

Projectnummer /46389 drs. W.S. van de Graaf drs. A.M.H.C. Koekkelkoren Versie 1.0. drs. W.S. van de Graaf Senior Archeoloog

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Projectnummer drs. S. Wittka, drs. S. Moerman, drs. A.M.H.C. Koekkelkoren. Postbus AA Zoetermeer

Projectnummer drs. S. Wittka, drs. S. Moerman, drs. A.M.H.C. Koekkelkoren. Postbus AA Zoetermeer

Bureauonderzoek plangebied. De Plantage te Barneveld, gemeente Barneveld

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02

Libau, 10 augustus Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek

N76, Zwartberg, gemeente Genk

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Archeologisch onderzoek Door Becker en van de Graaff is in opdracht van Agel adviseurs een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd.

Colofon. Bedrijventerrein Zwanegat, Zevenbergen Gemeente Moerdijk. Projectnummer : /35920 : drs. J.M. Blom : dr. A.W.E.

Averboodse Baan (N165), Laakdal

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Almelose kanaal Michael Klomp

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Quickscan Archeologie Waterkanten, Lisse

Archeologische quick-scan plangebied Elisabethterrein. Gegevens Plangebied

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

mr. R.W.I. Rietveld Postbus ZJ Voorhout

Libau, 4 januari Plangebied kampeerterrein aan de Pageplas te Stadskanaal Een Archeologisch Bureauonderzoek

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Archeologische MonumentenZorg

Brede School Baflo-Rasquert, gemeente Winsum Een Archeologisch Bureauonderzoek

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch bureau-en booronderzoek Zuiderzeestraatweg te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek

Waterberging Kruisstraat bij Musselkanaal (gemeente Stadskanaal) Een Archeologisch Bureauonderzoek

drs. A.M.H.C. Koekkelkoren, drs. S. Moerman Redactie Gemeente Horst aan de Maas

RMB NOTITIE Quickscan archeologie Uden Eikenheuvelweg/Munterweg. Inleiding

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

BUREAUONDERZOEK ARCHEOLOGIE MENALDUMERVAART OEVER EN KADE PROJECT

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) ARC-Rapporten

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Kruising van de van Heuven-Goedhartlaan met de Weg om de Noord/Kruisweg te Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer)

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor plangebied De Grift te Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel) Steekproef /17, ISSN X)

Molenwijk, Katwijk Gemeente Katwijk. Colofon. IDDS Archeologie rapport Projectnummer OM-nummer drs. S. Moerman. Versie 1.

Gemeente Loon op Zand. Dhr. F. Schellen Postbus AK Rosmalen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

MEMO. Projectgegevens

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

Amsterdamseweg te Amstelveen

Gemeente Teylingen

Plangebied Visvijvers te Gendt

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Archeologisch bureauonderzoek Vledderhuizen 28 te Onstwedde, gemeente Stadskanaal (GR)

Archeologische quickscan. Reconstructie rotonde Ulftseweg N317; Bontebrug (Ulft)

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bijlage III Archeologisch bureauonderzoek

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM

Archeologisch onderzoek Geluidswal Spier

INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE OEKEN EN BRUMMEN

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard

Archeologisch onderzoek plangebieden Anna Paulowna

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden

Transcriptie:

Archeologisch bureauonderzoek Middelstraat, Scheenenweg, Herpen EVZ Munsche Wetering Gemeente Oss Colofon Projectnummer 45080215 OM-nummers 3973775100, 3973783100 In opdracht van BTL Advies B.V. Auteur drs. S. Moerman Redactie dr. A.W.E. Wilbers Versie 1.0 Status concept Autorisatie A.W.E. Wilbers Senior Prospector 12-10-2015 Goedkeuring R. Jansen Gemeente Oss IDDS Archeologie Noordwijk, oktober 2015 ISSN 2212-9650 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

SAMENVATTING: In opdracht van BTL Advies B.V. heeft IDDS Archeologie in oktober 2015 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor twee locaties aan de Middelstraat en Scheenenweg in Herpen, gemeente Oss. De aanleiding voor dit onderzoek is de herinrichting van deze locaties tot ecologische verbindingszone (EVZ) Munsche Wetering. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat beide plangebieden zijn gelegen op een Laat Pleistocene riviervlakte op de Peelhorst. In de ondergrond komen rivierafzettingen voor die plaatselijk bedekt zijn met dekzand. Aan de Scheenenweg is de riviervlakte plaatselijk geërodeerd door overstromingsmateriaal, afkomstig van een voormalige Maasmeander. De in de plangebieden aanwezige bodems, beekeerdgronden en poldervaaggronden, zijn ontstaan onder relatief vochtige omstandigheden. De huidige lage grondwaterstanden zijn waarschijnlijk het gevolg van ruilverkavelingen uit het einde van de vorige eeuw, waarbij ook de waterloop in het plangebied aan de Middelstraat is verlegd en de waterloop in het plangebied aan de Scheenenweg is gegraven. Het plangebied aan de Middelstraat heeft een middelhoge archeologische verwachting voor archeologische resten vanaf het Paleolithicum. Hoewel het plangebied vanaf de prehistorie bewoonbaar was, was het minder gunstig in vergelijking met de direct ten zuiden gelegen hogere delen van het landschap. Er kunnen resten van bewoning, begraving en landgebruik worden aangetroffen. Vondsten als aardewerk, vuursteen en glas kunnen worden aangetroffen vanaf het maaiveld. Organisch materiaal (bijvoorbeeld hout), paleo-ecologische resten (bijvoorbeeld pollen) en metaal zullen niet of slecht bewaard zijn gebleven boven de laagste grondwaterstand, oftewel ondieper dan 80-120 cm mv. Sporen zoals paalsporen, kuilen en greppels zullen zich aftekenen in de top van de C-horizont, die wordt verwacht onder de humeuze toplaag die in het plangebied tot 40 cm dik kan zijn. Aangezien in het plangebied geen sprake is van een dikke opgebrachte humeuze laag (esdek) is de kans aanwezig dat bodemverstoringen als ploegen ervoor hebben gezorgd dat de bovenzijde van het sporenniveau verstoord is geraakt. Ook de bouw en sloop van de bebouwing in het oosten van het plangebied zal voor verstoringen hebben gezorgd. Het plangebied aan de Scheenenweg heeft een lage archeologische verwachting. Deze verwachting geldt voor het niveau van de overstromingsafzettingen, aangezien deze naar verwachting niet geschikt zullen zijn geweest voor bewoning. Diepere niveaus, namelijk de top van de dekzandafzettingen (indien aanwezig) en de top van de pleistocene rivierafzettingen, kunnen wel geschikt zijn geweest voor bewoning. Het is niet bekend in hoeverre deze niveaus geërodeerd zijn door de latere overstromingen. Indien de erosie relatief gering is geweest, kunnen op deze niveaus archeologische resten vanaf het Paleolithicum tot aan de laat Romeinse tijd worden aangetroffen. Het kan gaan om vondsten als aardewerk en vuursteen en sporen als paalsporen, kuilen en greppels. De exacte diepte van de niveaus is afhankelijk van de dikte van het pakket overstromingsafzettingen. Op basis van de aanwezigheid van poldervaaggronden wordt verwacht dat het pakket overstromingsafzettingen een dikte heeft van ongeveer 80 cm. Aangezien de watergangen in beide plangebieden gegraven zijn, worden ter plaatse van de watergangen geen archeologische resten meer verwacht. Voor het plangebied aan de Middelstraat wordt vervolgonderzoek geadviseerd. Dit vervolgonderzoek kan het beste bestaan uit een booronderzoek teneinde de intachteid van de bodem vast te stellen. De boringen dienen te reiken tot in de pleistocene rivierafzettingen. Voor het plangebied aan de Scheenenweg wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd.

INHOUDSOPGAVE: ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN HET PLANGEBIED... 4 1. INLEIDING... 5 1.1. Aanleiding... 5 1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek... 5 1.3. Ligging van het plan- en onderzoeksgebied... 5 1.4. Werkwijze... 5 2. GEOMORFOLOGIE EN BODEM... 7 2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap... 7 2.2. Geomorfologie... 7 2.3. Bodem... 9 3. ARCHEOLOGISCHE EN (BOUW)HISTORISCHE INFORMATIE... 10 3.1. Archeologische en ondergrondse bouwhistorische waarden... 10 3.2. Historische situatie en mogelijke verstoringen... 11 3.3. Huidig landgebruik... 11 4. CONCLUSIE EN VERWACHTINGSMODEL... 12 5. AANBEVELINGEN... 13 GERAADPLEEGDE BRONNEN... 14 LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN... 15 BIJLAGEN 1. Topografische kaart 2. Archis-informatie 3. Overzicht plangebied 4. Periodentabel

Administratieve gegevens van het plangebied Project EVZ Munsche Wetering Onderzoeksmeldingnummer 3973775100 3973783100 Topooniem Middelstraat Scheenenweg Oppervlakte Waarvan land Waarvan water Coördinaten Plaats Centrum Hoekpunten Gemeente Provincie Onderzoekskader Uitvoerder Bevoegde overheid Beheer en plaats van documentatie 24.953 m 2 22.273 m 2 2.680 m 2 171.810/418.785 171.497/418.811 172.141/418.922 172.165/418.875 171.481/418.712 Herpen Oss Noord-Brabant Herinrichting tot ecologische verbindingszone IDDS Archeologie Contactpersoon: mevr. S. Moerman Postbus 126 2200 AC Noordwijk (ZH) Tel: 071-4028586 E-mail: smoerman@idds.nl Gemeente Oss Contactpersoon: dhr. R. Jansen Postbus 5 5340 BA Oss Tel: 041-2629792 / 06-25481287 E-mail: r.jansen@oss.nl Uitvoeringsperiode onderzoek oktober 2015 IDDS Archeologie, Noordwijk 13.043 m 2 9.913 m 2 3.503 m 2 173.965/419.595 173.776/419.621 174.154/419.612 174.165/419.568 173.778/419.587 4

1. Inleiding 1.1. Aanleiding In opdracht van BTL Advies B.V. heeft IDDS Archeologie in oktober 2015 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor twee locaties aan de Middelstraat en Scheenenweg in Herpen, gemeente Oss. De aanleiding voor dit onderzoek is de herinrichting van deze locaties tot ecologische verbindingszone (EVZ) Munsche Wetering. Het is niet exact bekend wat de omvang en diepte van de bodemverstoringen is die gepaard gaan met de aanleg van de EVZ. De kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden bij de werkzaamheden verstoord dan wel vernietigd zullen worden. Op de archeologische beleidskaart van de gemeente ligt het plangebied aan de Scheenenweg in een zone met een lage verwachting en het plangebied aan de Middelstraat in een zone met een middelhoge archeologische verwachting. Voor de zone met een lage verwachting geldt een vrijstelling voor verstoringen die kleiner zijn dan 5 ha of niet dieper gaan dan 0,30 m. Voor de zone met een middelhoge verwachting liggen deze grenzen bij 1000 m 2 en 0,30 m. 1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde verwachting voor het plangebied. Dit gebeurt aan de hand van bestaande bronnen over bekende en verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Op basis van de resultaten van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan over eventueel behoud of vervolgonderzoek. Het bureauonderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3 (Centraal College van Deskundigen 2013). Voor de in dit rapport gebruikte geologische en archeologische tijdsaanduidingen wordt verwezen naar bijlage 4. Afkortingen en enkele vaktermen worden achterin dit rapport uitgelegd (zie lijst van afkortingen en begrippen). 1.3. Ligging van het plan- en onderzoeksgebied De ligging van de (her) in te richten gebieden, ofwel de plangebieden, is weergegeven in Bijlage 1. De plangebieden liggen tussen de bebouwde kernen van Herpen en Schaijk. De oppervlaktes van de plangebieden zijn weergegeven in de administratieve gegevens. De exacte liggingen en contouren van de plangebieden zijn nader weergegeven in Bijlage 3. Om tot een gespecificeerde verwachting voor de plangebieden te komen, is niet alleen gekeken naar bekende gegevens over de plangebieden zelf maar ook naar de omgeving. Voor het totale onderzochte gebied, oftewel het onderzoeksgebied, is als begrenzing een straal van 1 km rondom de plangebieden aangehouden. Deze straal levert voldoende informatie op over eerdere onderzoeken die gedaan zijn in de omgeving om tot een gespecificeerde verwachting te komen voor de plangebieden. 1.4. Werkwijze Bij het bureauonderzoek zijn gegevens verzameld over bekende of verwachte archeologische en bouwhistorische waarden binnen het onderzoeksgebied. Er is gebruik gemaakt van informatie uit de onderstaande lijst. Deze gegevens zijn aangevuld met relevante informatie uit beschikbare achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst). Archeologie en bouwhistorie Verwachtingskaart van de gemeente Oss Archeologisch Informatie Systeem (Archis3) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) 5

Bodemkaarten, geomorfologische kaarten en hoogtekaarten Bodemkaarten 45 oost (Stichting voor Bodemkartering 1976) Geomorfologische kaart 45 (Stichting voor Bodemkartering / Rijks Geologische Dienst 1982) Stroomruggenkaart van het Nederlands rivierengebied (Cohen et al. 2012) Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN2; ahn.maps.arcgis.com) Historische kaarten Aanvullende historische informatie is verkregen uit via watwaswaar.nl beschikbaar historisch kaartmateriaal, waaronder het kadastrale minuutplan uit het begin van de 19 e eeuw en diverse topografische kaarten uit het einde van de 19 e eeuw en de 20 e eeuw. Archieven Gezien de ligging van de plangebieden in het buitengebied zijn geen archieven geraadpleegd omdat de verwachting is dat deze geen aanvullende informatie zullen opleveren. Heemkundekringen en amateurarcheologen Er is geprobeerd contact op te nemen met de heemkundekringen Ravenstein (Herpen) en Schaijk- Heek. Dit heeft echter geen reacties opgeleverd. Overige informatie Voor informatie omtrent bodemsaneringen en ontgrondingenvergunningen zijn het Bodemloket (www.bodemloket.nl) en de ontgrondingenkaart van Noord-Brabant geraadpleegd. Om de ligging van kabels en leidingen in het plangebied te bepalen, is gebruik gemaakt van een KLIC-melding die is uitgevoerd door de opdrachtgever. Deze gegevens zijn aangevuld met informatie uit onderzoeksrapporten en achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst). 6

2. Geomorfologie en bodem 2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap De plangebieden liggen op de Peelhorst, een tektonisch stijgingsgebied (Figuur 1). Ten noorden van de kern van Schaijk komen ondiep rivierafzettingen voor van grove grindhoudende zanden. Deze afzettingen dateren uit het Laat Pleistoceen en zijn gevormd door de Maas. De Maas was toen een vlechtende rivier met talrijke stroomgeulen en zand en grindbanken. Geologisch behoren deze afzettingen tot de Formatie van Beegden (De Mulder et al. 2003). De zanden worden bedekt met afzettingen van klei uit het Laat Pleistoceen en Holoceen. Ook deze zand- en kleiafzettingen worden tot de Formatie van Beegden gerekend. Op de afzettingen uit het Laat Pleistoceen ligt een pakket dekzand dat gedurende de koudste periodes van de laatste ijstijd (het Weichselien, ongeveer 120.000 tot 10.000 jaar geleden) is opgewaaid uit het destijds droog liggende Noordzeebekken en uit de periodiek droog liggende riviervlaktes en hier is afgezet. Het dekzand werd hierbij opgeblazen in grote zuidwest noordoost lopende dekzandruggen (Berendsen 2005). Geologisch gezien behoort het dekzand tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel (De Mulder et al. 2003). Figuur 1: Afzettingen in de top van de bodem bij Schaijk en Landerd (bron: Stichting voor Bodemkartering 1976b). Het plangebied ligt in de rode cirkel. 2.2. Geomorfologie Het plangebied aan de Middelstraat is volgens de geomorfologische kaart gelegen op een terrasvlakte die al dan niet bedekt is met dekzand (kaartcode 2M18a). Het plangebied aan de Scheenenweg staat aangegeven als gelegen op een terrasvlakte die plaatselijk vervlakt is door overstromingsmateriaal (kaartcode 2M18b). In beide gevallen betreft het de Laat Pleistocene riviervlakte. Het overstromingsmateriaal is afkomstig van de ten oosten van de Scheenenweg gelegen Maas, en dateert vanaf het ontstaan van de Maas rond 200 na Chr. (1760 BP) tot de bedijking rond 1331 na Chr. (Cohen et al. 2012). De plangebieden zijn volgens de ontgrondingenkaart van Noord-Brabant en Bodemloket niet ontgrond. Uit de hoogtekaart (Figuur 2 en Figuur 3) blijken ook geen duidelijke ontgrondingen. Wel is duidelijk dat het gaat om lager gelegen gebieden. De overgang naar de dekzandrug ten zuiden van 7

de Middelstraat is duidelijk zichtbaar. De maaiveldhoogte van de plangebieden varieert van ca. 6,5 tot 7,75 m +NAP. Figuur 2: Het plangebied aan de Middelstraat op het Actueel Hoogtebestand van Nederland (www.ahn.nl). Figuur 3: Het plangebied aan de Scheenenweg op het Actueel Hoogtebestand van Nederland (www.ahn.nl). 8

2.3. Bodem Volgens de bodemkaart is aan de Middelstraat sprake van beekeerdgronden in leemarm en zwak lemig fijn zand (kaartcode pzg21) en aan de Scheenenweg sprake van kalkloze poldervaaggronden van zavel en lichte klei (kaartcode Rn62C). Beekeerdgronden hebben een duidelijk donkere bovengrond van 15 tot 20 à 30 cm dik en een roestige ondergrond. In de buurt van dorpskernen is de bovenlaag onder invloed van bemesting dikker, 30 à 40 cm. De gronden komen voor in de vlakke, laagegelegen delen van het dekzandgebied buiten de beekdalen. Kalkloze poldervaaggronden bestaan uit zavel of lichte klei, die binnen 80 cm overgaat in kalkloos, matig fijn of matig grof zand. De zavel en lichte klei zijn grotendeels ontstaan door natuurlijke vermenging van komklei met de pleistocene zandondergrond. De komklei is afkomstig van een voormalige Maasmeander, gelegen aan de overzijde van de provinciale weg. Deze meander is nog deels aanwezig en duidelijk zichtbaar in het landschap. Beide gebieden hebben een grondwatertrap IV. Dat houdt in dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand dieper ligt dan 40 cm mv en de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 80 en 120 cm mv. 9

3. Archeologische en (bouw)historische informatie 3.1. Archeologische en ondergrondse bouwhistorische waarden Binnen de plangebieden zijn geen terreinen aanwezig die op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) als waardevol staan aangegeven. Ook zijn er geen waarnemingen en vondsten gemeld en geen eerdere onderzoeken uitgevoerd. In de plangebieden zijn voor zover bekend geen ondergrondse bouwhistorische waarden aanwezig. Volgens de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Oss heeft het plangebied aan de Middelstraat een middelhoge archeologische verwachting en het plangebied aan de Scheenenweg een lage archeologische verwachting. Binnen een straal van 1 km rondom de plangebieden komen geen AMK-terreinen voor. Er liggen wel enkele waarnemingen. 3.1.1. Middelstraat Ongeveer 110 m ten noorden van het plangebied aan de Middelstraat is de vondst van een armbeurs uit de Midden Romeinse tijd gemeld (waarneming 39203). Het betreft echter een administratieve melding, wat inhoudt dat de eigenlijke vondstlocatie allerminst zeker is. Circa 500-900 m ten noordwesten van de Middelstraat zijn in de Herpense duinen vuursteenvondsten uit het Mesolithicum (waarneming 32540) en Neolithicum (waarneming 35238), en aardewerk uit de Late Bronstijd (waarneming 14161) aangetroffen. Ongeveer 225 m ten noordwesten van de Middelstraat zijn meerdere grote archeologische onderzoeken uitgevoerd. Melding 50770 betreft de actualisatie van de verwachtingskaart van de gemeente Oss en wordt niet als relevant beschouwd. Twee andere meldingen betreffen een bureauonderzoek en een booronderzoek ter plaatse van een vakantiepark (onderzoeksmeldingen 39169 en 44216). In de gebieden met een esdek werd vervolgonderzoek aanbevolen. Deels was het vakantiepark al eerder onderzocht in het kader van de aanleg van een vijver (onderzoeksmelding 20191). Daarbij werd aardewerk uit de Vroege Middeleeuwen C aangetroffen (waarneming 425536). Ook toen werd er vervolgonderzoek aanbevolen in het gedeelte met een esdek. Voor zover bekend is echter geen enkel vervolgonderzoek uitgevoerd. Circa 935 m ten zuiden van de Middelstraat is een plangebied binnen de bebouwde kom van Schaijk naar aanleiding van een booronderzoek vrijgegeven (onderzoeksmelding 18607). Exacte redenen worden niet gegeven. 3.1.2. Scheenenweg Diverse meldingen van vondsten door particulieren liggen 485-1000 m ten noorden van de Scheenenweg. Hier zijn een geretoucheerde kling uit het Midden Neolithicum en aardewerk uit alle periodes vanaf de IJzertijd tot aan de Nieuwe tijd aangetroffen (waarnemingen 38031, 14013, 21643, 50411 en 411622). Circa 165 m ten noorden van de Scheenenweg is een booronderzoek uitgevoerd (onderzoeksmelding 53348). Er was deels sprake van overstromingsafzettingen op schoon dekzand en deels sprake van verstoorde dekzandbodems. In de boringen werden geen archeologische indicatoren aangetroffen. Er werd geen vervolgonderzoek geadviseerd. Ook bij een booronderzoek circa 710 m ten zuiden van de Scheenenweg werden overstromingsafzettingen op zand aangetroffen (onderzoeksmelding 48604). De bodemopbouw bestond uit verstoorde kalkloze poldervaaggronden. De kans op archeologische resten werd klein geacht en er werd geen vervolgonderzoek geadviseerd. Tussen 450 en 770 m ten oosten van het plangebied zijn meerdere onderzoeken uitgevoerd in het kader van dijkverbetering en infrastructurele werken (mogelijk de aanleg van een leiding; onderzoeksmeldingen 2887, 22242, 25877, 48091). Dit heeft binnen het onderzoeksgebied geen vindplaatsen opgeleverd. 10

3.2. Historische situatie en mogelijke verstoringen De Middelstraat komt al voor op het oudst beschikbare kaartmateriaal, het minuutplan uit het begin van de 19 e eeuw. Het plangebied bestond uit vele kleine akker- en graslandperceeltjes. De doorgaande wetering (Riebroeksche Wetering) boog oorspronkelijk halverwege het plangebied af naar het noorden en liep aan de noordzijde van het plangebied verder naar het oosten. Deze situatie heeft bestaan tot aan de ruilverkaveling in de jaren 1970. Figuur 4: Het plangebied aan de Middelstraat op de topografische kaart uit 1967 (bron: watwaswaar.nl). De gemeentegrens (streepjeslijn) volgt de oorspronkelijke wetering. In het plangebied aan de Middelstraat kwam geen bebouwing voor tot aan het einde van de 20 e eeuw. Op de topografische kaart uit 1998 wordt in het uiterste oosten van het plangebied bebouwing weergegeven. Deze bebouwing heeft niet lang bestaan, want is op de kaart uit 2011 weer verdwenen. Zowel de bouw als sloop zal voor verstoring hebben gezorgd. De wetering aan de Scheenenweg is aangelegd in de jaren 1960. In diezelfde periode is ook de Scheenenweg verplaatst. Daarvoor was dit een licht slingerende weg op ongeveer dezelfde locatie, genaamd Ossenstraat. De Ossenstraat bestond reeds op het minuutplan uit het begin van de 19 e eeuw. Het plangebied was destijds in gebruik als weiland. In die situatie is tot op heden niets veranderd. In het plangebied aan de Scheenenweg komt op geen van de historische kaarten bebouwing voor. 3.3. Huidig landgebruik Ten tijde van het bureauonderzoek waren de plangebieden in gebruik als watergang met aangrenzende gras- en akkerbouwpercelen (bijlage 3). 11

4. Conclusie en verwachtingsmodel De plangebieden aan de Middelweg en de Scheenenweg in Herpen, gemeente Oss, zijn gelegen op een Laat Pleistocene riviervlakte op de Peelhorst. In de ondergrond komen rivierafzettingen voor die plaatselijk bedekt zijn met dekzand. Aan de Scheenenweg is de riviervlakte plaatselijk geërodeerd door overstromingsmateriaal, afkomstig van een voormalige Maasmeander. De in de plangebieden aanwezige bodems, beekeerdgronden en poldervaaggronden, zijn ontstaan onder relatief vochtige omstandigheden. De huidige lage grondwaterstanden zijn waarschijnlijk het gevolg van ruilverkavelingen uit het einde van de vorige eeuw, waarbij ook de waterloop in het plangebied aan de Middelstraat is verlegd en de waterloop in het plangebied aan de Scheenenweg is gegraven. Het plangebied aan de Middelstraat heeft een middelhoge archeologische verwachting voor archeologische resten vanaf het Paleolithicum. Hoewel het plangebied vanaf de prehistorie bewoonbaar was, was het minder gunstig in vergelijking met de direct ten zuiden gelegen hogere delen van het landschap. Er kunnen resten van bewoning, begraving en landgebruik worden aangetroffen. Vondsten als aardewerk, vuursteen en glas kunnen worden aangetroffen vanaf het maaiveld. Organisch materiaal (bijvoorbeeld hout), paleo-ecologische resten (bijvoorbeeld pollen) en metaal zullen niet of slecht bewaard zijn gebleven boven de laagste grondwaterstand, oftewel ondieper dan 80-120 cm mv. Sporen zoals paalsporen, kuilen en greppels zullen zich aftekenen in de top van de C-horizont, die wordt verwacht onder de humeuze toplaag die in het plangebied tot 40 cm dik kan zijn. Aangezien in het plangebied geen sprake is van een dikke opgebrachte humeuze laag (esdek) is de kans aanwezig dat bodemverstoringen als ploegen ervoor hebben gezorgd dat de bovenzijde van het sporenniveau verstoord is geraakt. Ook de bouw en sloop van de bebouwing in het oosten van het plangebied zal voor verstoringen hebben gezorgd. Het plangebied aan de Scheenenweg heeft een lage archeologische verwachting. Deze verwachting geldt voor het niveau van de overstromingsafzettingen, aangezien deze naar verwachting niet geschikt zullen zijn geweest voor bewoning. Diepere niveaus, namelijk de top van de dekzandafzettingen (indien aanwezig) en de top van de pleistocene rivierafzettingen, kunnen wel geschikt zijn geweest voor bewoning. Het is niet bekend in hoeverre deze niveaus geërodeerd zijn door de latere overstromingen. Indien de erosie relatief gering is geweest, kunnen op deze niveaus archeologische resten vanaf het Paleolithicum tot aan de laat Romeinse tijd worden aangetroffen. Het kan gaan om vondsten als aardewerk en vuursteen en sporen als paalsporen, kuilen en greppels. De exacte diepte van de niveaus is afhankelijk van de dikte van het pakket overstromingsafzettingen. Op basis van de aanwezigheid van poldervaaggronden wordt verwacht dat het pakket overstromingsafzettingen een dikte heeft van ongeveer 80 cm. Aangezien de watergangen in beide plangebieden gegraven zijn, worden ter plaatse van de watergangen geen archeologische resten meer verwacht. 12

5. Aanbevelingen Aan de hand van het bureauonderzoek is geconstateerd dat er archeologische resten aanwezig kunnen zijn in het plangebied aan de Middelstraat. Er wordt geadviseerd om in dit plangebied vervolgonderzoek uit te laten voeren. Dit vervolgonderzoek kan het beste bestaan uit een booronderzoek teneinde de intachteid van de bodem vast te stellen. De boringen dienen te reiken tot in de pleistocene rivierafzettingen. Voor het plangebied aan de Scheenenweg geldt een lage archeologische verwachting. Er wordt verwacht dat eventuele archeologische resten zich hier onder een dik pakket overstromingsafzettingen zullen bevinden. Het beleid van de gemeente Oss schrijft voor dat archeologisch onderzoek in dit gebied pas noodzakelijk is bij plangebieden groter dan 5 ha. Voor dit plangebied wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd. Bovenstaand advies dient gecontroleerd en beoordeeld te worden door de bevoegde overheid, in dit geval de Gemeente Oss. Deze zal vervolgens een besluit nemen inzake de te volgen procedure. IDDS Archeologie wil meegeven dat voordat dit besluit genomen is, er niet begonnen kan worden met bodemverstorende activiteiten of activiteiten die voorbereiden op bodemverstoringen. Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een bureaustudie kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden. Wij wijzen u er graag op dat indien in de vrijgegeven gebieden toch archeologische waarden worden aangetroffen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij de minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gemeld dienen te worden. Dit kan door het invullen van het vondstmeldingsformulier op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl) of door contact op te nemen met de InfoDesk (info@cultureelerfgoed.nl). 13

Geraadpleegde bronnen ANWB, 2005: ANWB Topografische Atlas Noord-Brabant 1:25000, Den Haag. Berendsen, H.J.A., 2005 3 (1997): Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio s, Assen. Centraal College van Deskundigen, 2013: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.3, Gouda. Cohen, K.M./ E. Stouthamer/ H.J. Pierik/ A.H. Geurts, 2012: Rhine Meuse Delta Studies Digital Basemap for Delta Evolution and Palaeogeography, Utrecht. Mulder, E.F.J. de/ M.C. Geluk/ I.L. Ritsema/ W.E. Westerhoff/ T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen/Houten. Stichting voor Bodemkartering / Rijks Geologische Dienst, 1982: Geomorfologische kaart van Nederland, 1:50.000, blad 45 s-hertogenbosch, Wageningen / Haarlem. Stichting voor Bodemkartering, 1976a: Bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 45 Oost s- Hertogenbosch, Wageningen. Stichting voor Bodemkartering, 1976b: Toelichting bij de bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 45 Oost s-hertogenbosch, Wageningen. Websites www.ahn.nl watwaswaar.nl www.bodemloket.nl 14

Lijst van afkortingen en begrippen Afkortingen Archis AMK GPS IKAW KNA mv NAP PvA RCE Archeologisch Informatie Systeem Archeologische Monumenten Kaart Global Positioning System Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie maaiveld (het landoppervlak) Normaal Amsterdams Peil Plan van Aanpak Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Verklarende woordenlijst antropogeen door menselijke activiteit veroorzaakt of gemaakt artefact door de mens vervaardigd voorwerp Edelmanboor een handboor voor bodemonderzoek eerdgrond grond met een humushoudende minerale bovengrond van meer dan 50 cm, ontstaan door invloed van de mens, vaak gaat het om een esdek esdek dikke humeuze laag ontstaan door eeuwenlange bemesting; beschermt de oorspronkelijke bodem tegen ploegen en andere verstoringen horizont kenmerkende laag binnen de bodemvorming humeus organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de bodem leem samenstelling van meer dan 50% silt, minder dan 50% zand en minder dan 25% klei podzol goed ontwikkelde bodem in gebieden met veel neerslag silt zeer fijn sediment met grootte 0,002-0,063 mm slak steenachtig afval van metaal- of aardewerkproductie vaaggrond grond zonder duidelijke tekenen van bodemvorming zavel grondsoort die tussen 8 en 25% klei (deeltjes kleiner dan 0,002 mm) bevat 15

Bijlage 4: Periodentabel