Briefrapportage Onderbouwing beoordeling zorgvuldigheidsbeginsel Flora- en Faunawet Aaltenseweg 92a,92b en Bargerdijk 1 te Dinxperlo, gemeente Aalten Opdrachtgever; Van Westreenen, Lichtenvoorde Uitgevoerd door: Centrum Plattelandsontwikkeling Oost Augustus 2010 Auteur: Ing. P.Leemreise Correspondentieadres: Aladnaweg 18 7122 RR Aalten info@cpoweb.nl 1
1. Inleiding en kader In juli 2010 heeft onderzoeksbureau SAB een quickscan flora en fauna uitgevoerd op het perceel Aaltenseweg 92a,92b en Bargerdijk 1 te Dinxperlo, gemeente Aalten. Doel van dat onderzoek was het verkrijgen van inzicht in de diverse biotopen ter plaatse en een beoordeling van het gebied voor verschillende soortgroepen. Tijdens het onderzoek zijn twee schuren aangemerkt als mogelijke zomer- of winterverblijfplaats voor vleermuizen. Uit globale verspreidingsgegevens (Limpens et al., 1997) komen in de omgeving van het plangebied Watervleermuis (Myotis daubentonii), Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), Rosse vleermuis (Nyctalus noctula), Laatvlieger (Eptesicus serotinus), Gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus) voor. Alle vleermuissoorten zijn strikt beschermd in de Flora- en faunawet. Specifieke aanwijzingen voor de aanwezigheid van vleermuizen in het plangebied zijn niet gevonden. De gemeente Aalten heeft initiatiefnemer gevraagd om nader onderzoek uit te voeren naar het voorkomen van overwinterende vleermuizen in de twee bedoelde gebouwen. Specifiek de gevelbetimmeringen van beide gebouwen. 2. Onderzoeksobjecten De gemeente Aalten heeft verzocht nader onderzoek te verrichten naar het voorkomen van overwinterende vleermuizen in twee schuren. Deze worden op onderstaande afbeelding aangeduid. 1 Afbeelding 1. Ligging van de twee schuren die nader onderzocht dienen te worden. 2 2
Schuur 1. Schuur 1 bestaat uit een voormalige varkensstal. De noordgevel bestaat uit schoon metselwerk met een gevelschild uitgevoerd in groen damwandprofiel, koud bevestigd op de gemetselde muur. De zuidgevel bestaat volledig uit schoon metselwerk. De gevelmuren zijn vrij nieuw en intact. Afbeelding 2. Noordgevel gebouw 1 Afbeelding 3. Zuidgevel gebouw 1. 3
Schuur 2. Schuur 2 is een oude kippenschuur die gebruikt werd voor de opfok van kuikens. De noordgevel bestaat uit schoon metselwerk met een houten gevelschild bestaande uit een houten betimmering. De zuidgevel bestaat volledig uit schoon metselwerk en is in tact. Afbeelding 4. Noordgevel stal 2 Afbeelding 5.Detail noordgevel stal 2 4
3. De geschiktheid van stallen als winterverblijf De gevelbetimmering van de varkensstal aan de Bargerdijk 1 (stal 1) en de kippenstal op het adres Aaltenseweg 92a (stal 2) zijn beoordeeld op geschiktheid als winterverblijf voor vleermuizen. Het vleermuisprotocol (VZZ, 2010) biedt goede handvaten aan de opzet en uitvoering van onderzoek naar vleermuizen, onder andere in het kaderen van de flora- en faunawet. Het vleermuisprotocol schrijft over winterverblijfplaatsen en de desbetreffende soorten het volgende: functie en onderzoeksconditie periode van binnentemperatuur hoger dan temperatuur lager dan andere weersomstandigheden Pipistrellus pipistrellus Plecotus auritus Eptesicus serotinus gewone dwergvleermuis gewone laatvlieger grootoorvleermuis (15 jul - 1 sep 1 okt - 1 april (15 okt) dec - 1 mrt (15 [middernacht zwermen apr) & invasies]) & (15 okt) 1 dec - 1 mrt (15 apr) 0-15 C (0) 2-12 (14) C 0-15 C relatief warmere en temperatuurswisselingen drogere plekken, lichte geen probleem, lichte winterslaper, actief winterslaper, actief boven 10 C (soms ook boven 0 C overdag) nauwelijks nauwelijks weersafhankelijk weersafhankelijk aantal veldbezoeken 1 1 1 werkwijze bij determinatie Zichtwaarneming, endoscoop, spiegeltje, camera zichtwaarneming, LEDlamp, trap, spiegeltje, camera Zichtwaarneming, endoscoop, spiegeltje, boomcamera Tabel 1: Vleermuisprotocol, eindversie 18 februari 2009 Bij de beschrijving van de werkwijze bij determinatie worden zichtwaarneming, LED-lamp, trap, spiegeltje, camera genoemd als middelen om vast te stellen of de soorten zich op bedoelde locatie bevinden. Deze vorm van onderzoek geeft meestal zeer beperkte onderzoeksresultaten. Vaak is slechts een klein gedeelte van de locatie toegankelijk of zichtbaar en meestal zeer beperkt bereikbaar. Stal 1. Stal 1 heeft alleen aan de noordzijde een gevelbetimmering. Deze bestaat uit damwand welke koud op de muur is bevestigd. Damwandprofiel biedt geen bescherming tegen vorst en is zeer 5
gevoelig voor temperatuurswisselingen. Deze gevelbetimmering is ongeschikt als winterverblijf voor vleermuizen. Varkensstallen worden zeer beperkt gebruikt door vleermuizen. Zowel als zomer- en winterverblijf. De penetrante ammoniakgeur zal daarbij mogelijk een rol spelen. Stal 2. Stal 2 heeft aan de noordzijde een houten gevelbetimmering, welke koud op de muur is bevestigd. Een houten gevelbetimmering biedt geen bescherming tegen vorst en is gevoelig voor temperatuurswisselingen. Deze gevelbetimmering is ongeschikt als winterverblijf voor vleermuizen. Een visuele inspectie heeft geen aanwijzingen opgeleverd dat de gevel gebruikt wordt door vleermuizen. 4. Conclusies Uit nader onderzoek kan geconcludeerd worden dat de onderzochte gevelbetimmeringen ongeschikt zijn als winterverblijf voor vleermuizen. De bouwkundige constructie leidt tot ongeschikte condities voor winterverblijven. Zo zijn beide gevels absoluut niet vorstvrij en kunnen grote temperatuurschommelingen optreden door het ontbreken van isolatie en schommelt de luchtvochtigheid mee met de luchtvochtigheid van de buitenlucht. Specifiek onderzoek naar winterverblijven van vleermuizen in gebouwen d.m.v. LED-lamp, trap, spiegeltje en camera levert in veel gevallen géén of zeer beperkt resultaat. Winterverblijven in gebouwen (zoals kelders en spouwen) zijn doorgaans zeer beperkt toegankelijk en slecht bereikbaar. Daarbij kan het soms gaan om één of enkele exemplaren wat de trefkans bijzonder klein maakt. De ongeschiktheid van de locaties en de moeilijkheid van het verrichten van nadere onderzoek d.m.v. een visuele inspectie bieden voldoende houvast om te concluderen dat de noodzakelijke zorgvuldigheid is betracht in het beschermen van de vast rust- en verblijfplaats van vleermuizen in bedoelde objecten. Indien tijdens de voorgenomen sloop toch blijkt dat er zicht vleermuizen in het pand bevinden, dan dient de sloop stilgelegd te worden. Er zal dan een ontheffing van de Ffwet aangevraagd moeten worden. 5. Verantwoording Voor het opstellen van deze onderbouwing is contact gezocht met onderzoeksbureau Ecochore uit Eibergen. Zij concluderen op basis van de getoonde foto s en toelichting dat de getoonde gevelbetimmeringen (indien niet voorzien van isolatie) ongeschikt zijn als winterverblijf. 6