Kunststoffen bij brand



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9

Welke soorten kunststoffen zijn er? Eigenschappen van kunststoffen. Na deze clip kun je: Onderwerpen. Eigenschappen verbeteren.

onbrandbaar, hoogste Europese brandklasse beschermt constructies bij brand geen of nauwelijks rookontwikkeling geen smeltende druppels geen

Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen of polymeren. Geschiedenis

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Brandvertragers. door mw. drs. S. van Gool Stichting Natuur en Milieu Utrecht

Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen. Kunststoffen of polymeren. Geschiedenis

Het schilderen van kunststoffen

Vooronderzoek. Melvin ter Wal, Carlo Hooijen & Tom Gentenaar Keuzeproject O&O

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren

6,7. 1 schuin de grond in boeren. 2 veel dieper boren (een paar duizend meter).

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

De meest milieuvriendelijke PVC Vloer

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

Samenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5

7.0 BRANDVEILIGHEID BRANDVEILIGHEID VAN FLEXIBELE SLANGEN INLEIDING

2 maximumscore 2. 1p Tijdens het proces moet verhit/ verwarmd worden. 1p Verhitten/ verwarmen kost veel energie.

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

Kunststof. 2e college kunststof Utrecht HKU

Oefentoets polymeren havo en vwo

Kunststof. 1e college Utrecht februari 2011 HKU

Naam. OPDRACHT 1 Project 1: GSM. Kunststoffen. 1. Wat zijn kunststoffen? Chemische verbindingen die niet op een natuurlijke manier worden gemaakt.

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

1. Uit welke grondstoffen worden kunststoffen gemaakt? 2. In welke drie groepen kunnen synthetische stoffen worden ingedeeld?

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

1. Indentificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming. De Trompet DB HEEMSKERK Tel

brandbare stof zuurstof ontstekingsbron

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Kunststof Kunststof HKU. Materialen. Materialen e college kunststof Utrecht. Bioplasten, Thermoplast, thermoharder en elastomeren.

H7 werken met stoffen

Veel gebruikte technische kunststoffen met specificaties, voor en nadelen

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Doe-het-zelven en brandveiligheid

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

> < Gevaarlijke stoffen. Wat zijn gevaarlijke stoffen?

HOOFDSTUK 4. ETIKETTERING

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Wijkoverleg Rischot 10 februari 2011 Brandpreventie

Brand en explosiegevaar

GSM HOUDER VLAANDEREN KUNSTSTOFLAND

(Veront)reiniging kleding brandweer in relatie tot gezondheid. 17 april 2013 Ten Cate

SECTOR BRANDWEER / VEILIGHEID

SAMENVATTING Hoofdstuk 1

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 353/141

Brandbare Meubel-dag. Wat vindt het Bouwbesluit van meubilair en wat vinden wij er eigenlijk van. Even voorstellen. 22 maart 2018

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.

Het smelten van tin is géén reactie.

Adres van de leverancier Koopvaardijlaan Gent België Telefoonnummer in geval van nood: Antigif Centrum

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1. Par1 Nieuwe stoffen, nieuwe materialen

5, waar gaat dit hoofdstuk over? 1.2 stoffen bij elkaar: wat kan er gebeuren? Samenvatting door een scholier 1438 woorden 31 maart 2010

Hoofdstuk 5: Ontleding en synthese in de industrie

HANDBOEK VEILIGHEIDSMIDDELEN Branden worden volgens NEN-EN 2 in de volgende klassen onderverdeeld:

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen

Toolbox-meeting Gevaarlijke dampen, gassen en stoffen

HET SCHILDEREN VAN KUNSTSTOFFEN

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Herhaling koolstoffen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

1." "ontstaan! 2. "soorten! 3. "eigenschappen! 4. "verwerkingen! 5. "toepassinge! 6. "gieten!

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

BIS Pacifyre MK II Brandmanchet

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Conform de Europese wetgeving (EC) No 1907/2006 (Reach)

Kunststof isolatiematerialen veilig toepassen. Peter van de Leur DGMR Bouw b.v.

scheikunde pilot vwo 2015-I

Oefen-SE SE4 Havo 5. Micro-organismen

Maken van siliconen uit zand

Infill in kunstgras voetbalvelden

Practicum les 1: kunststof en rubber voorwerpen onderzoeken

Samenvatting scheikunde hoofdstuk 1 stoffen 1 tm 7 (hele hoofdstuk) + aantekeningen h3a 1.1 zwart goud (herhaling) Fossiele

scheikunde vwo 2015-I

Vorming van niet-metaaloxiden

Euroklassen en testmethoden voor brandreactie van bouwmaterialen

DEEL 1: GEVARENAANDUIDINGEN ; H-zinnen

- Samenvatting voor niet-chemici -

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Chemisch recyclen kunststof verpakkingen. Karen van de Stadt & Kees Kerstens

Samenvatting Scheikunde H1

Vanaf december 2008 is de EU-GHS verordening in werking getreden.

Weten en kennen Definitie van brand: Een voorbeeld

Identificatie gevaarlijke stoffen

ISOPA PRODUCTBEHEERPROGRAMMA S. Walk the Talk DIVERSE CHEMICALIËN. Het lezen van het (e)sds van uw leverancier is een MUST, omdat dit informatie bevat

verstikkings-verschijnselenverschijnselen

SCHRIFTELIJKE RICHTLIJNEN VOLGENS HET ADR. Te nemen maatregelen in geval van een ongeval of een noodsituatie

Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen

2e druk, 6e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid ISBN

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 5

- WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND

Eindexamen vwo scheikunde I

Autogeen snijden. Het proces en de gassen

benzo(a)pyreen of Naam, formule, eigenschappen

ISOPA PRODUCTBEHEERPROGRAMMA S. Walk the Talk DIVERSE CHEMICALIËN. Het lezen van het (e)sds van uw leverancier is een MUST, omdat dit informatie bevat

Welkom. Dé toeleverancier voor veilig werken. Ademhalingsbescherming

Welkom. Dé toeleverancier voor veilig werken

Transcriptie:

056 1 Kunststoffen bij brand Onder kunststoffen verstaan we in dit artikel synthetische polymeren (onder andere plastics). Deze stoffen komen herhaaldelijk in negatieve zin in de publiciteit bij branden. Daarbij is de gedachte dat deze stoffen makkelijk ontbranden, een grote bijdrage geven aan de branduitbreiding en grote hoeveelheden giftige verbrandingsprodukten produceren. Hoewel kunststoffen inderdaad een aantal specifieke problemen kunnen veroorzaken bij brand, is dit beeld in zijn algemeenheid onjuist. Synthetische polymeren Synthetische polymeren bestaan uit lange ketens van een of meer soorten kleine moleculen (de monomeren). De eigenschappen van de polymeren worden onder andere bepaald door de monomeren waaruit zij zijn opgebouwd, het aantal dwarsverbindingen tussen de ketens en door de toeslagstoffen. Enige toeslagstoffen zijn: weekmakers (vergroting van de flexibiliteit); vulstoffen (vergroting van de materiaalsterkte, betere bewerkbaarheid); stabilisatoren (tegengaan van vergeling en oxidatie); kleurstoffen; brandvertragers en rookonderdrukkers. De toeslagstoffen kunnen tientallen procenten van het totale gewicht uitmaken.

056 2 Kunststoffen bij brand Brandgedrag van kunststoffen Kunststoffen zijn organische stoffen die worden gerekend tot de brandbare vaste stoffen. Ze worden niet beschouwd als gevaarlijke stoffen, in tegenstelling tot de monomeren waaruit ze zijn opgebouwd. Deze monomeren zijn brandbare gassen (bijvoorbeeld etheen, propeen), gassen die brandbaar en giftig zijn (vinylchloride) of vloeistoffen die brandbaar en giftig zijn (acrylonitril). Op grond van hun gedrag bij matige verwarming worden de kunststoffen onderverdeeld in thermoplasten en thermoharders. Tabel 1. Enkele kenmerken van kunststoffen i.v.m. verbranding( * ) naam toepassing gedrag bij verbranding mogelijke giftige verbrandingsprodukten polystyreen isolatiemateriaal vrij hoge verbrandingssnelheid, oranje/ gele sterk roetende vlam, roetklonters zoetige hyacinthachtige geur koolmonoxide diverse koolwaterstoffen aldehyden polyetheen buizen, zakken vrij hoge verbrandingssnelheid, lichtblauwe vlam met gele top, ruikt als uitgeblazen kaars koolstofmonoxide diverse koolwaterstoffen aldehyden polyvinylchloride buizen, bedrading langzame verbrandingssnelheid, geelgroene vlam met spetters, witte of zwarte rook en een scherpe geur als polyetheen zoutzuur fosgeen, chloor polytetrafluoretheen teflon ontbrandt niet wasachtige geur waterstoffluoride carbonylfluoride polymethylmethacrylaat plexiglas vrij hoge verbrandingssnelheid, knetterende blauw-gele vlam, sinaasappelgeur als polyetheen nitrillen (o.a. blauwzuur) aminen stikstofoxiden ammoniak

056 3 naam toepassing gedrag bij verbranding mogelijke giftige verbrandingsprodukten polyurethaan isolatiemateriaal grote verbrandingssnelheid, vallende brandende druppels veel gele tot zwarte rook als polymethylmethacrylaat ( * ) De in deze tabel genoemde kenmerken zijn globaal en indicatief. Zij zijn afhankelijk van de precieze samenstelling van kunststof en van de verbrandingsomstandigheden. De thermoplasten worden bij verwarming eerst zacht en vervormbaar zonder dat chemische veranderingen plaatsvinden. Vanaf een bepaalde temperatuur, de verwekingstemperatuur beginnen ze te verweken. Als gevolg hiervan kunnen in de praktijk gevaarlijke situaties ontstaan door het bezwijken van kunststofconstructies bij relatief lage temperaturen of door het vrijkomen van elektrische bedrading. Verweken kunnen we zien als het begin van smelten. Sommige kunststoffen kunnen doordat ze bij brand smelten en uitvloeien bijdragen tot uitbreiding van een brand. Dit kan plaatsvinden in de vorm van vallende brandende druppels, bijvoorbeeld bij een stof als polystyreen (piepschuim). Bij de thermoharders bestaan vele dwarsverbindingen tussen de polymeerketens. Daardoor vervormen ze nauwelijks bij verwarming, maar ondergaan bij verdere verhitting evenals de thermoplasten chemische veranderingen door ontleding en verbranding. Afgezien van het verwekings- en smeltgedrag, zijn bij het beoordelen van het brandgedrag van kunststoffen de volgende vier factoren van belang: de ontvlambaarheid; de snelheid waarmee vlammen zich over een kunststofoppervlak uitbreiden; de bijdrage van de kunststoffen aan de totale hoeveelheid warmte die bij een brand vrijkomt; de hoeveelheid rook en de giftigheid van de rook en de gasvormige verbrandingsprodukten.

056 4 Kunststoffen bij brand Ontvlambaarheid en vlamuitbreidingssnelheid Ontvlambaarheid en vlamuitbreidingssnelheid spelen een belangrijke rol in het beginstadium van een brand. Zij bepalen of een materiaal al dan niet snel gaat meebranden en hoe snel de vlammen zich voortplanten. In diverse landen, waaronder Nederland, worden op deze punten eisen gesteld aan bekledingsmaterialen voor wanden, plafonds, vloerbedekkingsmaterialen en dergelijke. Veel kunststofmaterialen zijn onderworpen aan ontvlambaarheids- en vlamuitbreidingstesten. De uitkomsten van deze tests hangen naast de (chemische) aard van het materiaal af van onder andere de vorm (platen, schuim, dikte van het materiaal), de toegepaste lijm- of verflagen en eventueel aanwezige naadverbindingen. Uit de resultaten van dergelijke testen kan men concluderen dat er talloze toepassingen van kunststoffen zijn die wat betreft ontvlambaarheid en vlamuitbreidingssnelheid geen groter risico opleveren dan hout of andere natuurlijke materialen. Verbrandingswarmte Een heel andere situatie dan bij de toepassing als bouwmateriaal of in meubels en stoffering komen we tegen bij opslagplaatsen van kunststoffen. Door de grote hoeveelheden en door de relatief grote verbrandingswaarde van een aantal kunststoffen, kan op deze plaatsen veel warmte per eenheid van vloeroppervlak vrijkomen en kan de brandduur lang zijn. De verbrandingswaarde van stoffen als polyetheen, polypropeen en polystyreen ligt in de buurt van de 40 MJ/ kg, terwijl de meeste houtsoorten onder de 20 MJ/kg blijven. Andere kunststoffen (polyvinylchloride (PVC), polyformaldehyde) hebben met hout vergelijkbare of lagere verbrandingswaarden. Ook hier is van belang welke stoffen naast het polymeer zelf in de kunststof aanwezig zijn. In de brandpreventie moet met deze zaken terdege rekening worden gehouden, bijvoorbeeld bij het bepalen van de tijd gedurende welke een scheidingswand brandwerend moet zijn.

056 5 Rookproduktie Kwantitatief wordt de rookproduktie van materialen bepaald door onder standaardomstandigheden de hoeveelheid licht te meten die door een door het materiaal geproduceerde rookkolom wordt doorgelaten. De rookproduktie wordt uitgedrukt in een rookgetal, dat varieert van meer dan 200 (grote rookproduktie) voor polyurethaanschuim en bepaalde soorten PVC tot 1 voor fenolformaldehydeschuim. Voor diverse houtsoorten ligt het rookgetal tussen 5 en 60. De uitkomsten van dergelijke testen zijn wel van belang voor de praktijk, maar bedacht moet worden dat andere factoren, met name de ventilatiecondities (rookafvoer, zuurstoftoetreding) van zeer groot belang zijn. PVC bijvoorbeeld heeft bij smeulen een kleinere rookdichtheid dan hout, maar in het vlammenstadium juist een grotere. Vlamvertragers worden aan kunststoffen toegevoegd om hun bijdrage aan de brandvoortplanting te verminderen. Een neveneffect is echter vaak dat de rookproduktie dan toeneemt. Andere toevoegingen kunnen de rookproduktie dan weer verminderen. De hoeveelheid rook die (per tijdseenheid) bij een brand ontstaat is vooral van belang in verband met de vermindering van het zicht, waardoor het vluchten bemoeilijkt wordt. Rook bestaat uit vaste deeltjes, gecondenseerde damp en gemakshalve rekenen we er ook de gasvormige verbrandingsprodukten bij. Dit mengsel is altijd giftig of het nu een brand met voornamelijk hout of een brand van kunststoffen betreft. Giftige verbrandingsprodukten van hout zijn koolstofmonoxide, koolstofdioxide en een groot aantal andere verbindingen zoals organische zuren, aldehyden (waaronder het zeer irriterende acroleïne) en (poly)cyclische aromatische koolwaterstoffen. De giftigheid van deze verbrandingsprodukten veroorzaakt meer brandslachtoffers dan het vuur zelf. Vooral koolstofmonoxide speelt daarbij een belangrijke rol. Voor branden waarbij kunststoffen zijn betrokken is de situatie doorgaans niet veel anders. Een verschil is wel dat bij grote opslagen specifieke verbrandingsprodukten in flinke hoeveelheden kunnen vrijkomen. Hierbij kunnen we denken aan zoutzuur (en in mindere mate chloor en fosgeen) bij de verbranding van PVC,

056 6 Kunststoffen bij brand blauwzuur en stikstofoxiden bij verbranding van polyurethaan en bijvoorbeeld fluorwaterstof bij verbranding van teflon. De giftigheid van de rook blijft echter doorgaans voor een belangrijk deel bepaald door koolstofmonoxide en andere normale verbrandingsprodukten. Een ander probleem van rook is de corrosieve werking. Dit speelt onder andere een rol bij branden waarbij grote hoeveelheden PVC betrokken zijn (vorming van zoutzuur). Door toevoeging van kalk aan de PVC kan de vorming van zoutzuurdampen worden beperkt. Brandbestrijding Bij de brandbestrijding moet rekening gehouden worden met de tot dusver genoemde aspecten. Wat de kunststoffen zelf betreft behoeft de brandbestrijding, bij voldoende preventieve voorzieningen, niet veel moeilijker te zijn dan bij een brand waarbij dergelijke stoffen niet betrokken zijn. Bij kunststofbranden speelt nauwelijks de problematiek van waterverontreiniging door met het bluswater afgevoerde milieutoxische stoffen, zoals bij branden van opslagplaatsen van bestrijdingsmiddelen. Branden in fabrieken waar kunststoffen worden geproduceerd, kennen wel bijzondere problemen, zoals het uitlopen van smeltende brandende kunststoffen. Andere problemen worden veroorzaakt door de aanwezigheid van oplosmiddelen, monomeren en peroxiden (starters van het polymerisatieproces). Bij aanwezigheid van dergelijke stoffen bestaat het gevaar van extra snelle branduitbreiding of zelfs explosies van reservoirs. Literatuur Kunststoffen vandaag en morgen, uitgave van de Ned. Fed. voor Kunststoffen te Woerden en de Ned. Ver. van Rubber- en Kunststoffabrikanten te s-gravenhage. 1986. Richard L. Tuve, Principles of Fire Protection Chemistry, National Fire Protection Association, Boston 1976. John W. Lyons, Fire, Scientific American Library... (verschijnt binnenkort bij de stichting Natuur & Techniek).

056 7 Drs. L. J. Bijl, Uit de brand... handboek brandonderzoek, Kon. Vermande BV. Lelystad 1987. Association of Plastics Manufacturers in Europe, PVC... The Facts, 1986. Tijdschrift: Fire and Materials, John Wiley & Sons, Chichester (UK), New York. Toronto. december 1987 Drs. W. J. Klijn Drs. P. P. H. Swinkels Ministerie van Binnenlandse Zaken Directie Brandweer Afdeling Bestrijdings- en Hulpverleningstechniek