Addendum installatiehandleiding CM toestellen. Let op! Indien het toestel is uitgevoerd met het CM systeem, zijn de onderstaande hoofdstukken en paragraven van toepassing, i.p.v. de hoofdstukken en paragraven uit de meegeleverde installatiehandleiding! Let op! Neem alle veiligheidseisen te allen tijde in acht! 5.3.1 Aansluiten ontvanger De ontvanger moet met een kabeltje aangesloten worden op het bedieningspaneel. Hiervoor moet een zwakstroomkabeltje van minimaal 2x0,8 mm2 getrokken worden tussen het bedieningspaneel en de ontvanger. Ga hierbij als volgt te werk: Trek het kabeltje en laat het uiteinde bij de ontvanger uitkomen (zie bijlage 3, afb. 38B). Zorg ervoor dat het andere uiteinde uit de muur komt in het midden van de locatie waar het bedieningspaneel aan de muur geschroefd zal worden. Dru adviseert het bedieningspaneel in de onmiddellijke nabijheid van de kachel te plaatsen, zodat het de gebruiker onmiddellijk duidelijk is, dat dit het bedieningpaneel van de kachel is. Hierbij dient wel de voorgeschreven afstand van brandbare voorwerpen tot de haard in acht genomen te worden. Bevestig het uiteinde van het kabeltje aan de groene connector (zie Bijlage 3, afb. 37B). De ontvanger is poolongevoelig. Plus of min maakt dus niet uit.!tip Maak de connector los van de ontvanger voordat het kabeltje vastgeschroefd wordt. 5.3.2 Installatie bedieningspaneel Het bedieningspaneel dient aan de muur bevestigd te worden op de plek waar het eerder getrokken kabeltje uit de muur komt. Ga als volgt te werk: Verwijder de twee torx 15 schroefjes uit het bedieningspaneel. Verwijder de achterkant van het bedieningspaneel door deze aan de boven- en onderzijde licht in te drukken. Schuif de achterzijde er vervolgens af (zie Bijlage 3, afb. 39A). Boor, op een onderlinge afstand van 60 mm, 2 gaten (ø6 mm) waterpas in de muur ter hoogte van de plek waar de draden uit de muur komen. Schroef de wandhouder van het bedieningspaneel vervolgens aan de muur (zie Bijlage 3, afb. 39B). Schroef het eerder getrokken kabeltje met een schroevendraaier vast in het zwarte stekkerblokje. Het bedieningspaneel is poolongevoelig (zie Bijlage 3, afb. 39C). Plaats de accu met de plus-zijde naar boven in het bedieningspaneel (zie Bijlage 3, afb. 39D). Let op! Aan de binnenzijde van het bedieningspaneel staat een vier-cijferig ID-nummer beginnend met een #. Noteer dit nummer en bewaar het. Dit nummer is nodig om het toestel uit te lezen (zie ook 6.1.7). Plaats het bedieningspaneel terug op de wandhouder. Draai de twee torx 15 schroefjes terug in het bedieningspaneel. 1 95778900NL
6. Bediening en ingebruikname Het toestel wordt bediend met een bedieningspaneel (zie Bijlage 3, afb. 35B). Het regelen van de vlamhoogte, het ontsteken en het uitschakelen, gebeurt met behulp van dit bedieningspaneel, dat een ontvanger aanstuurt. De kachels kunnen ook via een ICY Control Center (ICY CC) worden bediend. Optioneel is er een servicetool beschikbaar voor installateurs. Ontsteek het toestel niet voordat het volledig gastechnisch, elektrotechnisch en afvoertechnisch is geïnstalleerd. Volg eerst de procedure zoals beschreven in hoofdstuk 7.3. 6.1 Bediening De kachel kan worden bediend via het bedieningspaneel. Dit paneel heeft twee toetsen (een + en een - toets), een licht/bewegingssensor en een display voor feedback. Zodra het bedieningspaneel beweging detecteert en er verder geen toetsen worden bediend, licht het circa 10 seconden op. Indien één van de twee toetsen ( + of - ) wordt bediend, zal het display aan blijven dan wel opnieuw oplichten. Tijdens het bedienen van de toetsen is een korte pieptoon hoorbaar. Na het oplichten van het display door beweging, zal het display gedurende 20 seconden niet opnieuw door beweging oplichten. Dit om de accu te sparen. 6.1.1 Kachel via toetsbediening Ga als volgt te werk om de kachel te ontsteken: Bij het benaderen van het bedieningspaneel wordt afbeelding 40A in het display zichtbaar. Druk beide toetsen ( + en - ) minimaal 1 seconde in. De kachel gaat ontsteken en afbeelding 40B verschijnt op het display. Zodra de kachel is ontstoken, gaat deze maximaal branden en zullen 8 van de 9 rondjes op het display van het bedieningspaneel oplichten (stand 8, zie Bijlage 3, afb. 40B). Druk de + toets één keer in om de Eco Wave te activeren. Het rondje bij de "E" licht op en Eco Wave verschijnt op het display (zie Bijlage 3, afb. 40C). Druk de - toets één keer in om de Eco Wave te stoppen. De kachel gaat weer op stand 8 branden. Indien je nogmaals de - toets bedient, zal de kachel naar stand 7 gaan. 7 van de 9 rondjes zijn nu opgelicht. Door de - of + toets te bedienen, kan de gewenste branderstand gekozen worden. De actuele stand is door middel van oplichtende rondjes af te lezen op het display (8 standen en Eco Wave). Let op! Als een kachel een schakelbare brander bevat, zal er tussen stand 4 en 5 een brander uit of aan gaan. Hierbij kaneen klik hoorbaar zijn. Ga als volgt te werk om de kachel uit te schakelen: Zet de kachel eerst op de laagste branderstand. Het eerste rondje licht nu op. Druk nu nogmaals de - toets in. Er verschijnt een vraag op het display (zie Bijlage 3, afb. 40D). Beantwoord de vraag door de + toets (Yes) in te drukken. De kachel schakelt nu uit. Indien u de vraag beantwoord door de - toets (NO) in te drukken, blijft de kachel op stand 1 branden en keert hetdisplay weer terug naar het vorige scherm. 6.1.2 Beweging/lichtsensor De kachel zal automatisch uitschakelen als de comfortperiode is verlopen. Deze periode is instelbaar en staatstandaard 1 uur ingesteld. Indien er binnen deze tijd geen beweging door het bedieningspaneel wordt gedetecteerd zal de kachel uitschakelen. De kachel kan ook worden uitgeschakeld als het bedieningspaneel geen licht detecteert. Hier zit een vertraging van ongeveer 10 2 95778900NL
minuten op. Voor het opnieuw ontsteken van de kachel zie hoofdstuk 6.1.3. Wanneer de kachel in het donker wordt ontstoken, wordt de lichtsensor genegeerd en zal de kachel niet worden uitgeschakeld. De bewegingsdetectie blijft wel actief. 6.1.3 Opnieuw ontsteken Na het uitschakelen van de kachel of een reset van de branderautomaat kan deze opnieuw ontstoken worden zoals beschreven in hoofdstuk 6.1.1. Is de kachel echter aangesloten op propaangas, dan zal het bedieningspaneel circa 10 minuten wachten met ontsteken. Afbeelding 40E is zichtbaar op het display. De voortgangsindicator geeft een indicatie van de wachttijd. Nadat deze tijd is verstreken, zal de ON melding weer op het display verschijnen (zie Bijlage 3, afb. 40 A). Het ontsteken van de kachel gaat nu zoals omschreven in hoofdstuk 6.1.1. 6.1.4 Blokkeren van de kachel (alleen van toepassing i.s.m. ICY CC) Indien de kachel met ICY CC samenwerkt, kan deze op afstand worden geblokkeerd. Zodra de accu in het bedieningspaneel wordt geplaatst en is opgestart zal in eerste instantie de ON melding verschijnen (zie Bijlage 3, afb. 40A). Echter zodra het bedieningspaneel via ICY CC (draadloos) een signaal ontvangt dat de kachel geblokkeerd moet worden, zal direct een slotje op het display zichtbaar zijn (zie Bijlage 3, afb. 40F). De kachel/het bedieningspaneel functioneren nu niet meer. Als de kachel een blokkeersignaal ontvangt terwijl hij nog brandt, zal de kachel meteen doven en het slotje op het display zichtbaar worden. 6.1.5 Storing en resetprocedure Bij problemen met het ontsteken van de kachel, bijvoorbeeld doordat er lucht in de leiding zit of de vlam tijdens bedrijf uitgaat, zal een foutcode met resetmelding op de display van het bedieningspaneel verschijnen (zie Bijlage 3, afb. 40G). De foutcode beginnend met een "E" zal overeenkomen met een beschrijving in hoofdstuk 10. Na het herstellen van de fout, kan de brander automaat gereset worden. Druk hiertoe de + en toets op het bedieningpaneel gelijktijdig in gedurende minimaal 1 seconde. Probeer de kachel nu opnieuw te ontsteken volgens de procedure, die beschreven staat in hoofdstuk 6.1.3. Het systeem kan maximaal twee keer na elkaar worden gereset en opnieuw ontstoken. Daarna gaat het systeem in hard lock-out en moet een half uur worden gewacht, voordat een nieuwe poging kan worden gedaan. Indien de branderautomaat niet gereset kan worden, blijft de foutcode in het display staan en wordt daarnaast een steeksleutel afgebeeld (zie Bijlage 3, afb. 40H). Deze steeksleutel blijft op het scherm staan, ook als de branderautomaat zichzelf weer heeft vrijgegeven. Ondanks het feit dat dit niet op het scherm staat, kan de kachel wel worden gereset (door op het bedieningspaneel de + en toets tegelijkertijd in te drukken gedurende minimaal 1 seconde). 6.1.6 Baterij (bijna) leeg Bij afwezigheid van netspanning of een onderbreking tussen het bedieningspaneel en de ontvanger kan het voorkomen dat de oplaadbare batterij te ver wordt ontladen. Op het display van het bedieningspaneel zal, indien deze beweging detecteert, een batterijsymbool worden getoond. De kachel kan nu niet worden gebruikt. Wanneer de batterij voldoende herladen is gaat het bedieningspaneel weer normaal functioneren. U kunt de haard ontsteken zoals beschreven in paragraaf 6.1.3. Wanneer de batterij nog verder ontladen wordt zal het bedieningspaneel korte piepjes gaan geven met een interval van meerdere seconden. Het display blijft dan uit. Deze situatie doet zich ook voor indien bij installatie de batterij in het bedieningspaneel niet voldoende lading bevat. 6.1.7 Uitlezen toestel 3 95778900NL
Om het toestel uit te kunnen lezen met de servicetool of ICY-CC is het vier-cijferige ID-nummer van het bedieningspaneel nodig. Dit nummer bevindt zich aan de binnenzijde van het bedieningspaneel en begint met een #. Dru adviseert dit nummer in combinatie met het bijbehorende huisnummer bij installatie direct te registreren. 6.2 Ingebruikname 6.2.1 Eerste keer Het toestel dient één keer gestookt te worden voor ingebruikname. Let daarbij op de volgende punten. Bij toepassing van een boezem moet deze - voordat u het toestel in gebruik neemt - droog zijn ter voorkoming van krimpscheuren. Als de boezem van steenachtige materialen is gemaakt of is afgewerkt met stucwerk dient deze minimaal 6 weken te drogen vóór ingebruikname. Tijdens de eerste keer stoken kan er een onaangename geur ontstaan door het uitdampen van vluchtigecomponenten uit verf, materialen e.d.. Dit kan meerdere uren in beslag nemen.!tip Huisdieren en vooral vogels kunnen gevoelig zijn voor de vrijkomende dampen. Het vlambeeld wordt in het begin beïnvloed door het uitdampen van vluchtige componenten. Zet het toestel in de hoogste stand om het uitdampen te versnellen. Ventileer de ruimte goed. Verwijder huisdieren uit de ruimte. 6.2.2 Bescherming Om onveilige situaties te voorkomen, dient u onderstaande maatregelen/instructies nauwkeurig op te volgen. Houd brandbare voorwerpen en/of materialen zoals overgordijnen op minimaal 50 cm afstand van het toestel en/of de afvoerpijpen. Laat geen kleding, handdoeken e.d. op en/of dichtbij het toestel drogen ter voorkoming van brand. Vermijd contact met hete delen van het toestel ter voorkoming van brandwonden. Laat kinderen en personen die de consequenties van hun handelen slecht overzien nooit alleen bij een brandend toestel. 6.2.3 Verkleuring van wanden en plafonds Bruinverkleuring is een vervelend en moeilijk op te lossen probleem. Bruinverkleuring kan worden veroorzaakt door stofverbranding als gevolg van te weinig ventilatie, roken, branden van kaarsen, olielampjes e.d.. Rook van sigaretten en sigaren bevat teerstoffen die op koudere muren neerslaan. Deze problemen kunnen (deels) voorkomen worden door de ruimte waarin het toestel staat goed te ventileren. 4 95778900NL
9. Oplevering U dient de eigenaar, cq diens vertegenwoordiger (beheerder) vertrouwd te maken met het toestel. U dient hem/haar onder meer te instrueren over de ingebruikname, de veiligheidsmaatregelen, de werking van het bedieningspaneel en het jaarlijks onderhoud. De beheerder dient de gebruiker daarnaast te instrueren over het juist en veilig gebruik van het toestel zoals verder omschreven in Hoofdstuk 11. o Laat de beheerder bij storingen/slecht functioneren onmiddellijk de gaskraan sluiten en contact opnemen met de installateur ter voorkoming van onveilige situaties. o Wijs de gaskraan aan. o Wijs op de voorzorgsmaatregelen in Hoofdstuk 3 en 11. o Wijs de 230 Volt aansluiting aan. Instrueer de beheerder over het toestel en het bedieningspaneel. Wijs er bij ingebruikname op, dat o Een boezem gemaakt van steenachtige materialen of afgewerkt met stucwerk minimaal 6 weken dient te drogen vóór ingebruikname. Dit ter voorkoming van scheuren. o Bij de eerste keer stoken vluchtige componenten uitdampen uit verf, uit materialen e.d. (Lees ook eerst hoofdstuk 6!). o Bij het uitdampen het toestel bij voorkeur op de hoogste stand wordt gezet. o De ruimte goed wordt geventileerd. Overhandig de handleiding(en) (alle handleidingen dienen bij het toestel bewaard te blijven) 11. Voor de gebruiker De gebruiker zal op een aantal punten gewezen moeten worden vóór ingebruikname van de kachel. Deze informatie zal voor de gebruiker beschikbaar moeten zijn. De gebruiker moet op de hoogte gesteld worden van de bediening van het toestel zoals omschreven in hoofdstuk 6.1. De gebruiker dient zich aan de volgende veiligheidseisen te houden: Bij storingen en/of slecht functioneren van het toestel moet direct ontact met de beheerder opgenomen worden. Wanneer de kachel na drie herstarts niet ontsteekt en in hard-lockout gaat, mag deze nooit gereset worden door het toestel spanningsvrij te maken. Raadpleeg (of neem contact op met) de beheerder. Bij een gescheurde of gebroken ruit het toestel niet gebruiken. Houd brandbare voorwerpen en/of materialen zoals overgordijnen op minimaal 50 cm afstand van het toestel en/of de afvoerpijpen. Laat geen kleding, handdoeken e.d. op en/of dichtbij het toestel drogen ter voorkoming van brand. Vermijd contact met hete delen van het toestel ter voorkoming van brandwonden. Laat kinderen en personen die de consequenties van hun handelen slecht overzien nooit alleen bij een brandend toestel 5 95778900NL
Bijlage 1 Storingen Foutmeldingen Foutcode Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing E1 De brander automaat (zie C in Bijlage 3, afb. 38) meldt een fout, terwijl de haard uit is Ionisatiepen maakt kortsluiting Zorg dat de Ionisatiepen vrij is van metaaldelen Defecte kabelboom zorgt voor kortsluiting Vervang kabelboom ESYS defect (branderautomaat) Vervang ESYS E2 De brander automaat meldt een fout, tijdens het ontsteken van de hoofdbrander Geen vonken Zorg dat de afstand tussen de elektroden 3-4 mm is Vervang de ontsteekelektroden Geen gas Controleer of er gas is Bij gebruik van PowerVent controleer of de gasklep opent Slechte vlamoverloop hoofdbrander Controleer positie blokken/chips Verwijder eventueel stof uit branderpoorten Geen goede vlam onder ionisatiepen (verstikkendevlam) Ruitstrips niet juist aangebracht Controleer restrictie en luchtremplaat instelling Bij gebruik van PowerVent controleer druk instelling Ionisatiepen verkeerd geplaatst Plaats deze op de juiste plaats Ionisatiepen geblokkeerd (meet ionisatie stroom wanneer > 0 en < 1,8 ua) Verwijder eventueel vermiculiet of chips van de brander Ionisatiepen defect (meet ionisatie stroom wanneer 0) Vervang de ionisatiepen E3 De brander automaat meldt een fout, terwijl de hoofdbrander ingeschakeld is Gas weggevallen Controleer de gastoevoer Gasregelblok defect (zie A in Bijlage 3, Afb. 38) Vervang het gasregelblok Verstikking door een slecht rookgaskanaal Controleer het concentrisch systeem 6 95778900NL
Controleer afstelling toestel Verstikking bij gebruik van PowerVent Controleer de drukinstelling van het PowerVent systeem 24-uurs controle regeling Reset met bedieningspaneel (raadpleeg Powervent handleiding) E4 De brander automaat meldt een fout, terwijl de tweede brander ingeschakeld is Gas weggevallen Controleer de gastoevoer Gasregelblok defect (zie A in Bijlage 3, Afb. 38) Vervang het gasregelblok Verstikking door een slecht rookgaskanaal Controleer het concentrisch systeem Controleer afstelling toestel Verstikking bij gebruik van PowerVent Controleer de drukinstelling van het PowerVent systeem E5 E6 Foutieve communicatie met de brander automaat Branderautomaat los geschoten. Branderautomaat verkeerd gemonteerd Pennen van de connector op het gasregelblok verbogen Zet de branderautomaat weer vast Monteer de branderautomaat op de juiste manier Buig deze recht High limit error High limit brug defect Controleer High limit brug ESYS Foutieve communicatie met Ontvanger Bekabeling naar ontvanger defect Vervang defecte kabel Defecte Ontvanger Vervang Ontvanger E7 Defecte Ontvanger Vervang Ontvanger E8 Hardware fout in het circuit Defecte bekabeling Vervang bekabeling E9 Melding alleen in ICY-CC op het bedieningspaneel staat een batterijsymbool De kachel is niet aangesloten op netspanning Sluit de kachel aan op het netspanning E10 De temperatuur in de ontvanger is te hoog opgelopen De batterij is nog niet opgeladen De luchtstroom rond de kachel wordt gehinderd De ventilatieopeningen van de ontvanger zijn afgedekt Wacht tot de batterij ver genoeg is opgeladen Controleer of er genoeg ventilatie rond de kachel is Maak de ventilatieopeningen vrij 7 95778900NL
Bijlage 3 Afbeeldingen Afb. 35 Afb 36 8 95778900NL
Afb. 37 Afb 39 9 95778900NL
Afb. 40 10 95778900NL