Samenvatting Dutch summary

Vergelijkbare documenten

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting Dutch summary

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06

Forensische Opsporing Medewerker Forensische Opsporing Barema 4 / functieschaalniveau 6 versie 15 april 2013

Samenvatting (summary in Dutch)

Rapid DNA Technologies at the Crime Scene. CSI Fiction Matching Reality. A.A. Mapes

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Informatiebrochure zelfonderzoek

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Willen leiders leren van incidenten?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Samenvatting. Dutch Summary.

5 Samenvatting en conclusies

nederlandse samenvatting Dutch summary

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Speuren naar sporen van speurders

How to present online information to older cancer patients N. Bol

Een Artikel Schrijven. Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek

Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg

Wetenschap op de plaats delict

Kennisgestuurd rechercheren Evidence-based onderzoek voor de opsporing

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven.

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

De Essenties van forensisch DNA-onderzoek. Samenvatting interpretatie DNA-bewijs

Richtlijn Forensische Geneeskunde Lijkschouw

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Rijksrecherche onderzoek schrijfproeven Deventer moordzaak: Geen aanwijzingen voor valsheid in geschrifte

MANAGEMENTSAMENVATTING. Achtergrond van het onderzoek

Summary in Dutch. Samenvatting

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Opgeschminkte lijkvlekken

DNA-rapporten: makkelijker kunnen we het niet maken, begrijpelijker wel

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

Protocol informatiebeveiligingsincidenten en datalekken

Samenvatting. Summary in Dutch

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht

sa m e n v A t t i n G

Nederlandse Samenvatting

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Digitale sporen Kansen voor de opsporing. Christianne de Poot

Protocol Pagina 1 van 7

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Oisterwijk. Datum: 2 februari Rapportnummer: 2012/011

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Protocol informatiebeveiligingsincidenten en datalekken Clusius College

Samenvatting Hoofdstuk 1

Project CSI. Leerlingenmateriaal

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s

Forensische Opsporing Generalist Forensische Opsporing Barema 5 / functieschaalniveau 7 versie 15 april 2013

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

Module E: Van wie zijn de haren op het dode lichaam?

Chapter. Samenvatting

Omlijning Forensisch Wapen- en Munitieonderzoek Versie 1.0 (Mei 2011)

Kindvriendelijke verhoorstudio

SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Nederlandse Samenvatting

Etnische en gender diversiteit in topbesturen en coaching posities in het Nederlandse profvoetbal

Naar wettig en overtuigend bewijs

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum

Trefwoorden : fraude, onregelmatigheid, strafverzwaring Datum uitspraak : 12 april 2006

Protocol informatiebeveiligingsincidenten en datalekken. Vereniging Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Spoorsuicide Praktische richtlijn over de werkwijze rond zelfdoding op het spoor.

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Datum 8 november 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht dat de politie foto s neemt van personen en hun identiteitsbewijzen

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid?

Samenvatting. Waarom bewegen we op de manier waarop we bewegen?

Protocol informatiebeveiligingsincidenten en datalekken Stichting OVO Zaanstad

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Vaststellingsovereenkomsten in de zorg. Utrecht, juni 2016

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

DNA in strafzaken: een analyse van het gebruik. Caroline Stappers 26 april 2018

VIII NIEUW FORENSISCH-TECHNISCH FEIT: DE PIEKENPROFIELEN EN IMPACT OP BEWIJSCONSTRUCTIE HOF

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport

Verdeling van de bijstandsmiddelen in 2019

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

Rijksrecherche. Rijksrecherche. Voor objectieve waarheidsvinding

Transcriptie:

Samenvatting Dutch summary

SAMENVATTING INTRODUCTIE De afgelopen jaren zijn er in Nederland verschillende moordzaken geweest die vanaf de aanvang van het opsporingsonderzoek verkeerd werden geïnterpreteerd als ongeluk of zelfdoding. Die zaken werden heropend omdat nabestaanden aan de bel trokken en hun twijfels uitten of omdat de dader zich meldde. De informatie die bij aanvang van een zaak beschikbaar is, speelt een belangrijke rol bij hoe een zaak wordt geclassificeerd en bij het daarop volgende opsporings- en sporenonderzoek. Informatie kan bijvoorbeeld van de plaats delict komen, maar ook van omstanders of de noodhulp die als eerste ter plaatste is bij een incident. De informatie kan details bevatten over de manier waarop een lichaam is gevonden, wie het slachtoffer is en wat buren hebben gehoord of gezien. Informatie kan zorgen voor het vormen en vervormen van verwachtingen over wat onderzoekers zien en hoe zij hetgeen zij zien interpreteren. Dat kan vervolgens van invloed zijn op de manier waarop een zaak wordt behandeld. In dit proefschrift doe ik verslag van mijn onderzoek naar de invloed van dergelijke informatie vooraf op het plaats delict onderzoek. Om die invloed te onderzoeken, heb ik me gericht op plaatsen delict die voor de forensisch onderzoeker het moeilijkst zijn, namelijk die van verdachte overlijdensgevallen. In die zaken kan het slachtoffer zelf geen verklaring meer afleggen over wat er is gebeurd en zijn rechercheurs voor het reconstrueren van de gebeurtenis geheel afhankelijk van informatie uit andere bronnen, zoals verklaringen van anderen en hetgeen kan worden afgeleid uit de omgeving van de plaats delict. Mijn voornaamste onderzoeksvraag was daarom: Hoe en in welke mate beïnvloedt voorinformatie de interpretatie van een plaats delict en de zoektocht naar sporen? Om die vraag te beantwoorden, heb ik verschillende deelonderzoeken uitgevoerd. S ONDERZOEKEN In Hoofdstuk 2 doe ik verslag van onderzoek naar de informatie die een forensisch rechercheur ontvangt voordat hij een plaats delict betreedt en hoe die informatieoverdracht plaatsvindt. Uit de resultaten blijkt dat forensisch rechercheurs slechts in beperkte mate informatie ontvangen van meldkamercentralisten en forensisch teamleiders voordat zij naar een plaats delict gaan. De informatie die zij ontvangen en willen ontvangen gaat voornamelijk over de locatie van het incident en de betrokken personen (bijvoorbeeld slachtoffer of dader). Andere betrokken partijen zoals de noodhulp of de forensisch arts verschaffen het merendeel van de informatie wanneer de forensisch rechercheur eenmaal ter plaatse is. Hoewel meldkamercentralisten en forensisch teamleiders relatief weinig informatie geven aan de forensisch rechercheurs labelen zij incidenten wel snel. Forensisch teamleiders erkennen hoe moeilijk het is om met een open blik de plaats delict 145

SAMENVATTING te onderzoeken als de aard van een incident al is gelabeld. Desalniettemin zijn zij weinig terughoudend in het gebruik van labels, en vertrouwen zij op de zogenaamde forensische blik als beschermende factor bij het zo objectief mogelijk onderzoeken van een plaats delict. Er lijkt bij alle partijen ook een gebrek aan dieper begrip van wat het sturende effect van het verschaffen van contextinformatie kan zijn en van het begrip bias. Uit het onderzoek bleek verder dat er grote verschillen aan informatiebehoefte zijn tussen de deelnemers. Die verschillen zijn onwenselijk omdat ze kunnen zorgen voor willekeur en daarmee van invloed zijn op de consistentie waarmee vergelijkbare zaken worden afgehandeld. Het onderzoek liet ook zien dat er geen formele richtlijnen zijn voor het vastleggen van informatie die forensisch rechercheurs ontvangen bij aanvang en in de loop van het plaats-delict-onderzoek. Als gevolg daarvan wordt die informatie vastgelegd naar eigen goeddunken. Dat betekent wederom grote verschillen in werkwijze tussen rechercheurs. Tot slot betekent het gebrek aan richtlijnen voor het vastleggen van informatie dat het kan voorkomen dat niet alle informatie die is meegenomen bij het doen van het plaats delict onderzoek ook is vastgelegd in het proces-verbaal. Het doel van het onderzoek dat is beschreven in Hoofdstuk 3 was om meer inzicht te krijgen in welke soort informatie nodig is om gebeurtenissen op de plaats delict te reconstrueren. Ik onderzocht op welke wijze contextinformatie en het krijgen van feedback in de vorm van antwoorden op zelf geformuleerde vragen de reconstructie beïnvloeden van gebeurtenissen die worden afgeleid uit het sporenbeeld op een plaats delict. In dat onderzoek werd studenten die de rol aannamen van forensisch rechercheurs gevraagd om een scenario te schrijven over wat zij dachten dat er was gebeurd op een plaats delict waar ze foto s van te zien kregen. Uit de resultaten bleek dat de verhalen die zij schreven vooral bestonden uit Actie-items. In het algemeen waren ze het meest geïnteresseerd in informatie over personen (slachtoffer en andere betrokkenen). De bevinding sluit aan bij de bevindingen in Hoofdstuk 2, namelijk dat forensisch rechercheurs vooral geïnteresseerd zijn in de achtergrond van bij een incident betrokken personen. Verder bleek dat de scenario s van degenen die contextinformatie ontvingen voordat ze de foto s te zien kregen meer feitelijke informatie bevatten dan de scenario s van de proefpersonen die geen contextinformatie ontvingen. Dat effect werd niet gevonden bij proefpersonen die vragen mochten stellen terwijl ze hun scenario schreven. De scenario s van proefpersonen die vragen mochten stellen bevatten niet relatief meer feitelijke informatie en relatief minder interpretaties dan de scenario s van degenen die geen vragen mochten stellen. Voorinformatie lijkt dus te helpen bij het afleiden van feitelijke informatie uit foto s van een plaats delict. In Hoofdstuk 4 onderzocht ik of dezelfde plaats delict uiteenlopend wordt geïnterpreteerd afhankelijk van de contextinformatie die een forensisch rechercheur ontvangt voor hij de plaats delict betreedt. Voor dat experiment is gebruik gemaakt 146

SAMENVATTING van een geënsceneerde plaats delict die ambigue was; een moord die in scene was gezet als zelfdoding. De verwachting was dat forensisch rechercheurs de plaats delict anders zouden interpreteren en andere sporen wilden veiligstellen, afhankelijk van de inhoud van de contextinformatie. Uit de analyses bleek dat rechercheurs de plaats delict inderdaad anders interpreteerden, afhankelijk van de vooraf gegeven informatie. Ten eerste bleek uit het onderzoek dat als forensisch rechercheurs door de informatie in de richting van een zelfdoding worden gestuurd, zij als eerste indruk vaker denken dat het om een zelfdoding gaat dan verwacht mag worden. Verder bleek dat minder rechercheurs dan verwacht mag worden in de zelfmoordconditie nog geen uitspraak doen over de toedracht. In de moordconditie werd het tegenovergestelde gevonden. Als men door de informatie richting een mogelijk misdrijf wordt gestuurd, denken minder rechercheurs dan verwacht mag worden als eerste indruk dat het om een zelfdoding gaat en relatief meer durven nog geen uitspraak te doen over de toedracht en zijn terughoudender omdat ze eerst de plaats delict in meer detail wilden onderzoeken. Aan het eind van het onderzoek, toen werd gevraagd om het meest waarschijnlijke scenario, dacht de meerderheid van de personen die voorinformatie kregen die duidde op een misdrijf dat de toedracht een misdrijf was. Van de groep proefpersonen die voorinformatie kreeg dat de toedracht waarschijnlijk een zelfdoding was dacht bijna de helft dat het om een zelfdoding ging. In alle condities werden ongeveer evenveel delict gerelateerde sporen veiliggesteld, onafhankelijk van de contextinformatie die werd gegeven. Het doel van het onderzoek dat is beschreven in Hoofdstuk 5 was om meer inzicht te krijgen in het proces van sporen zoeken en vinden. Dat is gedaan door experts en leken met elkaar te vergelijken. Dezelfde ambigue plaats delict als beschreven in Hoofdstuk 4 werd ook voorgelegd aan hogeschoolstudenten forensisch onderzoek. De data die werden vergaard bij de studenten werden vergeleken met de data van de forensisch rechercheurs. De ervaren forensisch rechercheurs hadden beperkte kennis van cognitive bias, maar hadden uitgebreide ervaring met plaats-delict-onderzoek. De studenten hadden recent een blok gevolgd waarin cognitive biases werden behandeld, maar zeer beperkte ervaring met de praktijk. Uit de resultaten blijkt dat studenten meer delictgerelateerde sporen veilig stelden dan forensisch rechercheurs, ongeacht het totaal aantal veilig gestelde sporen. Uit de resultaten blijkt verder dat er geen verschil is tussen de twee groepen in de manier waarop ze de plaats delict interpreteerden. Beide groepen hebben een ongeveer gelijke verdeling van verwachte toedracht, zowel bij de eerste indruk aan het begin, als bij het meest waarschijnlijke scenario op het eind. S 147

SAMENVATTING CONCLUSIE De resultaten van de deelonderzoeken zijn samengevat en bediscussieerd in Hoofdstuk 6. Tot slot is daarin ook de conclusie beschreven. Met het onderzoek waarvan ik in dit proefschrift verslag doe, heb ik geprobeerd meer inzicht te krijgen in het tot nu toe relatief onontgonnen onderzoeksterrein van besluitvorming op de plaats delict. Plaatsdelict-onderzoek vraagt om complexe informatieverwerking met verschillende vormen van visuele, geschreven en gesproken informatie die allemaal zorgvuldig moeten worden geduid en gewogen. In dit proefschrift heb ik laten zien dat contextinformatie invloed heeft op besluitvorming op de plaats delict. Die invloed kan zowel helpen, als tegenwerken. Hoewel dat misschien niet verrassend is in het licht van eerder psychologisch onderzoek naar verwachtingseffecten, kan die conclusie wel als een verrassing komen voor de politiepraktijk. Daarin wordt veel waarde gehecht aan ervaring en de forensische blik als beschermende factoren tegen bias. Het plaats-delict-onderzoek vindt in veel gevallen plaats aan het begin van een opsporingsonderzoek en de eerste beoordeling van de plaats delict is daarom bepalend voor de vervolgstappen die worden genomen. Alle verdere beslissingen aangaande het forensisch bewijs zijn gebaseerd op de eerste beoordeling en interpretatie van een plaats delict. Een degelijk uitgevoerd plaatsdelict-onderzoek is daarom van cruciaal belang voor het verdere verloop van het opsporingsonderzoek. Het is van belang om na te denken over waar delict gerelateerde sporen kunnen worden gevonden op elke plaats delict en waarom juist daar. Het is niet wenselijk om informatie uit andere bronnen helemaal weg te houden van het onderzoek op de plaats delict. In plaats daarvan zou vervolgonderzoek zich kunnen richten op het managen van die informatie, om het maximale uit de informatie te halen en het risico op cognitieve bias zo veel mogelijk te beperken. PRAKTISCHE IMPLICATIES Zoals is betoogd in dit proefschrift is het afwegen van informatie een wezenlijk onderdeel van het plaats-delict-onderzoek. Het is onmogelijk en onwenselijk om contextinformatie weg te houden bij de forensisch rechercheur. Dit onderzoek laat immers zien dat contextinformatie kan helpen bij het afleiden van feitelijke informatie uit het sporenbeeld op een plaats delict. Dit onderzoek laat echter ook zien dat contextinformatie besluitvorming op de plaats delict op een ongewenste manier kan beïnvloeden, omdat het de interpretatie van de plaats delict kan sturen. Het is daarom van groot belang om zorgvuldig met die informatie om te gaan. Forensisch rechercheurs hebben grote professionele autonomie en tot op heden zijn er weinig richtlijnen over hoe zij om moeten gaan met het verzamelen en vastleggen van informatie die mogelijk 148

SAMENVATTING van invloed is op het plaats delict onderzoek. Er zijn zelfs forensisch rechercheurs die de omgang met informatie niet als een wezenlijk onderdeel van hun werk zien. De bevindingen die gepresenteerd zijn in dit proefschrift suggereren echter anders. Om meer inzicht te krijgen in besluitvorming op de plaats delict is het noodzakelijk om te weten welke informatie forensisch rechercheurs tot hun beschikking hebben wanneer zij hun onderzoek doen en van wie die informatie afkomstig is. Ook de mogelijke scenario s die een rechercheur overweegt en de manier waarop verzamelde informatie bijdraagt aan een bepaald scenario zou geëxpliciteerd moeten worden. Om die reden zijn richtlijnen over hoe informatie moet worden vastgelegd cruciaal. Ontbrekende informatie in processen-verbaal maakt het onmogelijk om achteraf te reconstrueren hoe een bepaalde beslissing tot stand is gekomen. Het is van belang dat forensisch rechercheurs zich verantwoordelijker gaan voelen voor het goed vastleggen van informatie, want dat is een wezenlijk onderdeel van hun werk. Verder is het van belang dat de verslagen zo snel mogelijk na het onderzoek worden geschreven zodat er zo min mogelijk informatie verloren gaat. Zonder het zorgvuldig vastleggen van informatie is het onmogelijk om op een later tijdstip te achterhalen waarom bepaalde beslissingen over het plaats delict-onderzoek in het algemeen en de sporen in het bijzonder op een bepaald tijdstip zijn genomen. Goede verslaglegging is van groot belang om weloverwogen beslissingen te nemen op de plaats delict en het geeft de mogelijkheid om te leren van fouten en ze in de toekomst te voorkomen. S 149