WATERVERGUNNING Kenmerk: Op 7 november 2017 hebben wij van Liander Infra NV te Duiven een aanvraag ontvangen voor een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet voor het verrichten van handelingen in een watersysteem. De aanvraag betreft het compenseren van verharden, het graven en dempen van watergangen, het verplaatsen van een stuw en het wijzigen van het peil in een watersysteem of beschermingszone waarvoor krachtens de Keur van Wetterskip Fryslân een vergunning is vereist. Procedure In artikel 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 is bepaald dat op de besluitvorming voor dit project de rijkscoördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is. Dat wil in dit geval zeggen dat de besluiten die nodig zijn voor het project Netversterking Marnezijl - Oudehaske, gezamenlijk worden voorbereid, waarbij deze procedure wordt gecoördineerd door de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Daarbij doorlopen de besluiten, op grond van artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met toepassing van de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro. Dit besluit is één van de besluiten die nodig zijn voor het project Netversterking Marnezijl - Oudehaske. Daarom is ook op dit besluit de rijkscoördinatieregeling van toepassing. De minister van EZK heeft een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor het project netversterking Marnezijl - Oudehaske bevorderd. Onderhavig besluit is samen met andere besluiten als volgt voorbereid: - Op [datum] is een kennisgeving met betrekking tot het ontwerp gepubliceerd in de Staatscourant; kennisgeving heeft ook plaatsgevonden in enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen; - op [datum] is door de minister van EZK een ontwerp van het besluit aan TenneT TSO BV en Alliander gezonden; - het ontwerp van het besluit heeft van [datum] tot en met [datum] ter inzage gelegen bij [locatie]; - er zijn [aantal] informatieavonden georganiseerd, op [data], waarbij de mogelijkheid werd geboden mondeling zienswijze naar voren te brengen. Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening worden dit besluit en de andere besluiten gelijktijdig door de minister van EKZ bekendgemaakt. Tevens doet de minister van EZK daarvan mededeling in de Staatscourant, enkele huis-aanhuisbladen en regionale dagbladen en langs elektronische weg. Eerdere insprekers en grondeigenaren en beperkt gerechtigden op die gronden worden apart geïnformeerd. Pagina 1 van 2
Overwegingen Bij onze beslissing op de aanvraag hebben wij rekening gehouden met de volgende overwegingen. Op grond van de Algemene regels bij de Keur van Wetterskip Fryslân is van de aangevraagde activiteiten het volgende vrijgesteld van vergunningplicht en/of meldplicht: - Het aanbrengen van een nieuwe dam met duiker in een schouwwatergang. Dit houdt in dat de aanvrager deze handeling zonder vergunning, met inachtneming van de Algemene regels bij de Keur van Wetterskip Fryslân, mag uitvoeren (zie bijlage A). Er wordt een dam met duiker aangelegd in een hoofdwatergang om zodoende het perceel beter te ontsluiten. Een ecoduiker wordt aangelegd ter plaatse van de dam met duiker in de hoofdwatergang en over een lengte van 80 m wordt er natuurlijke oever aangelegd bij het nieuw te graven water. Er vindt een toename plaats van 2135 m 2 verhard oppervlak en 390 m 2 watergang wordt gedempt. Het totale oppervlak dat gecompenseerd moet worden is 614 m 2. Er wordt 850 m 2 water gegraven ter compensatie. Hiermee wordt voldaan aan de Keur van Wetterskip Fryslân (zie bijlage B: Locatiekaart). In bijlage C hebben wij gedetailleerd de effecten en belangenafwegingen verwoord met betrekking tot de tijdelijke peilwijziging, tevens wordt een stuw verplaatst om het peil te kunnen wijzigen. De doelstellingen van het watersysteembeheer verzetten zich niet tegen het verlenen van de gevraagde vergunning. Aan de vergunning zijn voorwaarden verbonden die noodzakelijk zijn uit het oogpunt van bescherming van de doelstellingen van het watersysteembeheer. De aanvraag is getoetst aan het ontheffingenbeleid van Wetterskip Fryslân en er zijn vanuit dat oogpunt bezien geen bezwaren tegen het verlenen van de vergunning. ONTWERPB E S L U I T Het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân besluit, gezien het voorgaande en gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Algemene wet bestuursrecht en de Keur van Wetterskip Fryslân, de heer/mevrouw c.q. diens rechtverkrijgenden, vergunning te verlenen op basis van artikel 3.2 van de Keur van Wetterskip Fryslân. De vergunning betreft: - aanleg dam met duiker in een hoofdwatergang; - het dempen van een schouwwatergang over 95 meter; - het graven van 850 m 2 wateroppervlak; - een tijdelijke peilwijziging; - het verplaatsen van een stuw; aan de Dolten 7 te Heerenveen, zoals nader staat aangegeven op de bijgaande situatietekening (Bijlage A). Pagina 2 van 2
Begripsomschrijving In deze vergunning wordt verstaan onder: Vergunninghouder: Liander Infra NV Postbus 50 6920 AB Duiven Waterschap: Het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân Postbus 36 8900 AA Leeuwarden Aan deze vergunning zijn de hierna geformuleerde voorwaarden verbonden. Algemene voorwaarden 1. De aanvang van de werkzaamheden bedoeld in deze vergunning, dient ten minste drie werkdagen van te voren aan het waterschap te worden gemeld op telefoonnummer 058 2922222 onder vermelding van de heer S. Veenema, rayon 28. 2. De vergunning dient op het werk aanwezig te zijn. 3. Indien er binnen achttien maanden na dagtekening van deze vergunning niet met de werkzaamheden is gestart, of als de werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van twaalf maanden hebben stilgelegen, vervalt de vergunning. Bijzondere voorwaarden 4. De vergunning is voor wat de vergunde peilafwijking betreft geldig tot uiterlijk 10 jaar na het van kracht worden van de vergunning, of korter wanneer het peilbesluit wat volgt op het watergebiedsplan wordt vastgesteld of wanneer er in het kader van de inrichting van de Surhuizumermieden een partiële herziening van het peilbesluit wordt vastgesteld. 5. Wanneer er voor de genoemde einddatum geen peilbesluit (of partiele herziening hiervan) wordt vastgesteld in het onderhavige gebied die de vergunde waterpeilen bevestigen, dan dienen alle peilregulerende werken weer in de oorspronkelijke staat te worden gebracht of te worden verwijderd. Peilafwijking 6. Het in te stellen waterpeil dient overeen te komen zoals aangegeven in de betreffende tabel 1 in bijlage C. 7. Het eventueel zelf bedienen van een peilregulerend kunstwerk dient in overleg en met toestemming van de rayonbeheerder te gebeuren. In een uitzonderlijke situatie houdt het waterschap zich het recht voor om tijdelijk afwijkende peilen in te stellen voor zolang dit nodig wordt geacht. 8. Het verwijderen en plaatsen van de bestaande stuw dient in overleg en met toestemming van het Wetterskip Fryslân te gebeuren. De kunstwerken mogen in geen geval het doorstroomprofiel verkleinen of het waterbergend vermogen verminderen. Minimaal 8 weken voorafgaand aan de werkzaamheden wordt een werkplan ter goedkeuring ingediend te worden bij het Wetterskip Fryslân. Dit werkplan bevat detailgegevens over de doorlooptijden van de werkzaamheden en de exacte situering en formaten van de stuw. 9. Indien naar het oordeel van het waterschap de stuwconstructie niet goed functioneert, dan dient deze op eerste aanzegging door de vergunninghouder te worden aangepast. Pagina 3 van 2
Dam met duiker bestaande uit 3 buizen 10. De duikerbuizen dienen onder toezicht van een daartoe bevoegde medewerker van Wetterskip Fryslân te worden aangebracht. 11. Indien de duiker door middel van afdamming in het droge worden gelegd moet de afvoer op een andere wijze uitgevoerd worden. 12. De aan te leggen dam mag maximaal 15 meter breed op de waterlijn zijn. 13. De te leggen duikerbuizen dienen allen een inwendige diameter te hebben van minimaal 800 millimeter. 14. De binnenonderkant van de duiker dient op -2,0 meter NAP te worden aangebracht. 15. De aan te leggen dam mag maximaal 15 meter breed op de waterlijn zijn. 16. De duiker dient zonder knikpunten of bochten te worden aangelegd. 17. De dam dient minimaal 10 meter van een ander kunstwerk te worden aangelegd. 18. De as van de duiker dient in het midden van het oppervlaktewaterlichaam te worden aangelegd. 19. Aan weerszijden van de dam dienen ofwel taluds te worden aangebracht in de verhouding van 1:1½ (of minder steil) of damleggers te worden aangebracht. 20. Aan weerszijden van de duiker dienen houten palen met een witgeverfde kop te worden aangebracht ter voorkoming van beschadiging bij machinaal onderhoud. Te verbreden watergang 21. Ter compensatie van de te dempen watergang en het te verharden oppervlak dient een wateroppervlak gegraven te worden van 850 m 2 zoals aangegeven op bijlage A. Het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân, namens deze, ing. H. Siebold, teamleider Vergunningverlening. Pagina 4 van 2
Procedure zienswijze Een ieder kan tegen de ontwerp-beschikking zienswijzen indienen. De zienswijze(n) moet(en) schriftelijk of mondeling en gemotiveerd worden ingebracht bij: Bureau Energieprojecten Inspraakpunt Windpark Fryslân Postbus 248 2250 AE Voorschoten Pagina 5 van 2
Bijlage A: Algemene regel voor dammen met duikers Artikel 2.6.1 Vrijstelling van de vergunningplicht Vrijstelling wordt verleend van het verbod, bedoeld in artikel 3.2, eerste lid van de keur, voor het aanleggen, verwijderen, verbreden en behouden van een dam met duiker voor zover: 1. de dam met duiker wordt aangelegd, verwijderd, verbreed of behouden buiten het stedelijk gebied en in een overig water of een schouwwater; 2. de dam met duiker de functie heeft van perceelsontsluiting; 3. het geen peilregulerende dam met duiker betreft; 4. wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 1.3 en 2.6.2. Artikel 2.6.2 Algemene regels Degene die een dam met duiker aanlegt, verwijdert, verbreedt of behoudt als bedoeld in artikel 1, voldoet aan de volgende voorwaarden: 1. De dam met duiker voldoet aan de volgende maatvoeringen: Minimale diameter 300 mm Hoogte duiker - binnenbovenkant van de duiker ligt 5 cm hoger dan winter peil * - bij droogvallende watergangen ligt de binnenonderkant van de duiker 5 cm boven de vaste waterbodem Maximale lengte duiker 10 m Minimale afstand tot andere kunstwerken 10 m, 20 m benedenstroom s van stuw * de binnenbovenkant, van duikers groter dan 315 mm, mogen meer dan 5 cm boven het winterpeil liggen, het doorstroomprofiel mag daardoor echter niet worden beperkt 2. De duiker wordt zonder knikpunten of bochten aangelegd. 3. De as van de duiker wordt in het midden van het oppervlaktewaterlichaam aangelegd. 4. Verbindingen tussen duikerelementen zijn voorzien van een blijvend waterdichte afdichting. 5. Bij verlenging van een bestaande duiker moet het nieuwe deel van hetzelfde materiaal en met dezelfde diameter zijn als van de te verlengen duiker mits deze aan de minimale maat voldoet. Alleen indien de bestaande duiker is gemaakt van milieubezwaarlijk materiaal, moet een vervangend materiaal worden gebruikt. 6. Aan weerszijden van de dam dienen ofwel taluds te worden aangebracht in de verhouding van 1:1,5 (of minder steil) of damleggers te worden aangebracht. 7. Bij het verwijderen van een dam met duiker, wordt het bestaande profiel van het oppervlaktewaterlichaam aan het aansluitende profiel hersteld. 8. Bij vervanging van een duiker wordt de oude duiker volledig verwijderd, en de nieuwe duiker moet voldoen aan deze algemene regel. Pagina 6 van 2
Artikel 2.6.3 Vrijstelling meldplicht 1. Degene die een dam met duiker aanlegt, verwijdert, verbreedt of behoudt, waarvoor ingevolge artikel 2.6.1 geen vergunning is vereist, is vrijgesteld van de meldingsplicht als bedoeld in artikel 1.3. 2. De vrijstelling van de meldingsplicht geldt niet voor wateren die in een hoogwatercircuit liggen. Pagina 7 van 2
Bijlage B: Situatietekening Pagina 8 van 2
Bijlage C: toelichting bij de aanvraag om af te mogen wijken van de vastgestelde oppervlaktewaterpeilen Behorende bij de vergunningsaanvraag uitbreiding onderstation Oudehaske Figuur 1. Overzicht situatie Datum: 11 december jaar Toelichting opgesteld door: J.P. van der Kloet Cluster Plannen - Wetterskip Fryslân, Tel: 058-292 22 22/ jvanderkloet@wetterskipfryslan.nl Pagina 9 van 2
1. INLEIDING Op 7 november 2017 heeft Reddyn B.V. een watervergunning aangevraagd. Een onderdeel van de aanvraagde watervergunning betreft het afwijken van het vastgestelde waterpeil. De vastgestelde waterpeilen zijn afgestemd op de verschillende functies: landbouw, natuur en bebouwd gebied. De hoogte van de peilen is door het Algemeen Bestuur van Wetterskip Fryslân vastgelegd in een peilbesluit. Afwijken van het peilbesluit is in principe niet toegestaan. Elke 10 jaar worden de peilbesluiten herzien. De verzoeken om het peil te wijzigen worden zoveel mogelijk geparkeerd tot de eerstvolgende herziening van het peilbesluit. Alleen afwijkingen met een beperkte impact en afwijkingen om zwaarwegende redenen (bijvoorbeeld een verbetering van het watersysteem of de bijdrage aan een maatschappelijk belang) kunnen onder voorwaarden tussentijds worden toegestaan. Peilwijzigingen met een kleine impact kunnen door middel van een watervergunning afgehandeld worden. Er mag daarbij geen sprake zijn van: - Significante negatieve effecten voor andere belangen en belanghebbenden. - Significante negatieve effecten voor de inrichting en het beheer van het watersysteem. 2. DE AANVRAAG De aanvrager heeft aangegeven voor het gebied af te willen wijken van het vastgestelde peil. Het gebied staat aangegeven op figuur 2 en heeft een oppervlakte van 0,5 ha. De aanvraag betreft het verhogen van het waterpeil. Aanleiding voor de peilafwijking is dat het watersysteem hierdoor kan blijven functioneren. Het hogere waterpeil is nodig om de nieuwe inrichting van het gebied mogelijk te maken. Het huidige en het aangevraagde peil staan aangegeven in tabel 1. Vastgestelde waterpeil Toekomstig waterpeil (in meters t.o.v. NAP) (in meters t.o.v. NAP) -2,40-1,30 Tabel 1. Overzicht peilafwijking Om de peilafwijking te realiseren en het omliggende watersysteem goed te laten functioneren, wil de aanvrager de volgende werkzaamheden uit gaan voeren (zie figuur 2): - een bestaande stuw verwijderen; - een nieuwe stuw aanbrengen; - een deel van een watergang dempen. Om uitbreiding van het onderstation mogelijk te maken wordt een deel van een sloot gedempt, daardoor heeft het resterende deel van de sloot geen afvoer meer. Dit deel van de sloot wordt bij het noordelijk gelegen peilvak getrokken. De bestaande stuw wordt verwijderd en zuidelijk wordt een nieuwe stuw aangebracht waarmee het peilvak -1,30m NAP overstort in de hoofdwatergang. Pagina 10 van 2
Figuur 2. Gebied waarop de peilafwijking betrekking heeft 3. EFFECTEN EN BELANGENAFWEGING 3.1 Effecten op andere belangen en belanghebbenden De drooglegging van de locatie van het onderstation neemt af als gevolg van de peilverhoging. De aanvrager is eigenaar van de locatie. De drooglegging wordt met een waterpeil van -1,30 m NAP circa een meter en de aanvrager heeft aangegeven dat dit voldoende is voor het onderstation. Voor het overige zijn er geen belanghebbenden waarop de peilverhoging een effect kan hebben. 3.2 Effecten op de inrichting en het beheer van het watersysteem De peilverhoging heeft geen toename van het aantal peilregulerende kunstwerken of peilvakken tot gevolg. De peilafwijking heeft geen gevolgen voor de beheerlast van Wetterskip Fryslân. 4. BELEID 4.1 Beleid en regelgeving De beoordeling van de aanvraag voor de peilafwijking is gebaseerd op het volgende door Wetterskip Fryslân vastgestelde beleid en de volgende richtlijnen: - Beleidsnotitie beoordeling peilwijzigingen (2013): deze beleidsnotitie bevat de beleidsuitgangspunten en het toetsingskader voor het beoordelen van aanvragen voor peilwijzigingen; - Richtlijn Peilbeheer (2012): de beleidsuitgangspunten voor het opstellen van peilbesluiten en het peilbeheer; - Waterbeheerplan 2016-2021. En wat doen we morgen met water? (2016): In het waterbeheerplan staat hoe Wetterskip Fryslân in de planperiode de belofte voor veiligheid achter de dijken en voldoende en schoon water waar wil maken. 4.2 Toetsing aan beleid Uit de toetsing van de aanvraag aan het beleid blijkt dat: - De peilafwijking past binnen het beleid om de waterhuishouding af te stemmen op de functie van het gebied; Pagina 11 van 2
- De peilafwijking past binnen het beleid om te komen tot een robuust watersysteem. 5. CONCLUSIE 5.1 Peilafwijking Uit de belangenafweging en toetsing aan beleid blijkt dat: - Er geen significante negatieve effecten zijn voor andere belangen en belanghebbenden of het watersysteem; - De peilverhoging geen kostenverhoging of lastenverzwaring voor Wetterskip Fryslân tot gevolg heeft; - Het verzoek past binnen de beleidsdoelstellingen van Wetterskip Fryslân. De impact van de aanvraag is beperkt en de aanvraag past binnen het beleid van Wetterskip Fryslân. Hierdoor kan er met een watervergunning tijdelijk worden afgeweken van het vigerende peilbesluit. 5.2 Termijn peilafwijking Het onderdeel van de watervergunning voor de tijdelijke afwijking van het peilbesluit heeft een geldigheidsduur van maximaal 10 jaar vanaf van kracht worden van de vergunning of korter wanneer het peilbesluit wat hoort bij het watergebiedsplan Súdwesthoeke Fryske Marren wordt vastgesteld. Bij herziening vindt opnieuw een beoordeling plaats. De verwachting is dat het gewenste peil meegenomen wordt in dit nog te nemen peilbesluit. De verleende watervergunning voor de tijdelijke peilafwijking komt dan te vervallen. Pagina 12 van 2