DICLAADSYSTEMEN MONTAGE EN GEBRUIK BLACKBOXX HANDLEIDING BlackBoxx met Type-2 contactdoos 3,7/11kW
INHOUDSOPGAVE Handleiding BlackBoxx met Type-2 contactdoos 3,7/11kW. 1 Veiligheids voorschriften 04 2 Montageplan 04 3 Aansluiten (grond) kabel 05 4 In bedrijf stellen 06 5 Werking oplaadpunt 06 6 Onderhoud 07 2
3
1 VEILIGHEIDS VOORSCHRIFTEN Lees eerst goed de bijgeleverde documentatie. Houdt er goed rekening mee dat u aan een elektrische installatie werkt! Zorg tijdens de montage van het laadpunt dat er géén spanning aanwezig is. Het laadstation is volgens de laatst geldende norm: 61851 ontworpen en getest. Veilige montage mag uitsluitend door een gediplo meerde monteur van een erkend bedrijf plaatsvinden. Bij verkeerd gebruik kan eengevaarlijke situatie ontstaan. 2 MONTAGEPLAN Het oplaadpunt heeft een IP waarde van 54 en is geschikt voor buiten montage. Bepaal een juiste positie en hoogte voor uw oplaadpunt. Houd bij een uitvoering met een spiraal kabel rekening met de hoogte! Bij de BlackBoxx worden standaard externe montagebeugels geleverd. Gebruik de externe beugels voor een gegarandeerde waterdichte behuizing. Open de lader met een passende schroevendraaier, draai om te openen de schroef een kwartslag naar links (naar rechts om af te sluiten). De kabel kan ingevoerd worden door de wartel aan de onderzijde of door de doorvoer aan de achterzijde. Vervang bij gebruik van de doorvoer aan de achterzijde de onderste wartel met de bijgeleverde membraam tule. 4
3 AANSLUITEN (GROND) KABEL De lader is voorzien van aansluitklemmen 4 mm 2. Deze klemmen zijn gecodeerd met L1, L2, L3, N en geel/groen als aarde. Sluit bij een 1-Fase 230V 3,7kW aansluiting uitsluitend L1, N en aarde aan. Sluit bij een 3-Fase 400V 11kW L1, L2, L3, N en aarde aan. Zorg er voor bij gebruik van een grondkabel dat de blanke mantel wordt afgeschermd met de bijgeleverde krimpkous. Let op: De lader is fase gevoelig, controleer goed of de blauwe Nul draad aangesloten wordt op de blauwe N klem. De lader is voorzien van een 6 ampére stuurstroom beveiliging 5HS3. De lader is niet voorzien van een hoofdstroom beveiliging, monteer deze extern in bijvoorbeeld een groepenkast. Gebruik een eigen beveiliging voor het oplaadpunt. Het oplaadpunt staat ingesteld op 16 ampére laadvermogen. Lampen op het laadpunt: Groen: Power Blauw: Charge 5
4 IN BEDRIJF STELLEN Is de kabel juist aangesloten en gecontroleerd op kortsluiting? Schakel dan bij een goed aangesloten lader de beveiliging 5HS3 in. De groene Power led zal gaan branden als de externe beveiliging ingeschakeld is. Test nu met de EV-tester het oplaadpunt op de werking. Deze tester is verkrijgbaar bij uw leverancier. 5 WERKING OPLAADPUNT Laden Starten: Plug and Charge uitvoering Bij een Plug and Charge uitvoering schakelt de lader automatisch in wanneer de auto is verbonden met het oplaadpunt. De Type-2 Mennekes connector wordt automatisch vergrendeld. De groene Power led brand: de lader is gereed om te laden of uw accu is vol. De blauwe Charge led gaat branden: de lader gaat laden. Let op: Start het laden door eerst uw voertuig te verbinden met het oplaadpunt. Controleer na connectie het oplaadpunt op een juiste verbinding. Na de controle start de lader en gaat de blauwe Charge led branden. LAADPAS LAADPAS LAADPAS Wanneer de accu is vol geladen stopt de lader automatisch met laden, de groene Power led zal weer gaan branden. De connector blijft vergrendeld totdat de stekker uit het voertuig wordt verwijderd. Stop het laden door de connector uit uw voertuig te halen, de lader stopt de laadsessie automatisch. Laden starten: RFID card/key-tag systeem Bij een RFID systeem start/stopt de lader nadat u uw bijbehorende DIC pas of Keytag getoond heeft bij de Card reader. Bij een RFID passysteem zonder verrekening worden de bijgeleverde laadpassen vooraf gekoppeld. Koppelen op afstand is niet mogelijk. 6
Verbind eerst uw voertuig met het oplaadpunt, scan dan pas uw laadpas of Key-tag. Na het scannen controleert het oplaadpunt op een juiste verbinding. Na een juiste controle start de lader, wordt de connector vergrendeld en gaat de blauwe Charge led branden. Let op: Wanneer de accu is vol geladen stopt de lader automatisch met laden, de groene Power led zal weer gaan branden. De connector blijft vergrendeld totdat dezelfde laadpas of key-tag weer wordt aangeboden. Laden stoppen Bied dezelfde laadpas of key-tag aan waarmee u ook het laden gestart heeft. Na het aanbieden zal de groene led gaan branden en de stekker wordt ontgrendeld. 6 ONDERHOUD Maak een goed plan om periodiek onderhoud te plegen. Bij voorkeur minimaal één keer per jaar. Onderhoud aan het laadpunt mag uitsluitend gebeuren door een bevoegd persoon volgens NEN 3140 en NEN 50110. 6.1 Schakel bij onderhoud de externe voeding uit. 6.2 Controleer visueel op beschadigingen aan de BlackBoxx, maak aan de fabrikant DIClaadsystemen melding van eventuele beschadigingen. 6.3 Controleer de aansluitingen in de Mennekes contactdoos. 6.5 Controleer alle hoofdstroom contacten op een goede verbinding, gebruik voor controle een passende schroevendraaier NO.2 Pozidrive moment schroevendraaier, stel deze in op 2,8Nm. 6.6 Controleer ook alle connectoren welke op de groene communicatie module zijn aangesloten. 6.7 Is het afdichtingsrubber van de deksel nog 100% in takt? 7
Scholtensoven 6J, 7621HA Borne Tel 074-266 04 28 info@diclaadsystemen.nl www.diclaadsystemen.nl