Verkiezingsreglement PWRI verantwoordingsorgaan 1
Preambule De wet versterking bestuur pensioenfondsen bepaalt dat in het verantwoordingsorgaan de deelnemers en de pensioengerechtigden op basis van onderlinge getalsverhoudingen vertegenwoordigd zijn. Het bestuur van het PWRI heeft ervoor gekozen om ook de werkgever in het verantwoordingsorgaan te laten vertegenwoordigen. Het bestuur van het PWRI heeft gekozen tot benoeming van de leden van het verantwoordingsorgaan door middel van verkiezingen. Voor u ligt het verkiezingsreglement waarin de regels met betrekking tot deze verkiezingen uitgewerkt worden. De eerste versie van dit reglement is opgesteld voor de verkiezingen die gehouden zijn 2014. In dit reglement zijn enige wijzigingen opgenomen in verband met de evaluatie die het bestuur naar aanleiding daarvan in 2014 heeft gehouden. 2
Artikel 1 Definities a. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken; b. bestuur: het bestuur van het PWRI ; c. bestuursbureau: bestuursbureau van het PWRI; d. datum verzending: als datum van de verzending van de oproep voor de verkiezingen, zoals genoemd in artikel 3 lid 1, geldt de datum van plaatsing van de oproep op de PWRI website (www.pwri.nl) ; e. deelnemer: de werknemer, die deelnemer is in de zin van artikel 5 van de statuten van het PWRI; f. pensioenfonds: Pensioenfonds Werk en (re)integratie; g. pensioengerechtigde: Degene voor wie op grond van een pensioenovereenkomst met het pensioenfonds het pensioen is ingegaan; h. verantwoordingsorgaan: het verantwoordingsorgaan zoals bedoeld in artikel 13 van de statuten van het PWRI; i. verkiezingstermijn: de periode waarbinnen een stem voor een kandidaat voor het verantwoordingsorgaan uitgebracht kan worden. Artikel 2 Verkiezingscommissie 1. De organisatie van de verkiezingen van de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden en deelnemers in het verantwoordingsorgaan geschiedt onder verantwoordelijkheid van het bestuur. 2. Het bestuur draagt de organisatie van de verkiezingen op aan een verkiezingscommissie. De verkiezingscommissie wordt hiertoe gemandateerd door het bestuur. Deze commissie is paritair samengesteld en bestaat uit tenminste twee bestuursleden. De commissie wordt ondersteund door het bestuursbureau. De verkiezingscommissie kan zich laten bijstaan door een of meer personen die geen deel uitmaken van het bestuur. De verkiezingscommissie benoemt uit haar midden een voorzitter. 3
3. De verkiezingscommissie brengt, uiterlijk 4 weken na de verkiezingsdatum, verslag uit aan het bestuur over de gang van zaken rond de verkiezingen. 4. De uitslag van de verkiezingen wordt op voordracht van de verkiezingscommissie zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de verkiezingstermijn door het bestuur vastgesteld en bekend gemaakt. Het bestuur stelt daarmee vast welke personen gekozen zijn. Artikel 3 Kiesrecht 1. Kiesgerechtigd is iedereen die ten tijde van verzending van de oproep voor verkiezingen, als bedoeld in artikel 7 lid 2, én tijdens de verkiezingen deelnemer of pensioengerechtigde is. 2. Niet verkiesbaar voor het verantwoordingsorgaan zijn: a. bestuursleden van het fonds; b. leden van de raad van toezicht; c. directieleden, adviseurs en werknemers van het fonds en d. overige personen van wie het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan naar het oordeel van het bestuur onverenigbaar is met de eigen functie of werkzaamheden. Artikel 4 Kandidaatstelling 1. Kandidaatstelling geschiedt door indiening van een lijst van één of meerdere kandidaten bij de verkiezingscommissie. De indiening gaat vergezeld van een schriftelijke verklaring van elk van de op de lijst voorkomende kandidaten uit welke verklaring blijkt dat de kandidaat de kandidatuur aanvaardt. 2. De naam van een kandidaat mag slechts op één kandidatenlijst voorkomen. 3. De indiening van een lijst staat open voor verenigingen die volledige rechtsbevoegdheid bezitten en waarvan haar statutaire doel mede het behartigen van de belangen van haar leden als belanghebbenden bij een pensioenfonds omvat. Daarnaast staat indiening van een kandidatenlijst open voor deelnemers en/of pensioengerechtigden, die niet bij één van deze organisaties zijn aangesloten, indien de lijst gesteund wordt door tenminste 30 kiesgerechtigden middels hun handtekening. 4. Het bestuur onderzoekt of laat onderzoeken of de kandidaten en kandidatenlijsten aan de vereisten van de wet, dit reglement en het functieprofiel voldoen. 5. Het bestuur verklaart op advies van de verkiezingscommissie een kandidatenlijst die niet aan de vereisten voldoet ongeldig en deelt dit mee aan de indiener(s) van de lijst. Gedurende één week na deze mededeling bestaat de gelegenheid de lijst aan de gestelde eisen aan te passen. 4
Artikel 5 Enkele kandidaatstelling 1. Indien er niet meer kandidaten zijn gesteld dan er zetels per kiesgroep zijn te vervullen in het verantwoordingsorgaan vinden er geen verkiezingen plaats en worden de gestelde kandidaten geacht te zijn gekozen. 2. Indien er minder kandidaten zijn dan er zetels per kiesgroep zijn te bezetten, dan dienen er binnen 6 maanden na het einde van de verkiezingsperiode aanvullende verkiezingen te worden gehouden voor de niet vervulde zetels. Artikel 6 Kiesgroep 1. Ten behoeve van een verkiezing wordt een kiesgroep deelnemers en een kiesgroep pensioengerechtigden ingesteld. Deelnemers die voor meer dan 50% met deeltijdpensioen zijn vallen in de kiesgroep pensioengerechtigden. 2. Voorafgaand aan de verkiezing stelt het bestuur vast hoeveel zetels aan de kiesgroep deelnemers en een kiesgroep pensioengerechtigden worden toegewezen. 3. Voor de vaststelling van deze zetelverdeling worden het aantal deelnemers en pensioengerechtigden binnen het fonds uitgedrukt in twee percentages die gezamenlijk honderd bedragen. Artikel 7 Termijnen verkiezingen 1. Het bestuur bepaalt de aanvang en het einde van de verkiezingstermijn en deelt die mee aan de deelnemers, de pensioengerechtigden, de aangesloten werkgevers en de werknemersorganisaties alsmede aan de representatieve organisaties. 2. De oproep voor kandidaatstelling wordt minstens acht weken voor het einde van de verkiezingstermijn, door het bestuur op advies van de verkiezingscommissie, gedaan. Minstens vier weken voor het einde van de verkiezingstermijn wordt de kandidatenlijst vastgesteld en bekend gemaakt. De kiesgerechtigden krijgen vervolgens minstens vier weken de tijd om hun stem uit te brengen. Binnen twee weken na de verkiezing wordt de uitslag door het bestuur bepaald. De telling van de stemmen vangt niet eerder aan dan een week na de verkiezing. Artikel 8 Stembiljetten / wijze van stemmen 1. De verkiezing geschiedt bij geheime stemming. 5
2. De verkiezingscommissie zorgt ervoor dat de gewaarmerkte stembiljetten voor de aanvang van de verkiezingsperiode aan de kiesgerechtigden worden verzonden. De verkiezingscommissie kan ook besluiten de kiesgerechtigden de gelegenheid te bieden hun stem uit te brengen op een beveiligde pagina van een website. 3. Iedere kiesgerechtigde brengt 1 stem uit. Een stem wordt uitgebracht op de kiesgroep waar de kiesgerechtigde toe behoort. 4. Het bestuur verklaart, op advies van de verkiezingscommissie, de volgende stembiljetten ongeldig: a. die niet door de verkiezingscommissie zijn gewaarmerkt; b. die aan de kiesgerechtigde toegezonden zijn en door de verkiezingscommissie ontvangen zijn na het sluiten van de verkiezingstermijn; c. waaruit niet duidelijk de keuze van de stemgerechtigde blijkt; d. waarop meer dan 1 stem is uitgebracht; e. waarop andere aantekeningen voorkomen dan de aanwijzing van de verkozen kandidaat. Artikel 9 Uitslag van de verkiezing 1. Ter voorbereiding van de bepaling van de uitslag van de verkiezing per kiesgroep berekent de verkiezingscommissie in de eerste plaatst de kiesdeler, door het aantal geldig uitgebrachte stemmen te delen door het aantal per kiesgroep te bezetten zetels in het verantwoordingsorgaan. 2. Vervolgens wordt het aantal zetels toegewezen dat bepaald wordt door het aantal geldig uitgebrachte stemmen op de totale lijst te delen door de kiesdeler, naar beneden afgerond naar een heel getal. Van het totaal uitgebrachte aantal stemmen op de lijst wordt het aantal stemmen afgetrokken dat overeenkomt met het aantal behaalde zetels. Het aantal stemmen wat overblijft, is het overschot. 3. De verdeling van de dan nog resterende zetel(s) per kiesgroep geschiedt volgens het principe van grootste overschot. De lijst met een aantal stemmen van minstens 50% van de kiesdeler en het grootste stemmenoverschot per kiesgroep komt voor de eerste restzetel in aanmerking. Daarna de lijst met een aantal stemmen van minstens 50% van de kiesdeler en het één na grootste overschot, enzovoort. 4. Indien op basis van het principe van grootste overschot twee of meer kandidaten in aanmerking komen voor een restzetel bepaalt het lot. 5. De aan een lijst toegevallen zetels worden toegewezen aan de daarop staande kandidaten in de volgorde waarop zij op de lijst voorkomen, met dien verstande dat de kandidaten die persoonlijk tenminste 25% van de kiesdeler hebben behaald bovenaan de kieslijst worden geplaatst in volgorde van het aantal behaalde stemmen. Na de toebedeling van de zetels 6
aan de kandidaten die tenminste 25% van de kiesdeler hebben behaald, is voor de eventuele verdeling van resterende zetels de lijstvolgorde bepalend. Indien aan een lijst meer zetels worden toegewezen dan zij kandidaten hebben, wordt de eerste overgebleven zetel toegewezen aan de lijst met een aantal stemmen van minstens 50% van de kiesdeler en met de meeste zetels, de tweede overgebleven zetel wordt toegewezen aan de lijst met een aantal stemmen van minstens 50% van de kiesdeler en met op één na hoogste aantal toegewezen zetels. 6. De gebruikte stembiljetten en verkiezingsdata worden door de secretaris van de verkiezingscommissie tot ten minste drie maanden na afloop van de verkiezing bewaard. Artikel 10 Bezwaarregeling 1. Iedere belanghebbende kan, binnen twee weken na bekendmaking daarvan, bij de verkiezingscommissie bezwaar maken tegen een besluit van de verkiezingscommissie met betrekking tot: a. de bepaling van de verkiezingsperiode; b. de geldigheid van de kandidatenlijst; c. de vaststelling van de uitslag van de verkiezing; en/of d. de voorziening in de tussentijdse vacature. 2. De verkiezingscommissie legt het bezwaar, voorzien van haar commentaar voor aan het bestuur. Het bestuur beslist zo spoedig mogelijk op het bezwaar en treft daarbij de voorzieningen die het bestuur nodig acht. Artikel 11 Onvoorziene gevallen In alle gevallen waar dit reglement niet in voorziet beslist het bestuur, op advies van de verkiezingscommissie. Artikel 12 Wijziging en inwerkingtreding 1. Dit reglement kan gewijzigd of aangevuld worden bij besluit van het bestuur. 2. Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 november 2014 en is voor de laatste keer gewijzigd op 21 november 2014. 7