BESLUIT BESLISSING. 1. de gevraagde toestemming te verlenen;



Vergelijkbare documenten
BESLUIT BESLISSING. 1. de gevraagde toestemming te verlenen;

BESLUIT BESLISSING. 1. de gevraagde toestemming te verlenen;

BESLUIT BESLISSING. 1. de gevraagde toestemming te verlenen;

BESLUIT BESLISSING. 1. de gevraagde toestemming te verlenen;

VOORSCHRIFTEN ONTBRANDINGSTOESTEMMING

website - ob-do-wagenvoort 2e Exloermond (10-10).doc Pagina 1

VOORSCHRIFTEN ONTBRANDINGSTOESTEMMING

Vuurwerkbesluit Ontbrandingstoestemming

Vuurwerkbesluit Ontbrandingstoestemming

BESCHIKKING D.D. 16 JUNI NR. MPM1840 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Archiefexemplaar BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Vuurwerkbesluit. Ontbrandingstoestemming Defqon1 in Biddinghuizen /HZ_ONTBR-65883

Ontbrandingstoestemming /HZ_ONTBR Wagenvoort Vuurwerk 27 mei 2017 IJsselmeer nabij Urk

2. Bevoegdheid tot toestemmingverlening Op basis van artikel 3B.3 van het Vuurwerkbesluit zijn wij bevoegd gezag.

VOORSCHRIFTEN ONTBRANDINGSTOESTEMMING

Vuurwerkbesluit. Ontbrandingstoestemming /HZ_ONTBR Vuurwerkevents. 29 augustus Demo Strandgaperweg 20 in Biddinghuizen

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Ontbrandingstoestemming /HZ_ONTBR Master Pyrotech Demo 5 en 11 september 2017 De Reest te Dronten

Vuurwerk 24 U.G. 31 december 2015 Slingerweg 1 Zeewolde

omgevingsdienst HAAGLANDEN

VOORSCHRIFTEN ONTBRANDINGSTOESTEMMING

omgevingsdienst HAAGLANDEN

VOORSCHRIFTEN ONTBRANDINGSTOESTEMMING

omgevingsdienst HAAGLANDEN

VUURWERKBESLUIT. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. : Hardenberg - Heemsermarsweg

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

VUURWERKBESLUIT ONTBRANDINGSTOESTEMMING

omgevingsdienst HAAGLANDEN

VOORSCHRIFTEN ONTBRANDINGSTOESTEMMING

I. SAMENVATTING BESLUIT

Terneuzen, 23 oktober zaaknummer: P-OBT / ons kenmerk: afdeling: vergunningverlening

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ontbrandingstoestemming. Onderwerp Aanvraag van RFI Pyro-Events om een ontbrandingstoestemming ingevolge het Vuurwerkbesluit.

VOORSCHRIFTEN ONTBRANDINGSTOESTEMMING

0 M G EVI N GS D I E N S T

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

VUURWERKBESLUIT. Beschikking. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. : Parkeerplaats Tijmweg te Nijverdal

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

Ontbrandingstoestemming. Onderwerp Aanvraag van XENA VUURWERK B.V. om een ontbrandingstoestemming ingevolge het Vuurwerkbesluit.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

VUURWERKBESLUIT. Beschikking. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. : Hengelo - Houtmaatweg

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Terneuzen, 18 oktober zaaknummer P-OBT / ons kenmerk: afdeling: vergunningverlening

De burgemeester van Assen is op 23 maart 2011 verzocht om een verklaring van geen bezwaar.

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Archiefexemptaar. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Ontbrandingstoestemming. Onderwerp Aanvraag van Dutch Fireworks Professional B.V. om een ontbrandingstoestemming ingevolge het Vuurwerkbesluit.

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Terneuzen: 11 juni 2019 zaaknummer: P-OBT / ons kenmerk: afdeling: vergunningverlening

VUURWERKBESLUIT. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming

Provincie Zeeland. Archiefexemplaar. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

O M G EVI N G S OI E N ST

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Advies. * OMGiEVINGSDIENEiT. 29 JULI 2í/IT .'...'2 ...'.2 ...'..2 .'...'...3. Afwijkingen en aanvullingen ten opzichte van de MR

Ontbrandingstoestemming. Onderwerp Aanvraag van Pyrofoor de Amsterdam B.V. om een ontbrandingstoestemming ingevolge het Vuurwerkbesluit.

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND& GODIEN VECHTSTREEK

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

VUURWERKBESLUIT. Beschikking. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit

VOORSCHRIFTEN ONTBRANDINGSTOESTEMMING

Ontbrandingstoestemming. Onderwerp Aanvraag van Katan Vuurwerk om een ontbrandingstoestemming ingevolge het Vuurwerkbesluit.

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

VUURWERKBESLUIT. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. Beschikking

Ontbrandingsteestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GODI EN VECHTSTREEK

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Omgevingsdienst Regio Arnhem

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND. Beschikking ontbrandingsteestemming als bedoeld in het Vuurwerkbesluit

Ontbrandingsteestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

OMTBRAMDINGSTOESTEIVIiVlIMG VAM GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

Terneuzen, 26 april zaaknummer: P-OBT / ons kenmerk: afdeling: vergunningverlening

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland

Transcriptie:

Afdeling Vergunningverlening BESLUIT Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 22maart 2010 Team Milieubeheer Nummer Referentie L. Kooistra Uw brief van 26 januari 2010 Doorkiesnummer 030-2582019 Uw nummer PROUTR / WITEEM Faxnummer 030-2583139 Bijlage - voorschriften E-mailadres vuurwerkteam@provincie-utrecht.nl - informatie rechtsbescherming Onderwerp Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit - aanvraag - adviezen - verklaring van geen bezwaar Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, nummer, op het verzoek van Wagenvoort Vuurwerk te Wapenveld. Het verzoek betreft een aanvraag om een ontbrandingstoestemming krachtens artikel 3.3.2, lid 3, onder a, van het Vuurwerkbesluit voor het tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk, ten behoeve daarvan op te bouwen, te installeren, te bewerken, dan wel na ontbranding te verwijderen. Deze werkzaamheden vinden plaats op 5 mei 2010 in een weiland, gelegen tegenover De Bark te Baarn van 15.00 uur tot 23.00 uur. De ontbranding van het vuurwerk vindt om circa 22.30 uur plaats. BESLISSING Gelet op het bepaalde in het Vuurwerkbesluit, de Algemene wet bestuursrecht, en gelet op hetgeen hierna wordt overwogen, besluiten wij: 1. de gevraagde toestemming te verlenen; 2. aan deze ontbrandingstoestemming de voorschriften te verbinden, die in de bijlage van deze beschikking zijn opgenomen; 3. de bij dit besluit behorende aanvraag deel te laten uitmaken van dit besluit voor zover de voorschriften opgenomen in de bijlage niet anderszins bepalen. PROCEDURELE ASPECTEN Met betrekking tot dit verzoek is de procedure ingevolge afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. De aanvraag tot een ontbrandingstoestemming krachtens het Vuurwerkbesluit is bij ons ingekomen op 28 januari 2010. De aanvraag bevat: een afschrift van het werkplan als bedoeld in artikel 3.3.4 eerste lid van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 4.8a eerste lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit; Een afschrift van de ingevolge artikel 3.3.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit verleende vergunning en een afschrift van het in artikel 3.3.3 eerste lid onder c van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 4.8a tweede

lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit bedoelde certificaat zijn reeds in ons bezit en maken onderdeel uit van de aanvraag. De aanvraag en conceptbeschikking hebben wij bij brief van 22 februari 2010 verzonden aan de wettelijke adviseurs: de commandant van de regionale brandweer binnen wiens gebied het vuurwerk tot ontbranding zal worden gebracht; Gedeputeerde Staten die de aanvrager de vergunning, bedoeld in artikel 3.3.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit hebben verleend; de Arbeidsinspectie. Wij hebben bij brief van 22 februari 2010 de betrokken luchtverkeersdienst, als omschreven in artikel 1, onder r, van het Luchtverkeersreglement, om advies gevraagd. De aanvraag en conceptbeschikking hebben wij bij brief van 22 februari 2010 verzonden aan de burgemeester binnen wiens gemeente het vuurwerk tot ontbranding zal worden gebracht met het verzoek indien geen bezwaar bestaat tegen het afsteken, een verklaring van geen bezwaar aan ons toe te zenden. Adviezen: van Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben wij geen advies ontvangen; van de Koninklijke Luchtmacht, Sectie Air Operations, Control hebben wij geen advies ontvangen; van de Veiligheidsregio Utrecht hebben wij bij brief van 4 maart 2010 bijgevoegd advies ontvangen; van de Arbeidsinspectie hebben wij geen advies ontvangen. De verklaring van geen bezwaar van de burgemeester van de gemeente Baarn hebben wij bij brief van 16 maart 2010 ontvangen. Deze is bijgevoegd. OVERWEGINGEN Gelet op het gestelde in de aanvraag; het ontvangen afschrift van het werkplan als bedoeld in artikel 3.3.4, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 4.8a, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit; het ontvangen afschrift van de ingevolge artikel 3.3.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit verleende vergunning; het ontvangen afschrift van het in artikel 3.3.3, eerste lid onder c, van het Vuurwerkbesluit juncto artikel 4.8a, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit bedoelde certificaat; de ontvangen verklaring van geen bezwaar van de burgemeester van de gemeente Baarn; de ingekomen reactie van de Veiligheidsregio Utrecht; de niet ingekomen reactie van de Arbeidsinspectie; de niet ingekomen reactie Koninklijke Luchtmacht, Sectie Air Operations, Control; de niet ingekomen reactie van de Gedeputeerde Staten van Gelderland; kan een toestemming onder zodanige voorschriften worden verleend dat het ontbranden en de daarbij behorende handelingen op een voor mens en milieu voldoende veilige wijze plaats kunnen vinden. Provincie Utrecht 2

CONCLUSIE Gelet op het vorenstaande zijn wij van mening dat de ontbrandingstoestemming kan worden afgegeven. AFSCHRIFTEN Afschriften van deze beschikking worden gezonden aan: de burgemeester van de gemeente Baarn, Postbus 1003, 3740 BA Baarn; Politie Milieudienst, Postbus 549, 3800 AM Amersfoort; Ministerie van VROM, VIM, (IPC 525), Postbus 16191, 2501 BD Den Haag; de commandant van de Veiligheidsregio Utrecht voor dezen afdeling pro-actie/preventie, de heer mr. Ing. H.W. Meulendijks, Postbus 3154, 3502 GD Utrecht; de Arbeidsinspectie, t.a.v. de heer R. Hogenkamp, Postbus 9018, 6800 DX Arnhem; Gedeputeerde Staten van Gelderland t.a.v. de heer L. Cairo, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, mr. J.L. Rosch Teamleider Milieubeheer Afdeling Vergunningverlening Provincie Utrecht 3

N.B. Belanghebbenden kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de datum van verzending of uitreiking van dit besluit daartegen bezwaar maken door het indienen van een gemotiveerd bezwaarschrift. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Utrecht, t.a.v. de secretaris van de Adviescommissie bezwaarschriften GS, postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Aan de behandeling van een bezwaarschrift zijn voor de indiener geen kosten verbonden. Indien bezwaar is gemaakt kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd, als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de beslissing op het bezwaarschrift kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Bij het verzoek om voorlopige voorziening moet een kopie van het bezwaarschrift worden gevoegd. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Provincie Utrecht 4

Bijlage 1 Voorschriften behorende bij de beschikking (d.d. 22 maart 2010) op aanvraag ontbrandingstoestemming door Wagenvoort Vuurwerk te Wapenveld. Nummer Begrippenlijst Afsteekprogramma Afsteekterrein Afsteker Blindganger Certificaat van vakbekwaamheid Evenement Opstelling Register Toepasser Transportverpakking Vuurwerk Vuurwerkbesluit Weigeraar Werkplan Geheel van opeenvolgende handelingen bij het afsteken van vuurwerk Het terrein waar het af te steken vuurwerk wordt opgesteld Persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid Zichzelf voortdrijvend projectiel dat niet tot nadere ontbranding is gekomen en waarin ten minste nog één lading aanwezig is Certificaat als bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, Arbeidsomstandighedenbesluit Geheel van activiteiten vanaf het opbouwen van de stellingen voor vuurwerk tot aan het voltooien van de eindcontrole na afloop van het afsteken van het vuurwerk Constructies die worden gebruikt bij het opstellen van vuurwerk Register zoals bedoeld in artikel 3.3.6 van het Vuurwerkbesluit Bedrijf waaraan de toepassingsvergunning en de ontbrandingstoestemming zijn verleend Verpakking als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen Professioneel vuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit en de daartoe door de minister van VROM aangewezen stoffen en voorwerpen Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten en professioneel vuurwerk, Staatsblad 33, jaargang 2002 Vuurwerkartikel dat niet tot ontbranding is gekomen en waarin nog minimaal twee ladingen aanwezig zijn Werkplan als bedoeld in artikel 4.9, eerste lid Arbeidsomstandighedenbesluit (zie ook artikel 3.3.4, lid 1 van het Vuurwerkbesluit) Provincie Utrecht 5

1 Algemeen 1.1 De afsteker dient op locatie te beschikken over: - de door Gedeputeerde Staten gewaarmerkte ontbrandingstoestemming; - de aanvraag; - het werkkplan; - deze voorschriften; - een (kopie van het) Certificaat van Vakbekwaamheid; - een geldig bewijs van verzekering; - de eventueel gemelde wijzigingen, in overeenstemming met deze voorschriften. De afsteker mag bij het uitvoeren van het evenement niet van deze documenten afwijken, tenzij; - deze beschikking anders stelt; - ter plekke afwijkende instructies gegeven worden door de brandweer, de politie of de door Gedeputeerde Staten aangewezen toezichthoudende ambtenaren. 1.2 De afsteker dient zich op locatie te kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs). 1.3 Indien een andere afsteker het evenement gaat verzorgen dan in het werkplan is vermeld, dient de vervanger tijdens het evenement een kopie van zijn Certificaat van vakbekwaamheid te tonen en schriftelijk aan te tonen dat hij onder verantwoordelijkheid van de toepasser (die in het bezit is van de ontbrandingstoestemming) werkt. 1.4 Vanaf het begin van de opbouw tot aan het einde van het afbreken van de opstellingen van het vuurwerk dient een afsteker aanwezig te zijn die de Nederlandse taal machtig is. 1.5 Personen, die de afsteker assisteren bij het opstellen en afsteken van vuurwerk en het bewaken van het afsteekterrein, dienen vooraf door de afsteker zodanig te zijn geïnstrueerd dat overtreding van deze voorschriften redelijkerwijs is uitgesloten. 1.6 De afsteker dient instructies van de door Gedeputeerde Staten aangewezen toezichthoudende ambtenaren, de brandweer of de politie op te volgen. 1.7 De afsteker mag geen handelingen (doen) verrichten waarvan hij redelijkerwijs moet vermoeden dat deze onaanvaardbaar gevaar of onaanvaardbare schade of hinder voor mens en milieu kunnen veroorzaken. 1.8 Wijzigingen in het werkplan (bijvoorbeeld schietlijst, tijden en certificaathouder) dienen minimaal 1 werkdag voorafgaand aan het evenement schriftelijk (bij voorkeur per fax) aan Gedeputeerde Staten te worden overgelegd. De wijzigingen mogen er nooit toe leiden dat de veiligheidsafstanden, zoals opgenomen in de ontbrandingstoestemming worden overschreden. 1.9 Indien de wijzigingen niet tijdig zijn doorgegeven of Gedeputeerde Staten hebben verklaard dat de wijzigingen niet aanvaardbaar zijn, mogen de wijzigingen niet worden doorgevoerd. 1.10 Indien een evenement wordt afgelast dient dit uiterlijk 1 werkdag van tevoren aan Gedeputeerde Staten schriftelijk (zo mogelijk per fax) kenbaar te worden gemaakt. Indien de afgelasting plaatsvindt op de dag van het evenement, in een weekend of op een algemeen erkende feestdag, dient deze afgelasting op de eerste werkdag na het afgelaste evenement aan het bevoegd gezag telefonisch te worden gemeld. Provincie Utrecht 6

1.11 Uiterlijk 7 dagen voor de dag van het evenement dienen bewoners en bedrijven binnen de gevarenzone in kennis te worden gesteld van het evenement. Zij dienen op de hoogte te worden gesteld van het tijdstip, de inhoud van het evenement en de te verwachten hinderaspecten. Bewoners en panden 200 meter buiten de gevarenzone dienen schriftelijk via een kennisgeving of een advertentie in een huis- aan huisblad in kennis te worden gesteld van het evenement. 1.12 Bij elk afsteekterrein dient de toepasser er zorg voor te dragen dat vanaf het moment van aanvoer, opbouw en afsteken tot en met het afvoeren van het vuurwerk op het afsteekterrein continue toezicht aanwezig is. 2 Afsteekterrein 2.1 Binnen een straal van de grootste veiligheidsafstand, vermeerderd met 50%, gemeten vanaf het afsteekterrein, mogen zich geen inrichtingen bevinden waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen conform de WM beheer, artikel 9.2.3.1, lid 2 zijn opgeslagen, zoals tankstations, opslagen van LPG en zeer brandbare vloeistoffen en voorts geen ziekenhuizen, psychiatrische instellingen, dierenopvangcentra of plaatsen waar zich veel dieren in de buitenlucht bevinden of qua gevoeligheid vergelijkbare objecten. 2.2 Het gebied in een straal van 25 meter rond het afsteekterrein dient voor aanvang van de opbouw van het vuurwerk te worden afgezet voor onbevoegden. De afzetting dient in stand te worden gelaten totdat de opstellingen voor het vuurwerk binnen het afsteekterrein geheel zijn verwijderd. 2.3 Binnen een straal van de grootste veiligheidsafstand, vermeerderd met 50% gemeten vanaf het afsteekterrein mogen zich geen dieren (paarden, koeien etc.) in de buitenlucht bevinden tenzij met toestemming van de eigenaar anders is bepaald. 2.4 Bij grondvuurwerk mogen binnen een afstand van 25 meter buiten het afsteekterrein geen brandbare objecten aanwezig zijn. Bij overig vuurwerk bedraagt deze afstand 12,5 meter. 2.5 Op het afsteekterrein mogen geen brandbare objecten aanwezig zijn, anders dan de af te steken vuurwerkartikelen. 2.6 Op het afsteekterrein en 10 meter daar buiten mag niet worden gerookt en mogen geen voertuigen, brandgevaarlijke goederen (zoals gasflessen en ontvlambare vloeistoffen) en/of open vuur aanwezig zijn, behoudens het open vuur dat direct benodigd is voor het afsteken van het vuurwerk of dat deel uitmaakt van de show waartoe het afsteken behoort. 2.7 Op het afsteekterrein mogen in de periode tussen de aanvoer van het vuurwerk en de controle na afloop van het ontsteken slechts personen worden toegelaten, welke daadwerkelijk zijn betrokken bij het opstellen, het afsteken, de controle en bewaking, de hulpverleningsdiensten en personen, welke belast zijn met het toezicht op deze werkzaamheden. Het afsteekterrein mag worden betreden door hiervoor genoemde personen maar dient zoveel mogelijk in overleg met de afsteker te geschieden. 2.8 Tijdens het afsteken en in de periode van 5 minuten daarvoor en daarna moeten binnen de gevarenzone de (water)wegen vrij zijn van openbaar verkeer met uitzondering van de beroepsscheepvaart als deze beroepsscheepvaart niet mag worden gestremd vanwege (internationale) regelgeving. 2.9 De toepasser dient te waarborgen dat als deze beroepsscheepvaart niet mag worden gestremd, zoals bedoeld in voorschrift 2.8, deze beroepsscheepvaart is geïnformeerd over het evenement. Provincie Utrecht 7

2.10 Het afsteekterrein dient zodanig te zijn gesitueerd ten opzichte van wegen dat de verkeersveiligheid niet in gevaar kan worden gebracht door rookontwikkeling, welke gepaard gaat met het afsteken van vuurwerk. 2.11 Het afsteekterrein moet toegankelijk zijn voor de brandweer en andere hulpverleningsdiensten. 2.12 Indien er op het afsteekterrein onvoldoende ruimte is om handmatig veilig af te steken of indien er onvoldoende vluchtwegen zijn, mag er slechts (op veilige afstand) elektrisch worden afgestoken. 3 Gevarenzone 3.1 De grens van de gevarenzone is gelijk aan de in het werkplan aangegeven 60-meter cirkel. 3.2 Binnen de gevarenzone mogen vanaf het moment van opbouw tot het einde van de controle na het afsteken geen publiek, dieren voer-, of vaartuigen (behoudens het voer-, vaartuig van de toepasser / afsteker, toezichthouders of hulpverleners) aanwezig zijn. 3.3 Voor zover de gevarenzone vrij toegankelijk is voor publiek dient deze uiterlijk 1 uur voor het afsteken te worden afgezet met dranghekken of een gelijkwaardige afzetting en daarna te worden bewaakt, zodat onbevoegden geen toegang meer hebben tot de gevarenzone. De afzetting en de bewaking dienen in stand te worden gehouden tot het einde van de controle na het afsteken. 3.4 Binnen de gevarenzone mogen geen gebouwen met brandbare (rieten) daken aanwezig zijn, tenzij deze gebouwen door brandwachten worden bewaakt en mogen geen bebossing waarvoor de melding brandgevaarlijk geldt of brandbare begroeiingen zoals heide-, koren- of rietvelden aanwezig zijn. 3.5 Het betreden van de gevarenzone door publiek tijdens het afsteken van het vuurwerk dient onverwijld aan de politie te worden gemeld. Het afsteekprogramma dient te worden gestaakt totdat de gevarenzone weer vrij van publiek is. Het staken van het afsteekprogramma dient te geschieden op aanwijzing van het bevoegd gezag of een andere daartoe aangewezen functionaris. 4 Weersomstandigheden 4.1 Uiterlijk 3 uur voor aanvang van het evenement, dient de meest actuele regionale weersverwachting te worden opgevraagd bij een van de particuliere weerstations die opereren in de commerciële markt of bij het KNMI. De tijdens het evenement te verwachten weersomstandigheden, waaronder windsnelheden en -richtingen dienen schriftelijk te worden vastgelegd. 4.2 Het evenement mag alleen doorgang vinden indien de richting en de snelheid van de wind op het afsteekterrein elk gevaar voor publiek of brandgevaar uitsluiten. Bij een windsnelheid van 9 meter per seconde (windkracht 5 of meer, windsnelheid die verkregen is van een particulier weerstation dat opereert in de commerciële markt of bij het KNMI, en welke is vastgesteld op 10 meter vanaf grondniveau) mag geen vuurwerk worden afgestoken. 4.3 Indien (bijvoorbeeld ten gevolge van mist of rook) het zicht minder bedraagt dan 200 meter of indien de gevarenzone en de daarbij behorende denkbeeldige bolvorm boven het terrein, vanaf de afsteekplaats en eventuele andere door afsteker of diens waarnemers bemande locaties niet meer is te overzien, mag geen vuurwerk worden afgestoken. Provincie Utrecht 8

4.4 De vuurwerkartikelen dienen doelmatig te zijn beschermd tegen vochtinwerking (bijvoorbeeld als gevolg van neerslag of mist). 4.5 Als het tijdsverschil tussen bliksem en donder 10 seconden of minder is, is het onweer in gevaarlijke nabijheid en moet gewacht worden met het aansluiten van elektrische ontstekingsdraden. Er dienen voorzorgsmaatregelen te zijn getroffen zodat het vuurwerk niet vroegtijdig afgaat, tot het onweer is overgetrokken. 4.6 Indien ten tijde van het evenement, voor het gebied waarin het evenement plaatsvindt, een stookverbod van kracht is, mag geen vuurwerk worden afgestoken. Hierover dient binnen 24 uur voorafgaand aan het evenement contact te worden opgenomen met de plaatselijke brandweer. 4.7 Bij elk evenement dienen de gegevens met tijden van verkregen informatie en besluitvorming, als bedoeld in deze paragraaf, schriftelijk aanwezig te zijn. 5 Opstellen 5.1 De handelingen ten behoeve van de opbouw en de montage mogen op 5 mei 2010 vanaf 15.00 uur plaatsvinden. 5.2 Voor aanvang van het opstellen van het vuurwerk dient de afsteker zich er van te vergewissen dat in de gevarenzone geen wijzigingen hebben plaatsgevonden ten opzichte van de situatie ten tijde van afgifte van de ontbrandingstoestemming. 5.3 De opstellingen voor het vuurwerk dienen conform het werkplan en eventuele wijzigingen zoals gesteld in de voorschriften 1.8 en 1.9 te worden gesitueerd en ingericht, tenzij deze beschikking anders stelt. 5.4 Op het afsteekterrein mag alleen vuurwerk worden opgesteld dat ook daadwerkelijk zal worden afgestoken. Vuurwerk dat niet zal worden afgestoken dient onverwijld te worden geplaatst in afgesloten transportverpakking in eveneens afgesloten doelmatige transportmiddelen en dient direct na het evenement te worden afgevoerd. 5.5 De constructies, welke worden gebruikt bij het opstellen van vuurwerk, mogen niet licht ontvlambaar zijn en moeten bestand zijn tegen de schokken en trillingen welke door het afsteken kunnen worden veroorzaakt. 5.6 Bij op de grond staande houders voor vuurpijlen en fonteinen of los staande fonteinen moeten de houders een grondvlak hebben met een lengte en een breedte welke ten minste 60% bedragen van de totale hoogte, inclusief vuurwerkartikel of afvuurhulpstuk. 5.7 Indien bij het opstellen van vuurpijlen en/of fonteinen geen of onvoldoende stabiliteit kan worden bereikt met op de grond geplaatste constructies dienen deze constructies aan de grond te worden verankerd. 5.8 Zodra het opbouwen is voltooid, doch uiterlijk 15 minuten voor het afsteken, dient de afsteker de opstelling voor het afsteken te controleren op deugdelijkheid. 6 Afsteken 6.1 Tijdens het afsteken dient u zich te houden aan de veiligheidsafstanden zoals vermeld in de brief, d.d. 13 mei 2002 van het ministerie van VROM, kenmerk EV2002.022596. Bij het afsteken van P.S.E. dient u zich te houden aan de veiligheidsafstanden zoals aangegeven door de leverancier. Provincie Utrecht 9

6.2 Voor aanvang van het afsteken van het vuurwerk dient de afsteker zich er van te vergewissen dat zich geen publiek in de gevarenzone bevindt. 6.3 Tijdens het afsteken dient de opstelling van het publiek te worden aangehouden zoals vermeld in de aanvraag met bijlagen. De afstand tussen het afsteekterrein en het publiek bedraagt hierbij ten minste 60 meter. 6.4 Alleen nieuwe, onbeschadigde vuurwerkartikelen mogen worden aangevoerd. 6.5 Voor aanvang van het afsteken dient het afsteekterrein te worden gecontroleerd op de aanwezigheid van losliggend vuurwerk. Dit vuurwerk dient voor het afsteken te worden verwijderd en in de daarvoor wettelijk voorgeschreven verpakking te worden opgeslagen in het aanwezige transportmiddel. 6.6 Bij vuurwerk dat niet elektrisch wordt ontstoken, mogen de beschermhulzen van de ontsteking pas bij het afsteken worden verwijderd. 7 Terreincontrole 7.1 Na afloop van ieder evenement dienen het afsteekterrein en de gevarenzone onverwijld te worden gecontroleerd op de aanwezigheid van (deels) niet ontstoken vuurwerk en vuurwerk, waarvan niet zeker is dat dit geheel tot ontbranding is gekomen. Het controleren dient met behulp van daartoe geschikte lantaarns te geschieden. Het aangetroffen vuurwerk dient op doelmatige wijze te worden afgevoerd. 7.2 Indien het vermoeden bestaat dat er sprake is van een blindganger, dient deze na afloop van het afsteken onverwijld te worden gezocht. Heeft dit zoeken geen resultaat opgeleverd, dan dient bij daglicht het zoeken te worden voortgezet. Indien geen blindganger wordt gevonden, dient dit schriftelijk te worden gemeld bij Gedeputeerde Staten en het hoofd van de plaatselijke politie. 7.3 Indien een blindganger of ander niet geheel tot ontbranding gekomen vuurwerk achteraf alsnog wordt gevonden, dient de toepasser dit vuurwerk op te halen en op een doelmatige en veilige wijze af te voeren. 7.4 De gevarenzone en het afsteekterrein mogen niet worden betreden door publiek voordat deze zone is gecontroleerd op weigeraars en blindgangers en ander niet geheel tot ontbranding gekomen vuurwerk en dit vuurwerk van deze locaties is verwijderd. 7.5 Weigeraars moeten ten minste 15 minuten na afloop van het afsteekprogramma onaangeroerd te blijven. Het is niet toegestaan om (deel)weigeraars of blindgangers opnieuw af te steken. 7.6 Na afloop van het afsteekprogramma dient het afsteekterrein door de afsteker te worden vrijgegeven waarna het terrein toegankelijk is voor publiek. 7.7 Aangetroffen weigeraars en blindgangers dienen onschadelijk gemaakt te worden door ze ten minste 15 minuten geheel onder water te houden. 7.8 Weigeraars, blindgangers en ander niet geheel tot ontbranding gekomen of niet ontstoken vuurwerk dienen in het register te worden beschreven. Provincie Utrecht 10

8 Ongewone voorvallen 8.1 Op het afsteekterrein dienen minimaal 2 goedgekeurde blusmiddelen van 6 kg per stuk aanwezig te zijn. De huidige blusmiddelen -veelal poederblussers- dienen bij noodzakelijke vervanging bij voorkeur te worden vervangen door blusmiddelen op waterbasis, welke zijn afgestemd op de plaats en hoeveelheid van het af te steken vuurwerk. Aan het water dient AFFF (Acqeous Film Forming Foam, ofwel waterig, filmvormend schuim) te zijn toegevoegd om de werking te verbeteren. 8.2 Blusmiddelen dienen vanaf de start van het opbouwen tot en met de terreincontrole en het verwijderen van de restanten voor onmiddellijk gebruik gereed te zijn. Nadat het vuurwerk is geblust, dient het gebluste vuurwerk nog ten minste 15 minuten geheel onder water te worden gezet. Eventuele nagloeiende flowerbeds of cakeboxen dienen door middel van voldoende water gedoofd te worden. 8.3 Ontstaat tijdens het afsteken een brand, dan dient de brandweer hiervan -onverwijld op de hoogte te worden gesteld en het afsteekprogramma te worden gestaakt. Het afsteekprogramma mag niet worden voortgezet dan nadat de officier van dienst of de bevelvoerder van de brandweer het terrein heeft vrijgegeven. 8.4 Indien tijdens een evenement het ontstoken vuurwerk afwijkend gedrag vertoont ten opzichte van het gedrag dat redelijkerwijs verwacht mag worden op grond van de productspecificatie, dient, naast vastlegging in het register, hiervan binnen 48 uur schriftelijk (zo mogelijk per fax) aan Gedeputeerde Staten melding te worden gemaakt. 8.5 Bij de melding dient aangegeven te worden: - plaats en datum evenement; - soort vuurwerk; - productnummer; - herkomst artikel (leverancier, producent); - nauwkeurige omschrijving afwijkend gedrag. 8.6 Indien een vuurwerkartikel een onverwacht effect geeft, mogen alle resterende artikelen van hetzelfde type niet meer worden afgestoken. 8.7 Indien na een ongewoon voorval, als brand of een ongeval, getwijfeld moet worden aan de veiligheid van het afsteken van de overige vuurwerkartikelen, dient het afsteken te worden gestaakt. 8.8 Naast vastlegging in het register dienen alle ongewone voorvallen binnen 48 uur na het evenement schriftelijk (zo mogelijk per fax) te worden gemeld aan Gedeputeerde Staten. Bij de melding dienen het voorval en de genomen maatregelen naar aanleiding van het voorval nauwkeurig worden beschreven. Provincie Utrecht 11