02014R0702 NL

Vergelijkbare documenten
DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

DISCLAIMER VOORWAARDEN NAGELEEFD?

DISCLAIMER VOORWAARDEN NAGELEEFD?

DISCLAIMER VOORWAARDEN NAGELEEFD?

DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

Gewijzigde, nieuwe de-minimisgroepsvrijstelling

BIJLAGE III. Gegevens betreffende op de voorwaarden van deze verordening vrijgestelde staatssteun

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

L 114/8 Publicatieblad van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst) (2012/C 8/04)

Gewijzigde, nieuwe de-minimisgroepsvrijstelling

DEFINITIE VAN KLEINE, MIDDELGROTE EN MICRO-ONDERNEMINGEN

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 352/9

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie L 379/5

Publicatieblad van de Europese Unie L 302/29

DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 108, lid 4,

VR DOC.0987/2BIS

L 193/6 Publicatieblad van de Europese Unie

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

VR DOC.1294/2BIS

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de premiesubsidie voor een brede weersverzekering in de landbouwsector

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines

DISCLAIMER VOORWAARDEN NAGELEEFD?

DE-MINIMISVERKLARING

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Indien u voor de drie vraagstellingen (vzw, insolventie, steun) telkens onderaan OK uitkomt, kunt u de verklaring tekenen.

DE-MINIMISVERKLARING

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun SA (2011/N) Nederland Methodiek berekening garanties aquacultuur

Publicatieblad van de Europese Unie L 358/3

Steunmaatregel nr. 271/01 - Nederland Investeringspremieregeling Flevoland 2000 (IPR Flevoland 2000)

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten

Het projectplan dient te worden uitgevoerd in de periode van 3 maart tot en met 31 december 2016.

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

Publicatieblad van de Europese Unie (2006/C 193/04) VERORDENING (EG) Nr. / VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

DEEL III.12.A FAI LANDBOUW

Betreft: Steunmaatregelen van de Staten N 17/A/03 en N 17/B/03/ België

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Publicatieblad van de Europese Unie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van aanwervingsincentives voor langdurig werkzoekenden

Het project dient te worden uitgevoerd in de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

BETREFT: N 627/2000 NEDERLAND STEUNREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING NIEUWE EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2001) D/

Nadere subsidieregels voor de vestiging of uitbreiding van bedrijven of instellingen in Limburg provincie Limburg -

Staatssteun / België - Steunnummer N 621/ Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw

Verklaring (niet) in financiële moeilijkheden

1.1 Procesverloop U heeft mij op 24 november 2017 nog aanvullende informatie bij de aanvraag gestuurd.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun. Excellentie, PROCEDURE

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

DECEMBER DECEMBER Ministerie van Economische Zaken. artikel 1, zesde lid wordt onderhavige subsidie niet verleend aan ondernemingen

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Verklaring de-minimissteun

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.

(Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Steunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) I.

Verklaring beperkte steun

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Steunmaatregelen tot herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen (Artikel 107, lid 2, onder b), VWEU) Checklist voor de lidstaten

RECHTSGROND OPDRACHT EN PRIORITEITEN

Steunmaatregel N 51/ Nederland Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel regionale steun

FAQs over regels voor staatssteun die van toepassing zijn op projecten binnen de door de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling (CLLD)

XXX. VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun /België SA (2012/N) "Vergoeding van de schade aan de landbouw als gevolg van de droogte van het voorjaar 2011"

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) België (Vlaanderen)

PROVINCIAAL BLAD. Provincie Noord-Holland; Uitvoeringsregeling subsidie bedrijfsverplaatsing Groene Uitweg Noord-Holland 2016

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Publicatieblad van de Europese Unie

Verklaring geen financiële moeilijkheden

Verklaring geen financiële moeilijkheden

DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Subsidieverordening Waddenfonds 2014 Provincie Groningen

Transcriptie:

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document B VERORDENING (EU) Nr. 702/2014 VAN DE COMMISSIE van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014, blz. 1) Gewijzigd bij: Publicatieblad nr. blz. datum M1 Verordening (EU) 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 L 156 1 20.6.2017

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 2 VERORDENING (EU) Nr. 702/2014 VAN DE COMMISSIE van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK I GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN HOOFDSTUK II PROCEDURELE VEREISTEN HOOFDSTUK III CATEGORIEËN STEUN Afdeling 1: Afdeling 2: Afdeling 3: Afdeling 4: Afdeling 5: Afdeling 6: Steun voor kmo's die actief zijn in de primaire landbouwproductie, de verwerking van landbouwproducten en de afzet van landbouwproducten Steun voor investeringen voor de instandhouding van cultureel en natuurlijk erfgoed op landbouwbedrijven Steun voor het herstel van schade als gevolg van natuurrampen in de landbouwsector Steun voor onderzoek en ontwikkeling in de landbouw- en de bosbouwsector Steun voor de bosbouw Steun voor kmo's in plattelandsgebieden die uit het Elfpo wordt gecofinancierd of in de vorm van aanvullende nationale financiering bij dergelijke gecofinancierde maatregelen wordt toegekend HOOFDSTUK IV: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN HOOFDSTUK I GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN Artikel 1 Toepassingsgebied 1. Deze verordening is van toepassing op de volgende categorieën steun: a) steun ten behoeve van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo's): i) die actief zijn in de landbouwsector, met name de primaire landbouwproductie, de verwerking van landbouwproducten en de afzet van landbouwproducten, met uitzondering van de artikelen 14, 15, 16, 18 en 23 en de artikelen 25 tot en met 28, die alleen van toepassing zijn op kmo's die in de primaire landbouwproductie actief zijn; ii) voor activiteiten die buiten het toepassingsgebied van artikel 42 van het Verdrag vallen, voor zover dergelijke steun overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1305/2013 wordt toegekend en hetzij uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 3 (Elfpo) wordt gecofinancierd, hetzij in de vorm van aanvullende nationale financiering bij dergelijke gecofinancierde maatregelen wordt toegekend; b) steun voor investeringen voor de instandhouding van cultureel en natuurlijk erfgoed op landbouwbedrijven; c) steun voor het herstel van de schade als gevolg van natuurrampen in de landbouwsector; d) steun voor onderzoek en ontwikkeling in de landbouw- en de bosbouwsector; e) steun voor de bosbouw. 2. Indien de lidstaten dat passend vinden, kunnen zij ervoor kiezen om steun als bedoeld in lid 1, onder (a), lid 1, onder (d), en lid 1, onder (e), van dit artikel te verlenen volgens de voorwaarden van en in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 651/2014. 3. Deze verordening is niet van toepassing op steun voor: a) de bosbouwsector die niet uit het Elfpo wordt gecofinancierd of in de vorm van aanvullende nationale financiering bij dergelijke gecofinancierde maatregelen wordt toegekend, met uitzondering van de artikelen 31, 38, 39 en 43; b) kmo's, voor activiteiten die buiten het toepassingsgebied van artikel 42 van het Verdrag vallen, als die steun niet uit het Elfpo wordt gecofinancierd of in de vorm van aanvullende nationale financiering bij dergelijke gecofinancierde maatregelen wordt toegekend. 4. Deze verordening is niet van toepassing op: a) steunregelingen op grond van de artikelen 17, 32 en 33, artikel 34, lid 5, onder (a) tot en met (c), en de artikelen 35, 40, 41 en 44 van deze verordening indien het gemiddelde jaarlijkse budget aan staatssteun meer dan 150 miljoen EUR bedraagt, vanaf zes maanden na de inwerkingtreding ervan. De Commissie kan, nadat zij een beoordeling heeft gemaakt van het door de betrokken lidstaat binnen 20 werkdagen na de inwerkingtreding van de regeling bij de Commissie aangemelde evaluatieontwerp, besluiten dat deze verordening voor een langere periode op deze steunregelingen van toepassing blijft; b) aanpassingen van de in lid 4, onder (a), van dit artikel bedoelde regelingen, met uitzondering van wijzigingen die geen invloed kunnen hebben op de verenigbaarheid van de steunregeling krachtens deze verordening of die de inhoud van het goedgekeurde evaluatieontwerp niet aanzienlijk kunnen veranderen; c) steun voor activiteiten die verband houden met de uitvoer naar derde landen of lidstaten, namelijk rechtstreeks aan uitgevoerde hoeveelheden gekoppelde steun, steun voor de oprichting en exploitatie van een distributienet of steun voor andere lopende kosten in verband met exportactiviteiten; d) steun die afhangt van het gebruik van binnenlandse producten in plaats van ingevoerde producten.

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 4 5. Met uitzondering van artikel 30 is deze verordening niet van toepassing op: a) steunregelingen waarin niet uitdrukkelijk de betaling wordt uitgesloten van individuele steun voor ondernemingen ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard; b) ad-hocsteun voor ondernemingen ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard. 6. Deze verordening is niet van toepassing op steun voor ondernemingen in moeilijkheden, met uitzondering van: a) steun voor het herstel van door natuurrampen veroorzaakte schade overeenkomstig artikel 30, steun voor de kosten van de uitroeiing van dierziekten overeenkomstig artikel 26, lid 8, en steun voor het afvoeren en vernietigen van gestorven dieren overeenkomstig artikel 27, lid 1, onder (c), (d) en (e); b) steun voor de volgende gebeurtenissen, op voorwaarde dat de onderneming een onderneming in moeilijkheden is geworden ten gevolge van verliezen of schade als gevolg van de gebeurtenis in kwestie: i) steun ter compensatie van verliezen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld overeenkomstig artikel 25; ii) steun voor de kosten van de uitroeiing van plantenplagen en voor het herstel van schade als gevolg van dierziekten en plantenplagen overeenkomstig artikel 26, leden 8 en 9; iii) steun voor het herstel van schade aan bossen als gevolg van branden, natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld, andere ongunstige weersomstandigheden, plantenplagen, rampzalige gebeurtenissen en aan de klimaatverandering gerelateerde gebeurtenissen in overeenstemming met artikel 34, lid 5, onder (d). 7. Deze verordening is niet van toepassing op steun die, op zich, door de daaraan verbonden voorwaarden of de toegepaste financieringswijze tot een daaraan onlosmakelijk verbonden schending van het Unierecht leidt, met name: a) steun waarbij aan de steunverlening de verplichting voor de begunstigde verbonden is om zijn hoofdkantoor in de betrokken lidstaat te hebben of om voornamelijk in die lidstaat te zijn gevestigd; b) steun waarbij aan de steunverlening de verplichting voor de begunstigde is verbonden om binnenlands geproduceerde goederen of binnenlandse diensten te gebruiken; c) steun die beperkingen stelt aan de mogelijkheden voor de begunstigden om de resultaten van onderzoek, ontwikkeling en innovatie in andere lidstaten te exploiteren.

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 5 Artikel 2 Definities Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: (1) steun of steunmaatregel : elke maatregel die aan alle criteria van artikel 107, lid 1, van het Verdrag voldoet; (2) kmo's of kleine, middelgrote en micro-ondernemingen : bedrijven die voldoen aan de criteria van bijlage I; (3) landbouwsector : alle ondernemingen die actief zijn in de primaire landbouwproductie, de verwerking en de afzet van landbouwproducten; (4) landbouwproduct : de in bijlage I bij het Verdrag vermelde producten, met uitzondering van de visserij- en aquacultuurproducten die zijn vermeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ); (5) primaire landbouwproductie : de productie van in bijlage I bij het Verdrag vermelde producten van de bodem en van de veehouderij die geen verdere bewerking hebben ondergaan die de aard van deze producten wijzigt; (6) verwerking van landbouwproducten : elke bewerking van een landbouwproduct die een product oplevert dat nog steeds een landbouwproduct is, met uitzondering van activiteiten op het landbouwbedrijf die nodig zijn om een dierlijk of plantaardig product klaar te maken voor de eerste verkoop; (7) afzet van landbouwproducten : het in voorraad hebben of uitstallen met het oog op het verkopen, te koop aanbieden, leveren of op enige andere wijze verhandelen, met uitzondering van de eerste verkoop door een primaire producent aan wederverkopers of verwerkingsbedrijven en alle activiteiten waarmee een product voor een dergelijke eerste verkoop wordt voorbereid; verkoop door een primaire producent aan eindverbruikers wordt als afzet van landbouwproducten beschouwd indien die verkoop plaatsvindt in speciaal daarvoor bestemde afzonderlijke ruimten; (8) landbouwbedrijf : een eenheid die grond, gebouwen en voorzieningen omvat die voor de primaire landbouwproductie worden gebruikt; (9) natuurrampen : aardbevingen, lawines, grondverschuivingen en overstromingen, tornado's, orkanen, vulkaanuitbarstingen en natuurbranden van natuurlijke oorsprong; (10) steunregeling : elk besluit op grond waarvan aan ondernemingen die in het besluit op algemene en abstracte wijze zijn omschreven, individuele steun kan worden toegekend zonder dat hiervoor nog uitvoeringsmaatregelen vereist zijn, alsmede elk besluit op grond waarvan steun die niet aan een specifiek project is gebonden, voor onbepaalde tijd en voor een onbepaald bedrag aan één of meer ondernemingen kan worden toegekend; ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 6 (11) evaluatieontwerp : een document dat ten minste de volgende elementen bevat: de doelstellingen van de te evalueren steunregeling; de evaluatievragen; de resultaatindicatoren; de bij het uitvoeren van de evaluatie te hanteren methodiek; de vereisten inzake gegevensverzameling; het voor de evaluatie geplande tijdschema, met onder meer de datum voor het indienen van het eindevaluatierapport; de beschrijving van de onafhankelijke instantie die de evaluatie uitvoert of de criteria die voor de selectie van die instantie zullen worden gebruikt, en de wijze waarop die evaluatie zal worden bekendgemaakt; (12) individuele steun : a) ad-hocsteun, en b) steun die op grond van een steunregeling aan individuele begunstigden wordt toegekend; (13) ad-hocsteun : steun die niet op grond van een steunregeling wordt toegekend; (14) onderneming in moeilijkheden : een onderneming ten aanzien waarvan zich ten minste één van de volgende omstandigheden voordoet: a) in het geval van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (niet zijnde een kmo die minder dan drie jaar bestaat): wanneer meer dan de helft van haar geplaatste aandelenkapitaal door de opgebouwde verliezen is verdwenen. Dit is het geval wanneer het in mindering brengen van de opgebouwde verliezen op de reserves (en alle andere elementen die doorgaans worden beschouwd als een onderdeel van het eigen vermogen van de onderneming), een negatief totaalbedrag oplevert dat groter is dan de helft van het geplaatste aandelenkapitaal. Voor de toepassing van deze bepaling worden met vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met name de rechtsvormen van ondernemingen bedoeld die zijn vermeld in bijlage I bij Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), en omvat aandelenkapitaal ook het eventuele agio; b) in het geval van een onderneming waarin ten minste een aantal van de vennoten onbeperkt aansprakelijk is voor de schulden van de onderneming (niet zijnde een kmo die minder dan drie jaar bestaat): wanneer meer dan de helft van het eigen vermogen, zoals in de jaarrekening van de vennootschap wordt vermeld, door de opgebouwde verliezen is verdwenen. Voor de toepassing van deze bepaling worden met een onderneming waarin ten minste een aantal van de vennoten onbeperkt aansprakelijk is voor de schulden van de onderneming met name de in bijlage II bij Richtlijn 2013/34/EU bedoelde rechtsvormen van ondernemingen bedoeld; c) wanneer tegen de onderneming een collectieve insolventieprocedure loopt of de onderneming volgens het nationale recht aan de criteria voldoet om, op verzoek van haar schuldeisers, aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen; ( 1 ) Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 7 d) wanneer de onderneming reddingssteun heeft ontvangen en de lening nog niet heeft terugbetaald of de garantie nog niet heeft beëindigd, dan wel herstructureringssteun heeft ontvangen en nog steeds in een herstructureringsplan zit; e) in het geval van een onderneming die geen kmo is: wanneer de afgelopen twee jaar: i) de verhouding tussen het vreemd vermogen en het eigen vermogen van de onderneming, volgens de boekhouding van de onderneming, meer dan 7,5 bedroeg, en ii) de op basis van de EBITDA bepaalde rentedekkingsgraad van de onderneming lager lag dan 1,0; (15) gestorven dieren : dieren die op een landbouwbedrijf of bedrijfslocatie of tijdens transport zijn gedood door euthanasie met of zonder definitieve diagnose of die daar zijn gestorven, met inbegrip van doodgeboren en ongeboren dieren, maar niet voor menselijke consumptie zijn geslacht; (16) ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld : ongunstige weersomstandigheden zoals vorst, storm, hagel, ijs, hevige of aanhoudende regen of ernstige droogte die leiden tot een verlies van meer dan 30 % van de gemiddelde productie berekend op basis van: a) de productie in de voorafgaande drie jaren, of b) de gemiddelde productie van drie van de voorafgaande vijf jaren, de hoogste en de laagste productie niet meegerekend; (17) andere ongunstige weersomstandigheden : ongunstige weersomstandigheden die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 2, punt 16, van deze verordening; (18) plantenplaag : schadelijke organismen als omschreven in artikel 2, lid 1, onder (e), van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ( 1 ); (19) rampzalige gebeurtenis : een door menselijke activiteit veroorzaakte onvoorziene gebeurtenis van biotische of abiotische aard die tot belangrijke verstoringen van de bosstructuren leidt, en uiteindelijk belangrijke economische schade aan de bosbouwsector veroorzaakt; (20) brutosubsidie-equivalent : het bedrag van de steun indien die in de vorm van een subsidie aan de begunstigde was toegekend, vóór aftrek van belastingen of andere heffingen; (21) materiële activa : activa bestaande uit gronden, gebouwen en installaties, machines en uitrusting; (22) immateriële activa : fysiek of financieel niet-tastbare activa, zoals octrooien, licenties, knowhow of andere intellectuele-eigendomsrechten; (23) boslandbouwsystemen : systemen voor grondgebruik waarbij de teelt van bomen wordt gecombineerd met landbouw op dezelfde grond; ( 1 ) Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 8 (24) terugbetaalbaar voorschot : een lening voor een project die in één of meer tranches wordt betaald en waarbij de voorwaarden voor terugbetaling afhangen van de uitkomst van het project; (25) start van de werkzaamheden in het kader van het project of de activiteit : afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt, hetzij de start van de activiteiten of de bouwwerkzaamheden met betrekking tot de investering, hetzij de eerste juridisch bindende toezegging om uitrusting te bestellen of een beroep op diensten te doen, hetzij een andere toezegging die het project of de activiteit onomkeerbaar maakt; de aankoop van gronden en voorbereidende werkzaamheden zoals het verkrijgen van vergunningen en de uitvoering van haalbaarheidsstudies worden niet als start van de werkzaamheden of activiteiten beschouwd; (26) grote ondernemingen : ondernemingen die niet aan de aan de in bijlage I vastgestelde criteria voldoen; (27) fiscale vervolgregeling : een regeling in de vorm van belastingvoordelen die een gewijzigde versie is van een reeds bestaande regeling in de vorm van belastingvoordelen en die deze vervangt; (28) steunintensiteit : het brutosteunbedrag, uitgedrukt als een percentage van de in aanmerking komende kosten, vóór aftrek van belastingen of andere heffingen; (29) datum van de toekenning van de steun : de datum waarop de wettelijke aanspraak om steun te ontvangen, krachtens de nationale wettelijke regeling aan de begunstigde wordt verleend; (30) Unienorm : verplichte, in de wetgeving van de Unie vastgestelde norm die het niveau aangeeft dat de individuele ondernemingen moeten halen, met name wat milieu, hygiëne en dierenwelzijn betreft; op Unieniveau vastgestelde normen of doelstellingen die bindend zijn voor de lidstaten, maar niet voor individuele ondernemingen, worden evenwel niet als Unienormen beschouwd; (31) plattelandsontwikkelingsprogramma : programma voor plattelandsontwikkeling als bedoeld in artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1305/2013; (32) niet-productieve investering : investering die niet leidt tot een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van het bedrijf; (33) investeringen om aan een Unienorm te voldoen : investeringen die worden gedaan om na het verstrijken van de in de wetgeving van de Unie vastgestelde overgangsperiode aan een Unienorm te voldoen; (34) jonge landbouwer : persoon die op de datum van indiening van de steunaanvraag niet ouder is dan 40 jaar, over adequate vakbekwaamheid en deskundigheid beschikt en zich voor het eerst op een landbouwbedrijf vestigt als bedrijfshoofd van dat bedrijf; (35) ultraperifere gebieden : de in artikel 349, eerste alinea, van het Verdrag genoemde gebieden;

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 9 (36) kleinere eilanden in de Egeïsche Zee : de kleinere eilanden als bedoeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) ; (37) minder ontwikkelde regio's : regio's waarvan het bruto binnenlands product (bbp) per inwoner minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de EU-27 bedraagt; (38) EU- 25 : de 25 lidstaten van de Unie die in mei 2005 lidstaat van de Unie waren; (39) EU- 27 : de 27 lidstaten van de Unie die in januari 2007 lidstaat van de Unie waren; (40) kapitaalwerken : werkzaamheden die door de landbouwer zelf of door de werknemers van de landbouwer worden uitgevoerd en activa creëren; (41) biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen : biobrandstoffen die zijn geproduceerd uit granen en andere zetmeelrijke gewassen, suikers en oliegewassen als omschreven in het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen ( 2 ); (42) actieve landbouwer : een actieve landbouwer in de zin van artikel 9 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ); (43) producentengroepering en -organisatie : een groepering of organisatie die is opgericht om: a) de productie en de output van de producenten die van die groeperingen of organisaties lid zijn, aan te passen aan de markteisen, of b) goederen gezamenlijk op de markt te brengen, met inbegrip van de voorbereiding voor de verkoop, de centralisatie van de verkoop en de levering aan bulkkopers, of c) gemeenschappelijke regels vast te stellen voor de verstrekking van informatie over de productie, en vooral over de oogst en de beschikbaarheid van producten, of d) andere activiteiten die door producentengroeperingen of -organisaties kunnen worden verricht, uit te voeren, zoals de ontwikkeling van bedrijfsvoerings- en marketingvaardigheden en de organisatie en vergemakkelijking van innovatieprocessen; ( 1 ) Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41). ( 2 ) COM(2012) 595 van 17.10.2012. ( 3 ) Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 10 (44) vaste kosten die voortvloeien uit de deelname aan kwaliteitsregelingen : de kosten die worden gemaakt om tot een kwaliteitsregeling waarvoor steun wordt verleend, toe te treden en de jaarlijkse bijdrage voor deelname aan die kwaliteitsregeling, inclusief, in voorkomend geval, de kosten van de controles die nodig zijn om te verifiëren of het productdossier wordt nageleefd; (45) advies : de volledige advisering in het kader van een en hetzelfde contract; (46) lid van een landbouwhuishouden : een natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groep natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groep en haar leden volgens het nationale recht, uitgezonderd werknemers in de landbouw; (47) kosten van TSE- en BSE-tests (TSE = overdraagbare spongiforme encefalopathie; BSE = boviene spongiforme encefalopathie) : alle kosten, met inbegrip van die van testkits en van het nemen, vervoeren, testen, opslaan en vernietigen van monsters, die noodzakelijk zijn voor bemonstering en laboratoriumonderzoek overeenkomstig hoofdstuk C van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ); (48) stamboek : elk boek, register, kaartsysteem of elke informatiedrager: a) bijgehouden door een organisatie of vereniging van veefokkers die officieel is erkend in de lidstaat waarin deze organisatie of vereniging van fokkers is opgericht, en b) waarin raszuivere dieren van een bepaald ras met vermelding van hun voorgeslacht worden ingeschreven of geregistreerd; (49) beschermd dier : elk dier dat bij wetgeving van de Unie of nationale wetgeving beschermd is; (50) organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding : een entiteit (zoals universiteiten of onderzoeksinstellingen, agentschappen voor technologieoverdracht, innovatie-intermediairs, entiteiten voor fysieke of virtuele onderzoeksgerichte samenwerking), ongeacht haar rechtsvorm (publiek- of privaatrechtelijke organisatie) of financieringswijze, die zich in hoofdzaak bezighoudt met het onafhankelijk verrichten van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling, of met het breed verspreiden van de resultaten van die activiteiten door middel van onderwijs, publicaties of kennisoverdracht. Wanneer dit soort entiteit ook economische activiteiten uitoefent, moet met betrekking tot de financiering van, de kosten van en de inkomsten uit die economische activiteiten een gescheiden boekhouding worden gevoerd. Ondernemingen die invloed op dit soort entiteit kunnen uitoefenen in hun hoedanigheid van bijvoorbeeld aandeelhouders of leden, mogen geen preferente toegang tot de onderzoekscapaciteit van deze entiteit of tot de door haar verkregen onderzoeksresultaten genieten; (51) arm's length : de voorwaarden van de transactie tussen de contractpartijen wijken niet af van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen en behelzen ( 1 ) Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1).

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 11 geen enkele vorm van heimelijke verstandhouding. Iedere transactie die voortvloeit uit een open, transparante en onvoorwaardelijke procedure wordt geacht te voldoen aan het arm's length-beginsel; (52) snelgroeiende bomen : bos met korte omlooptijd waarvoor de minimumperiode voordat de bomen mogen worden geveld, minstens 8 jaar bedraagt en de maximumperiode voordat de bomen mogen worden geveld, ten hoogste 20 jaar bedraagt; (53) bomen voor hakhout met korte omlooptijd : door de lidstaten te bepalen boomsoorten van GN-code 06 02 9041, bestaande uit meerjarige houtgewassen waarvan de wortelstokken of stronken na de oogst in de grond blijven en die in het daaropvolgende seizoen nieuwe scheuten vormen en waarvan de maximale omlooptijd door de lidstaten wordt vastgesteld; (54) transactiekosten : extra kosten die verband houden met het nakomen van een verbintenis, maar niet rechtstreeks kunnen worden toegeschreven aan de uitvoering van die verbintenis, noch vervat zijn in de kosten of gederfde inkomsten die rechtstreeks worden gecompenseerd en die op basis van standaardkosten berekend kunnen worden; (55) andere grondbeheerder : een onderneming die grond beheert, maar geen onderneming is die actief is in de landbouwsector; (56) verwerking van landbouwproducten tot niet-landbouwproducten : elke bewerking van een landbouwproduct die een product oplevert dat niet wordt vermeld in bijlage I bij het Verdrag; (57) a-gebieden : gebieden die voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2020 op een goedgekeurde regionalesteunkaart zijn aangewezen met het oog op de toepassing van artikel 107, lid 3, onder (a), van het Verdrag; (58) c-gebieden : gebieden die voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2020 op een goedgekeurde regionalesteunkaart zijn aangewezen met het oog op de toepassing van artikel 107, lid 3, onder (c), van het Verdrag; (59) dunbevolkte gebieden : gebieden die door de Commissie als dusdanig zijn erkend in de individuele besluiten betreffende regionalesteunkaarten voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2020; (60) NUTS 3-regio : een regio die is afgebakend op niveau 3 van de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ); (61) niet vooraf vastliggende c-gebieden : gebieden die een lidstaat naar eigen inzicht als c-gebied aanwijst, op voorwaarde dat de lidstaat aantoont dat die gebieden voldoen aan bepaalde sociaaleconomische criteria en dat zij voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2020 op een goedgekeurde regionalesteunkaart zijn aangewezen met het oog op de toepassing van artikel 107, lid 3, onder (c), van het Verdrag; ( 1 ) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 12 (62) voormalige a-gebieden : gebieden die voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2014 op een goedgekeurde regionalesteunkaart als a-gebied zijn aangewezen; (63) levensmiddelen : levensmiddelen die geen landbouwproducten zijn en die zijn vermeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ). Artikel 3 Vrijstellingsvoorwaarden Steunregelingen, in het kader van steunregelingen toegekende individuele steun en ad-hocsteun zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 2 of lid 3, van het Verdrag en zijn vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag mits die steun voldoet aan alle in hoofdstuk I van deze verordening vastgestelde voorwaarden en aan de in hoofdstuk III van deze verordening vastgestelde voorwaarden voor de betrokken steuncategorie. Artikel 4 Aanmeldingsdrempels 1. Deze verordening geldt niet voor individuele steun waarvan het brutosubsidie-equivalent de volgende drempels overschrijdt: a) steun voor met de primaire landbouwproductie verband houdende investeringen in materiële activa of immateriële activa op landbouwbedrijven, als bedoeld in artikel 14: 500 000 EUR per onderneming per investeringsproject; b) steun voor investeringen in verband met de verplaatsing van een landbouwbedrijfsgebouw die resulteert in modernisering van de voorzieningen of verhoging van de productiecapaciteit, als bedoeld in artikel 16, lid 4: 500 000 EUR per onderneming per investeringsproject; c) steun voor investeringen in verband met de verwerking van landbouwproducten en de afzet van landbouwproducten, als bedoeld in artikel 17: 7,5 miljoen EUR per onderneming per investeringsproject; d) steun voor investeringen voor de instandhouding van cultureel en natuurlijk erfgoed op landbouwbedrijven, als bedoeld in artikel 29: 500 000 EUR per onderneming per investeringsproject; e) steun voor onderzoek en ontwikkeling in de landbouw- en de bosbouwsector, als bedoeld in artikel 31: 7,5 miljoen EUR per project; f) steun voor bebossing en de aanleg van beboste gronden, als bedoeld in artikel 32: 7,5 miljoen EUR per aanlegproject; g) steun voor boslandbouwsystemen, als bedoeld in artikel 33: 7,5 miljoen EUR per project voor de aanleg van boslandbouwsystemen; ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1).

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 13 h) steun voor investeringen ter verbetering van de veerkracht en de milieuwaarde van bosecosystemen, als bedoeld in artikel 35: 7,5 miljoen EUR per investeringsproject; i) steun voor infrastructuurinvesteringen voor de ontwikkeling, modernisering of aanpassing van de bosbouwsector, als bedoeld in artikel 40: 7,5 miljoen EUR per investeringsproject; j) steun voor investeringen in bosbouwtechnologieën en in de verwerking, mobilisering en afzet van bosbouwproducten, als bedoeld in artikel 41: 7,5 miljoen EUR per investeringsproject; k) steun voor investeringen voor de verwerking van landbouwproducten tot niet-landbouwproducten of de katoenproductie, als bedoeld in artikel 44: 7,5 miljoen EUR per investeringsproject. 2. De in lid 1 bedoelde drempels mogen niet door kunstmatige opsplitsing van de steunregelingen of steunprojecten worden omzeild. Artikel 5 Transparantie van steun 1. Deze verordening is alleen van toepassing op steun waarvan het brutosubsidie-equivalent vooraf precies kan worden berekend zonder dat een risicoanalyse behoeft te worden uitgevoerd ( transparante steun ). 2. De volgende categorieën steun worden als transparante steun beschouwd: a) steun in de vorm van subsidies en rentesubsidies; b) steun in de vorm van leningen indien voor het berekenen van het brutosubsidie-equivalent het op het tijdstip van de steunverlening geldende referentiepercentage is gebruikt; c) steun in de vorm van garanties: i) wanneer het brutosubsidie-equivalent is berekend op basis van de safe-harbour-premies die in een mededeling van de Commissie zijn vastgesteld, of ii) wanneer, voorafgaand aan de tenuitvoerlegging van de maatregel, de methode voor het berekenen van het brutosubsidie-equivalent van de garantie door de Commissie is aanvaard op grond van de mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van garanties, of een mededeling die deze vervangt, na aanmelding van die methode bij de Commissie op grond van een op staatssteungebied door de Commissie vastgestelde verordening die op dat moment van toepassing is, en de goedgekeurde methode uitdrukkelijk is toegespitst op het soort garanties en het soort onderliggende transacties die in het kader van de toepassing van deze verordening in het geding zijn; d) steun in de vorm van belastingvoordelen wanneer de maatregel voorziet in een maximum dat garandeert dat de toepasselijke drempel niet wordt overschreden;

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 14 e) steun in de vorm van terugbetaalbare voorschotten als het totale nominale bedrag van het terugbetaalbare voorschot niet groter is dan de krachtens deze verordening toepasselijke drempels of als, vóór de tenuitvoerlegging van de maatregel, de methode voor het berekenen van het brutosubsidie-equivalent van het terugbetaalbare voorschot na aanmelding bij de Commissie is aanvaard. 3. Voor de toepassing van deze verordening worden de volgende categorieën steun niet als transparant beschouwd: a) steun in de vorm van kapitaalinjecties; b) steun in de vorm van risicofinancieringsmaatregelen. Artikel 6 Stimulerend effect 1. Deze verordening is slechts van toepassing op steun die een stimulerend effect heeft. 2. Steun wordt geacht een stimulerend effect te hebben als de begunstigde ervan, voordat de werkzaamheden in het kader van het project of de activiteit zijn gestart, bij de betrokken lidstaat een schriftelijke steunaanvraag heeft ingediend. De steunaanvraag bevat ten minste de volgende gegevens: a) de naam en de grootte van de onderneming; b) een beschrijving van het project of de activiteit, met inbegrip van de start- en einddatum; c) de plaats van het project of de activiteit; d) een lijst van de in aanmerking komende kosten; e) soort overheidsfinanciering (subsidie, lening, garantie, terugbetaalbaar voorschot of een andere vorm) en bedrag daarvan die nodig zijn voor het project of de activiteit. 3. Ad-hocsteun voor grote ondernemingen wordt geacht een stimulerend effect te hebben als de lidstaat er niet alleen op heeft toegezien dat aan de in lid 2 vastgestelde voorwaarde is voldaan, maar zich er ook, voordat hij de betrokken ad-hocsteun heeft toegekend, van heeft vergewist dat uit door de begunstigde opgestelde documentatie blijkt dat de steun zal leiden tot één of meer van het onderstaande: a) een wezenlijke toename van de reikwijdte van het project of de activiteit als gevolg van de steun; b) een wezenlijke toename, als gevolg van de steun, van het totale bedrag dat de begunstigde aan het project of de activiteit besteedt; c) een wezenlijke toename van de snelheid waarmee het betrokken project of de betrokken activiteit wordt voltooid; d) in het geval van ad-hocinvesteringssteun, dat, zonder de steun, het project niet als dusdanig in het betrokken plattelandsgebied zou zijn uitgevoerd of het voor de begunstigde in het betrokken plattelandsgebied onvoldoende winstgevend zou zijn geweest.

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 15 4. In afwijking van de leden 2 en 3 worden maatregelen in de vorm van belastingvoordelen geacht een stimulerend effect te hebben als de volgende voorwaarden zijn vervuld: a) de maatregel vestigt overeenkomstig objectieve criteria een aanspraak op steun zonder dat de lidstaat nog een beoordelingsbevoegdheid uitoefent, en b) de maatregel is goedgekeurd en is in werking getreden voordat de werkzaamheden aan het project of de activiteit zijn begonnen, behalve in het geval van fiscale vervolgregelingen, waar de activiteit al onder de vroegere regelingen in de vorm van belastingvoordelen viel. 5. In afwijking van de leden 2, 3 en 4 hoeven de volgende categorieën steun geen stimulerend effect te hebben of worden zij geacht dat effect te hebben: a) steunregelingen voor ruilverkaveling voor zover aan de voorwaarden van artikel 15 of artikel 43 is voldaan en: i) de steunregeling overeenkomstig objectieve criteria recht geeft op steun zonder dat de lidstaat nog een beoordelingsbevoegdheid uitoefent, en ii) de steunregeling goedgekeurd is en in werking is getreden voordat de begunstigde de in aanmerking komende kosten op grond van artikel 15 of artikel 43 heeft gemaakt; b) steun voor afzetbevorderingsmaatregelen in de vorm van publicaties om landbouwproducten beter bekend te maken bij het brede publiek, mits aan de voorwaarden van artikel 24, lid 2, onder (b), is voldaan; c) steun ter compensatie van verliezen als gevolg van ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld, mits aan de voorwaarden van artikel 25 is voldaan; d) steun ter compensatie van de kosten van de uitroeiing van dierziekten en plantenplagen en voor verliezen als gevolg van die dierziekten of plantenplagen, mits aan de voorwaarden van artikel 26, leden 9 en 10, is voldaan; e) steun om de kosten van het afvoeren en vernietigen van gestorven dieren te dekken, mits aan de voorwaarden van artikel 27, lid 1, onder (c), (d) en (e), is voldaan; f) steun voor investeringen voor de instandhouding van cultureel en natuurlijk erfgoed op landbouwbedrijven overeenkomstig artikel 29; g) steun voor het herstel van de door natuurrampen veroorzaakte schade, mits aan de voorwaarden van artikel 30 is voldaan; h) steun voor onderzoek en ontwikkeling in de landbouw- en de bosbouwsector, mits aan de voorwaarden van artikel 31 is voldaan; i) steun voor het herstel van schade aan bossen als gevolg van branden, natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden, plantenplagen, dierziekten, rampzalige gebeurtenissen en aan de klimaatverandering gerelateerde gebeurtenissen overeenkomstig artikel 34, lid 5, onder (d), mits aan de voorwaarden van artikel 34 is voldaan.

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 16 Artikel 7 Steunintensiteit en in aanmerking komende kosten 1. Alle bedragen die voor de berekening van de steunintensiteit en de in aanmerking komende kosten worden gebruikt, zijn bedragen vóór aftrek van belastingen of andere heffingen. De in aanmerking komende kosten worden gestaafd met bewijsstukken die duidelijk, specifiek en actueel zijn. M1 De bedragen van de in aanmerking komende kosten kunnen worden berekend in overeenstemming met de opties voor vereenvoudigde kosten genoemd in Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), mits de concrete actie ten minste gedeeltelijk wordt gefinancierd via het Elfpo en mits de kostencategorie volgens de desbetreffende vrijstellingsbepaling in aanmerking komt. 2. De belasting over de toegevoegde waarde (btw) komt niet voor steun in aanmerking, behalve wanneer zij niet terugvorderbaar is krachtens de nationale btw-wetgeving. 3. Wanneer steun in een andere vorm dan een subsidie wordt toegekend, is het steunbedrag het brutosubsidie-equivalent van de steun. 4. Steun die in meerdere tranches wordt betaald, wordt gedisconteerd tot de waarde ervan op de datum van de toekenning van de steun. De in aanmerking komende kosten worden gedisconteerd tot de waarde ervan op de datum van de toekenning van de steun. De rentevoet die bij discontering wordt gehanteerd, is de disconteringsvoet die op de datum van de toekenning van de steun van toepassing is. 5. Wanneer steun wordt toegekend in de vorm van belastingvoordelen, worden de steuntranches gedisconteerd aan de hand van de disconteringspercentages die gelden op de verschillende tijdstippen waarop de belastingvoordelen beginnen te spelen. 6. Wanneer steun wordt verleend in de vorm van terugbetaalbare voorschotten die, bij gebreke van een geaccepteerde methode om het brutosubsidie-equivalent ervan te berekenen, worden uitgedrukt als een percentage van de in aanmerking komende kosten en de maatregel erin voorziet dat, ingeval van een succesvolle uitkomst van het project als omschreven op basis van een redelijke en prudente hypothese, de voorschotten worden terugbetaald vermeerderd met een rente die ten minste gelijk is aan de op de datum van de toekenning van de steun toepasselijke disconteringsvoet, kunnen de in hoofdstuk III vastgestelde maximale steunintensiteiten worden verhoogd met 10 procentpunten. Artikel 8 Cumulering 1. Om te bepalen of de in artikel 4 vastgestelde aanmeldingsdrempels en de in hoofdstuk III vastgestelde maximale steunintensiteiten en maximale steunbedragen in acht worden genomen, wordt het totale bedrag aan staatssteun voor de gesteunde activiteit, het gesteunde project of de gesteunde onderneming in aanmerking genomen. ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 17 2. Wanneer centraal door de instellingen, agentschappen, gemeenschappelijke ondernemingen of andere instanties van de Unie beheerde Uniefinanciering die niet direct of indirect onder de controle van de lidstaten staat, wordt gecumuleerd met staatssteun, wordt alleen met deze laatste rekening gehouden om te bepalen of aanmeldingsdrempels en de maximale steunintensiteiten en -plafonds in acht worden genomen, mits het totale bedrag aan overheidsfinanciering dat voor dezelfde in aanmerking komende kosten wordt toegekend, het in de toepasselijke regels van het Unierecht vastgestelde gunstigste financieringspercentage niet overschrijdt. 3. Steun met identificeerbare in aanmerking komende kosten die krachtens deze verordening is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag, mag worden gecumuleerd met: a) andere staatssteun, zolang het bij die maatregel om andere identificeerbare in aanmerking komende kosten gaat; b) andere staatssteun voor dezelfde, geheel of gedeeltelijk overlappende, in aanmerking komende kosten, mits die cumulering er niet toe leidt dat de hoogste steunintensiteit of het hoogste steunbedrag die/ dat krachtens deze verordening voor deze steun geldt, wordt overschreden. 4. Steun voor niet-identificeerbare in aanmerking komende kosten die krachtens de artikelen 18 en 45 van deze verordening is vrijgesteld, mag worden gecumuleerd met andere staatssteun voor identificeerbare in aanmerking komende kosten. Steun voor niet-identificeerbare in aanmerking komende kosten mag met andere staatssteun voor niet-identificeerbare in aanmerking komende kosten worden gecumuleerd tot de hoogste toepasselijke totale financieringsdrempel die voor de specifieke omstandigheden van elk geval door deze of een andere groepsvrijstellingsverordening of een besluit van de Commissie is vastgesteld. 5. Staatssteun die krachtens de afdelingen 1, 2 en 3 van hoofdstuk III van deze verordening is vrijgesteld, mag niet worden gecumuleerd met in artikel 81, lid 2, en artikel 82 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde betalingen voor dezelfde in aanmerking komende kosten als die cumulering ertoe zou leiden dat de steunintensiteit of het steunbedrag hoger uitkomt dan deze die in deze verordening zijn vastgesteld. 6. Krachtens deze verordening vrijgestelde staatssteun mag niet met de-minimissteun voor dezelfde in aanmerking komende kosten worden gecumuleerd als die cumulering ertoe zou leiden dat de steunintensiteit of het steunbedrag hoger uitkomt dan deze die zijn vastgesteld in hoofdstuk III. 7. Investeringssteun voor het herstel van agrarisch productiepotentieel als bedoeld in artikel 14, lid 3, onder (e), mag niet worden gecumuleerd met steun ter compensatie van materiële schade als bedoeld in de artikelen 25, 26 en 30 van deze verordening. 8. Aanloopsteun voor producentengroeperingen en -organisaties in de landbouwsector, als bedoeld in artikel 19 van deze verordening, mag niet worden gecumuleerd met steun voor de oprichting van producentengroeperingen en -organisaties in de landbouwsector als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 1305/2013.

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 18 Aanloopsteun voor jonge landbouwers en aanloopsteun voor de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven als bedoeld in artikel 18 van deze verordening, mag niet worden gecumuleerd met aanloopsteun voor jonge landbouwers of de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven als bedoeld in artikel 19, lid 1, onder (a), (i) en (iii), van Verordening (EU) nr. 1305/20013, als die cumulering zou leiden tot een steunbedrag dat hoger uitkomt dan deze die in deze verordening zijn vastgesteld. Artikel 9 Publicatie en informatie 1. Uiterlijk tien werkdagen vóór de datum van inwerkingtreding van een steunregeling die krachtens deze verordening is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag, of vóór de datum van verlening van krachtens deze verordening vrijgestelde adhocsteun zenden de lidstaten, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 794/2004, de Commissie via de webaanmeldingstoepassing van de Commissie beknopte informatie over deze steun toe in het in bijlage II bij deze verordening vastgestelde gestandaardiseerde formaat. Binnen tien werkdagen na ontvangst van die beknopte informatie stuurt de Commissie de lidstaat een ontvangstbewijs op, met een identificatienummer van de steun. 2. De betrokken lidstaat zorgt voor publicatie op een uitgebreide staatssteunwebsite, op nationaal of regionaal niveau, van: a) de in lid 1 bedoelde beknopte informatie of een link daarnaar; b) de volledige tekst van elke in lid 1 bedoelde steun, met inbegrip van de wijzigingen, of een link naar de volledige tekst; c) de in bijlage III bij deze verordening bedoelde informatie over elke individuele steunverlening die betrekking heeft op meer dan: i) 60 000 EUR voor begunstigden die actief zijn in de primaire landbouwproductie; ii) 500 000 EUR voor begunstigden die actief zijn in de sector verwerking van landbouwproducten, de sector afzet van landbouwproducten of de bosbouwsector, of die activiteiten uitoefenen die buiten het toepassingsgebied van artikel 42 van het Verdrag vallen. 3. Voor steunregelingen in de vorm van belastingvoordelen worden die voorwaarden geacht te zijn vervuld als de lidstaten de vereiste informatie over individuele steunbedragen publiceren voor de volgende tranches in miljoen EUR: a) 0,06 0,5: alleen voor de primaire landbouwproductie; b) 0,5-1; c) 1 tot 2;

02014R0702 NL 10.07.2017 001.001 19 d) 2 tot 5; e) 5 tot 10; f) 10 tot 30, en g) 30 en meer. 4. De in lid 2, onder (c), bedoelde gegevens worden op een in bijlage III beschreven gestandaardiseerde wijze georganiseerd en toegankelijk gemaakt, en kunnen op een doeltreffende manier worden opgezocht en gedownload. De in lid 2 bedoelde informatie wordt bekendgemaakt binnen zes maanden vanaf de datum van de toekenning van de steun, of, in het geval van steun in de vorm van belastingvoordelen, binnen één jaar vanaf de datum waarop de belastingaangifte moet zijn ingediend, en blijft beschikbaar gedurende ten minste 10 jaar vanaf de datum van de toekenning van de steun. 5. De in lid 1 bedoelde volledige tekst van de steunregeling of de adhocsteun omvat met name een uitdrukkelijke verwijzing naar deze verordening, met vermelding van de titel ervan en de vindplaats in het Publicatieblad van de Europese Unie, en naar de specifieke bepalingen van hoofdstuk III die op dat besluit betrekking hebben, of, indien van toepassing, naar de nationale wet die waarborgt dat de toepasselijke bepalingen van deze verordening worden nageleefd. Deze tekst gaat vergezeld van de uitvoeringsbepalingen en de wijzigingen ervan. 6. De Commissie publiceert op haar website: a) de in lid 1 bedoelde beknopte informatie; b) de links naar de in lid 2 bedoelde staatssteunwebsites van alle lidstaten. 7. De lidstaten voldoen uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan de bepalingen van de leden 2, 3 en 4. Artikel 10 Voorkomen van dubbele publicatie Als de individuele steunverlening binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 1305/2013 valt en hetzij uit het Elfpo wordt gecofinancierd, hetzij in de vorm van aanvullende nationale financiering bij dergelijke gecofinancierde maatregelen wordt toegekend, kan de lidstaat ervoor kiezen de individuele steunverlening niet op de in artikel 9, lid 2, van deze verordening bedoelde staatssteunwebsite te publiceren, op voorwaarde dat die individuele steunverlening reeds is bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 111, 112 en 113 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ). In dat geval verwijst de lidstaat op de in artikel 9, lid 2, van deze verordening bedoelde staatssteunwebsite naar de in artikel 111 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde website. ( 1 ) Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).