N Th EU Groenboek A07 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over HET GROENBOEK OVER ONDERNEMERSCHAP IN EUROPA

Vergelijkbare documenten
HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

Doc. KMO-POL A 03 Brussel, Actieplan Middenstand-Kleinbedrijf A D V I E S. over

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

A D V I E S. betreffende DE PROBLEMATIEK VAN DE MUNTSTUKKEN VAN 1 EN 2 EUROCENT

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR

Doc. nr. E2:1005bC04 Brussel, A D V I E S. over een

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N Uitzwerming A2 Brussel, 25 november 2014 MH/BL/AS ADVIES. over DE TECHNIEK VOOR OPRICHTING VAN ONDERNEMINGEN, UITZWERMING GENAAMD

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS ADVIES. over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN

ADVIES. 24 april 2019

N Vert ambachten A Brussel, 13 december 2016 MH/JC/AS ADVIES. inzake

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

RAPPORT Nr

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

A D V I E S. over het GROENBOEK BETREFFENDE VERTICALE AFSPRAKEN IN HET CONCURRENTIEBELEID VAN DE EUROPESE UNIE ***

Doc. nr. N Th EU - Europees handvest KO A 05 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het verzoek tot bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect van de Unie van Designers van België (UDB).

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

N Programmawet art. 6 A06 Brussel, 26 april 2007 MH/BL/LC A D V I E S. over

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

A AN B E V E L I N G Nr

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, A D V I E S. over

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

A D V I E S. over de

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 november

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE NATUURLIJK MINERAAL WATER EN BRONWATER

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

Doc. N C70 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. betreffende AMBULANTE HANDEL ***

Doc. N C05 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. betreffende

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 december

A D V I E S Nr

Doc. nr. E0:51004C05 Brussel, INITIATIEFADVIES VAN HET BUREAU. over DE PROBLEMATIEK VAN DE UITBATERS VAN TANKSTATIONS

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

R A P P O R T Nr

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 december

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B

Doc. nr. N2:10052C09 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over het

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826

R A P P O R T Nr

NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

N HANDELSPR-kleinhandel A 04 Brussel, MH/JC/LC A D V I E S. betreffende DE OPENINGSTIJDEN IN DE DETAILHANDEL ***

ADVIES. Voorontwerp van ordonnantie betreffende de stages voor werkzoekenden. 16 juni 2015

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 mei

Diverse Reglementeringen Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO

N HANDELSPR Oneerlijke handelspraktijken A06 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. over een

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N EU - BTW vrijstellingen A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/EDJ/AS ADVIES. over

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 28 november 2017

Eurobarometer Standaard 82. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2014 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

De evolutie van de preventie in een Europees kader

ADVIES. 10 maart 2014

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

INLEIDING. De Europese Alliantie voor de Vrijheid verdedigt de volgende belangrijke veranderingen:

Doc. N C44 Brussel, MH/GVB/LC A D V I E S. betreffende

N DIV REGL ambulante handel A04 Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

R A P P O R T Nr

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 3 november 2011 (06.12) (OR. en) 16318/11 COMPET 483 MI 543 SOC 940

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli

Functiefamilie ET Thematische experten

Fair Tourism BELEIDSNOTA. Grant Agreement No.: UK01-KA

nationale arbeidsraad

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

Transcriptie:

N Th EU Groenboek A07 Brussel, 22.10.2003 MH/AB/LC A D V I E S over HET GROENBOEK OVER ONDERNEMERSCHAP IN EUROPA (bekrachtigd door de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO op 22 oktober 2003) ***

2 In een brief dd. 20 februari 2003, vroeg de heer Desmet-Carlier, Directeur-generaal van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO over het Groenboek van de Europese Commissie betreffende het ondernemerschap in Europa (COM (2003) 27 definitief van 21 januari 2003). Dit document heeft tot doel de factoren te analyseren die een rol spelen bij het creëren van een nieuwe dynamiek in het ondernemerschap of het integendeel afremmen. De Europese Commissie nodigt alle betrokkenen uit hun bemerkingen door te sturen voor 30 juni 2003 aan het DG Interne markt. Op grond van de besluiten van de commissie "ad hoc" en van de commissie "algemeen KMObeleid" brengt de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO tijdens zijn plenaire vergadering dd. 22 oktober 2003 eenparig volgend advies uit. INHOUD VAN HET GROENBOEK In het licht van de gewijzigde economische context in Europa wordt in de inleiding het belang van een gunstig klimaat voor het opstarten en ontwikkelen van ondernemingen omschreven. In het eerste hoofdstuk wordt vooreerst een definitie gegeven van alle concepten die verband houden met ondernemerschap en wordt vervolgens een overzicht gegeven van alle voordelen verbonden aan de ontwikkeling ervan : die zijn van velerlei aard en handelen over uiteenlopende onderwerpen zoals het scheppen van werkgelegenheid, de verwezenlijking van persoonlijk potentieel of de groei van de rijkdom. Op het terrein evenwel, stelt men enerzijds vast dat de Europeanen minder geneigd zijn dan de Amerikanen om zich in het ondernemerschap te storten en, anderzijds, dat er binnen Europa grote nationale verschillen bestaan in de dynamiek van de oprichting van ondernemingen. Het tweede hoofdstuk bepaalt welke voorwaarden inherent zijn aan het stimuleren van ondernemerschap, zowel op persoonlijk vlak met als doel het statuut van ondernemer positiever te maken, als op het vlak van de interne (financiering, aanwerving van geschoold personeel) en externe (relaties met de administratie,waardering voor het nemen van risico's in de maatschappij) omgevingsfactoren van de onderneming. Voor elk van die voorwaarden beschrijft de tekst de gunstige en/of ongunstige punten voor de verwezenlijking ervan, analyseert de huidige toestand in de Europese Unie en geeft één of meerdere voorbeelden van nationale verwezenlijkingen die een oplossing bieden voor het aangesneden onderwerp. In het derde hoofdstuk tenslotte worden de perspectieven op lange termijn voor het dynamiseren van het ondernemerschap bekeken. Vanuit methodisch oogpunt, onderlijnt de tekst het belang van een gecoördineerde aanpak op alle niveaus : tussen Staten, tussen de economische en de politieke wereld, tussen de ondernemingen onderling. Het concept "leren van de beste praktijken" moet de toon aangeven. Als men de huidige remmen bij de oprichting van ondernemingen bekijkt, komen uit de studie drie pijlers naar voren : alle administratieve verplichtingen vereenvoudigen, vermijden dat "onfortuinlijke" ondernemers te hard bestraft worden en het ondernemerschap in de maatschappij opwaarderen, ondermeer via het onderwijs.

3 ALGEMENE BEMERKINGEN De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO wenst een aantal algemene bemerkingen te formuleren bij de inhoud van het Groenboek. 1. De Hoge Raad vindt het Groenboek een goed initiatief en kan in het algemeen akkoord gaan met de voorgestelde maatregelen om het ondernemerschap te stimuleren. De voorafgaandelijke raadpleging van alle betrokkenen is eveneens zeer positief. De hiernavolgende bemerkingen moeten dan ook gelezen worden in het kader van de algemene raadpleging georganiseerd door de Europese Commissie. 2. Het is absoluut noodzakelijk de verschillende initiatieven op Europees vlak te coördineren. De maatregelen die in het kader van het Groenboek worden genomen en de doelstellingen van het Handvest van Feira over de kleine ondernemingen moeten samengaan en elkaar aanvullen. In elk geval moet er specifieke aandacht blijven uitgaan naar kleine ondernemingen. 3. Het Groenboek bekijkt de problematiek van het ondernemerschap door vergelijkingen te maken op basis van de gegevens van de Eurobarometer tussen Europa en de Verenigde Staten. Alhoewel moet vastgesteld worden dat België zich niet in een goede positie bevindt als het over ondernemerschap gaat, toont de Eurobarometer (november 2002) toch aan dat er in dit land een relatief groot aantal zelfstandigen zijn. Het zou dan ook nuttig zijn in de toekomst in Europese documenten een verduidelijking te geven voor die situatie die op het eerste zicht paradoxaal kan lijken maar die verantwoord wordt door de verschillende aanpak die de Lidstaten hanteren om zelfstandigen, starters en KMO te definiëren. Verder zou het nuttig zijn een instrument op te stellen dat het mogelijk maakt evoluties op langere termijn te onderkennen. Zo zou men een indicator kunnen creëren die het peil van ondernemerschap weergeeft in elke Lidstaat. Een periodieke evaluatie van die indicator zou het mogelijk maken de gunstige of ongunstige evolutie van het ondernemerschap weer te geven. 4. Het Groenboek beklemtoont vooral het stimuleren van de oprichting van nieuwe ondernemingen en de groei van bestaande ondernemingen. De Hoge Raad wijst eveneens op het belang van maatregelen die tot doel hebben de continuïteit van ondernemingen te vrijwaren en te behouden. Het overheidsbeleid zou meer aandacht moeten besteden aan bestaande ondernemingen en dus ook aan deze die geen groeicijfers kunnen realiseren. Gezien de demografische evolutie is het eveneens noodzakelijk het aantal ondernemingen die hun activiteiten stopzetten te beperken. In dat perspectief moet speciaal aandacht besteed worden aan de problematiek van de bedrijfsoverdrachten. Verder betekent de hervorming van de Belgische wetgeving over faillissementen waarnaar het Groenboek verwijst ("herstelwet" van 4 september 2002) een stap in de goede richting wat betreft de nieuwe regels inzake verschoonbaarheid van de eerlijke gefailleerde waardoor deze een nieuwe handelsactiviteit kan opstarten. Er moet evenwel vermeld worden dat het gerechtelijk akkoord, dat tot doel heeft de sluiting van leefbare ondernemingen te voorkomen, in de praktijk zijn doel niet bereikt.

4 5. Het Groenboek voorziet een grotere coördinatie tussen alle actoren die betrokken zijn bij de ondernemersdynamiek. Die coördinatie is essentieel in een land als België waar er heelwat actoren zijn op federaal, regionaal en gemeenschapsvlak die elk inspanningen leveren om de ondernemingszin en de oprichting van ondernemingen te stimuleren. 6. Een studie gebaseerd op een enquête bij ondernemingen die tot de meest performante van Europa behoren heeft aangetoond 1 dat er in essentie drie remmende factoren zijn bij de oprichting van ondernemingen : de te zware last van de directe of indirecte fiscaliteit (voor België moet met name het hoge BTW-tarief in aanmerking worden genomen waardoor concurrentie met het buitenland moeilijk wordt) en van de sociale zekerheid, de financiering en de administratieve rompslomp. Het Groenboek onderlijnt onvoldoende die vaststelling die, zoals werd aangeduid door andere studies over dat onderwerp, geldt voor een groot aantal Europese ondernemingen. Wat de fiscaliteit betreft, zijn een aantal harmoniseringen zoals bijvoorbeeld de BTWtarieven sinds de invoering van de euro nog dringender geworden voor kleine Lidstaten zoals België. Verder moet men vaststellen dat heel wat administratieve verplichtingen ontstaan op Europees niveau. Er zouden ook op Europees vlak ernstige maatregelen moeten genomen worden om de administratieve rompslomp voor KMO te verminderen. De invoering van een Europese impactfiche voor KMO is bijvoorbeeld wenselijk. 7. Onder het begrip KMO worden ondernemingen gebundeld die weinig homogeen zijn. Men moet er zich van bewust zijn dat de problemen waarvoor een onderneming met 10 werknemers zich geplaatst ziet niet op dezelfde manier kunnen worden opgelost als bij een onderneming met meer dan 100 werknemers. Het is dan ook aangewezen wetten op te stellen of aanbevelingen te doen die beantwoorden aan de mogelijkheden van de kleine ondernemingen. Het Groenboek heeft het over de noodzaak om eerst klein te denken (think small first) hetgeen een goede zaak is en onderlijnt terzake dat het belangrijk is te kunnen beschikken over reglementeringen die gunstig zijn voor de ontwikkeling van kleine ondernemingen. De Hoge Raad heeft in zijn adviezen steeds dat standpunt verdedigd. Rekening houden met de problemen, noden en eigenheid van KMO is een noodzaak om een gunstig klimaat te scheppen voor de oprichting van nieuwe ondernemingen en voor bestaande ondernemingen. 8. Vermits het merendeel van de maatregelen die in het Groenboek worden voorgesteld niet afhangen van Europa maar wel van het nationaal beleid, dreigt dit document een intentieverklaring te blijven die niet gevolgd wordt door de gewenste resultaten. De Hoge Raad meent dat men pro-actiever zou moeten optreden en de Lidstaten aansporen om minstens dezelfde doelstellingen goed te keuren om de ondernemingszin te stimuleren. 9. Het document neemt de Amerikaanse ondernemingszin als voorbeeld. Er dient evenwel op gewezen dat die onder meer het gevolg is van het feit dat een baan als werknemer in de Verenigde Staten in regel minder beschermd is dan in Europa. Er zou dan ook meer rekening moeten gehouden worden met het "Europees sociaal model" bij het stimuleren van de ondernemingszin. In dit kader is een beter sociaal statuut voor zelfstandigen essentieel. Inzake sociale bescherming dient de kloof tussen werknemers en zelfstandigen verkleind te worden. 1 Remmen voor starters, Koning Boudewijnstichting, 2001

5 10. De Hoge Raad meent dat de Europese Unie een integrale aanpak moet nastreven om de ondernemingszin aan te scherpen die gedeeld wordt op alle niveaus van de Europese administratie. Het Groenboek moet daarom aandacht geven aan thema's die essentieel zijn voor de KMO zoals bijvoorbeeld de milieuwetgeving, de handelspraktijken, de bescherming van de consumenten of de specifieke benadering van de relaties met de werknemers in de KMO.