Bi wi(%gpibjpbsa,giii%.ip)



Vergelijkbare documenten
BLOKHOOFDEN INSTRUCTIE LUCHTBESGHERMINGSDIENST 'S-GRAVENHAGE VOOR

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

No. 59. LEIDRAAD. voor de burgemeesters bij het nemen van maatregelen ter bescherming van de bevolking tegen de gevolgen van aanvallen uit de lucht.

Z O E T...E E ~JI...~...E B...; ARTIKEL 1. .V.Q.Qrb.urg,...S.t.ompw1jk.,

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

BESCHERMING BEVOLKING Weesperzijde 99 Amsterdam Mededeling nr» 1114.

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het betreft hier met name de toepassing van: c. het Voorschrift Vreemdelingen - VV (Stcrt. 1966, 188).

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998;

WlJ JULIANA, BU DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ.

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

REGLEMENT LOKALE IDENTITEITSRADEN binnen de Vereniging voor Christelijk Primair Onderwijs op Reformatorische Grondslag in Zeeland

WET van 13 maart 1996, houdende regelen inzake de brandweer in Suriname (Wet Brandweer Suriname 1993) (S.B no. 16). ALGEMENE BEPALINGEN

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

8.50 Privacyreglement

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Citeertitel: Sanctiebesluit bestrijding terrorisme en terrorismefinanciering ====================================================================

Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling bedrijfsvoeringsorganisatie Syntrophos;

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

de aanvraag aan SIDN tot het uitvoeren van een bepaalde transactie met betrekking tot een domeinnaam;

Eerste Kamer der Staten-Generaal

BEWERKERSOVEREENKOMST

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Dit reglement verstaat onder:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, Heeft, de Raad van Advies gehoord, besloten: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Burgemeester en wethouders van de gemeente Teylingen; gelet op het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens; besluiten:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

============================================= 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Privacy reglement. Inleiding

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Bewerkersovereenkomst

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AFSPRAKEN TUSSEN DE ONDERNEMER FOM EN DE CENTRALE ONDERNEMINGSRAAD FOM

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

AVG OVEREENKOMST GEGEVENSVERWERKING TUSSEN TWEE VERANTWOORDELIJKEN

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december Artikel 1.

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO

Rederlandschlndisde laatschappij

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Statuten Stichting Regio College voor Beroepsonderwijs en Educatie Zaanstreek- Waterland

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Loon op Zand; Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PRIVACY REGLEMENT TERSCHELLING ENERGIE COÖPERATIEF U.A.

Reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders van Voorst.

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

AET De gebouwen mo9ten voorzien zijn van gasmeters, ten getale en ter plaatse door den Kommandant der Brandweer te bepalen*

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, bijeen in vergadering d.d. 28 februari 2007; overwegende:

Privacyreglement Medewerkers Welzijn Stede Broec

Wet financiële betrekkingen met het buitenland

gelet op de wenselijkheid over te gaan tot instelling van een Adviescommissie Bezwaar en Beroep;

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 28 september 1998 ter normering van de uitoefening van standaardtoezichtbevoegdheden

==================================================================== Artikel 1

REGLEMENT VOOR DE GEMEENTELIJKE BRANDWEER TE NIEUWER-AMSTEL.

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aanbiedingsbrief. Aan de raad.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Reglement Territoriaal Adviescommissie Wageningse Eng (TAWE)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Landschapsverordening

ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Bi wi(%gpibjpbsa,giii%.ip) E.«-^ff%.i? 3! a a a i UITÖ&VEN VAN DE NEDESLANDSCHE VEREEHÏGIHG VOOR LÜCHTBBSGHERMDïG Tl 'S-GSAVENHAGE 1932 f 0,28

VOORWOORD Het in deze brochure behandelde onderwerp werd ontleend aan de beschouwingen, welke daarover op de cursussen, die einde 1936 en begin 1937 te Haarlem werden gegeven voor hoofden van luchtbeschermingsdiensten en/of hun vervangers, werden gehouden. Aangezien daarbij de bedoeling heeft voorgezeten om de practische toepassing van de wettelijke voorschriften in hun geheel weer te geven, zijn de beschouwingen voornamelijk ingesteld op groote en middelgroote gemeenten. Vooral de organisatie van een zeer groote gemeente (Rotterdam) speelde daarbij een groote rol. De hier te treffen maatregelen toch zullen in groote lijnen ook aan andere gemeenten tot voorbeeld kunnen strekken, zij het in bescheidener omvang. Het gevolg van een en ander is, dat wellicht aan de gemeenten der 36 gevarenklasse in deze brochure een te bescheiden plaats is ingeruimd. In dit verband dient er op te worden gewezen dat het bij het bestaan van zoovele en zoo groote plaatselijke verschillen niet mogelijk is om de organisatie van den luchtbeschermingsdienst in de gemeente in een algemeen, voor iedere gemeente geldend, schema neer te leggen. Mochten nu de in deze brochure aangegeven algemeene lijnen nadere verduidelijking behoeven, inzonderheid voor de toepassing ervan op kleinere gemeenten, dan zal den samensteller niets aangenamer zijn, dan dat door desbetreffende vragen gelegenheid wordt geboden bij den volgenden druk met de uit deze vragen gebleken behoeften rekening te houden.

Het begrip luchtbeschermingsdienst. Organisatie van dezen dienst. Grondregel. Organisatie Ibd. in grootere gemeenten. ALGEMEENE BEGINSELEN BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN DEN LUCHTBESCHERMINGS- DIENST i). D,e bescherming der burgerbevolking tegen de gevolgen van luchtaanvallen is tweeledig. Zij is opgebouwd op de grondgedachte, dat allereerst iedereen zich in zijn eigen huis met de daartoe geschikte middelen beschermt (zelfbescherming), terwijl daarnaast en ter aanvulling van die zelfbeschermingsmaatregelen de overheid een organisatie in het leven roept, ter verleening van hulp in den meest uitgebreiden zin (lucht - beschermingsdiensf). In deze brochure wordt uitsluitend de organisatie van laatstbedoelde soort hulpverleening behandeld. Wanneer hier dan ook gesproken wordt van luchtbeschermingsdienst (verder kortheidshalve aangeduid als Ibd.), wordt daaronder verstaan de overheidsdienst., welke tot taak heeft de voorbereiding en de uitvoering van alle maatregelen, door de overheid te treffen om de kans op ernstige gevolgen van luchtaanvallen zooveel mogelijk te verminderen en de gevolgen zelve zooveel mogelijk te beperken. Een doelmatige organisatie van den Ibd. kan slechts worden verkregen, indien deze opgebouwd wordt naar den grondregel, dat het nieuwe orgaan om de in vredestijd reeds bestaande organen wordt heengebouwd, met deze laatste als kern. In grootere gemeenten is daartoe noodig: i. de mede- en samenwerking van de in vredestijd bestaande gemeentelijke diensten (b.v. bouw- en woningtoezicht, brandweer, gemeentewerken, geneeskundige dienst, politie, reinigings- en ontsmettingsdienst, e. d.) onder hun eigen leiding; 2. de medewerking van die organisaties uit de bevolking, waarmee een of meer der gemeentelijke diensten regelmatig contact onderhoudt (b.v. E. H. B. O.-vereenigingen, burgerwacht, e. d.); *) Voor de hierna aangehaalde artt. van de Wet van 23 April 1936, S. 302, tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, en van de daaruit voortgevloeide koninklijke besluiten zie brochure Nr. i, Wettelijke legeling van de luchtbescherming, uitgave van de N. V. L.

3. d medewerking van een groot aantal individueele krachten uit de bevolking, ter aanvulling en versterking van de uiteraard op vredesomstandigheden berekende gemeentelijke diensten. In kleinere gemeenten, waar niet zooveel officiëele diensten bestaan en de bestaande diensten uiteraard kleiner zijn, zal de Ibd. om en naast die kleinere kernen geheel moeten worden opgebouwd uit de krachten welke daartoe in de bevolking schuilen. Waar in de eerste plaats de gemeente-autoriteiten geheel op de hoogte zijn van de plaatselijke omstandigheden waarmee bij de organisatie van den Ibd. zoo terdege rekening moet worden gehouden, lag het voor de hand dat het vormen van dit nieuwe gemeentelijke orgaan (den Ibd.) werd overgelaten aan een gemeente-autoriteit, den burgemeester, waarbij de noodige steun en voorlichting van de zijde der Regeering werd verzekerd. Niet alle gemeenten zullen bij luchtgevaar in gelijke mate aan gevaar zijn blootgesteld, inzooverre gemeenten waarin of waarbij voor een luchtaanval aantrekkelijke objecten zijn gelegen, als o. a. groote verkeerswegen met daarin gelegen kwetsbare plaatsen als knooppunten van spoorwegen, groote stations, bruggen e. d., havens, sluiswerken, inundatiewerken, militaire inrichtingen en gebouwen, fabrieken, magazijnen, opslagplaatsen, enz., eerder een doelwit zullen vormen dan gemeenten waarin of waarbij dergelijke objecten niet voorkomen. Anderzijds echter zal geen enkele gemeente er zeker van kunnen zijn dat zij niet het slachtoffer wordt van een vliegtuig dat zich door toevallige omstandigheden, ongeacht de plaats waar het zich bevindt, van zijn bommenlast ontdoet. Evenzeer wordt van elke gemeente medewerking vereischt 's avonds en 's nachts, door dooving en tempering van de verlichting, bepaalde plaatsen en objecten moeilijk of geheel niet vindbaar te maken. Ergo zullen in geen enkele gemeente maatregelen, zij het slechts van hoofdzakelijk organisatorischen aard, kunnen worden gemist, maatregelen waardoor aanwezige, of in te stellen, hulpdiensten paraat worden gemaakt en gehouden om in voorkomende gevallen zoo nuttig mogelijk werkzaam te zijn, maar vooral ook maatregelen waardoor het op volle Organisatie Ibd. in kleinere gemeenten. Organisatie opgedragen aan gemeenteautoriteit. Luchtgevaarlijkheid der gemeenten.

Maatregelen ter organisatie van de luchtbeschermins;. capaciteit werken van de kern der luchtbeschernjing, de Zelfbescherming, kan worden bevorderd. Naast deze overal noodige maatregelen, zullen in gemeenten welke door verschillende oorzaken meer aan het gevaar van luchtaanvallen zijn blootgesteld, maatregelen op uitgebreider schaal noodig zijn, gepaard aan voorziening in de materieele uitrusting van de diensten welke metterdaad zullen optreden wanneer zoo'n gemeente door een luchtaanval wordt getroffen. Het principe der klasse-indeeling naar den graad waarin de gemeenten aan luchtaanvallen zijn blootgesteld, werd neergelegd in het eerste lid van art. i der Wet van 23 April 1936, S. 302, tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen (hierna kortheidshalve Wet" genoemd). De nadere uitwerking dezer uiteraard nogal aan wijziging onderhevige materie werd overgelaten aan regeling bij algemeenen maatregel van bestuur. Nadat vervolgens bij koninklijk besluit van 15 Augustus 1936, S. 347, het aantal der gevarenklassen was vastgesteld op 3 en bepaald dat gemeenten welke geacht worden het minst aan het gevaar van luchtaanvallen te zijn blootgesteld, tot de 36 gevarenklasse zouden behooren, vond de indeeling zelve plaats bij lijst gevoegd bij koninklijk besluit van 22 September 1936, S. 386, waarbij 19 gemeenten werden gerangschikt in de eerste, 70 in de tweede en de overige in de derde gevarenklasse. Als onderwerpen met betrekking tot welke nu voor de tot ^e verschillende gevarenklassen behoorende gemeenten 1 1 1 1 rf * * maatregelen behooren te worden getroffen ter organisatie van de bescherming van de bevolking tegen gevaren, voortvloeiende uit luchtaanvallen, noemt dan het tweede lid van art. i der Wet: de waarschuwing en alarmeering; de taak van politie, brandweer, geneeskundigen dienst, reinigingsdienst en andere diensten der gemeenten; de organisatie van hulpdiensten; de opleiding van het personeel dat metterdaad moet optreden; de verlichting; de voorlichting van de bevolking; de algemeene of bizondere gedragsregels voor de bevolking; de middelen van bescherming en ontsmetting; de verplichtingen van bedrijven, diensten en instellingen;

de bescherming van schatten van geschiedenis, kunst en wetenschap; terwijl voor de verschillende gemeenten, naar de klasse waarin zij zijn opgenomen, meer in 't bizonder geldende maatregelen zijn neergelegd in de artt. 2 en 3 van voormeld koninklijk besluit van 15 Augustus 1936 voor wat alle gevarenklassen betreft, en in de artt. 4 6 voor wat daarenboven geldt én voor de tweede én voor de eerste gevarenklasse, zoomede nog weer afzonderlijk voor de tweede en nog weer afzonderlijk voor de eerste gevarenklasse (alles weer boven en behalve de in de artt. 2 en 3 geformuleerde eischen). Met de uitvoering van al deze maatregelen belast het eerste lid van art. 3 der Wet in elke gemeente, ongeacht haar gevarenklasse, den burgemeester. Daarnaast schrijft art. 2 van het koninklijk besluit van 15 Augustus 1936, S. 347, met betrekking tot organisatie voor alle gevarenklassen voor: a. het voorbereiden van de inrichting van een dienst ter uitvoering van de maatregelen in dit besluit genoemd; b. het aanwijzen van een hoofd van dienst en het vaststellen van zijn instructie; c. het voorbereiden van de inrichting van hulpdiensten en het aanwijzen van hoofden daarvan; d. het vaststellen van voorschriften nopens de taak en de werkwijze van, alsmede de samenwerking tusschen de bij de bescherming betrokken diensten en bedrijven; e. het vaststellen van instructiën voor het personeel van de diensten en bedrijven; f. het aanleggen en bijhouden van registers bevattende de namen van het personeel tot de onderscheidene diensten en bedrijven behoorende. Het bepaalde onder a vormt dus den grondslag voor de instelling van den gemeentelijken luchtbeschermingsdienst, waarvan, krachtens het onder b bepaalde, door den burgemeester een hoofd zal worden aangewezen, in wiens hand de algemeene leiding van de voorbereiding en de uitvoering van den Ibd. berust en die dus als hoofd van den luchtbeschermingsdienst" (hier verder aangeduid als hlbd.) de bescherming van de burgerbevolking tegen luchtaanvallen heeft te organiseeren. Aan dit hlbd. stelt de in 1931 van Regeeringswege uitge-

Kwaliteits- geven Leidraad voor de burgemeesters bij het nemen van eischen te maatregelen ter bescherming van de bevolking tegen de stellen aan hlbd. gevolgen van aanvallen uit de lucht" ( Leidraad luchtbeschermingsdienst") den eisch alleszins bevoegde autoriteit". De huidige inspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, de luitenant-generaal b. d. P. H. A. de Ridder, vermeldt dienaangaande in zijn in 1934 verschenen boekje Luchtbescherming" I. Organisatie, Verduistering, Alarmeering: Deze eisch klemt vooral in belangrijke gemeenten, waar overleg noodig is met de hoofden van gemeentediensten en -werken. Het hoofd moet ook autoriteit zijn van de daad. Hij moet snel en juist weten te beslissen om de luchtbeschermingsorganisatie op de meest doeltreffende wijze aan te wenden. Het hoofd is geen doorgever van de berichten, die hem bereiken, want dan ontstaat de toestand, dat de hulpdiensten of wachten op bevelen, of geheel op eigen houtje handelen met het resultaat, dat te laat wordt gehandeld of op minder juiste wijze de beschikbare krachten worden aangewend. De burgemeester kent zijn gemeentenaren en zal een persoon moeten vinden van gezag en van wie initiatief uitgaat, gepaard aan een helder begrip van de taak als hoofd. In aanmerking hoofd, van een directeur gemeentewerken, een ingenieur, In de praktijk ziet men dikwijls de aanwijzing als komende een oud-officier enz. of van een politie-autoriteit. autoriteiten In het bureau van een commissaris of hoofd-commissaris van politie komen dikwijls reeds vele draden, waarlangs de organisatie in werking kan worden gesteld, samen. Waar brandweer en politie onder één politie-hoofd ressorteeren, op diens bureau radio-ontvangtoestellen aanwezig zijn en somtijds ook over eigen telefoonlijnen wordt beschikt, heeft de benoeming van een politieautoriteit veel voor 1 ). l ) Mede uit hoofde van het feit, dat de luchtbeschermingsmaterie voor een zoo belangrijk gedeelte ligt op het terrein van de openbare orde en veiligheid. Daarnaast ook waar bezwaarlijk een instituut is aan te wijzen, dat eenerzijds zoo intens is ingeleefd in de mentaliteit der bevolking en waarvan anderzijds de bevolking evenzeer gewend is adviezen en zelfs bevelen te krijgen als het politie-instituut, zulks nog gepaard aan de natuurlijke neiging van de bevolking zich in gevallen van nood te wenden tot de politie. (Noot van den samensteller.)

In kleinere gemeenten is de uitvoering van den dienst minder gecompliceerd, waartegenover staat, dat de keuze van een hoofd dikwijls zeer beperkt is. In verscheidene gemeenten heeft de burgemeester zich zelf belast met de taak van hoofd. Behalve het hoofd moet er ook een plaatsvervangend piaatsverhoofd worden aangewezen, opdat, zoodra de lucht- vangend beschermingsdienst in werking treedt, aflossing van het hlbd - hoofd mogelijk zij. Dat ook deze plaatsvervanger aan dezelfde eisenen moet voldoen als,het hoofd, behoeft geen nader betoog." Geheel in overeenstemming met vorenstaande stellen de Stand - hierna te noemen Richtlijnen" de keuze van de plaats, P laats hlbd - waar het hlbd. zich met zijn staf bevindt, afhankelijk van het belangrijkste knooppunt in het verbindingsnet, welke standplaats uiteraard ter dege moet worden beschermd. De door het hlbd. ter hand te nemen organisatie van de Luchtbeluchtbescherming zal behooren te geschieden naar een van schermingste voren opgesteld luchtbeschermingsplan, gebaseerd op de P lan - in de Wet en de daaruit voortgevloeide uitvoeringsvoorschriften neergelegde maatregelen, dat den grondslag vormt voor den opbouw van het geheele stelsel van voorbereidende organisatorische maatregelen ter bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Voor het samenstellen van zoodanig gemeentelijk lucht- Richtbeschermingsplan (hier verder aangeduid als Ibp.) werden lijnen". door den inspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen Richtlijnen vastgesteld, aan welke door den minister van binnenlandsche zaken diens goedkeuring werd gehecht en welke vervolgens bij circulaire van dezen minister d.d. 30 October 1936, nr. 25908, afd. Binnenl. Bestuur, werden toegezonden aan de verschillende burgemeesters. In deze Richtlijnen" worden de gemeenten onderscheiden in slechts twee categorieën, t. w.: L gemeenten, of met gevaaraantrekkende objecten, of in het algemeen dichtbevolkt, of met een groote bebouwde kom; II. de overige gemeenten; doordien de indeeling in gevarenklassen niet tot grondslag kon worden genomen uit hoofde van te groote verscheidenheid welke gemeenten ingedeeld in éénzelfde gevarenklasse

kunnen vertoonen (gewezen werd b.v. op Veere en Amsterdam, beide tot de eerste, en Hedel en Groningen, beide tot de tweede gevarenklasse behoorend). Overigens blijft de indeeling in gevarenklassen door de Richtlijnen" onaangetast. De plaatselijke eigenaardigheden van elke gemeente maken het niet mogelijk voor dé samenstelling van het Ibp. een algemeen schema op te stellen, m. a. w. voor elke gemeente moet een speciaal Ibp. worden samengesteld, echter, als voormeld, gebaseerd op de in de Wet en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften neergelegde maatregelen. Vast te Krachtens het in het hiervoren aangehaalde gedeelte van stellen in- art 2 van ^et koninklijk besluit van 15 Augustus 1936 structien. onder b bepaalde, stelt de burgemeester voor het hlbd. een instructie vast. Par. 4 van voormelde Richtlijnen" bepaalt dan in dit verband verder: Het hlbd. stelt op grond van zijn instructie een ontwerp van het Ibp. samen en onderwerpt dit aan de goedkeuring van den burgemeester. Vervolgens werkt hij dit ontwerp uit met de bij de voorbereiding en de uitvoering betrokken hoofden van gemeentelijke bedrijven, diensten en instellingen en, voorzoover zulks bij de samenstelling van het Ibp. noodzakelijk is, met de leiders van daarvoor in aanmerking komende rijks-, gewestelijke- en particuliere bedrijven en instellingen, een en ander ter vastlegging van de noodige samenwerking. Door genoemde personen wordt dit ontwerp, ieder voorzoover betreft zijn bedrijf, dienst of instelling, nader uitgewerkt, waarna het hlbd, het Ibp. vaststelt en het aan de goedkeuring van den burgemeester onderwerpt." Verdere Ten einde aan de voorgeschreven maatregelen uitvoering uitvoerings- ^e geven, stelt het hlbd., naar aanwijzingen van den burgebepaiingen. meester; bepalingen vast inzake: a. de instructiën voor de hoofden van de verschillende hulpdiensten en voor de leiders van bedrijven, instellingen of onderdeden van den luchtbeschermingsdienst. De door deze hoofden of leiders ontworpen instructiën voor hun personeel worden aan de goedkeuring van het hlbd. onderworpen; b. de werving en de indeeling van het benoodigde personeel. Personeelregisters worden aangelegd en bijgehouden, waarin de namen en beroepen van het personeel, tot de onderscheidene diensten behoorende, worden vermeld;

9 c. de aanschaffing en de verdeeling van het benoodigde materieel; d. de volgorde, naarmate de belangrijkheid, van de completeering van het personeel en de materieele middelen; e. de theoretische en practische opleiding van hoofden, leiders en personeel; ƒ. het gebruik van het materieel; g. de wijze van voorlichting van de bevolking en de inschakeling van de particuliere gezins- en bedrijfsluchtbescherming (zelfbescherming) in het organisatieplan. Wil de Ibd. in oorlogstijd goed werken, dan zal hij in vredestijd nauwkeurig moeten zijn voorbereid. Luchtbescherming is voor het belangrijkste gedeelte voorbereiding en de taak van het hlbd. ligt dan ook voor een belangrijk gedeelte in die voorbereiding. Bij dreigend oorlogsgevaar moeten alle maatregelen, welke in vredestijd werden voorbereid, nader worden uitgevoerd voorzoover dit in vredestijd nog niet mogelijk was. Bij het uitbreken van de vijandelijkheden moeten geen nadere organisatorische maatregelen meer voorbereid behoeven te worden. Het hlbd. is voor zijn werkzaamheden als zoodanig verant- Verhouding woordelijk aan den burgemeester; alle door of namens het hlbd - tot hlbd. te nemen maatregelen vereischen in vredestijd de goed- ^ ^tér keuring van den burgemeester, welke gegeven kan worden in den vorm van algemeene aanwijzingen. Echter zal het hlbd. in tijden van oorlog of oorlogsgevaar (hierna verder te noemen mobilisatietoestand) vanzelfsprekend meer vrijheid van handelen op eigen initiatief moeten hebben, niet steeds voor de door hem te verrichten handelingen kunnen wachten op voorafgaande goedkeuring ervan door den burgemeester en dus ook zonder zoodanige goedkeuring door hem noodzakelijk geachte maatregelen moeten kunnen treffen. Ergo zou de algemeene taak van het hlbd. kunnen worden omschreven als zijnde dit hoofd belast: in vredestijd', met de voorbereiding van de organisatie van Algemeene taak den Ibd. in zijn vollen omvang; in den mobilisatietoestand: met de volledige leiding van dien dienst. Het zal daartoe: zooveel noodig en mogelijk in overleg moeten treden met de hoofden van de daarvoor in aanmerking komende gemeentelijke en/of andere diensten;

den burgemeester van bericht en raad moeten dienen in alles wat den Ibd. betreft en hem in vredestijd voorstellen moeten doen inzake alles wat hij in het belang van dien dienst noodig acht; zich zoo noodig om voorlichting moeten wenden tot de inspectie voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen; algemeen toezicht uitoefenen op de naleving van de op den Ibd. betrekking hebbende voorschriften. Voorts zal hij zorg hebben te dragen voor het doen aanleggen en bijhouden van registers, bevattende de noodige gegevens betreffende die niet-dienstplichtige en niet-buitengewoon-dienstplichtige inwoners, die hetzij vrijwillig, hetzij krachtens de artt. 226 en 227 der gemeentewet x ) in aanmerking worden gebracht voor tewerkstelling bij een op te richten hulpdienst en voor het versterken van bestaande openbare diensten. In dit verband kan worden gewezen op de bij circulaire van den inspecteur voor de luchtbescherming dd. 9 Maart 1937, onder no. 722 A. i, gedane mededeeling, dat geen bezwaar bestaat om in geval van een mobilisatie de buitengewoon dienstplichtigen van 30 jaar en ouder voorshands bij de hulpdiensten van den luchtbeschermingsdienst werkzaam te laten, aangezien vrijwel uitgesloten kan worden geacht, dat deze buitengewoon dienstplichtigen gedurende den aanvang van een mobilisatie zullen worden opgeroepen, doch dat overigens met de mogelijkheid van hun latere oproeping in werkelijken dienst dient te worden rekening gehouden. Onderdeden De plaatselijke organisatie van den Ibd. laat zich verdeelen van de plaatselijke organisatie. in: IO K ^e plaatselijke leiding; 2> een waarscnuwmg S _ en alarmeeringsdienst; x ) Art. 226. Ter handhaving der openbare orde, of in het algemeen belang, kunnen, wanneer de bijstand der plaatselijke beambten of vrijwillige hulp ongenoegzaam is en de plaatselijke middelen het betalen van hulp niet gcdoogen, de inwoners der gemeente tijdelijk tot het doen van persoonlijke diensten worden opgeroepen. Art. szj. Eene plaatselijke verordening, aan Gedeputeerde Staten mede te deelen, regelt den aard en duur dezer diensten, alsmede de gevallen, waarin zij kunnen worden gevorderd. Zij laat, zooveel mogelijk, elk inwoner vrij, de diensten, waartoe hij wordt opgeroepen, door een plaatsvervanger te doen waarnemen, of voor geld, in de gemeentekas te storten, af te koopen.

II 3- een politiedienst; 4. een brandweerdienst; 5. een geneeskundigen dienst; 6. technische diensten; 7. een reinigings- en ontsmettingsdienst; 8. een chemischen dienst. De sterkte van elk dezer onderdeden en de verdeeling van het personeel er over hangt af van de plaatselijke bizonderheden. De plaatselijke leiding bestaat uit het hlbd., diens vervanger, eventueele vak- en/of wijkhoofden (met vervangers) en een aantal technische en andere adviseurs. De waarschuwings- en alarmeeringsdienst heeft tot taak: i. de tijdige verzameling van hulpdiensten en het tijdig waarschuwen van de bevolking en de particuliere bedrijven te verzekeren; 2. het hlbd. en diens eventueele vak- en/of wijkhoofden op de hoogte te houden van bizondere voorvallen en het verdere verloop van den aanval. Daartoe zal deze dienst ook een uitkijk- en luisterdienst moeten omvatten, bestaande uit een of meer uitkijk- en luisterposten, opgesteld op hooge punten van waaruit zij een vrij uitzicht over de geheele omgeving hebben. Ook zal aanbeveling verdienen daarnaast een verbindingsdienst in te stellen, ter instandhouding van de verbinding tusschen de verschillende posten van den Ibd., en welke meer in 't bizonder moet optreden als de telefonische of andere technische berichtgeving gestoord is. Doordien de politie door de verzwaring van haar taak, als gevolg van de bizondere omstandigheden waaronder zij deze te vervullen heeft, zoomede de uitbreiding van haar taak tengevolge van die omstandigheden, zeer sterk zal worden in beslag genomen, zal noodzakelijk hulppolitie moeten worden ingesteld. Met betrekking tot de taak van deze laatste en die van de politie in het algemeen wordt verwezen naar brochure Nr. 3, Politie en Luchtbescherming, uitgave van de N. V. L. De brandweer moet in overeenstemming met de haar als gevolg van luchtaanvallen wachtende taak worden georganiseerd en met hulpkrachten uitgebreid. Zij zal in verband daarmee hebben te zorgen voor: i. het treffen van voorbereidingen om in geval van gevaar voor luchtaanvallen: De plaatselijke leiding. Waarschuwingsen alarmeeringsdienst. Politiedienst. Taak brandweer.

12 Taak geneesk. dienst. Taak technische diensten. Gas- en electrici- teitsbedrij- a. te beschikken over het noodige materieel en goed geschoold personeel, mede rekening houdend met de zekerheid van verscheidene branden tegelijk; b. te kunnen optreden tegen branden waarbij tegen de oorspronkelijke vuurhaarden geen water kan worden gebruikt; 2. scholing van de bevolking opdat deze in staat zij door huisbrandweer en door blokbrandweer in lichte gevallen zelf en in ernstiger gevallen voorloopig zelf te helpen. Een uiterst belangrijk probleem van het bluschwezen is de watervoorziening. In verband met het gevaar van de vernieling van waterleidingen door bom-inslagen, moet aan dit vraagstuk speciale aandacht worden gewijd. Hierbij zal dan tevens overwogen kunnen worden met wellen of met open water in verbinding staande brandputten te laten maken in die gedeelten der gemeente, waar teveel slangenmateriaal zou moeten worden uitgelegd om open water te bereiken. Tot de taak van den geneeskundigen dienst behoort: i. het voorbereiden van de hulpverleening door de daarvoor in aanmerking komende plaatselijke organisaties; 2. de voorbereiding van de inrichting van eerste-hulpposten, geneeskundige-hulpposten (incl. daaraan verbonden ontsmettingsinrichtingen), noodziekeninrichtingen en middelendepöts (voor opslag van verbandmiddelen, medicamenten en chemicaliën), alles zoowel wat personeel als wat geneeskundig materieel betreft; 3. het treffen van tijdige voorziening ter mogelijke vermeerdering van het aantal bedden in bestaande ziekeninrichtingen; 4. het vormen van reddings- en transportploegen en de regeling der werkwijze ervan; 5. het treffen van voorziening ter tijdige uitbreiding van het aantal transportmiddelen voor vervoer van gewonden en gaszieken; 6. het opnemen van bestaande voorraden genees-, verband- en ontsmettingsmiddelen en voorbereiding van maatregelen opdat de aanvulling verzekerd zij. De taak van de technische diensten valt uiteen in taken van verschillende bedrijven, als gas-, electriciteits- en waterleidingsbedrijf en den gemeentelijken bouwtechnischen dienst. Hierbij hebben de gas- en electriciteüsbedrijven o. m. maatregelen te treffen in verband met:

13 i. het in vredestijd in voorraad houden van het materieel, benoodigd voor dat gedeelte van de technische hulpploegen dat speciaal op de gas- en electriciteits-voorziening betrekking heeft; 2. het bij uitbreiding van de bestaande openbare verlichting of vernieuwing van onderdeelen daarvan, voorzien in voorkoming van lichtuitstraling naar boven en, zooveel mogelijk, van weerkaatsing in water; 3. bescherming van de belangrijkste onderdeelen van het bedrijf; 4. het, met het oog op brand, plaatselijk tijdelijk kunnen afsluiten van den toevoer van gas en electriciteit; 5. de wijze van voorziening wanneer de toevoer op normale wijze niet meer mogelijk is; 6. het binnen den kortst mogelijken tijd in gemeenten der eerste en die der tweede gevarenklasse van centrale punten uit dooven of temperen van de openbare verlichting; 7. het gaande houden van daarvoor in aanmerking komende* diensten en bedrijven bij dooven en temperen van de verlichting; 8. het mogelijk maken van direct herstel van kleine beschadigingen van gasbuizen of electriciteitskabels en voorloopig herstel van ernstige beschadigingen van die buizen of kabels bij een luchtaanval (beschikbaarstelling materieel en scholing personeel voor technische hulpploegen). Tot de taak van het waterleidingsbedrijf wordt geacht te Taakwaterbehooren: i. bescherming van de belangrijkste onderdeelen van het bedrijf; 2. het, met het oog op brandblussching, tijdelijk verhoogen van den druk in het waterleidingnet; 3. het treffen van maatregelen tot watervoorziening wanneer de toevoer op normale wijze niet meer mogelijk is; 4. het treffen van maatregelen voor het mogelijk maken van direct herstel van kleine beschadigingen van waterleidingbuizen en voortoopig herstel van ernstige beschadigingen van die buizen bij een luchtaanval (beschikbaarstelling materieel en scholing personeel voor technische hulpploegen); 5. het in vredestijd in voorraad houden van het materieel, benoodigd voor de outilleering van dat gedeelte van de technische hulpploegen dat speciaal op de watervoorziening betrekking heeft.

Taak gem. bouwtechn. dienst. Taak reinigingsen ontsmeuingsdienst. Tot de taak van den gemeentelijken bouwtechnischen dienst kan geacht worden te behooren: i. het adviseeren van de bevolking inzake schuilplaatsbouw; 2. het het hlbd. op de hoogte houden van aanvragen voor het bouwen, geheel of voor een gedeelte vernieuwen, het veranderen of het uitbreiden van gebouwen welke naar hun grondoppervlak krachtens de in art. 7 van het koninklijk besluit van 15 Augustus 1936, S. 347, gestelde grenzen, in aanmerking zouden kunnen worden gebracht voor het treffen van bizondere voorzieningen; 3. het treffen van beschermingsmaatregelen tegen vernieling van naar het oordeel van den burgemeester daarvoor in aanmerking komende gemeentelijke eigendommen; 4. het vaststellen van bepalingen voor bescherming of het in veiligheid brengen van schatten van geschiedenis, kunst en wetenschap, welke naar het oordeel van den burgemeester daarvoor in aanmerking komen; 5. het in tot de eerste of de tweede gevarenklasse behoorende gemeenten voorbereiden van maatregelen voor de bescherming tegen vernieling van gebouwen, welke naar het oordeel van den minister van binnenlandsche zaken daarvoor in aanmerking komen; 6. het in tot de eerste of de tweede gevarenklasse behoorende gemeenten treffen van maatregelen voor bescherming van schatten van geschiedenis, kunst en wetenschap, welke naar het oordeel van den minister van binnenlandsche zaken daarvoor in aanmerking komen; 7. het organiseeren van de opruiming, schraging van gevels, stutting van gebouwen, e. d., welke na een luchtaanval zal moeten plaats vinden in verband met teweeggebrachte instortingen enz.; 8. het voorbereiden van maatregelen voor het onderbrengen van dat gedeelte van de bevolking, dat geëvacueerd moet worden. Aan den reinigings- en ontsmettingsdienst ware een taak toe te kennen met betrekking tot: i. het voorbereiden van de inrichting van inrichtingen voor massa-reiniging en -ontsmetting van kleeding en materieel; 2. het treffen van voorzieningen tot het bij de technische hulpploegen kunnen indeelen van personen voor het ver-

richten van eenvoudige reinigings- en ontsmettingswerkzaamheden; 3. het treffen van maatregelen voor het verrichten van reinigings- en ontsmettingswerkzaamheden na een luchtaanval; 4. het in voorraad houden van voor de outilleering van de reinigings- en ontsmettingsploegen benoodigd materieel. Tot de taak van den chemischen dienst kan gerekend worden Taak te behooren: chemischen i. het geven van voorlichting inzake de bescherming van iens ' eet- of drinkwaren en de grondstoffen tot bereiding daarvan, alsmede gebruiksmiddelen en andere voorwerpen, met het oog op de toepassing van chemische strijdmiddelen; 2. het opleiden van personen die gasverkenning zullen moeten verrichten; 3. algemeen toezicht op de oplegging en het onderhoud van gasmaskers en andere beschermingsmiddelen ten behoeve van het personeel tot de onderscheidene diensten en bedrijven behoorende, zoomede op de bruikbaarheid van de voor de reiniging en ontsmetting voorradige chemicaliën; 4. het bij en na een luchtaanval onderzoeken van monsters verdachte stoffen (chemische strijdmiddelen) en het daartoe organiseeren van de noodige hulp-laboratoria. De hier bedoelde taken zullen dus uitdrukking moeten Taken neer vinden in de voor de hoofden der betrokken diensten vast * e le en in sg te stellen instructiën. _ ten * ' Het behoeft geen betoog, dat de bestaande organisatie Afwijkende van gemeentelijke bedrijven een andere taak-verdeeling taaknoodig en/of wenschelijk kan doen zijn. ' verdeeling. De in art. 2 van den algemeenen maatregel van bestuur Verwijderen van 15 Augustus 1936, S. 347, onder Dienst van Gemeente- vai * merk - werken bedoelde bepalingen betreffende het verwijderen van j^ht" 5 v r merkteekens voor luchtvaarders, aangebracht op gashouders vaarders. e. d.", waren wellicht beter neer te leggen in de in art. 12 der Wet bedoelde, door den burgemeester voor te schrijven, algemeene gedragsregels, waardoor deze verplichting, zoomede de verplichting tot het verwijderd houden, in vollen omvang kon worden voorgeschreven voor alle merkteekens voor luchtvaarders, ongeacht op welke plaatsen deze merkteekens zich bevinden.

Voorzieningen in havengebieden. x ) Overleg met wat erstaatsinstanties. Technische leiding hulp diensten. Eventueel beroep op burgemeester. i6 Daarnaast zij mede gewezen op bizondere voorzieningen welke in gemeenten met havengebieden noodig kunnen zijn, waarbij o. m. te denken aan: i. bescherming van zich in de havens en wateren bevindende vaartuigen en de zich hierop bevindende personen; 2. de voorbereiding van het dooven of temperen van de lichten in de havens en wateren en op de zich daarin bevindende vaartuigen; 3. het treffen van verkeersmaatregelen in de havens en wateren bij het dreigen van, tijdens en na een luchtaanval; 4. de instelling van speciale sleep- en bergingsploegen, nautische hulpploegen e. d. ter berging van in de havens en wateren aanwezig gevaarlijk en/of beschadigd scheepsmaterieel; 5. de voorbereiding van brandbluschmaatregelen en spoedige eerste- en medische-hulpverleening in de havens en wateren; waarbij mede ernstig rekening zal moeten worden gehouden met mogelijk binnen de gemeente-grenzen gelegen rijkswateren. In dit verband wordt ook herinnerd aan de noodzakelijkheid bij het organiseeren van de bescherming van water - keerende dijken, zoomede bij het betrekken van eenig waterstaatswerk in eenigen beschermingsmaatregel, tevoren het noodige overleg te plegen met de betrokken waterstaatsinstantie. In 't algemeen is het gewenscht bij de organisatie van den Ibd. de technische leiding van de verschillende hulpdiensten zooveel mogelijk in handen te laten van de betrokken diensthoofden, zulks mede ter voorkoming dat de normale gang van zaken bij deze diensten ongunstig beïnvloed wordt. Op de wijze waarop dit principe in practijk is te brengen, wordt nader teruggekomen. Overigens ligt voor de hand dat, indien bij de voorbereiding van door het hlbd. wenschelijk geoordeelde maatregelen geen overeenstemming tusschen dit hoofd en de hoofden van de betrokken gemeentelijke en/of andere openbare diensten of bedrijven kan worden verkregen, de tusschenkomst wordt ingeroepen van den burgemeester. *) Richtlijnen ten aanzien van dit onderwerp zijn bij een commissie in bewerking.

I? Als vaststaande mag worden aangenomen, dat de ge- Aanvulling meentelijke diensten en bedrijven welke een taak hebben P eisonee te vervullen op het terrein der luchtbescherming, tot deze taakvervulling de noodige aanvulling van personeel behoeven. In de eerste plaats al in verband met de overbelasting welke de aan die diensten en bedrijven toevallende taak-uitbreiding voor de vredes-organisatie ervan beteekent, in de tweede plaats omdat die diensten en bedrijven rekening zullen hebben te houden met afwezigheid van een grooter of kleiner gedeelte van het personeel tengevolge van in die tijden te vervullen militaire verplichtingen. Als gevolg daarvan zal dus aan die diensten en bedrijven het noodige hulppersoneel voor den Ibd. moeten worden toegevoegd, waarvan de benoeming in handen ware te leggen van den burgemeester, op voordracht van het hlbd., na door dit hoofd gepleegd overleg met de betrokken hoofden van de verschillende diensten en bedrijven. Door het aanleggen en bijhouden van de op het tot de onderscheidene hulpdiensten behoorende personeel betrekking hebbende registers, kan tevens toezicht worden gehouden op het op voldoende sterkte houden van het personeel. Overigens zullen, naast die personeel-registers, ook materieel-registers, mede dienend tot bevordering van de noodige controle op de vereischte materieel-voorraden, onontbeerlijk zijn. In de werving van het benoodigde hulppersoneel ligt wel Scholing een zeer belangrijke taak voor de Nederlandsche Vereeniging hulpvoor Luchtbescherming, inzooverre deze zich door middel P ers neel. van plaatselijke cursussen, naar aanwijzingen van het hlbd., zal kunnen belasten met de vorming van dit hulppersoneel, de cursisten in werkgroepen opleidend voor door hen geambieerde functies bij den Ibd. en hen, na het met succes beëindigen van hun opleiding, ter beschikking stellend van het hlbd. ter eventueele indeeling bij de hulpdiensten. Door deze samenwerking met het hlbd., welke zich ook zal richten op het door dit hoofd' stellen van opleidings-eischen, moet tevens de noodige waarborg worden verkregen dat, na het doorloopen van den cursus, de afgestudeerde" krachten voor de hun toegedachte taak ten volle berekend zijn... en blijven; door voordrachten, aanvullings- en herhalings-cursussen, maar vooral ook door oefeningen, wordt zorg gedragen voor voortgezette theoretische en practische scholing. Waar elke voorbereiding van den Ibd. zal falen wanneer

Scholing overig gedeelte der bevolking. Taak hlbd. in de scholing. Aanwezigheid gasmaskers en ander materieel. i8 de bevolking niet ten volle medewerking verleent, persoonlijk verzuim van een enkeling gevolgen na zich kan sleepen voor tallooze anderen, en ook van het grootste belang is, dat de hulpdiensten alleen daar ter assistentie worden geroepen waar het uitblijven van hun hulp tot catastrofale gevolgen zou kunnen leiden, zal ook het niet bij de hulpdiensten ingedeelde gedeelte van de bevolking in de scholing behooren te worden betrokken. De kern der luchtbescherming ligt in de individueele zelfbescherming! Er zullen dus allerminst alleen voordrachten, cursussen e. d. voor vorming van hulppersoneel moeten worden ingesteld, maar ook voordrachten, cursussen, demonstraties e. d. worden gehouden tot voorlichting van alle inwoners der gemeente. Hierbij valt ook aandacht te schenken aan hulp welke in dezen o. m. door plaatselijke bioscopen ware te verleenen middels, tusschen programmanummers in te lasschen, geprojecteerde slagzinnen en afzonderlijke beelden, dan wel door middel van korte films van demonstraties e. d. Hier ligt dus een taak voor het hlbd. in: i. regeling, voorzoover noodig in overleg met de betrokken hoofden van dienst, van de theoretische en practische scholing van het bij den Ibd. ingedeelde personeel (incl. hoofden en leiders); de scholing van de bevolking in haar geheel, opdat zij in staat zij in lichte gevallen geheel en in ernstiger gevallen voorloopig zichzelf te helpen; 2. het treffen van voorzieningen tot het, in vredestijd, door de onder hem ressorteerende organen en hulpdiensten in samenwerking met andere organen en diensten en, zoo noodig, met andere gemeenten, doen houden van oefeningen in den Ibd., waarin tevens voor de zelfbescherming bestemde ploegen in huizenblokken en particuliere bedrijven kunnen (en af en toe zelfs zullen) worden betrokken. Daarnaast ligt zijn taak te zorgen voor de aanwezigheid van de vereischte aantallen gasmaskers en ander materieel ten behoeve van het tot de onderscheidene diensten en bedrijven behoorende personeel en de noodige andere beschermingsmiddelen, zoomede voor het eventueel ter beschikking stellen ervan voor scholings-doeleinden en oefeningen en doelmatige distributie ervan in den mobilisatietoestand. Het hlbd. zal dan ook gegevens hebben te doen verzamelen betreffende de in vredestijd in de gemeente