EUROPEES PARLEMENT C5-0641/2001. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2000/0145(COD) 14/01/2002

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 juni 2001 (20.06) (OR. en) 9890/01 Interinstitutioneel dossier: 2000/0246 (COD) LIMITE AVIATION 32 CODEC 592

7575/01 yen/dl/rl 1 DG F III

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

14899/09 HD/mm DG H 2 A

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 april 2005 (18.04) (OR. en) 8017/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0008 (COD) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPEES PARLEMENT C6-0114/2007. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2006/0018(COD) 24/04/2007

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

13395/2/01 REV 2 ADD 1 gys/hb/dm 1 DG I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 23 september 2014 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE 97/0155 (COD) PE-CO S 3608/99 C4-0172/99 ECO 106 UD 43 CODEC 147

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

8620/01 AL/td DG H I NL

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 maart 2004 (OR. fr) 6967/04 LIMITE AVIATION 56 AELE 3 OC 189

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2000 (OR. en) 13191/00 Interinstitutioneel dossier: 2000/0137 (C S) LIMITE UEM 120 ECOFI 330

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2006 (26.06) (OR. fr) 8693/06 ADD 1 PV/CONS 22 AGRI 146 PECHE 119

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0268(COD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 19 november 2003 (OR. fr) 14303/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0150 (AVC) JUSTCIV 236 ATO 193

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

8194/18 JVS/sht DGC 2A. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 8194/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0102 (NLE)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

5307/10 VP/mm DG H 2 B

***II GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

6325/03 md 1 DG C II

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst)

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 1999 Zittingsdocument 2004 C5-0641/2001 2000/0145(COD) NL 14/01/2002 Gemeenschappelijk standpunt met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen Doc.10794/1/01 + ADD1 Vergklaringen SEC(2001)1946 NL NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 december 2001 (09.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2000/0145 (COD) 10794/1/01 REV 1 AVIATION 45 CODEC 733 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld op 19 december 2001 met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen 10794/1/01 REV 1 CS/jv

VERORDENING (EG) Nr../2001 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 80, lid 2, Gezien het voorstel van de Commissie 1, Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité 2, Na raadpleging van het Comité van de Regio's, Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 3, 1 2 3 PB C 337 E van 28.11.2000, blz. 68 en PB C 213 E van 31.7.2001, blz. 298. PB C 123 van 25.4.2001, blz. 47. Advies van het Europees Parlement van 5 april 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad), Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van... (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en Besluit van het Europees Parlement van... (nog niet verschenen in het Publicatieblad). 10794/1/01 REV 1 CS/jv 1

Overwegende hetgeen volgt: (1) In het kader van het gemeenschappelijk vervoerbeleid is het belangrijk te zorgen voor een passend schadevergoedingsniveau voor passagiers die bij een vliegtuigongeval betrokken zijn. (2) Op 28 mei 1999 is in Montreal een nieuw Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer vastgesteld, waarin nieuwe mondiale aansprakelijkheidsregels in geval van ongevallen voor het internationale luchtvervoer zijn opgenomen die de regels van het Verdrag van Warschau van 1929 en latere wijzigingen vervangen 1. (3) Het Verdrag van Warschau zal gedurende onbepaalde tijd naast het Verdrag van Montreal blijven voortbestaan. (4) Het Verdrag van Montreal voorziet in een systeem van onbeperkte aansprakelijkheid bij overlijden of letsel van passagiers. (5) De Gemeenschap heeft het Verdrag van Montreal ondertekend en heeft het voornemen kenbaar gemaakt partij bij dit Verdrag te worden door het te ratificeren. (6) Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad van 9 oktober 1997 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen 2 dient in overeenstemming te worden gebracht met de bepalingen van het Verdrag van Montreal, zodat een uniform aansprakelijkheidssysteem voor het internationale luchtvervoer tot stand komt. 1 2 PB L 194 van 18.7.2001, blz. 38. PB L 289 van 17.10.1997, blz. 1. 10794/1/01 REV 1 CS/jv 2

(7) Deze verordening en het Verdrag van Montreal versterken de bescherming van passagiers en hun familieleden en kunnen niet worden uitgelegd als een verzwakking van hun bescherming ten opzichte van de huidige wetgeving op de datum van aanneming van deze verordening. (8) Binnen de interne luchtvaartmarkt wordt niet langer onderscheid gemaakt tussen nationaal en internationaal vervoer, en daarom dient zowel voor het internationale als het nationale vervoer binnen de Gemeenschap dezelfde mate en aard van aansprakelijkheid te gelden. (9) Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel zijn maatregelen op communautair niveau wenselijk om te komen tot uniforme regelgeving voor alle luchtvervoerders van de Gemeenschap. (10) Een systeem van onbeperkte aansprakelijkheid bij overlijden of letsel van passagiers is passend binnen de context van een veilig en modern luchtvervoerssysteem. (11) De luchtvervoerder van de Gemeenschap mag artikel 21, lid 2, van het Verdrag van Montreal niet kunnen inroepen tenzij hij bewijst dat de schade niet te wijten was aan nalatigheid of een ander schadelijk doen of nalaten van hem of van zijn ondergeschikten. (12) Uniforme aansprakelijkheidsgrenzen bij verlies, beschadiging of vernietiging van bagage en bij door vertraging veroorzaakte schade die van toepassing zijn op alle door luchtvervoerders van de Gemeenschap verzorgde vervoer, zullen leiden tot eenvoudige en duidelijke regels voor zowel passagiers als luchtvaartmaatschappijen, zodat passagiers zelf kunnen bepalen wanneer een bijkomende verzekering noodzakelijk is. 10794/1/01 REV 1 CS/jv 3

(13) De toepassing van verschillende aansprakelijkheidsregelingen op verschillende routes binnen de netwerken van luchtvervoerders van de Gemeenschap zou voor deze maatschappijen onpraktisch en voor de passagiers verwarrend zijn. (14) Het is wenselijk de slachtoffers van ongevallen en de personen te hunnen laste in de periode onmiddellijk na een ongeval te bevrijden van financiële zorgen op korte termijn. (15) Krachtens artikel 50 van het Verdrag van Montreal moeten de partijen ervoor zorgen dat luchtvervoerders voldoende verzekerd zijn en bij de naleving van deze bepaling dient rekening te worden gehouden met artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen 1. (16) Aan alle passagiers dient basisinformatie over de geldende aansprakelijkheidsregels te worden verstrekt, zodat zij indien nodig vóór de reis een passende aanvullende verzekering kunnen regelen. (17) De in deze verordening vermelde monetaire bedragen dienen te worden herzien teneinde rekening te houden met de inflatie en eventuele herzieningen van de aansprakelijkheidsgrenzen in het Verdrag van Montreal. (18) De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van de eventuele bepalingen die nog nodig zijn om het Verdrag van Montreal uit te voeren op punten die niet onder Verordening (EG) nr. 2027/97 vallen, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: 1 PB L 240 van 24.8.1992, blz. 1. 10794/1/01 REV 1 CS/jv 4

Artikel 1 Verordening (EG) nr. 2027/97 wordt als volgt gewijzigd: 1) de titel wordt gelezen: "Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage"; 2) artikel 1 wordt gelezen: "Artikel 1 Deze verordening geeft uitvoering aan de bepalingen van het Verdrag van Montreal over het luchtvervoer van passagiers en hun bagage, en bevat een aantal aanvullende bepalingen. Tevens breidt zij de toepassing van de bepalingen in kwestie uit tot het luchtvervoer binnen de grenzen van één en dezelfde lidstaat."; 10794/1/01 REV 1 CS/jv 5

3) artikel 2 wordt vervangen door: "Artikel 2 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a) "luchtvervoerder": een luchtvervoeronderneming met een geldige exploitatievergunning; b) "luchtvervoerder van de Gemeenschap": een luchtvervoerder met een door een lidstaat overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2407/92 afgegeven geldige exploitatievergunning; c) "schadevergoedingsgerechtigde": een passagier of elke persoon die volgens het toepasselijke recht gerechtigd is om met betrekking tot die passagier schadeloosstelling te verlangen; d) "bagage": tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, zowel aangegeven als niet-aangegeven bagage in de zin van artikel 17, lid 4, van het Verdrag van Montreal; e) "BTR": een bijzonder trekkingsrecht, als gedefinieerd door het Internationaal Monetair Fonds; 10794/1/01 REV 1 CS/jv 6

f) "Verdrag van Warschau": het verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, ondertekend te Warschau op 12 oktober 1929, of het Verdrag van Warschau zoals dat op 28 september 1955 is gewijzigd te 's-gravenhage en het Verdrag ter aanvulling van het Verdrag van Warschau, ondertekend te Gualdalajara op 18 september 1961. g) "Verdrag van Montreal": het verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen betreffende het internationale luchtvervoer, ondertekend te Montreal op 28 mei 1999. 2. Aan deze verordening voorkomende begrippen die niet in lid 1 zijn omschreven, wordt dezelfde betekenis gehecht als daaraan in het Verdrag van Warschau wordt gegeven."; 4) artikel 3 wordt vervangen door: "Artikel 3 1. De aansprakelijkheid van een luchtvervoerder van de Gemeenschap met betrekking tot de passagiers en hun bagage is onderworpen aan alle bepalingen van het Verdrag van Montreal die op die aansprakelijkheid betrekking hebben. 10794/1/01 REV 1 CS/jv 7

2. De bij artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2407/92 opgelegde verzekeringsplicht, voorzover ze te maken heeft met de aansprakelijkheid ten aanzien van de passagiers, houdt in dat een luchtvervoerder van de Gemeenschap zich verzekert tegen aansprakelijkheid tot een niveau dat toereikend is om te waarborgen dat alle schadevergoedingsgerechtigde personen het volledige bedrag ontvangen waarop zij overeenkomstig deze verordening recht hebben."; 5) het volgende nieuwe artikel wordt ingevoegd: "Artikel 3 bis Het bijkomende bedrag dat overeenkomstig artikel 22, (2), van het Verdrag van Montreal door een luchtvervoerder van de Gemeenschap kan worden verlangd wanneer een passagier verklaart er bijzonder belang bij te hebben dat zijn bagage ter bestemming wordt afgeleverd, is gebaseerd op een tarief dat wordt bepaald door de extra vervoers- en verzekeringskosten voor de betrokken bagage bovenop de desbetreffende kosten voor bagage waarvan de waarde op of beneden het bedrag van de aansprakelijkheidsgrens wordt geraamd. Dit tarief wordt op verzoek aan de passagiers verstrekt."; 6) artikel 4 wordt geschrapt; 10794/1/01 REV 1 CS/jv 8

7) artikel 5 wordt vervangen door: "Artikel 5 1. De luchtvervoerder van de Gemeenschap betaalt onverwijld en in elk geval uiterlijk 15 dagen nadat de identiteit van de schadevergoedingsgerechtigde natuurlijke persoon is vastgesteld, een voorschot dat toereikend moet zijn om de onmiddellijke economische noden te lenigen en dat evenredig is aan het geleden nadeel. 2. Onverminderd lid 1 moet het voorschot in geval van overlijden ten minste 16.000 bijzondere trekkingsrechten in euro-equivalenten per passagier bedragen. 3. Een voorschot impliceert niet dat aansprakelijkheid wordt erkend en mag worden verrekend met elk bedrag dat later op basis van de aansprakelijkheid van de luchtvervoerder van de Gemeenschap wordt uitgekeerd, maar behoeft niet te worden terugbetaald, tenzij in de in artikel 20 van het Verdrag van Montreal bedoelde gevallen of als degene die het voorschot ontvangen heeft niet schadevergoedingsgerechtigd was."; 10794/1/01 REV 1 CS/jv 9

8) artikel 6 wordt vervangen door: "Artikel 6 1. Alle luchtvervoerders die in de Gemeenschap luchtvervoersdiensten aanbieden, zorgen ervoor dat de passagiers op alle verkooppunten, ook voor de verkoop per telefoon of via het internet, een samenvatting van de voornaamste bepalingen inzake de aansprakelijkheid voor passagiers en hun bagage kunnen krijgen, die ook de termijnen voor het indienen van een eis tot schadeloosstelling en de mogelijkheid om een speciale verklaring over de bagage af te leggen, vermeldt. Om aan hun informatieplicht te voldoen, moeten alle luchtvervoerders in de Gemeenschap gebruikmaken van de kennisgeving in de bijlage. De samenvatting en de kennisgeving kunnen niet gebruikt worden als grondslag om een schadeloosstelling te vorderen of om de bepalingen van deze verordening of het Verdrag van Montreal uit te leggen. 2. Naast de krachtens lid 1 verplichte inlichtingen verstrekken de luchtvervoerders voor de aankoop of verstrekking van luchtvervoersdiensten in de Gemeenschap elke passagier een schriftelijke mededeling met: - in voorkomend geval, het voor de desbetreffende vlucht geldende maximum inzake de aansprakelijkheid van de luchtvervoerder voor overlijden of lichamelijk letsel; 10794/1/01 REV 1 CS/jv 10

- het voor de desbetreffende vlucht geldende maximum inzake de aansprakelijkheid van de luchtvervoerder voor vernietiging, verlies of beschadiging van bagage, vergezeld van een waarschuwing dat bagage met een hogere waarde dan dit bedrag bij de vertrekbalie bij de luchtvervoerder moet worden aangemeld of vóór de reis volledig door de passagier moet worden verzekerd; - het voor de desbetreffende vlucht geldende maximum inzake de aansprakelijkheid van de luchtvervoerder voor door vertraging veroorzaakte schade. 3. Voor alle door luchtvervoerders van de Gemeenschap verrichte vervoer zijn de conform de kennisgevingsplicht van de leden 1 en 2 vermelde maxima als vastgesteld bij deze verordening, tenzij de luchtvaartmaatschappij van de Gemeenschap op vrijwillige basis hogere maximumgrenzen toepast. Voor alle vervoer door luchtvaartmaatschappijen van buiten de Gemeenschap kunnen de leden 1 en 2 alleen van toepassing zijn op vervoer naar, vanuit of binnen de grenzen van de Gemeenschap."; 9) artikel 7 wordt vervangen door: "Artikel 7 Uiterlijk drie jaar na de datum waarop Verordening (EG) nr..../2001 van toepassing wordt *, stelt de Commissie een verslag over de toepassing van de verordening op. Met name zal de Commissie daarbij nagaan of de in de desbetreffende artikelen van het Verdrag van Montreal vermelde bedragen moeten worden herzien in het licht van de economische ontwikkelingen en de kennisgevingen van de bewaarnemende instantie van de internationale organisatie voor de burgerluchtvaart (ICAO). * "; 10794/1/01 REV 1 CS/jv 11

10) de volgende bijlage wordt toegevoegd: "BIJLAGE Aansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen voor passagiers en hun bagage. Deze informatieve kennisgeving geeft een samenvatting van de aansprakelijkheidsregels die luchtvaartmaatschappijen van de Gemeenschap overeenkomstig de EG-wetgeving en het Verdrag van Montreal toepassen. Schadeloosstelling bij overlijden of letsel De aansprakelijkheid voor overlijden of letsel van passagiers is niet door financiële limieten beperkt. Voor schade tot 100.000 bijzondere trekkingsrechten (bedrag bij benadering in plaatselijke munt) kan de luchtvaartmaatschappij vorderingen tot schadeloosstelling niet afwijzen of beperken. Boven dat bedrag kan ze zich tegen een vordering verzetten als ze het bewijs kan leveren dat ze niet nalatig is geweest of anderszins in gebreke is gebleven. Voorschotten Als een passagier gewond raakt of om het leven komt, moet de luchtvaartmaatschappij binnen vijftien dagen nadat de schadevergoedingsgerechtigde geïdentificeerd is, een voorschot uitbetalen om aan de onmiddellijke economische behoeften tegemoet te komen. In geval van overlijden kan het voorschot niet minder dan 16.000 bijzondere trekkingsrechten (bedrag bij benadering in plaatselijke munt) bedragen. 10794/1/01 REV 1 CS/jv 12

Vertraging van passagiers In geval van vertraging van passagiers is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk voor schade die ontstaat, tenzij zij alle redelijke maatregelen getroffen heeft om de schade te voorkomen of in de onmogelijkheid verkeerde om dergelijke maatregelen te treffen. De aansprakelijkheid voor vertraging van passagiers is beperkt tot 4150 bijzondere trekkingsrechten (bedrag bij benadering in plaatselijke munt). Vertraging van bagage In geval van vertraging van bagage is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk voor schade die ontstaat, tenzij zij alle redelijke maatregelen getroffen heeft om de schade te voorkomen of in de onmogelijkheid verkeerde om dergelijke maatregelen te treffen. De aansprakelijkheid voor vertraging van bagage is beperkt tot 1000 bijzondere trekkingsrechten (bedrag bij benadering in plaatselijke munt). Vernietiging, verlies of beschadiging van bagage De luchtvaartmaatschappij is aansprakelijk voor vernietiging, verlies of beschadiging van bagage tot een maximum van 1000 bijzondere trekkingsrechten (bedrag bij benadering in plaatselijke munt). Wanneer het aangegeven bagage betreft, is de maatschappij ook aansprakelijk indien zij niet in gebreke is gebleven, tenzij de bagage al beschadigd was. Wanneer het niet-aangegeven bagage betreft, is de luchtvaartmaatschappij slechts aansprakelijk als zij in gebreke is gebleven. Hogere limieten voor bagage Er kan een hogere aansprakelijkheidslimiet gelden indien de passagier voordat hij aan boord is gegaan een speciale verklaring heeft afgelegd en een aanvullende vergoeding heeft betaald. 10794/1/01 REV 1 CS/jv 13

Klachten over bagage Wanneer de bagage beschadigd, vertraagd, vermist of vernietigd is, moet de passagier zo spoedig mogelijk bij de luchtvaartmaatschappij een schriftelijke klacht indienen. In geval van beschadiging van aangegeven bagage moet de passagier binnen zeven dagen een schriftelijke klacht indienen en in geval van vertraging van aangegeven bagage binnen 21 dagen na de datum waarop de bagage tot zijn beschikking is gesteld. Aansprakelijkheid van de luchtvaartmaatschappij waarmee het vervoerscontract is gesloten en de maatschappij die de vlucht verzorgt Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht verzorgt niet dezelfde is als de maatschappij waarmee het vervoerscontract is gesloten, heeft de passagier het recht een klacht of een vordering tot schadeloosstelling aan elk van beide maatschappijen te richten. Indien de naam of code van een luchtvaartmaatschappij op het ticket staat, is die maatschappij de vervoerder waarmee het vervoerscontract is gesloten. Termijn voor gerechtelijke procedure Een gerechtelijke procedure tot het verkrijgen van schadeloosstelling moet worden aangevangen binnen twee jaar na het tijdstip van aankomst van het vliegtuig of het tijdstip waarop het vliegtuig had moeten aankomen. Grondslag voor de kennisgeving Grondslag voor deze regels is het Verdrag van Montreal van 28 mei 1999, dat in de Gemeenschap wordt uitgevoerd door Verordening (EG) nr. 2027/97 (zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr..../2001) en de nationale wetgeving van de lidstaten.". 10794/1/01 REV 1 CS/jv 14

Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding daarvan of met ingang van de datum waarop het Verdrag van Montreal voor de Gemeenschap in werking treedt, naargelang welke datum de laatste is. Deze verordening is bindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te voor het Europees Parlement de Voorzitster voor de Raad de Voorzitter 10794/1/01 REV 1 CS/jv 15

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 december 2001 (09.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2000/0145 (COD) 10794/1/01 REV 1 ADD 1 LIMITE AVIATION 45 CODEC 733 Betreft: Gemeenschappelijk standpunt door de Raad op 19 december 2001 vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen MOTIVERING VAN DE RAAD 10794/1/01 REV 1 ADD 1 yen/pm/fb 1

I. INLEIDING De Commissie heeft het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen 1 op 7 juni 2000 bij de Raad ingediend. Op dit voorstel, dat gebaseerd is op artikel 80, lid 2, van het Verdrag, is de medebeslissingsprocedure van toepassing overeenkomstig artikel 251 van het Verdrag. Het Economisch en Sociaal Comité heeft advies uitgebracht op 24 januari 2001 2 ; het Comité van de Regio's is ook geraadpleegd, maar heeft geen advies uitgebracht. Het Europees Parlement heeft in eerste lezing advies uitgebracht op 5 april 2001. 3 Naar aanleiding daarvan heeft de Commissie op 22 mei 2001 een gewijzigd voorstel ingediend. 4 De Raad heeft op 19 december 2001 overeenkomstig artikel 251, lid 2, van het Verdrag zijn gemeenschappelijk standpunt vastgesteld. 1 2 3 4 PB C 337 E van 28.11.2000, blz. 68. PB C 123 van 25.4.2001, blz. 47. PB C (nog niet bekendgemaakt). PB C 213 E van 31.7.2001, blz. 298. 10794/1/01 REV 1 ADD 1 yen/pm/fb 2

II. DOEL Het belangrijkste doel van de verordening is de bestaande Raadsverordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen 1 in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer dat op 28 mei 1999 in Montreal is gesloten ("Verdrag van Montreal"). De verordening is tevens bedoeld om enkele aanvullende bepalingen vast te stellen met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage, en om de communautaire bepalingen ook toe te passen op het luchtvervoer binnen een lidstaat. Er zij aan herinnerd dat Verordening (EG) nr. 2027/97 een eerste poging was tot herziening op het niveau van de Gemeenschap van de internationale regeling voor de aansprakelijkheid van luchtvervoerders die ingevoerd is bij het Verdrag van Warschau van 1929. In de loop der jaren is die regeling verouderd. Ze is derhalve aangevuld en ingehaald door allerlei soorten maatregelen, zoals unilaterale maatregelen van bepaalde EG-lidstaten en maatregelen van de Internationale Luchtvervoersvereniging (IATA). Naar aanleiding van die maatregelen heeft de ICAO in mei 1999 in Montreal een Internationale Luchtrechtconferentie bijeengeroepen om het Verdrag van Warschau te herzien. De Europese Gemeenschap heeft aan die conferentie deelgenomen en kreeg de toestemming om als regionale organisatie voor economische integratie één van de ondertekenaars te zijn en daarmee één van de verdragsluitende partijen bij het Verdrag van Montreal, dat het resultaat van deze conferentie was. Het Verdrag van Montreal kan als een groot succes worden beschouwd voor de Gemeenschap en haar lidstaten, omdat de regels van het Verdrag grotendeels geïnspireerd zijn op de bepalingen van Verordening (EG) nr. 2027/97. 1 PB L 285 van 17.10.1997, blz. 1. 10794/1/01 REV 1 ADD 1 yen/pm/fb 3

III. MOTIVERING VAN DE RAAD Tijdens de besprekingen heeft de Raad voortdurend de wens voor ogen gehouden om de rechten van de passagiers zo veel mogelijk te versterken. In zijn gemeenschappelijk standpunt volgt de Raad de hoofdlijnen van het Commissievoorstel, rekening houdend met het advies van het Economisch en Sociaal Comité en in het bijzonder met de amendementen die het Europees Parlement in eerste lezing verlangd heeft. De Raad stelde met name de volgende punten aan de orde: a) De Raad kwam overeen een overweging toe te voegen (zevende) om te onderstrepen dat Verordening (EG) nr. 2027/97, als gewijzigd bij de ter tafel liggende verordening, in overeenstemming met het Verdrag van Montreal, de bescherming van passagiers en hun familieleden versterkt. Zij kan derhalve niet worden uitgelegd als een verzwakking van hun bescherming ten opzichte van de huidige wetgeving, d.w.z. de wetgeving zoals die eruit ziet vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97. b) Teneinde de rechten van de passagiers te versterken kwam de Raad overeen de overweging in te voegen (elfde) dat de luchtvervoerder van de Gemeenschap artikel 21, lid 2, van het Verdrag van Montreal (over schadeloosstelling voor de dood of verwonding van passagiers boven 100.000 bijzondere trekkingsrechten (BTR)) niet mag kunnen inroepen, tenzij hij bewijst dat de schade niet te wijten was aan nalatigheid of een ander schadelijk doen of nalaten van hem of zijn ondergeschikten. 10794/1/01 REV 1 ADD 1 yen/pm/fb 4

c) De Raad stemde in met de suggestie van het Europees Parlement aangaande de kennisgeving in de bijlage bij de verordening, omdat de informatie over de aansprakelijkheid die de luchtvervoerders van de Gemeenschap aan hun passagiers moeten verstrekken, daardoor eenvoudiger en duidelijker wordt. d) De Raad kwam overeen de eerste alinea van artikel 2 aan te passen aan de praktijk volgens welke een verordening op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad in werking treedt. Aangaande de toepassing besloot de Raad dat de verordening met ingang van de datum van inwerkingtreding of met ingang van de datum waarop het Verdrag van Montreal voor de Gemeenschap in werking treedt van toepassing is, naargelang welke datum de laatste is. Doel is ervoor te zorgen dat de verordening en het Verdrag van Montreal gelijk lopen. e) De Raad merkte, gesteund door de Commissie, op dat de schade die veroorzaakt wordt in de context van luchtvervoer mogelijk kan leiden tot aansprakelijkheid in het kader van het Verdrag van Montreal, Verordening (EG) nr. 2027/97 en de richtlijn inzake pakketreizen. 1 Derhalve hebben beide instellingen een gezamenlijke verklaring in het gemeenschappelijk standpunt opgenomen dat zij, om te zorgen voor een samenhangende aansprakelijkheidsregeling nog voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Montreal en van Verordening nr. 2027/97 als gewijzigd, zullen onderzoeken of het noodzakelijk is deze kwestie te verduidelijken, zo nodig door een herziening van de richtlijn pakketreizen. 1 Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (PB L 158 van 23.6.1990, blz. 59.) 10794/1/01 REV 1 ADD 1 yen/pm/fb 5

f) De Raad en de Commissie erkenden voorts dat Verordening (EG) nr. 2027/97 niet alle vervoerders bestrijkt die aansprakelijk zijn in het kader van het Verdrag van Montreal en waarvan de hoofdvestiging zich in de Gemeenschap bevindt. In de in punt e) genoemde gezamenlijke verklaring zeggen de Raad en de Commissie dan ook dat het met betrekking tot deze vervoerders wenselijk is dat de lidstaten door de toepassing van het Verdrag van Montreal passende maatregelen treffen om te zorgen voor een even grote mate van bescherming van de passagiers, vooral wat de aansprakelijkheidsnormen betreft. IV. AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT De Raad heeft alle amendementen van het Europees Parlement, volledig of inhoudelijk, overgenomen, vaak in de vorm die het Parlement voorstelde. De amendementen 1 tot en met 17 werden in hun geheel aanvaard, afgezien van een enkele kleine bijwerking ter juridische of taalkundige verduidelijking. Amendement 18 over artikel 1, punt 9 bis (nieuw punt, bijlage met informatieblad over aansprakelijkheid) werd inhoudelijk aanvaard. Er zijn echter enkele wijzigingen in aangebracht om de tekst duidelijker te maken en beter toe te snijden op de bepalingen van het Verdrag van Montreal. Er zijn met name een alinea over vertraging van bagage en enkele hoofdjes ingevoegd of veranderd, en de tekst van enkele alinea's is aangepast. De alinea over particuliere verzekering is geschrapt, omdat die volgens de Raad tot misverstanden kan leiden over de omvang van de (onbeperkte) aansprakelijkheid van luchtvervoerders van de Gemeenschap met betrekking tot het vervoer door de lucht van passagiers en hun bagage. 10794/1/01 REV 1 ADD 1 yen/pm/fb 6

BIJLAGE Gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld op 19/12/2001 met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen [2000/0145 (COD)] Gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie De Raad en de Commissie erkennen dat schade die wordt veroorzaakt in de context van luchtvervoer, eventueel kan resulteren in aansprakelijkheid onder zowel het Verdrag van Montreal of Verordening nr. 2027/97, als de richtlijn pakketreizen. Om te zorgen voor een samenhangende aansprakelijkheidsregeling zullen de Raad en de Commissie nog voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Montreal en van Verordening nr. 2027/97 als gewijzigd, onderzoeken of het noodzakelijk is deze kwestie te verduidelijken, zo nodig door een herziening van de richtlijn pakketreizen. De Raad en de Commissie erkennen voorts dat Verordening nr. 2027/97 niet van toepassing is op alle luchtvervoerders die onder de aansprakelijkheidsregeling van het Verdrag van Montreal vallen en die vooral actief zijn binnen de Gemeenschap. Met betrekking tot deze vervoerders is het wenselijk dat de lidstaten door de toepassing van het Verdrag van Montreal passende maatregelen treffen om te zorgen voor een even grote mate van bescherming van de passagiers, vooral wat de aansprakelijkheidsnormen betreft.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 10.1.2002 SEC(2001) 1946 definitief 2000/0145 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen

2000/0145 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (voor de EER relevante tekst) 1- ACHTERGROND Datum verzending van het voorstel aan het EP en de Raad (document COM(2000) 340 def. 2000/0145(COD) : 6 juni 2000 Datum advies van het Economisch and Sociaal Comité: 24 januari 2001 Datum advies van het Europees Parlement, eerste lezing: 5 april 2001 Datum verzending van het gewijzigde voorstel (COM(2001) 273 def. 2000/0145(COD): 21 mei 2001 Datum politieke overeenstemming van de Raad: 28 juni 2001 Datum goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt: 19 december 2001 2- DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE 2.1- Op 28 mei 1999 is een nieuw verdrag ondertekend tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationaal luchtvervoer, het Verdrag van Montreal. Dit heeft voornamelijk betrekking op de aansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen in geval van overlijden of letsel, van vertragingen en van schade aan bagage. De Gemeenschap heeft dit verdrag ondertekend en zal het, samen met de lidstaten, sluiten. Op 5 april 2001 heeft de Raad een besluit goedgekeurd om de Gemeenschap in staat te stellen het verdrag te sluiten. 2.2- De Gemeenschap dient de huidige verordening betreffende de aansprakelijkheid van communautaire luchtvervoerders bij ongevallen aan te passen aan het Verdrag van Montreal (wat de aansprakelijkheid voor overlijden en letsel betreft, liggen de verordening van de Gemeenschap en het nieuwe verdrag erg dicht bij elkaar). De Commissie stelt daarom een wijzigingsverordening voor met de volgende doelstellingen: 2

- toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Montreal op het vervoer door communautaire luchtvaartmaatschappijen (uitbreiding van de werkingssfeer van de verordening zodat naast overlijden en letsel ook vertragingen en schade aan bagage eronder vallen); - invoering van nieuwe bepalingen, met name inzake de betaling van voorschotten om economische noden te lenigen en voorschriften met betrekking tot het verstrekken van informatie over de aansprakelijkheid; - uitbreiding van deze voorschriften tot alle internationale en binnenlandse vervoer door communautaire luchtvaartmaatschappijen (het Verdrag van Montreal beperkt zich tot internationaal vervoer tussen aangesloten partijen). 2.3- De gewijzigde verordening zal waarborgen dat passagiers een passende schadeloosstelling ontvangen wanneer zij met een communautaire luchtvaartmaatschappij vliegen, ongeacht hun bestemming, en zal bijdragen tot het opzetten van een uniform aansprakelijkheidssysteem in het luchtvervoer. 2.4- Het Parlement heeft het voorstel in eerste lezing met achttien amendementen goedgekeurd. In haar gewijzigde voorstel heeft de Commissie dertien amendementen zonder meer overgenomen en twee, de amendementen 3 en 18 met een redactionele wijziging. De amendementen 9 en 10 (deel in verband met artikel 3 bis, lid 1) die inhouden dat de aansprakelijkheid van luchtvervoerders uit de Gemeenschap onderworpen zou zijn aan alle desbetreffende bepalingen van het Verdrag van Montreal, in plaats van aan de specifieke artikelen die afzonderlijk worden vermeld in het voorstel van de Commissie, heeft zij verworpen. Daardoor verwees de tekst van het Parlement ook naar andere artikelen van het Verdrag van Montreal dan die welke nodig waren om Verordening (EG) nr. 2027/97 aan te passen aan het verdrag. De Commissie was bevreesd dat deze uitbreiding van de bevoegdheden van de Gemeenschap een politieke belemmering zou kunnen worden voor een snelle goedkeuring van de wijzigingsverordening. Tevens verwierp de Commissie amendement 11 in verband met deze algemene verwijzing naar het Verdrag van Montreal. 2.5- De Commissie heeft drie ingrijpende wijzigingen inzake de informatie die luchtvaartmaatschappijen aan passagiers moeten verstrekken (nrs. 13, 14 en 18) aanvaard. Hierdoor worden de eisen in haar voorstel aanmerkelijk aangescherpt. Zij heeft de tekst van amendement 18, waar de tekst wordt gegeven van een informatieve kennisgeving die communautaire luchtvaartmaatschappijen verplicht moeten gebruiken, echter aanzienlijk gewijzigd. 3- COMMENTAAR OP HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 3.1- In zijn met eenparigheid van stemmen aangenomen gemeenschappelijk standpunt heeft de Raad alle amendementen van het Parlement aanvaard, zij het met redactionele wijzigingen in de amendementen 2, 6, 9, 13, 14, 15, 17 en 18. De Raad heeft ook de door de Commissie verworpen amendementen 9 en 10 (gedeeltelijk) opgenomen. De Raad heeft een nieuwe overweging (nr. 10) opgenomen om met het oog op de interpretatie van de gewijzigde verordening duidelijk te maken dat deze geen verzwakking van de bescherming van passagiers en hun nabestaanden ten opzichte van de huidige verordening inhoudt. 3

3.2- Tevens heeft de Raad een nieuwe overweging (nr. 17) toegevoegd om aan te geven dat de lidstaten verdere maatregelen kunnen vaststellen ter uitvoering van het Verdrag van Montreal op punten die niet onder de gewijzigde Verordening vallen, Dit punt wordt ook behandeld in een gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie (voor de inhoud zie hoofdstuk 5). 4- CONCLUSIE Het gemeenschappelijk standpunt ligt dicht bij het gewijzigde voorstel van de Commissie, met enige redactionele wijzigingen. De Raad heeft amendementen van het Parlement aanvaard die de Commissie had verworpen. Hierdoor komt het bezwaar van de Commissie te vervallen dat de uitbreiding van de bevoegdheden van de Gemeenschap een politieke belemmering zou kunnen vormen voor de goedkeuring van de verordening. Derhalve aanvaardt de Commissie het gemeenschappelijk standpunt en de bijgevoegde gezamenlijke verklaring. Zij hoopt dat de goedkeuring door het Europees Parlement en de Raad spoedig zal volgen. 5- VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE 5.1- Het gemeenschappelijk standpunt gaat vergezeld van een gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie om door lidstaten naar voren gebrachte bezwaren weg te nemen. In de eerste plaats wordt erkend dat een luchtvaartmaatschappij die pakketreizen aanbiedt, eventueel aansprakelijk kan zijn op grond van zowel de gewijzigde verordening als de richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten. De Raad en de Commissie zullen derhalve onderzoeken of het nodig is dat deze kwestie wordt verduidelijkt. 5.2- In de tweede plaats wordt opgemerkt dat de verordening niet van toepassing is op alle luchtvervoerders die onder de aansprakelijkheidsregeling van het Verdrag van Montreal vallen. De werkingssfeer van de verordening is namelijk beperkt tot luchtvaartmaatschappijen met een in de Gemeenschap afgegeven vergunning, terwijl het verdrag van toepassing is voor alle maatschappijen die luchtvervoersovereenkomsten aangaan (die de vlucht niet zelf hoeven uit te voeren). Er wordt bij de lidstaten op aangedrongen bij het vaststellen van nationale maatregelen ter uitvoering van het verdrag voor internationaal vervoer dat onder het verdrag maar niet onder de verordening valt, passende maatregelen te treffen. 4

BIJLAGE Gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie 1. De Raad en de Commissie erkennen dat schade die wordt veroorzaakt in de context van luchtvervoer, eventueel kan resulteren in aansprakelijkheid onder zowel het Verdrag van Montreal of Verordening (EG) nr. 2027/97, als de richtlijn pakketreizen. Om te zorgen voor een samenhangende aansprakelijkheidsregeling zullen de Raad en de Commissie nog voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Montreal en van Verordening (EG) nr. 2027/97 als gewijzigd, onderzoeken of het noodzakelijk is deze kwestie te verduidelijken, zo nodig door een herziening van de richtlijn pakketreizen. 2. De Raad en de Commissie erkennen voorts dat Verordening (EG) nr. 2027/97 niet van toepassing is op alle luchtvervoerders die onder de aansprakelijkheidsregeling van het Verdrag van Montreal vallen en die vooral actief zijn binnen de Gemeenschap. Met betrekking tot deze vervoerders is het wenselijk dat de lidstaten door de toepassing van het Verdrag van Montreal passende maatregelen treffen om te zorgen voor een even grote mate van bescherming van de passagiers, vooral wat de aansprakelijkheidsnormen betreft. 5