BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen Commissie voor de huisvesting en stadsvernieuwing VERGADERING VAN DINSDAG 20 JUNI 2000 Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 1999-2000
2 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN INHOUD MONDELINGE VRAGEN van mevrouw Brigitte Grouwels (N) aan de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting, betreffende de leegstand in de openbare vastgoedmaatschappij Floréal. (Sprekers: mevrouw Brigitte Grouwels en de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting) van de heer Philippe Debry (F) aan de heer Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting, betreffende de aankoop/renovatieprojecten in de sociale woningen. (Sprekers: de heren Philippe Debry en Alain Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting) Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 1999-2000
VERGADERING VAN DINSDAG 20 JUNI 2000 3 Voorzitters: De heer Philippe Debry, Voorzitter en mevrouw Brigitte Grouwels, Ondervoorzitter - De vergadering is om 9.40 uur geopend. MONDELINGE VRAGEN Leegstand in de openbare vastgoedmaatschappij Floréal Mevrouw Brigitte Grouwels.- In een woning van de Openbare Vastgoedmaatschappij Floréal van Watermaal- Bosvoorde deed zich meer dan twee jaar geleden een dodelijk ongeval voor. Twee peuters kwamen om door de uitwasemingen van een slechtwerkende waterverwarmer. Een directeur van Floréal werd door de correctionele rechtbank voor dit ongeval veroordeeld. Er gaan ondertussen geruchten dat er sindsdien een zestigtal sociale woningen van deze Openbare Vastgoedmaatschappij leeg staan. Wetende dat op de wachtlijsten voor het bekomen van een sociale woning in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijzonder veel kandidaat-huurders staan ingeschreven, lijkt het mij flagrant dat deze 60 woningen niet verhuurd worden. Bovendien zou deze Openbare Vastgoegmaatschappij ook nog andere belangrijke beheers- en financiële problemen kennen. Graag verneem ik daarom van de heer staatssecretaris: welke maatregelen Floréal genomen heeft, sinds haar veroordeling, om gevallen in haar woningen, te wijten aan koolmonoxyde-vergiftiging, te vermijden; hoeveel woningen, eigendom van de openbare vastgoedmaatschappij Floréal er niet worden verhuurd en hoelang deze reeds leeg staan; welke de redenen zijn die Floréal aangeeft voor het niet verhuren van deze woningen; welke initiatieven de heer Staatssecretaris reeds genomen heeft en in de nabije toekomst zal nemem om dit probleem van leegstand op te lossen; in welke maat hij de beheers- financiële problemen van Floréal inschat en welke pogingen hij reeds ondernomen heeft, en nog zal ondernemen, om tot een oplossing ervan te komen. Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting.- De openbare vastgoedmaatschappij Floréal kampt inderdaad al verscheidene jaren met aanzienlijke problemen die zich onder meer vertalen in een vrij groot aantal leegstaande woningen. Met betrekking tot de preventie tegen het risico van COvergiftiging en na het ongeval met dodelijke afloop in 1995 heeft Floréal de volgende maatregelen getroffen : door een gespecialiseerd bedrijf werd een nazicht georganiseerd van de installaties voor warmwaterproductie; de resultaten van dit nazicht werden aan de betrokken huurders meegedeeld; een honderdtal woningen is aan een inspectie onderworpen door de technische diensten van de maatschappij en er werden verbeteringen aangebracht aan de verluchting van de badkamers; in 82 woningen zijn gecentraliseerde systemen voor warmwaterproductie geïnstalleerd; om en bij de vijftig woningen werden individueel gerenoveerd. Bovendien heeft Floréal een project tot vervanging van de verwarmings- en warmwaterinstallaties in meer dan 200 woningen. Op een totaal patrimonium van 734, telt Floréal momenteel 73 leegstaande woningen, hetzij 10 % van het park, waarvan een deel reeds verscheidene jaren leegstaat. De Raad van Bestuur van de maatschappij meende dat het te verkiezen was om woningen met een ernstig risico op COvergiftiging niet langer te verhuren. Men dient ook vast te stellen dat men bepaalde woningen redelijkerwijs niet meer voor de verhuur in aanmerking kan laten komen omwille van bouwvalligheid en een onmisbaar gebrek aan onderhoud verbonden aan de kleine afmetingen. Deze leegstand zou de eerstkomende jaren moeten teruglopen, hetzij door renovatie woning per woning, hetzij door renovatie van gebouwen in het raam van het volgende driejarenplan. Men moet ook vaststellen dat Floréal zoals de OVM zelf ook erkent ernstige beheers moeilijkheden heeft gekend die ingrijpende herstructureringen noodzakelijk hebben gemaakt. Dank zij de aanwerving van een nieuwe directeur in oktober 97, overeenkomstig de conclusies van een audit, kon een begin worden gemaakt met de hervorming van de administratie van de maatschappij, van de toegepaste beheersmethoden, van de technische regie en van de interne en externe controlemechanismen. Het vertrek van deze directeur na een jaar heeft natuurlijk niet bijgedragen tot het functioneren van de maatschappij en zijn opvolger is aangekomen op een bijzonder delicaat moment, aangezien verscheidene hervormingen reeds waren ingezet maar nog niet voltooid. Het vertrek van de technisch verantwoordelijke om redenen waarover ik mij niet hoef uit te spreken heeft eveneens tot moeilijkheden geleid met de continuïteit van de inspanningen niet leiden tot een perspectief van verbetering op korte termijn, dan zal ik dwingender maatregelen overwegen. Deze lijken zich vandaag evenwel nog niet om te dringen aangezien de leiding van Floréal de toestand van haar maatschappij erkent en vastbesloten lijkt om ze recht te trekken.
4 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN Mevrouw Brigitte Grouwels.- Ik zou willen weten of er een nieuwe directeur is bij Floréal. De heer Hutchinson, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting.- Ja, sedert augustus. - Het incident is gesloten. Aankoop/renovatieprojecten voor de sociale woningen De heer Philippe Debry (in het Frans).- Mijnheer de Staatssecretaris, Het aanbod van sociale woningen moet worden gediversifieerd, ook door het verspreiden ervan door de stad heen te bevorderen namelijk via aankoop- en renovatieoperaties door de OVM's. Me dunkt dat er momenteel een consensus hierover bestaat. De Staatssecretaris heeft trouwens duidelijk voor dergelijke operaties gepleit. Hoe dan ook, thans blijkt dat zowel budgettaire als administratieve vertragingen de verwezenlijking van deze operaties bemoeilijken. Kan de Staatssecretaris bevestigen dat aankoop- en renovatieoperaties de jongste jaren noch door de kredieten afkomstig van het driejareninvesteringsprogramma, noch door bjikomstige kredieten werden gefinancierd? Nochtans wordt in de begroting een allocatie opgenomen met betrekking tot "toelagen bestemd voor de BGHM van Brussel-Hoofdstad en haar erkende maatschappijen voor de aankoop, de afbraak of de renovatie van ongezonde gebouwen en huizenblokken." Voor het jaar 2000 bedraagt deze basisallocatie amper 35,3 miljoen. Kan de Staatssecretaris de operaties opsommen die in het kader van deze basisallocatie werden gefinancierd? Zijn in het kader van het huidige driejareninvesteringsprogramma andere begrotingsmiddelen voor dergelijke operaties nog beschikbaar, of zullen ze het nog worden? Anderzijds blijken (de termijnen van) de administratieve voogdijprocedures de aankoop van te renoveren gebouwen door de OVM's te bemoeilijken. Gaat de Staatssecretaris akkoord met deze analyse? Zo ja, heeft hij maatregelen genomen om de aankoop van gebouwen door de OVM's te bevorderen én te vergemakkelijken? Ik dank de Staatssecretaris voor zijn antwoorden. Frans).- De aan de openbare vastegoedmaatschappijen in het kader van het driejareninvesteringsprogramma en de bijkomende programma's toegekende kredieten werden uitsluitend benut voor renovatie- en rehabilatieoperaties van bestaande sociale woningen of nieuwe constructies. Uiteraard werden de toegekende kredieten niet voor aankoop- of renovatieoperaties gebruikt. Dit lijkt overeen te komen met de bepalingen van het besluit van 29 oktober 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiering van de sociale huisvesting in het Brussels Gewest. Artikel 15 van het besluit bepaalt inderdaad dat de kredieten toegekend in het kader van het driejareninvesteringsprogramma bestemd zijn voor de financiering van de aankoop van gronden, de bouw, de renovatie, de rehabilitatie of de afwerking van woningen. Artikel 28 bepaalt dat het bijkomend programma ofwel voor hetzelfde type werken als in het driejareninvesteringsprogramma bestemd moet worden, ofwel voor gelijkaardige investeringen bepaald door het jaarlijkse programma voor lichte renovatie. De gewestelijke begroting voorziet in een allocatie ten belope van 3,3 miljoen in 2000 onder de titel "toelagen bestemd voor de BGHM van Brussel-Hoofdstad en haar erkende maatschappijen voor de aankoop, de afbraak of de renovatie van ongezonde gebouwen en huizenblokken." De aanwending van deze allocatie wordt bepaald in artikel 31 tot 44 van het besluit van 29 oktober 1998. Ik moet wel toegeven dat er weinig gebruik wordt gemaakt van de allocatie en dat de openbare vastegoedmaatschappijen heel zelden aankoop- of renovatieaanvragen bij de BGHM indienen. Voor de jaren 1997, 1998 en 1999 heeft de BGHM alleen maar 5 dossiers ontvangen. Het gaat over de volgende maatschappijen en bedragen : Home Familial Bruxellois, 10 miljoen Foyer Schaerbeekois, 7 miljoen ASSAM, 7,7 miljoen Logement Molenbeekois, 13,3 miljoen Foyer Koekelbergeois, 14,3 miljoen. Hetzij 5 projekten in 3 jaar voor een totaal bedrag van 52,3 miljoen. Op de dag van vandaag beschikken wij over geen enkele aanvraag voor 2000. De redenen waarom het mislukt is zijn talrijk en kunnen niet herleid worden tot de slechte wil van de OVM's, zelfs als deze noch algemeen, noch bijzonder ontwikkeld is. Het kleine aantal gevoerde operaties is vooral te wijten aan de scheiding tussen de middelen bestemd voor de aankoop en de afbraak en de middelen voor renovatie. Want de maatschappij die van plan is een ongezond gebouw te kopen en eventueel af te breken kan alleen maar over garanties beschikken zodra de toegekende renovatie- of verbouwingstoelagen en bedragen gekend zijn. Over het algemeen worden de aankoop en de renovatie of verbouwing door verscheidene jaren gescheiden, omwille bijvoorbeeld van de strenge driejareninvesteringsprogramma's en bijkomende programma's, de arbitrageproceduren noodzakelijk voor hun uitwerking en de geplande OVM-werkzaamheden. Een andere grote belemmering bestaat in het feit dat de OVM's krachtens de bepalingen van artikel 32 van het besluit
VERGADERING VAN DINSDAG 20 JUNI 2000 5 van 29.10.98 alleen maar ongezonde gebouwen kunnen aankopen. Uit dergelijke beperking vloeit voort dat aanzienlijke werkzaamheden nodig zullen zijn eer die gebouwen verhuurd kunnen zijn en juist hun financiering komt in het gedrang, zoals ik pas zei. De redenen waarom de aanwending van de basisallocatie voor de aankoop- of renovatie zich beperkt tot de aankoop van ongezonde gebouwen, met andere woorden, vooral gebouwen die iedereen laat liggen, zijn derhalve makkelijk te verstaan. Tot slot toont het huidige systeem een totaal gebrek aan flexibiliteit. De voorziene kredieten moeten bijvoorbeeld in een jaarlijks investeringsprogramma worden opgenomen, wat toevallige aankopen zeer moeilijk maakt. Kortom, stel dat een "goede zaak" zich voordoet. Welnu, de administratieve termijnen en procedures zijn zo omvangrijk, dat het vastgoed haast nooit ten goede van de sector van de sociale woningen zal komen. Globaal gezien ben ik het dus eens met de heer Debry. Tot dezelfde conclusie ben ik zelf kort na mijn indiensttreding gekomen. Ik betreur het des te meer, daar ik ervan overtuigd ben dat de toekomst van de sociale woningen vanzelfsprekend zal worden verzekerd door meervuldige aankoopoperaties van gebouwen op menselijke mate die over alle stadswijken gespreid zijn. Dit is de enige methode om de gemengdheid en de maatschappelijke saamhorigheid in de hand te werken. De beschikbare middelen zullen moeten worden vermeerderd. De juridische praktijken en instrumenten zullen moeten worden gewijzigd. En de mentaliteiten zullen moeten veranderen. De drie elementen gaan met elkaar gepaard. Op financieel vlak zal de huidige voorziene enveloppe snel ontoereikend worden om de aankoop- of renovatieoperaties aanzienlijk te helpen stijgen. Bijvoorbeeld schat het Huisvestingsfonds zijn aankoop- of renovatieoperaties in het kader van de huursteun op 5,5 miljoen. Een extra bedrag van 30 miljoen zou het aantal operaties dus niet aanzienlijk helpen stijgen. De toename van de financiële middelen moet gepaard gaan met gewijzigde toepassingsinstrumenten. Want de beide gebieden kunnen niet afzonderlijk werken. De versoepeling ervan betreft de volgende punten: de beperking tot uitsluitend de ongezonde gebouwen moet worden afgeschaft, het begrip "jaarlijks programma", dat vertragingen en rompslomp met zich brengt, moet verdwijnen en de aankoopen renovatiekredieten moeten op korte termijn worden toegekend, omdat die niet mogen worden onderhevig aan een eventuele inschrijving in een driejareninvesteringsprogramma, die jaren later eventueel zou geschieden. De termijnen moeten verkort worden door middel van delegaties op het vlak van de beheerorganen van de OVM's of van de BGHM, dit om "goede zaken"te kunnen bemachtigen, eventueel via onderhandse aanbestedingen en rekening houdend met de nodige beschermende maatregelen zoals een schatting door het aankoopcomité of door de ontvanger der Registratie en Domeinen...). Verhoogde middelen en aangepaste juridische normen zullen moeten gepaard gaan met een mentaliteits- en praktijkverandering vanwege de OVM's die eerder in termen van grote gehelen redeneren. Meermaals heb ik herhaald dat ik willens ben de sociale woningen over de stad heen te verspreiden zodat die in alle stadswijken beter zouden worden geïntegreerd. De elementen die ik juist heb opgegeven zullen daar vast en zeker toe bijdragen. De heer Philippe Debry (in het Frans).- Dat mijn wens verhoord wordt, verheugt mij ten zeerste. Graag had ik nog drie nieuwe vragen willen stellen. Welke zijn de opgelegde termijnen? Wat houdt de vastgelegde kalender in? Is de regering van plan te manoeuvreren met de aankoopen renovatiemarges? Wat is de stand van zaken wat het Stévin-huizenblok betreft? Zijn er aanvragen daaromtrent? Frans).- De termijnen zullen zo kort mogelijk zijn. Ik ben van plan om de komende drie jaar zoveel mogelijk tijd te besteden aan de renovatie van bestaande sociale woningen en aan aankoop/renovatie. Het moet dus klaar zijn vóór de volgende periode van drie jaar vanaf 2002. Met de begrotingsverschuivingen zitten we voor het ogenblik vast voor de bestaande driejarenperiode; de extra kredieten zijn volledig aan de renovatie van woningen besteed, aangezien de aankoop/renovatie de wijzigingen inhoudt waarover wij het reeds hadden. Voor het Stévin-huizenblok is een procedure aan de gang, maar ik kan daar nu niet meer over zeggen... De heer Philippe Debry (in het Frans).- Ik dacht dat het Home familial een aanvraag ingediend heeft. Frans).- Voor zover ik weet - maar ik moet dat nakijken - heeft het Home familial geen aanvraag ingediend in het kader van het dossier van het Stévin-huizenblok. - Het incident is gesloten. - De vergadering wordt gesloten om 10.30 uur.