Montagehandleiding Het Twist-Fix lijnsysteem is conform de EN-795C voor platte daken en geschikt voor vier gebruikers tegelijkertijd. Het lijnsysteem wordt middels ankerpunten mechanisch bevestigd aan de onderliggende constructie en is geschikt om te plaatsen op alle typen dakbedekkingen en waterdicht af te werken middels een rozet. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn: eindpunten met lijnadapter; hoekpunt(en) met lijnadapter; tussenpunt(en) met lijn adapter demper; spanner; RVS kabel; één montagehandleiding; één gebruikshandleiding. De keuze van de bevestigingsmiddelen is volledig afhankelijk van de onderliggende gebouwconstructie, waarin deze worden bevestigd. Standaard is het Twist-Fix lijnsysteem geschikt voor de volgende ondergronden: (vol-)betonvloer; kanaalplaatvloer; houten vloeren; staalplaat; sandwichpaneel. De wijze van bevestiging aan de diverse ondergronden is omschreven onder het hoofdstuk Type bevestigingsmiddel. Aangezien bij het Twist-Fix lijnsysteem de krachten bij een val deels worden opgevangen door het bevestigingsmiddel, is voor verschillende dakconstructies een betrouwbaar bevestigingssysteem geselecteerd door de producent van het Twist-Fix lijnsyteem. Type Bevestigingsmiddel De keuze van het juiste bevestigingsmiddel wordt bepaald door de constructie van de ondergrond, waar in of aan het ankerpunt met lijnadapter wordt bevestigd. Hierna worden voor betonnen-, kanaalplaat-, houten vloeren en staalplaat daken bevestigingsmiddelen omschreven, welke toepasbaar zijn. Voor de eind- en hoekpunten geldt, dat er vier stuks bevestigingsmiddelen benodigd zijn en voor het tussen punt één bevestigingsmiddel. Indien voor een andere wijze van verankering wordt gekozen dient dit in overleg met de fabrikant/leverancier van het ankerpunt en/of het bevestigingsmiddel gedaan te worden en dient door een daartoe deskundig en bevoegd persoon een berekening uitgevoerd te worden. - 1 -
Figuur 1 : Eindpunt met spanner. Figuur 2 : Eindpunt met demper. Figuur 4 : M10 Mechanisch anker. Figuur 3 : Hoekpunt. Figuur 5 : M10 Tuimelanker. Type ondergrond en bevestigingsmiddel Eind- en Hoekpunt (vol-)betonvloer ; 4 st. M10 mechanisch anker voorzien van carrosseriering onder de moer. gasbetonvloer* ; 4 st. M10 tuimelanker voorzien van carrosseriering onder de moer. kanaalplaatvloer ; 4 st. M10 mechanisch anker voorzien van carrosseriering onder de moer. houten vloeren ; 4 st. M10 tuimelanker voorzien van carrosseriering onder de moer. staalplaat ; 4 st. M10 tuimelanker voorzien van carrosseriering onder de moer. * In geval van gasbeton dienen er tevens contraplaten van voldoende afmeting aan de onderzijde van de dakvloer aangebracht te worden. Figuur 6 : Tussenpunt. Figuur 7 : M12 Mechanisch anker. Figuur 8 : M12 Tuimelanker. Type ondergrond en bevestigingsmiddel Tussenpunt (vol-)betonvloer ; 1 st. M12 mechanisch anker. * gasbetonvloer ; 4 st. M10 tuimelanker. kanaalplaatvloer ; 1 st. M12 mechanisch anker. houten vloeren ; 1 st. M12 tuimelanker. staalplaat ; 1 st. M12 tuimelanker. * In geval van gasbeton dienen er tevens contraplaten van voldoende afmeting aan de onderzijde van de dakvloer aangebracht te worden. -2-
Montage hulpmiddelen Figuur 9 : Hulpmiddel tuimelanker Figuur 10 : Verlengde pijpsleutel. Figuur 11 : Pers. Figuur 12 : Buigijzer. Montagevoorschrift Twist-Fix lijnsysteem - Algemeen Bepaal de juiste positie van het Twist-Fix lijnsysteem op het dakvlak, conform het dakplan, dakrisico inventarisatie of op aangeven van een deskundige, zodat het lijnsysteem op een veilige afstand van de dakrand bereikbaar is om aan te haken. Het Twist-Fix lijnsysteem dient een maximale totale lengte te hebben van 100 meter, waarbij de onderlinge ankerpunten op maximaal 10 meter uit elkaar geplaatst worden. Zorg ervoor dat de ondergrond droog is en vrij van vuil en allerlei plantaardige- en dierlijke resten. Bepaal aan de hand van de onderliggende gebouwconstructie het type bevestigingsmiddel en lees de bijbehorende installatievoorschriften van de fabrikant door en volg deze op. In de navolgende montagestappen is de ondergrond een metaalplaten dak, waarbij een tuimelplug voor de verankering wordt toegepast. De omschreven werkwijze geldt als richtlijn voor andere typen bevestigingsmiddelen en ondergronden. Montage Eind- en Hoekpunten Stap 1 Doorboor de dakbedekking en onderliggende isolatie met een boor, waarbij de diameter afhankelijk is van het type bevestigingsmiddel en de door de fabrikant daarvan opgegeven diameter. Boor in of doorboor de onderliggende ondergrond, waarbij de diepte van het boorgat eveneens bepaald wordt door het toegepaste bevestigingssysteem en de specificaties van de fabrikant. Stap 2 Plaats het bevestigingsmiddel in het boorgat en bevestig deze in de ondergrond volgens de daarvoor geldende voorschriften. TIP! Bij gebruik van een tuimelpluggen kan het doorvallen van de pluggen voorkomen worden door gebruik te maken van griptangen. Stap 3 Plaats het eind- of hoekpunt met de gaten over de door de dakbedekking stekende M10 draadeinden. Monteer een M10 carrosseriering op het draadeind en vervolgens de moer en draai deze aan met een bijpassen de moersleutel. - 3 -
Stap 4 Verwijder de overtollige draadeinden net boven de moer, waarbij er niets boven het gat in de onderplaat uit komt, anders is er kans op lekkage. Plaats de rozet over het eind- of hoekpunt en verkleef deze vol en zat op de aluminium onderschijf en de dakbedekking. Druk met een aandrukrol de rozet stevig op de onderliggende dakbedekking. De bitumen rozet is goed ingewerkt, zodra een kleine bitumen rups zichtbaar is langs de gehele rand. De rozet moet overhet geheel vast zitten. Montage Stappen Tussenpunt Stap 1 Doorboor de dakbedekking en onderliggende isolatie met een boor, waarbij de diameter afhankelijk is van het type bevestigingsmiddel en de door de fabrikant daarvan opgegeven diameter. Boor in of doorboor de onderliggende ondergrond, waarbij de diepte van het boorgat eveneens bepaald wordt door het toegepaste bevestigingssysteem en de specificaties van de fabrikant. Stap 2 Plaats het bevestigingsmiddel in het boorgat en bevestig deze in de ondergrond volgens de daarvoor geldende voorschriften. Het M12 draadeind moet minimaal 4 en maximaal 8 cm boven de dakbedekking uit steken. TIP! Bij gebruik van een tuimelplug kan het doorvallen van de plug voorkomen worden door gebruik te maken van het bijgeleverde metalen plaatje en het bijbehorende hulp gereedschap (fig. 9). Stap 3 Plaats het tussenpunt met de interne buis op het uitstekende draadeind en draai deze vast tot op de dakbedekking. Stap 4 Plaats de rozet over het tussenpunt en verkleef deze vol en zat op de aluminium onderschijf en de dakbedekking. Druk met een aandrukrol de rozet stevig op de onderliggende dakbedekking. De bitumen rozet is goed ingewerkt, zodra een kleine bitumen rups zichtbaar is langs de gehele rand. De rozet moet over het geheel vast zitten. -4-
Montage Kabel Spannen Stap 1 Bevestig de demper aan het ene eindpunt en de spanner aan het andere eindpunt, waarbij de draadeinden van de spanner zover mogelijk uit gedraaid zijn en de spanner zijn maximale totale lengte heeft. Stap 2 Steek de RVS staalkabel door alle tussen- en hoekpunten, zodat deze middels de kabel in de juiste volgorde en op de juiste wijze onderling verbonden zijn. De RVS buis in het hoekpunt is middels een speciaal buigijzer (figuur 12) in de juiste hoek om te buigen. Stap 3 Steek het ene uiteinde van de staalkabel in de buis van de demper en duw deze zover mogelijk naar binnen. Pers de buis van de demper van de ingang zijde middels zes (6) persingen af, welke aansluitend aan elkaar aangebracht dienen te worden. Stap 4 Steek het andere uiteinde van de staalkabel in de buis van de spanner en duw deze zover mogelijk naar binnen. Pers de buis van de demper van de ingang zijde middels zes (6) persingen af, welke aansluitend aan elkaar aangebracht dienen te worden. Stap 5 Breng de lijn op de juiste spanning met behulp van de spanner, door deze aan te draaien. De juiste spanning is bereikt, zodra de M12 sluitring in de demper binnen het met pijl aangeduide vak op de sticker van de demper staat. Het Twist-Fix lijnsysteem is gereed voor gebruik. Lees de gebruikshandleiding voor een correct en juist gebruik van het systeem. - 5 -
Beproeving van de bevestiging Het is mogelijk om de bevestiging van de ankerpunten van het Twist-Fix lijnsysteem aan de onderliggende gebouwconstructie te testen conform de eis vanuit de EN-795. De axiale trekproef wordt met een kracht van 5 kn gedurende ten minste 15 seconden uitgevoerd op het ankerpunt, waarmee de deugdelijkheid van de bevestiging wordt bepaald. Algemeen Het Twist-Fix lijnsysteem dient zodanig op het dakvlak geplaatst te zijn, dat er in geen geval valgevaar aanwezig is alvorens deze bereikt wordt. Degene die een Twist-Fix lijnsysteem monteert dient deskundig en geschoold te zijn in het toepassen en aanbrengen van chemische ankers, spanankers en boutbevestigingen. De montagevoorschriften van de leverancier van de bevestigingsmiddelen dienen opgevolgd te worden. Een daartoe deskundig persoon dient te bepalen welk type bevestigingsmiddel toegepast wordt gebaseerd op de onderliggende constructie, alsmede de kwaliteit en dimensies. De nationale norm voor verankering in beton moet in acht worden genomen. De minimale betondikte, exclusief de dikte van de eventuele afsmeerlaag, dient 120 mm te zijn en de diameter van de toegepaste verankering minimaal M10 in geval van de eind- en hoekpunten en minimaal M12 in geval van de tussenpunten. Voor de toegepaste staalverzinkte draadeinden geldt een minimale kwaliteit van 8.8. Voor houten ondergronden geldt een minimale dikte van 18 mm, voor staalplaat daken 0,7 mm en voor sandwichpanelen samengesteld met isolatie 0,6 mm dikte van het metaal. Technisch Montage Dossier Voor het opstellen van een technisch montage dossier dient de installateur het aantal ankerpunten, de posities, de unieke nummers, de toegepaste bevestigingsmiddelen en methodes te documenteren, bij voorkeur vergezeld van technische tekeningen en fotomateriaal. Melding na een val Indien het lijnsysteem een val heeft ondergaan, moet dit terstond aan de leverancier worden gemeld en mag het lij systeem niet meer worden gebruikt, alvorens de status hiervan is onderzocht. Jaarlijkse keuring Een Twist-Fix lijnsysteem dient jaarlijks na plaatsing te worden geïnspecteerd en zo nodig beproefd conform de NEN-EN 365. Eyecatcher BV Teddintonweg 28G 2421 LL NIEUWKOOP The Netherlands www.eyecatchersafety.com - 6 -