Een brand kan ook in ademnood zitten

Vergelijkbare documenten
Kennis over binnenbrand(bestrijding) evolueert

Backdraft. 12. Backdraft Beschrijving van het fenomeen

Fire Gas Ignition. Als het mengsel zich binnen de explosiegrenzen bevindt, ontbreekt enkel nog een energiebron om het mengsel te ontsteken.

De meest bekende vorm van Rapid Fire Progress: Flashover

Ventilatieopeningen & Brand

GO-RSTV OF DE KUNST VAN HET BRANDLEZEN

GO-RSTV of de kunst van het brandlezen

Een Belgische kijk op de binnenaanval

Bijscholing SAH voor onderofficieren GEVAARLIJKE BRANDFENOMENEN

Onder geventileerde branden nader bekeken

Oplossingen voor Rapid Fire Progress

Invoeren van overdrukventilatie: Drie verschillende benaderingen

Brandbestrijding: Bevelvoering & Tactiek

Ondergeventileerde branden: Theorie en praktijk

Oproep voor schoorsteenbrand Case Study

Wat is stroming? 1 Inleiding

Warme oefeningen: voordelen en risico s

Beschouwingen over de deurprocedure

Wind Driven Fires. Failing to maintain tradition is failing to learn from the past, Failing to break with tradition is failing to learn from today

Gascooling: a new approach

Bijscholing SAH voor onderofficieren DEEL 1 BRANDVERLOOP EN DE REALITEIT

De smoke stopper. 1 Nieuwe branden, nieuwe problemen, nieuwe oplossingen

Waarom blust water? 1 Inleiding

3T firefighting. 1 Wat is 3T firefighting?

Nieuwe inzichten omtrent ventilatie

Piercing Nozzles Karel Lambert 2014

Wat te doen bij brand?

Posten in een netwerk new tactics?

Bijscholing SAH voor onderofficieren. DEEL 5 TACTISCHE VENTILATIE Een sleutelpositie in binnenbrandbestrijding!

Weten en kennen Definitie van brand: Een voorbeeld

Bijscholing SAH voor onderofficieren DEEL 3 Het lezen van een brand, het GRSTV model

Transitional attack. 1 Rue Général Leman

Flashover en backdraft signaleren

Van robots naar denkende brandweermensen

Straalpijptechnieken Technieken en toepassingen op niveau onderofficier

Hygiëne bij brand. Stoffen worden op drie manieren opgenomen in het lichaam: Via de ademhaling. Via de huid. Via de spijsvertering

Beschouwingen over hogedruk

Hanteren van een slang

TACTISCHE EN TECHNISCHE ACHTERGROND: VENTILEREN BIJ BRAND

Bijscholing SAH voor onderofficieren DEEL 4 STRAALPIJPTECHNIEKEN

Inleiding tot ventilatietechnieken

Brandweer Vereniging Vlaanderen

Tactische Ventilatie. Dit is de verwijdering van de rook en onverbrande gassen bij branden in gesloten ruimtes,

Tunnelbrandbestrijding in Brussel

Hoe je woning te verwarmen. Een beginners handleiding om je comfortabel te voelen.

Wespstraat , 9000 Gent

BRAND CAFE ZONDER NAAM

DH 1. FPS, Edward Huizer ( ) Symposium Risicobewustzijn bij gebouwbranden Onderwerpen:

Rapport onderzoek brandverloop woonblok Schiermonnikoog te Zaandam

Worden branden heter? Ing. M.P. (René) de Feijter

Praktisch toepasbare wetenschap

brandbare stof zuurstof ontstekingsbron

Inleiding. Er was eens. Wie niet sterk is

Directe aanval. 1 Inleiding

Opstellingen met overdrukventilatoren

Risico s voor hulpverleners; de repressieve inzet

U vult deze vragenlijst Beleving Incident anoniem in. Beleving Incident (versie 0.1) * 1. Datum invullen vragenlijst?

Aflegsysteem brandbestrijding

Zomercongres Brandweervereniging West-Vlaanderen

Efficiëntie. Heeft de wetenschap het antwoord?

De stijgleiding Een link tussen brandpreventie en brandbestrijding

Onderzoek naar opstellingen met overdrukventilatoren

PDF-versie. Programma. Programma Doelstelling brandonderzoek (brandweer)

Luchtdicht Rookdicht. Buitenbrand. Binnenbrand. Brand Gebouw interactie. Brand en brandstof: NL:

Brandveiligheid Beperking van het uitbreidingsgebied van brand en rook

Leergebied: Zuid Nederland. Constructies

Bewoners, huisdieren en planten produceren dagelijks tien liter vocht. onderhouden+verbouwen. Ventilatie Onderhoud. eigen huis magazine

Health & Hygiene in CFBT

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

Onderzoeksproject. COBRA-Blussysteem. Deel 1. Auteurs: Voor de Belgische Brandweer. Federaal kenniscentrum Voor de civiele veiligheid

The Non-negotiables. 1 Inleiding

De brandweer verdient beter

WOONLASTEN Zijn de maandlasten voor huur + energie in een Passiefhuis lager dan in een normale woning? 4

Manschap A Brandbestrijding

De woningbrand van de toekomst: risico s van rook door de bewopners Ing. Jan Linssen, free lance brandveiligheidsadviseur

Beschrijving Burntype AT-01

Onderzoeksrapport. COBRA-blussysteem. Eindrapport. Auteur: Voor de Belgische Brandweer. Federaal kenniscentrum. Federale Overheidsdienst

Ventileren door brandweer Begrijpen van branddynamica als de sleutel tot effectieve ventilatie

Kunststof isolatiematerialen veilig toepassen. Peter van de Leur DGMR Bouw b.v.

Presentatie tbv. Symposium Brandende kwesties. 26 Maart 2015

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid

Een model voor een lift

Deerlijkseweg 146 te Waregem

1. Ecologische voetafdruk

Hygrothermie van de woning - ventilatie. ir. Marcus Peeters, lector / onderzoeker pba Bouw Odisee AALST campus Dirk Martens

Op basis van de aangehaalde uitgangspunten zou de oplossing volgens bijgaand schema hier aan bij kunnen dragen.

Voorbeeld van een woning met meerdere vuurhaarden op één schouw. Openvuur (Engeland 14de eeuw)

Situational Awareness

Dossier: Afvalverwerking en verwarming

Isolatie plaatsen en de kiertjes niet afdichten? Een jas die niet dicht kan, heeft toch ook geen zin...

Stichtse Vecht Isoleert 1.0 Nut & Noodzaak

Na leren van paragraaf 5.1 kun je

STANDAARD OPERATIONELE PROCEDURE. Aflegsysteem lage druk: bundels

CFD als tool voor de Fire Safety Engineer: case-study

Passiefhuis brand(on)veilig?

Na-isoleren. Isoleren v003 zonder

BRAND IN ONDERGRONDSE PARKEERGARAGES

Bouwfysica van Passief Bouwen in houtskeletbouw

Een aantrekkelijk alternatief voor lange (stads)tunnels ir. P. Jovanovic, ir. M. Holthuis

Oefenkaart 103C Tactieken en technieken toepassen bij brand

Transcriptie:

Een brand kan ook in ademnood zitten In het vorige artikel hebben we de branddriehoek en het geventileerde brandverloop bekeken. Dit is de manier waarop een brand zich gedraagt wanneer hij relatief veel lucht (zuurstof) krijgt. Het is echter zo dat we nu anders bouwen dan pakweg 50 jaar terug. Dubbele hoogrendementsbeglazing is tegenwoordig de standaard. Isolatiediktes in de spouwmuren en het dak zijn meer dan verdubbeld. De laatste jaren wordt er ook meer en meer luchtdicht gebouwd. In de zogenaamde passiefhuizen en laagenergiewoningen worden muren aan de binnenkant dikwijls bekleed met een luchtdichte folie. In deze huizen zal er veel minder energie weglekken naar buiten. Tijdens een brand zal er dus veel meer energie ter beschikking blijven van de brand. Daar komt bovenop dat er veel minder lucht ter beschikking staat van de brand. Dubbel glas breekt immers veel later dan enkel glas. We zullen dus een ander brandverloop krijgen. 4. Het ondergeventileerd brandverloop 4.1 Beperkte temperatuursopbouw Een brand die ventilatiegecontroleerd wordt voor flashover wordt ondergeventileerd genoemd. Het zogenaamde FC/VC point ligt dan op de grafiek voor flashover. Op figuur 4.1 zien we de rode curve in de beginfase en de ontwikkelingsfase. In de loop van de ontwikkelingsfase zien we het FC/VC punt liggen. Dit wil zeggen dat een gebrek aan ventilatie ervoor zorgt dat de brand zijn normaal verloop niet kan volgen. Het normale verloop wordt hier voorgesteld door de rode stippellijn. Het ondergeventileerde verloop wordt voorgesteld door de grijze curve. Vanaf het FC/VC point zal de Heat Release Rate dalen. Als de overgang van een brandstofgecontroleerde brand naar een ventilatiegecontroleerde brand vroeg in de ontwikkelingsfase plaatsgrijpt, zal de temperatuursopbouw heel erg beperkt zijn. 1/8 Ondergeventileerd brandverloop

Fig 4.1 De brand wordt heel vroeg ondergeventileerd. Dit zorgt ervoor dat de temperatuursopbouw heel erg beperkt is. 4.2 Grote temperatuursopbouw Als de brand laat in de ontwikkelingsfase ventilatiegecontroleerd wordt, is er al heel wat warmte en energie vrijgekomen. De verdere temperatuursevolutie zal dan afhangen van de bouwfysische eigenschappen van het lokaal. De ondergeventileerde brand wordt hier voorgesteld door de grijze curve. Als het lokaal vrij luchtdicht is, zal de HRR verder afnemen. De isolatie zal de warmte nog even behouden. Daarna zal de temperatuur echter ook afnemen. Indien er geen verandering komt in het ventilatieprofiel zal de brand uit zichzelf doven. Fig 4.2 Het ondergeventileerd brandverloop 2/8 Ondergeventileerd brandverloop

In de periode dat de brand ondergeventileerd is maar wel nog over voldoende energie beschikt, kan een verandering in het ventilatieprofiel desastreuze gevolgen hebben voor de veiligheid van de interventieploeg. 4.3 De pulserende brand Een laatste type ondergeventileerde brand betreft een brand in een lokaal waar een beperkte oppervlakte beschikbaar is voor het toevoeren van verse lucht. De brand zal nog steeds vrij snel ondergeventileerd worden. Tijdens de ontwikkelingsfase zal hij veel rook produceren die deels verdwijnt door de opening. Doordat de rookproductie toeneemt, zal een steeds groter wordend deel van de opening gebruikt worden voor rookafvoer. De neutrale laag zal dalen. Er kan dan niet voldoende nieuwe lucht binnentreden. De HRR van de brand neemt af. Na verloop van tijd zal de temperatuur in de ruimte dalen. Als gevolg daarvan zullen de rookgassen inkrimpen, de overdruk zal wegvallen en de rookafvoer zal stoppen. Er ontstaat een lichte onderdruk en er wordt weer lucht aangezogen door de ventilatieopening. Doordat er terug zuurstof beschikbaar is, zal de brand terug versnellen. Doordat de brand terug versnelt, neemt de HRR toe. De rookproductie zal stijgen en deze rook zal afgevoerd worden door de ventilatieopening. Daardoor zal de aanvoer van verse lucht verminderen en daarna zelfs stoppen. Het verbrandingsproces zal terug vertragen bij gebrek aan verse lucht. De HRR neemt terug af en de temperatuur zal weer dalen. Dit heeft dan weer inkrimping van de rookgassen en onderdruk tot gevolg. De luchtaanvoer herneemt. Op deze manier ontstaat het cyclisch proces dat voorgesteld wordt in figuur 4.3. Dit type van brand wordt de pulserende brand genoemd. In Nederland is men ervan overtuigd dat de brand in De Punt van dit type was. Meer info over deze brand vind je in het Verkennend onderzoek over de brand met dodelijke afloop in De Punt. Dit rapport is te vinden op www.brandweerkennisnet.nl. Een meer uitgebreid verslag over alle deelaspecten van de brand vind je op www.onderzoeksraad.nl. 3/8 Ondergeventileerd brandverloop

Fig 4.3 De pulserende brand 5. De Super Sofa Store Fire te Charleston (US) Ondergeventileerde branden houden een groot risico in. Als er om de één of andere reden veranderingen optreden in het ventilatieprofiel, krijgt de brand meer lucht. Hierdoor zal de intensiteit van de brand toenemen. Soms gebeurt dit geleidelijk aan en is er nog tijd om te reageren. Het gebeurt ook dat dit heel snel gebeurt en dat er een backdraft of een ventilatie-geïnduceerde flashover optreedt. In de recente geschiedenis was de brand in Charleston één van meest spraakmakende ondergeventileerde branden. 5.1 De Super Sofa Store De Super Sofa Store bevond zich in Charleston in de staat South Carolina. Het gebouw bestond uit verschillende delen. Er was een oorspronkelijke winkel (1.625 m²) met links en rechts een uitbreiding (elk 650 m²). Achteraan was een opslagplaats (1.500 m²) gebouwd die door een overdekte laadkaai verbonden was met het oorspronkelijke gebouw (zie fig 5.1). De winkel verkocht meubilair. Er was dus een heel hoge brandlast aanwezig. Omwille van de grote oppervlakte van deze winkel zal er per definitie weinig luchttoevoer geweest zijn. Er waren weliswaar enkele toegangsdeuren maar deze volstonden niet om de grote hoeveelheid lucht aan te voeren die de brand nodig had om zich te kunnen ontwikkelen. In een dergelijk gebouw zal de brand vrij snel ondergeventileerd worden. De branduitbreiding zal sterk vertragen en misschien zelfs stoppen zodat de brand erg beperkt blijft tot één locatie. De rook zal zich verspreiden in het gebouw. Nadat deze rook enige afstand afgelegd heeft, zal hij afgekoeld zijn en uitzakken. Hierdoor zal de zichtbaarheid fel gereduceerd worden en dit bemoeilijkt de brandbestrijding. 4/8 Ondergeventileerd brandverloop

Fig 5.1 Luchtfoto van de Super Sofa Store 5.2 De brand De brand ontstaat op 18 juni 2007 achter de winkel in de laadkaai. De brandweer stuurt twee autopompen uit naar deze brand. Eén ervan wordt ingezet voor de buitenbrandbestrijding terwijl de andere binnen een verkenning doet. Tijdens deze eerste verkenning wordt weinig tot geen rook waargenomen in de winkel. De brand woedt echter hevig in de overdekte laadkaai en er wordt verwacht dat hij zal uitbreiden in de winkel. Er wordt dan ook massaal opgeschaald. Twintig minuten na de melding zijn al zeven autopompen en vier officieren ter plaatse. De brand wordt nog steeds langs twee kanten bestreden. De inspanningen om de winkelruimte zelf te redden zijn echter serieus toegenomen. Er zijn binnen vijf ploegen actief met meerdere lansen om te pogen de brand tegen te houden. Tijdens deze inspanning wordt de winkelruimte langzaam maar zeker gevuld met rook. Enkele brandweerlui waren met goede zichtbaarheid naar binnen gegaan en moeten nu op de tast naar buiten. Verschillende brandweerlui komen in de problemen. De commandant hoopt door te ventileren een betere zichtbaarheid te creëren en laat de winkelramen inslaan (zie figuur 5.2). Hij hoopt op die manier zijn mensen meer kans te geven om het gebouw levend te verlaten. Deze tactiek heeft echter nogal wat gevolgen. De brand in de winkelruimte is op dat moment sterk ondergeventileerd. De aanslag op de winkelramen is een duidelijk zichtbare indicatie hiervan. Daarnaast vertegenwoordigen de winkelramen een grote oppervlakte. Door het breken van al deze ramen komt er plots heel veel zuurstof ter beschikking van de brand. De brand zal dan ook heel snel evolueren. Het vlammenfront breidt uit en de temperatuur schiet de lucht in. De situatie ontaardt dan ook in een waar inferno (zie figuren 5.3 en 5.4). Negen brandweerlui slagen er niet in om het gebouw te verlaten en komen om het leven. 5/8 Ondergeventileerd brandverloop

Fig 5.2 De ruiten worden ingeslagen (Foto: Bill Murton) Fig 5.3 Er ontstaat een uitstroom van rookgassen en een massale instroom van verse lucht na het breken van de ramen (Foto: Alexander Fox) 6/8 Ondergeventileerd brandverloop

Fig 5.4 Nadat de brand over voldoende zuurstof beschikt, evolueert deze naar een volontwikkelde brand (Foto: Charleston post) 5.3 Enkele kritische bedenkingen De brand in Charleston is tragisch. Negen brandweerlui kwamen om het leven. Het is echter niet zo dat dit uitsluitend het gevolg is van de beslissing van de commandant om te ventileren. De aanleiding tot deze beslissing was het feit dat een heleboel brandweerlui in de problemen zaten. In die zin heeft de ventilatie het probleem enkel verergerd. Een belangrijk element dat deze tragedie veroorzaakt heeft was het gebrek aan water. Er dienden serieuze afstanden afgelegd te worden van de hydrant tot aan de autopomp. Omwille van de hevige brand werd er terecht serieus opgeschaald. De meeste extra middelen werden ingezet voor de bestrijding van de brand en niet voor de wateraanvoer. In een aantal korpsen beschikt men over een zogenaamde watertrein. Wat doen korpsen die daar niet over beschikken? Wordt het afleggen van een middellange voeding (500 m) met beperkte middelen voldoende geoefend? Zijn er verbeteringen mogelijk in de manier waarop we ons materiaal inzetten? Een belangrijk item in Charleston was de bevelvoering. Als er opgeschaald wordt, komen meerdere leidinggevenden ter plaatse. Indien het incident zich afspeelt op een grotere oppervlakte is het moeilijk om een goed overzicht te behouden en de vele ploegen gecoördineerd te laten samenwerken. De belangrijkste manier om te voorkomen dat het misloopt, is opleiding en oefening. Hoeveel uren per jaar oefent de gemiddelde Belgische officier op grootschalig optreden? En dan heb ik het niet over de functies in het kader van de noodplanning maar over het werk van de officieren op het interventieterrein. Het ontbreken van een opvolgsysteem voor persluchtdragers ( Firefighter accountability ) was er de oorzaak van dat er niet adequaat kon gereageerd worden op de brandweerlui die in moeilijkheden kwamen. Er zijn in België een aantal korpsen die hun persluchtdragers opvolgen. Hoeveel zouden er zijn die buiten een reddingsploeg ter beschikking houden? In hoeveel korpsen zou er geoefend worden op noodsituaties voor persluchtdragers, op het redden van eigen mensen? In Fire Department New York heeft men een mayday-systeem ontwikkeld en geïmplementeerd. Nieuwe officieren krijgen een 7/8 Ondergeventileerd brandverloop

opleiding van één week (!) om te leren hoe ze moeten reageren op een mayday-melding. Hier verder op in gaan zou heel interessant zijn maar is stof voor een ander artikel. 6. bronnen [1] Hartin Ed, www.cfbt-us.com, persoonlijke gesprekken 2010 [2] Mcdonough John, New South Wales Fire Brigades, persoonlijke gesprekken, 2009-2010 [3] Raffel Shan, www.cfbt-au.com, persoonlijke gesprekken, 2009-2010 [4] Grimwood Paul, Hartin Ed, Mcdonough John & Raffel Shan, 3D Firefighting, Training, Techniques & Tactics, 2005 [5] Grimwood Paul, www.firetactics.com, persoonlijke gesprekken, 2008 [6] Lambert Karel & Desmet Koen, Binnenbrandbestrijding, versie 2008 & versie 2009 [7] Bengtsson Lars-Göran, Enclosure Fires,2001 [8] Gaviot-Blanc Franc, www.promesis.fr [9] NIOSH, 2007-18, Nine career firefighters die in a rapid fire progression at commercial furniture showroom, februari 2009 [10] Healy George, Managing the «MAYDAY», presentatie Ottowa Fire, mei 2010 8/8 Ondergeventileerd brandverloop