Protocol agressie en geweld Inleiding Elke school dient te beschikken over een protocol met betrekking tot Agressie en Geweld. Voor iedereen, betrokken bij de school, is dit protocol een handvat bij bovenstaande problematiek. Hierbij dient aangetekend te worden dat elke situatie uniek is en dat ook een verschil in beleving van ieder individu kan meespelen bij de beoordeling van een handelswijze of gedraging. Derhalve streeft dit protocol niet na, alles tot in detail vast te leggen. Wel dient het gebruikt te worden als leidraad en biedt het een kader waarbinnen medewerkers, leerlingen en ouders zich veilig kunnen bewegen. Verantwoording Basisschool Het Ooievaarsnest heeft gekozen om het pestprotocol bij het protocol voor Agressie en Geweld te voegen. Hieronder vallen ook ongewenst seksueel gedrag en discriminatie. Doelen Doel van het protocol is het scheppen van een kader, waarbinnen het mogelijk is om het volgende te waarborgen: een veilig en prettig leerklimaat voor de leerlingen een veilige en prettige leeromgeving voor de leerlingen een veilige en prettige werkomgeving voor de medewerkers een veilige een prettige omgeving voor de ouders (en andere betrokkenen) Daarnaast wil Het Ooievaarsnest met het protocol bereiken dat er duidelijkheid is omtrent het onderwerp Agressie en Geweld en hoe hiermee om te gaan, wanneer men ermee wordt geconfronteerd. De inhoud van het protocol wordt op dermate wijze bekend gemaakt, dat het voor alle betrokkenen mogelijk is, hiervan op de hoogte te zijn. Definitie Onder agressie/ geweld verstaan wij een handelswijze of gedraging door een medewerker/ leerling/ ouder / overige betrokkene welke als bedreigend wordt ervaren door de medewerker/ leerling/ ouder. Onder betrokkenen vallen ook vrijwilligers, stagiaires, verzorgers e.d. Uitgangspunt is hierbij dat op het schoolterrein iedere vorm van verbaal en fysiek geweld door alle betrokkenen niet wordt getolereerd. Hieronder wordt tevens verstaan diefstal, vernieling, vuurwerkbezit en/ of wapenbezit. Onder dit protocol valt ook ongewenst seksueel gedrag.
Concretisering Het team van basisschool Het Ooievaarsnest probeert agressie en geweld tegen te gaan door te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden, een prettig sociaal klimaat, een gepaste wijze van leidinggeven en voldoende aandacht voor ieder personeelslid, leerling en ouder. Het personeelslid draagt bij aan de preventie van Agressie en Geweld door problemen tijdig te onderkennen en bespreken. Elk teamlid gedraagt zich conform de afspraken. Geweld richting medewerker Er wordt een commissie opgericht, die zich zal bezighouden met de beoordeling van incidenten die vallen binnen het kader van agressie en geweld. Deze commissie bestaat uit; 1 directielid 1 medewerker (op uitnodiging van het slachtoffer) 1 Interne contactpersoon (het slachtoffer bepaalt welke van de twee interne contactpersonen er bij de beoordeling betrokken zal worden) Indien nodig zal bij de klachtenprocedure het bevoegd gezag betrokken worden. Als zich een incident voordoet, dan maakt het slachtoffer hier altijd melding van bij een directielid op vertrouwenscontactpersoon. Deze roepen vervolgens een commissie bijeen. De commissie bespreekt het voorval met het slachtoffer en beslist over het vervolgtraject. Hierbij spelen zwaarte van het incident, patroonvorming (herhaling), emotionele schade, fysieke schade en materiële schade een rol. De commissie beslist over het vervolgtraject. Zij spiegelt de procedure. Hierbij wordt het volgende in acht genomen door alle betrokken partijen: bij het eerste incident kan er sprake zijn van toeval, bij het tweede incident is er sprake van opvallend gedrag, bij een derde incident wordt te allen tijde actie ondernomen. Dit traject kan bestaan uit; Interne melding (LVS) (verplicht) Ordegesprek met pleger Ondertekenen intentieverklaring Externe melding (bv politie, maatschappelijk werk) Schorsing (kan alleen in overleg met bevoegd gezag gebeuren) Verwijdering (kan alleen in overleg met bevoegd gezag gebeuren) Schadevergoeding Informatie bijeenkomsten. Afhankelijk van de uitkomst van de commissie in relatie tot de zwaarte van het incident wordt schriftelijk melding gemaakt naar derden (bijv. ouders/ politie). Ook gaat een melding naar de externe vertrouwenspersoon. Bij incidenten tussen volwassen kan afhankelijk van de ernst van het incident externe melding worden gedaan. Dit kan bijvoorbeeld bij de externe vertrouwenscontactpersoon of bij politie.
Geweld van leerling-leerling Als er zich een incident voordoet tussen twee leerlingen dan maakt het slachtoffer of een getuige hiervan melding bij de aanwezige medewerker/ begeleiding. De medewerker/ begeleiding bespreekt het voorval met slachtoffer en dader en probeert er achter te komen wat er precies gebeurd is en in hoeverre er sprake is van opzettelijk geweld. Indien er sprake is van opzettelijke agressie/geweld beslist de medewerker/begeleiding over het vervolg traject. Hierbij spelen de volgende factoren een rol: zwaarte van het incident patroonvorming (herhaling) emotionele schade Fysieke schade materiële schade Denk hierbij ook aan: Pesten (Zie het pestprotocol voor afspraken hierover) Lichamelijk geweld Bedreiging Seksuele intimidatie Voor de te ondernemen stappen bij een voorval tussen leerlingen onderling of van leerling naar medewerker verwijzen we naar protocol gedrag. Mocht de situatie uiteindelijk zo ernstig worden dat de maatregel uit het stappenplan niet tot het gewenste resultaat leiden, dan kan door het bestuur van onze stichting worden besloten tot verwijdering van een leerling. Schade Indien er zich fysieke of materiele schade voordoet, dan zal deze op de dader(s) worden verhaald. Borging binnen de organisatie Alle betrokken partijen hebben aangegeven het belangrijk te vinden om een kader aangereikt te krijgen. Om een goede naleving van het protocol te waarborgen is het van belang dat er zorgvuldig wordt omgegaan met meldingen van incidenten en met alle betrokkenen. Alle incidenten die in de commissie behandeld zijn dienen aangetekend te worden in LVS. Bovenin bij de notities komt een verwijzing naar de datum. Dit waarborgt een zorgvuldige en volledige overdracht door leerjaren heen. Bijzonderheden worden bij overdracht van groepen besproken.
Gedragsregels en gedragscodes agressie en geweld. Binnen onze school gelden de volgende basisgedragsregels: Bij ons op school Is iedereen welkom Zorgen wij samen voor een gezellige school Kan en mag iedereen zichzelf zijn Luisteren wij naar elkaar Wandelen wij en zijn wij rustig op de gang Doen wij anderen geen pijn Helpen wij elkaar waar het kan en mag Zijn wij netjes op onze en andermans spullen Komen wij afspraken na. Wij zijn ons er bewust van, dat pesten en agressie in toenemende mate plaatsvinden met behulp van digitale media als e-mail, whatsapp, instagram, facebook, YouTube, Twitter e.d.. De gedragsregels zijn algemeen geformuleerd en gelden dus ook voor communicatie via dergelijke media. Gedragscode voorkomen ongewenst seksueel gedrag Aandachtspunt: Je lijf is van jezelf en niemand heeft het recht om daar zonder toestemming aan te komen; Kom niet aan een ander wanneer hij/zij dat niet wil. Omgangsregels voor alle geledingen De omgangsregels die voor de kinderen gelden, gelden ook voor de geledingen binnen Het Ooievaarsnest. Medewerkers gaan professioneel om met informatie over school die naar buiten gaat. Gedrag op school We streven naar gelijkwaardigheid binnen de school. Dit houdt in dat de volgende gedragingen niet worden getolereerd: Gedrag, waar een ander last van heeft; Pestgedrag; Verbale en non-verbale (seksuele)intimidatie; Ongewenste aanrakingen.
Schriftelijk en beeldend materiaal Wij distantiëren ons van beeldend en schriftelijk materiaal in de school, waarin de ander wordt voorgesteld als minderwaardig of als lustobject. Hieronder verstaan wij ook de leer- en hulpmiddelen die een rolbevestigend karakter hebben. Schoolse situaties Op schoot nemen bij troosten, belonen en feliciteren De goede spontaniteit in de omgang met kinderen dient te blijven bestaan. De wensen en de gevoelens van kinderen moeten worden gerespecteerd. De medewerker moet daarentegen ook nee kunnen zeggen tegen gedrag wat hij/zij niet wenselijk vindt. Aan- en uitkleden In de onderbouw kunnen indien dit nodig is- kinderen geholpen worden met aan- en uitkleden. In de bovenbouw gebeurt dit niet meer of incidenteel, waar nodig, wanneer het kind zelf om hulp vraagt. Gymmen In principe kleden jongens en meisjes zich vanaf groep 3 afzonderlijk om. Op het Ooievaarsnest wordt na de gymles niet gedoucht. Bij het omkleden geldt dat de medewerker niet uitdrukkelijk aanwezig dient te zijn. Wanneer het noodzakelijk is dat de medewerker de kleedkamer binnen gaat, klopt hij/zij even op de deur. Na de gymles wacht de medewerker in principe- tot alle leerlingen klaar zijn met omkleden en weg kunnen. Indien de medewerker deelneemt aan de gymles kleedt hij/zij zich in een aparte ruimte om. Leerlingen thuis uitnodigen In principe worden kinderen niet alleen bij een medewerker thuis uitgenodigd. Wanneer een groep kinderen de medewerker bezoekt, gebeurt dit alleen als ouders daarvan op de hoogte zijn. Eén op één situaties Wanneer kinderen langer op school blijven is dat hoogstens 15 minuten. Is het, in uitzonderingsgevallen, nodig dat een kind langer blijft dan worden ouders hiervan altijd op de hoogte gesteld. In principe probeert een medewerker zo min mogelijk met een kind alleen in de groep te blijven. Wanneer dit wel het geval is, ga dan zodanig met de leerling om dat ten alle tijden iemand binnen kan lopen. Schoolkampen Op schoolkamp bestaat de leiding uit mannelijke en vrouwelijke begeleiders. Tijdens schoolkamp gelden dezelfde gedragsregels als in de schoolse situatie. Bij schoolkampen slapen de meisjes en jongens in principe gescheiden.
Bespreken van onacceptabel gedrag Kinderen die gedrag vertonen dat als onacceptabel wordt ervaren, worden hier op in ieder geval aangesproken. Afhankelijk van de situatie gebeurt dit individueel of in klassenverband. Bij ernstig onacceptabel gedrag worden ouders op de hoogte gebracht. Onacceptabel gedrag van de medewerkers wordt individueel met de betrokkene besproken. Dit gebeurt door de directie of door de vertrouwenscontactpersoon van de school.