Vervoerskaart FIETSEN Vanaf groep 6 mogen leerlingen van basisschool de Touwladder/de Start op de fiets naar een activiteit. Er wordt gefietst in maximale grootte van een leerjaar. Gaan er meerdere groepen of de gehele bovenbouw, dan zit er minimaal 5 minuten tussen de starttijd van de verschillende groepen. De leerkracht bepaalt vooraf de af te leggen route en bespreekt deze met de begeleidende ouders. Er wordt altijd gekozen voor een weg met zo min mogelijk kruisingen of last van overig verkeer. Indien er wel een weg of kruispunt overgestoken moet worden dan staat de voorste begeleider op de weg. De tweede begeleider neemt de kruising over van de eerste begeleider enzovoorts totdat de gehele groep overgestoken is. Fietsen kamp groep 8 Elke leerling, leerkracht en begeleidende ouder draagt een veiligheidshesje om de zichtbaarheid te bevorderen. Deze worden na de activiteit weer ingeleverd. Enkele dagen voordat de groep met de fiets weg gaat vraagt de leerkracht aan alle kinderen om thuis hun fiets door de ouders te laten controleren; banden oppompen, ketting strak, bel en verlichting controleren. Tussen elke opeenvolgende fiets zit een fietslengte afstand. De leerlingen rijden in tweetallen naast elkaar. Na elke 3-4 tweetallen fietst een begeleider, dus 1 begeleider per 6-8 leerlingen! De groep kan uit elkaar raken door bijvoorbeeld een verkeerslicht dat op rood springt. De groep rijdt NIET door rood. Na een verkeerslicht wordt een stukje doorgefietst en dan wacht de groep tot iedereen er is. Bij meerdere verkeerslichten dicht bij elkaar wordt op elkaar gewacht na het laatste verkeerslicht. Geef informatie aan elkaar door, bijvoorbeeld de weg wordt smaller: de eerste volwassene steekt dan zijn hand in de lucht en fluit en roept: achter elkaar! de volgende volwassene neemt dit over. Voor de kinderen is dit het teken dat ze achter elkaar gaan fietsen totdat de handen weer naar beneden gaan. Tegenliggers op het fietspad? De voorste begeleidende ouder/leerkracht roept dit en dit wordt naar achteren door geroepen door de begeleidende ouder/leerkracht. Hetzelfde geldt voor paaltjes en andere obstakels of weggebruikers die van achteren in gaan halen.
Linksaf of rechtsaf? Iedereen steekt zijn arm duidelijk uit. Parkeer de fietsen op de bestemming netjes naast elkaar en zet de fietsen op slot. Alle fietssleutels worden bij de leerkracht ingeleverd en deze bewaart de sleutels in een meegebracht sleuteltasje. Bij voorkeur neemt het kind geen bagage mee. Is dit toch nodig dan wordt gebruik gemaakt van een rugzak die op de rug gedragen wordt. Er mag NIETS aan het stuur gehangen worden of in een fietskist vervoerd worden. Op de bagagedrager spullen meenemen mag maar dan moet het stevig vastzitten, dit wordt door de begeleidende ouders gecontroleerd. De leerlingen mogen GEEN SLIPPERS aan tijdens fietstochtjes. Verder gelden uiteraard de standaard fietsregels, niet stunten, niet slippen en met maximaal 2 personen naast elkaar fietsen!
Begeleiderskaart: AUTO Elke ouder die leerlingen met de auto vervoert, heeft de verklaring vervoer per auto gelezen op school. Er kunnen niet meer kinderen in de auto dan er gordels zijn. Iedereen draagt een gordel. De begeleider is in het bezit van een geldig Nederlands rijbewijs en draagt dit bij zich. De begeleider laat leerlingen op een veilig punt in- en uitstappen. De begeleider maakt gebruik van de kindersloten, indien aanwezig. Eigen kinderen kleiner dan 1.35 meter moeten verplicht op een stoelverhoger. Volgens de wet hoeven andermans kinderen, als ze kleiner zijn dan 1.35 meter, tot 50 km van school niet op een stoelverhoger vervoerd te worden. Indien de ouders die niet meerijden dit wel wensen dan dienen zij zelf zorg te dragen voor het aanwezig zijn van een stoelverhoger. Er wordt voorafgaand aan de activiteit een verzamelplaats op de bestemming afgesproken. Iedereen wacht daar tot de groep weer compleet is. Er wordt individueel en dus NIET achter elkaar (in colonne) gereden. Dit is bewezen veiliger gebleken.
Begeleiderskaart: Lopend naar de gym/klavier Bij bekende bestemmingen gebruik maken van de uitgeschreven looproutes. Voorkeur gaat altijd uit naar lopen op de stoep. Niet langs de rand van een drukke weg lopen. Leerlingen lopen twee aan twee. De leerkracht loopt voorop of achteraan, afhankelijk van zijn of haar groep. Indien er onderweg overgestoken moet worden dan blijft de leerkracht op de kruising staan, de kinderen wachten na het oversteken zo'n 20 meter verderop. Ze wachten daar totdat de leerkracht weer vooraan de groep is. Pas dan kan er verder gelopen worden. Hulpouders lopen verspreid in de groep mee. Er loopt altijd 1 hulpouder achteraan. Een loop/wandel uitstapje begint altijd in het klaslokaal en eindigt daar ook weer. De voorste leerlingen dragen een reflecterend hesje van school. Bij terugkomst worden alle hesjes weer aan de leerkracht gegeven.
Wandelroute Klavier Kaatsheuvel Verlaat de school via het schoolplein en vervolg linksaf de Hei-akker. Einde van de Hei-akker rechtsaf de Marktstraat in. Steek vervolgens over bij de Molenakker. Daarna steek je de Langemeer over. Je loopt de Marktstraat verder door tot het zebrapad. Bij het zebrapad steek je over naar het Anton Pieckplein. Je bent gearriveerd bij 't Klavier. Wandelroute Werft Kaatsheuvel Verlaat de school via het schoolplein en vervolg linksaf de Hei-akker. Einde van de Hei-akker rechtsaf de Marktstraat in. Steek vervolgens over bij de Molenakker. Daarna steek de Langemeer over. Vervolgens oversteken op de oversteekplaats tegenover slagerij Merkx. Vervolg de weg daarna via de Langendijkstraat. Via Multatulihof richting Vondelstraat oversteken bij de Werft.