Lokaal waterbeleid Water in balans Studiedag waterbeleid voor lokale besturen Verslag werksessies WERKGROEP 2: REEKS: A WAAR NAARTOE MET HET RIOOLSUBSIDIEBESLUIT Workshop door VMM Rebecca Callebaut, Veerle D Haene Verslag opgemaakt door Gert De Smedt (IGEMO) VMM bereidt momenteel een grondige herziening van het rioolsubsidiebesluit voor (Besluit van de Vlaamse Regering van 1/2/2002 m.b.t. de subsidiëring van de aanleg van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, de bouw van kleinschalige RWZI m.i.v. de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden). Eerdere wijzigingen (29/4/2005, 10/3/2006, 9/5/2008) gebeurden omwille van de gewijzigde wetgeving. De Vlaremwijziging legt al de bepalingen vast m.b.t. de optimale afkoppeling. Deze definitie dient ook te worden toegepast op projecten in uitvoering van bovenstaand BVR. Bovendien worden de gemeenten geconfronteerd met een budgetproblematiek: alle vastleggingsbudgetten voor 2010 zijn al enkele maanden opgebruikt en de vastlegging van heel wat projecten die dit jaar goedgekeurd werden is al doorgeschoven naar 2011. Tenslotte zijn een aantal optimalisaties aan de procedure gewenst. Bovengenoemde en andere redenen geven aanleiding tot de huidige globale herziening. VMM stelt tijdens deze workshop 3 voorstellen voor tot wijziging aan het rioolsubsidiebesluit. De aanwezigen worden gevraagd hun opmerkingen en bedenkingen hierover kenbaar te geven en deze voorstellen af te toetsen bij de achterban. De voorstellen worden kort toegelicht, waarna een bespreking met de deelnemers aan de workshop volgt. Opmerkingen van VMM zijn in italic weergegeven. VOORSTEL 1: WIJZIGING SUBSIDIEPERCENTAGES Momenteel 3 verschillende percentages van subsidiëring: - 100% voor een volledig gescheiden stelsel - 75% voor een semi-gescheiden stelsel (optimale afkoppeling met gesloten bebouwing of met een nog bestaande aansluiting van gemengde riolering hogerop). - 50% voor een gemengd stelsel Voorstel tot wijziging: - 1 percentage voor optimale afkoppeling, eventueel nog lager percentage voor nietoptimale afkoppeling (cf. uitzonderingen GUP) Lokaal waterbeleid Water in balans - Studiedag waterbeleid voor lokale besturen 28 september 2010 1/6
- Differentiatie volgens RWA: hoger percentage voor open afvoersysteem, lager percentage voor ander systeem. Voor de RWA-afvoer kan geput worden uit een groot scala aan oplossingen. - Dus: A% voor optimale afkoppeling en open RWA, B% voor optimale afkoppeling en nietopen RWA, C% voor niet-optimale afkoppeling. Deze percentages dienen nog vastgesteld te worden, rekening houdend met de impact op de beschikbare budgetten. Op welke manier wil het Vlaams Gewest de subsidies aanwenden: als sturing naar een gewenste situatie of als vergoeding voor de hele kost? In het laatste geval gaat men de subsidie als een recht aanschouwen in plaats van als een gunst. Moeten niet eerst de budgetten worden nagegaan, waarna dan kan worden vastgesteld wat mogelijk te subsidiëren valt? In de werkgroep 1 van VLARIO is gebleken dat gemiddeld slechts 60% van de totale uitbouw kan gesubsidieerd worden met de huidige middelen. Het Vlaams Gewest wil sturend optreden met de subsidies. Maar het is wel zo dat deze momenteel aanzien worden als een recht. In de planning moet een rioolbeheerder er eigenlijk mee rekening houden dat er geen subsidies voorhanden zijn. Is het mogelijk ook te werken met een specifieke betoelaging voor vervangingsinvesteringen vanuit het Vlaams Gewest? Je zou deze kunnen gebruiken voor renovatie-investeringen Dat zouden dan 2 parallelle subsidieprocedures zijn. Daarvoor zijn momenteel geen bijkomende middelen. Er is nu 109 miljoen euro vastleggingskrediet. Als dit kan behouden blijven, moeten we al tevreden zijn. Het Vlaams Gewest moet misschien duidelijker zijn in welke richting ze willen sturen en waarom al dan niet subsidies worden toegekend. Hiertoe kunnen bijkomende criteria worden vastgesteld. Wordt er al voldoende rekening gehouden met de GUP s? We hebben nu 6 jaar voor de uitbouw van projecten, maar we moeten ook weten op welke inkomsten we moeten kunnen rekenen: saneringsbijdragen, subsidies en bijkomende middelen en dan kunnen we er zicht op hebben waaraan deze kunnen besteed worden. De koppeling tussen het GUP en het subsidiebesluit zal er zeker komen, bv. dat enkel subsidies zullen worden toegekend als het project in de eerste planperiode van 6 jaar van het GUP is een voorstel. Nu is het ook zo dat niet alle projecten voor de eerste 6 jaar subsidieerbaar zijn, want er zijn ook investeringen in het centraal gebied nodig en de beschikbare middelen zullen nooit voldoende zijn om alle rioleringswerken met subsidie uit te voeren. Zijn er richtlijnen over wat met wat te financieren? Zowel de subsidies als de opbrengsten van de waterfactuur als de algemene middelen vanuit de gemeente kunnen aangewend worden. Maar welk percentage wordt met algemene middelen betaald en welk met de opbrengst van de vervuiler betaalt? De 100% subsidie nu is niet helemaal correct, want dit geeft geen motivatie om kostenefficiënt te werken. De 100% subsidie is van toen men een extra stimulans wou geven voor het aanleggen van volledig gescheiden stelsels. Sedert het van kracht worden van de Vlaremwijziging m.b.t. optimale afkoppeling in 2008 is het onderscheid tussen 100% en 75% subsidie echter eerder kunstmatig en niet meer gewenst. Lokaal waterbeleid Water in balans - Studiedag waterbeleid voor lokale besturen 28 september 2010 2/6
Een differentiëring in subsidies naargelang het type RWA zou moeten maken dat open grachten bevorderd worden. Vaak wordt gezegd dat het regenwater naar open water gaat, terwijl deze later toch dicht blijkt te zijn. Nu worden er te vaak redenen aangehaald om geen open grachten aan te leggen of te behouden. Daar is teveel willekeur in en wellicht zijn de mogelijkheden te weinig afgetoetst. Wordt dit dan niet beter een technisch criterium i.p.v. een parameter voor de subsidies? Een subsidie gaat wellicht niet aanzetten tot open RWA. Als een open gracht niet kan, kan het niet. Als de projecten met open grachten meer worden betoelaagd, zullen de werken in landelijk gebied meer gefaciliteerd worden. Bijgevolg zullen daar dan meer projecten gerealiseerd worden. Een open of gesloten RWA aanleggen is nog verschillend van infiltratie of niet. Dan moet je ook stimuli inbouwen om water zoveel mogelijk ter plaatse te houden. Bv. door infiltratiebuizen. Het aansluiten van private panden zou dan ook niet vanzelfsprekend mogen zijn. Dan behaal je wellicht een hogere infiltratiegraad. Een parameter zou moeten bepaald worden om zo weinig mogelijk hemelwater aan te sluiten op het stelsel. VOORSTEL 2: WIJZIGING VASTLEGGINGSMOMENT Momenteel: Vastlegging in fase voorontwerp Daarna: ontwerp aanbesteding gunning uitvoering uitbetaling Voorstel: Vastlegging in fase ontwerp of aanbesteding (plafondbedrag) Voorontwerp en ontwerp in 1 dossier. Is 1 stap administratief en procedureel haalbaar? Momenteel is het al zo dat het voorontwerp in feite een ontwerp is, want er wordt al danig veel in gevraagd. Kan er niet terug worden gegaan naar een voorontwerp, waarin een concept wordt vastgesteld en dat dit wordt afgetoetst bij het beleid en indien positief geëvalueerd, verder wordt uitgewerkt. Dit is ook bruikbaar voor overleg met de vergunningverlenende instanties. Het voorstel zal worden onderzocht maar er dient in elk geval een hydraulische controle mogelijk te zijn in fase voorontwerp. Nadeel van dit voorstel bestaat erin dat de ontwerpdossiers, welke momenteel aan de provinciegouverneurs worden overgemaakt zouden moeten voorgelegd worden aan de ambtelijke commissie aangezien de conformiteitsverklaring tussen VO en OF2 dan wel in de AC zou moeten gegeven worden. Financieel is het best dat het bedrag bij de aanbesteding gekend is. Als we dan pas het bedrag vastleggen, kunnen er mogelijk problemen optreden naar uitbetaling toe. De termijn tussen vastlegging en uitbetaling wordt korter, waardoor bij budgetproblemen (vastlegging) de beschikbaarheid van uitbetalingskredieten mogelijk in het gedrang komt met de bijhorende financiële gevolgen voor de rioolbeheerder. De gemeente zijn er tevens zelf niet echt voorstander van aangezien ze de termijn tussen Lokaal waterbeleid Water in balans - Studiedag waterbeleid voor lokale besturen 28 september 2010 3/6
aanbesteding en gunning zelf als te kort ervaren om dan nog een dossier te laten conform verklaren en de subsidie te laten vastleggen. Als er geen krediettekorten zouden zijn, zou er in principe wel een vastlegging kunnen gebeuren op het moment van aanbesteding. Nu geven we sinds maart wel goedkeuring aan dossiers, maar worden de kredieten vastgelegd op 2011. We geven nu al advies op projecten die in uitvoering zijn (door toepassing van afwijking op artikel 20). Deze situatie is niet houdbaar. Rekening houdend met bovenstaande bedenking wordt niet verder gedacht over vastlegging op aanbesteding. Waarom kan geen voorschot uitbetaald worden bij de aanbesteding? Soms vallen projecten op dat moment stil. Eventuele terugvorderingen die hierdoor zouden moeten gebeuren zijn niet evident. Het brengt ook extra administratie mee. Als 20% van de werken is uitgevoerd, kan 80% van de subsidies worden opgevraagd. Indien bij aanbesteding reeds 80% van de subsidie zou worden uitbetaald zal dit voor veel problemen zorgen. De aanwezige gemeenten hebben geen probleem met de betaling van het voorschot bij 20% uitvoering van de subsidieerbare werken. Voor 30% van de dossiers wordt trouwens geen voorschot aangevraagd. Belangrijk is het om te weten dat de subsidies worden toegekend. Bij de IBA s is het duidelijk: voer eerst uit en daarna krijg je subsidies. Als voorontwerp en ontwerp in 1 dossier mogen, wat wordt daar dan in besproken? Een hydraulisch-conceptuele, schematische lijn? Moet je dan in de fase voorontwerp al weergeven welk % subsidies er voor welke deelprojecten is voorzien? Misschien is overleg met AWV mogelijk voor een afstemming. Op de PAC wordt eerst het technisch ontwerp voorgelegd. Deze studies kosten ook veel geld. Naar timing toe wordt de detailstudiekost ook best zoveel mogelijk achteruit geschoven. Als het hydraulisch concept in de fase voorontwerp nodig is, is er toch ook een studie nodig? Volgens de rioolbeheerder is dit een beperktere studie en zouden de kosten beperkter zijn. Dit is maar 10 à 15%. Een detailontwerp, meetstaat en raming is meer. De conformiteit met de doelstelling van het project is belangrijk. In het detailontwerp zijn nog afwijkingen mogelijk. Waar in de procedure is een terugkoppeling voorzien op de raming? Het dossier in fase voorontwerp is vrij technisch uitgebouwd. Bij de betaling vallen de effectieve kosten meestal lager uit dan geraamd. De controle van de ramingsprijzen gebeurt momenteel in fase voorontwerp, bij de behandeling van het dossier in de ambtelijke commissie. Uiteraard is deze controle geen gedetailleerde herberekening van de prijzen maar geeft deze een indicatie van de mogelijke overschatting of onderschatting van de kostprijs van een project en is dit in een aantal gevallen de aanleiding om een verantwoording te vragen. Bij betaling vallen de kosten vaak lager uit maar dit dient evenwel genuanceerd te worden aangezien momenteel nog veel dossiers worden betaald waarvoor de subsidie werd vastgelegd inclusief BTW en de betaling dient te gebeuren exclusief BTW (hierdoor is er onvermijdelijk een vermindering van de vastgelegde subsidie door te voeren). Als wat nu in het voorontwerp zit, naar achter geschoven wordt, wordt het probleem van discrepantie met het opgedragen project toch groter? De raming speelt niet mee in de prioritering van een dossier. Lokaal waterbeleid Water in balans - Studiedag waterbeleid voor lokale besturen 28 september 2010 4/6
Als er externe financiële problemen rijzen worden in de GR andere prioriteiten genomen. Het hangt ook af van de voorstel van timing tegen 2027. Gaat alles gedekt worden of niet? Is de houdbaarheid hiervan gegarandeerd? Ondanks het heffen van maximale saneringsbijdragen zijn de investeringen niet betoelaagbaar. VOORSTEL 3: AANPASSING TERMIJNEN Termijn Momenteel Voorstel 1 Indiening voorontwerp 2 Indiening aangepast voorontwerp Geen 3 Indiening ontwerp Geen 4 Indiening aangepast ontwerp Geen 5 Indiening eindafrekening 9 maand na kennisgeving goedkeuring programma 3 jaar na kennisgeving vastlegging 1 jaar na kennisgeving goedkeuring programma 1 jaar na niet goedkeuring* *ofwel 2 jaar tussen eerste indiening en uiteindelijke goedkeuring 1 jaar na kennisgeving vastlegging 1 jaar na niet goedkeuring ** **ofwel 2 jaar tussen kennisgeving vastlegging en goedkeuring ontwerp 4 jaar na kennisgeving vastlegging, of 3 jaar na start der werken Algemeen: verlengen van de termijnen + toevoegen van een termijn waar nu geen is voorzien 1: verlengen termijn 2, 3, 4: betere opvolging van de stand van zaken van het dossier 5: start der werken : omwille van vele uitstelvragen. Deze datum moet dan procedureel worden vastgelegd. Het probleem met de 9 maand voor stap 1 is dat het studiebureau pas wordt aangesteld als de zekerheid van definitieve programmering geweten is, maar er gaat wel 4 à 5 maand over eer een studiebureau kan worden aangesteld. Studiebureaus zijn ook vragende partij voor een verlening van de termijn. 9 maand is misschien wel haalbaar als de inhoud van het voorontwerp minder wordt. Anderzijds is er ook de mening dat de huidige termijn voor indienen voorontwerp haalbaar is en best niet verlengd wordt, want wellicht zal deze termijn dan nog altijd te kort blijken indien het dossier niet tijdig opgestart wordt. Met het oog op de efficiëntie Lokaal waterbeleid Water in balans - Studiedag waterbeleid voor lokale besturen 28 september 2010 5/6
verbetering zal nog verder moeten onderzocht worden of een verlenging is aangewezen. Voor het verlengen van de termijn voor indienen eindafrekening kan het zijn dat verlenging tot 4 jaar in bepaalde gevallen geen oplossing zal bieden, gezien het dossier bv. omwille van juridische geschillen of administratieve problemen vastzit. Er wordt momenteel gewerkt aan de mogelijkheid om dossiers digitaal in te dienen. Momenteel is dit in testfase. Gemeenten en rioolbeheerders worden gevraagd via mail of post hun opmerkingen / bedenkingen bij de voorgestelde wijzigingen voor 31 oktober in te dienen bij: VMM- AELT t.a.v. Rebecca Callebaut A. Van de Maelestraat 96 9320 Erembodegem Aelt.gip@vmm.be Fax: 053 711 024 Lokaal waterbeleid Water in balans - Studiedag waterbeleid voor lokale besturen 28 september 2010 6/6