Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2. In afwijking van het eerste lid, onder a, bedraagt de retributie indien het de invoercontrole betreft van:

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NVWA Onderbouwing tarieven NVWA 1. Onderbouwing tarieven NVWA

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum 19 juli 2017 Onderwerp Vragen over doorberekening van toezichts- en handhavingskosten aan het bedrijfsleven

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEI T,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Warenwetregeling Vrijstelling vitaminepreparaten wordt als volgt gewijzigd:

Totstandkoming NVWA-tarieven controle voedselveiligheid verse vis en garnalen 2017.

Onderbouwing retributietarieven NVWA. Mei Pagina 1

Onderbouwing retributietarieven NVWA

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Onderbouwing retributietarieven NVWA

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

OVERZICHT TARIEVEN NVWA versie 1 september 2013

Herziening van de Officiële Controleverordening (CoVo/OCR) voorheen 882/2004. Rik Herbes

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Inspecteur-Generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

Ontwerp-regeling DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De onderdelen d tot en met h worden geletterd e tot en met i.

OVERZICHT TARIEVEN VWA

OVERZICHT TARIEVEN NVWA versie 1 februari 2014

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Wijziging van de voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling tarieven Plantenziektenwet wordt als volgt gewijzigd:

OVERZICHT TARIEVEN NVWA (EXCL LABORATORIUM, HERINSPECTIES EN FYTOSANITAIR) PER 1 OKTOBER 2016.

Onderbouwing retributietarieven NVWA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Consultatietekst d.d. 13 december 2005 NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6

OVERZICHT TARIEVEN NVWA (EXCL LABORATORIUM, HERINSPECTIES EN FYTOSANITAIR) PER 1 JANUARI 2016.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte Voorzitter,

STAATSCOURANT. Nr

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Erkenningen Buitengrens Inspectie Post / Sub Inspectiepost Verlenen en onderhoud erkenning (HPIE0201) 8 juni 2016 Versie: 1.1.1

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan geadresseerde. Geachte heer/mevrouw,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling tarieven Plantenziektenwet wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Provinciaal blad van Noord-Brabant

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Convenant horizontaal toezicht tussen VION N.V. en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bekendmaking door VWS goedgekeurde hygiënecodes vanaf 1 januari 2006

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN. In overeenstemming met de Minister van Financiën;

Bespreking banken 21 juli 2016 Drinkwatertarief WMD: hoe komt het tot stand? Wettelijk kader

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Project: Efficiënter toezicht kalverslachterij

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1 OVERHEIDSBIJDRAGE AAN KOSTEN VOOR FINANCIEEL TOEZICHT

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het nieuwe controlebeleid

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Erkenningen Buitengrens Inspectie Post / Sub Inspectiepost Verlenen en onderhoud erkenning (HPIE0201) 3 januari 2018 Versie: 1.1.2

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, 333305-117807-VGP houdende wijziging van de Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen 2008 in verband met een herziening van het retributiestelsel De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 11 van het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen; 3esluit: Artikel 1 De Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen 2008 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt: a. 0,00987 vervangen door: 0,01121; b. 60,16 vervangen door: 68,28; c. 462,93 vervangen door: 525,42; d. 0,01258 vervangen door: 0,01457; e. 76,66 vervangen door: 88,77; f. 590,00 vervangen door: 683,05; g. 43,83 vervangen door: 155,23; h. 27,52 vervangen door: 27,84. 2. In het tweede lid wordt: a. 647,53 vervangen door: 734,94; b. 1295,04 vervangen door: 1469,87; c. 2590,13 vervangen door: 2939,79; d. 3885,18 vervangen door: 4409,68; e. 841,77 vervangen door: 955,40; f. 1683,56 vervangen door: 1910,84; g. 3367,14 vervangen door: 3821,71; Pagina 1 van 12

h. 5057,63 vervangen door: 5740,41. 3. In het derde lid wordt: a. 0,0015 vervangen door: 0,0017; b. 30,88 vervangen door: 35,05; c. 360,22 vervangen door: 408,85. B In artikel 5 wordt: 1. 0,00987 vervangen door: 0,01121; 2. 60,16 vervangen door: 68,28; 3. 462,93 vervangen door: 525,42; 4. 0,01258 vervangen door: 0,0 1457; 5. 76,66 vervangen door: 88,77; 6. 590,00 vervangen door: 683,05; 7. 43,83 vervangen door: 155,23; 8. 27,52 vervangen door: 27,84. c Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt 116,64 vervangen door: 155,23. 2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt 31,77 vervangen door: 27,84. 3. Het tweede lid vervalt. D Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, aanhef, wordt een aangekondigde en vastgelegde periodieke controle wordt vervangen door: een periodieke controle. 2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt 116,64 vervangen door: 155,23. 3. In het eerste lid, onderdeel b, wordt 31,77 vervangen door: 27,84. 4. Het tweede lid vervalt. E In artikel 12 wordt: 1. 116,64 vervangen door: 155,23; 2. 31,77 vervangen door: 27,84. F In artikel 13 wordt 23,68 vervangen door: 36,48. G In artikel 14 wordt: 1. 65,68 vervangen door: 155,23; 2. 25,88 vervangen door: 27,84. Pagina 2 van 12

H Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt 8,26 telkens vervangen door: 8,35. 2. In het tweede lid wordt 7,76 vervangen door: 8,35. 3. In het derde lid wordt: a. 27,52 telkens vervangen door: 27,84; b. 25,88 vervangen door: 27,84. 1 Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt: a. 27,52 telkens vervangen door: 27,84; b. 25,88 vervangen door: 27,84. 2. In het tweede lid wordt: a. 27,52 telkens vervangen door: 27,84; b. 25,88 vervangen door: 27,84. 3. In het derde lid wordt: a. 8,26 telkens vervangen door: 8,35; b. 7,76 vervangen door: 8,35. J In artikel 19, onderdeel b, 0,1029 vervangen door: 0,11.83. K In artikel 21, tweede lid, wordt onder d vervangen door: onder c. L Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt 49,98 vervangen door : 52,22. 2. In het tweede en vierde lid wordt 111,76 telkens vervangen door: 116,77. 3. In het tweede tot en met vierde lid wordt 24,99 telkens vervangen door: 26,11. M Artikel 23a wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1 geplaatst. 2. In het eerste lid (nieuw) wordt 31,29 vervangen door: 27,84. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. De retributie, bedoeld in het eerste lid, wordt vermeerderd met een starttarief van 155,23 indien de werkzaamheden verbonden aan de verificatie van een technisch dossier plaatsvinden op de locatie van de exploitant. N In artikel 23c, eerste lid, wordt: 1. 46,73 vervangen door: 60; Pagina 3 van 12

2. 60,74 vervangen door: 86,31 of 78. Artikel II Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Minister van Volksc Welzijn en Sport, Pagina 4 van 12

Toelichting 1. Inleiding Bij het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen zijn retributies vastgesteld die onder andere door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (verder: NVWA) in rekening worden gebracht voor keuring- en toezichtwerkzaamheden met betrekking tot de handel in en de productie van bepaalde producten van dierlijke oorsprong. De tarieven van deze retributies zijn opgenomen in de Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen 2008 (verder: de warenwetregeling). Het streven naar kostendekkende tarieven heeft in het verleden geleid tot periodieke aanpassing van de tarieven van retributies aan loon- en prijsontwikkelingen, voor zover deze ontwikkelingen van invloed zijn op kosten die de NVWA maakt bij het verrichten van de hiervoor genoemde keuring- en toezichtwerkzaamheden. Als gevolg van een herziening van het retributiestelsel worden de tarieven van de retributies aanzienlijk aangepast. De tariefsverhoging in deze regeling is in overstemming met Verordening (EG) 882/20041 (verder: Controleverordening) en de in die verordening genoemde mogelijkheid om de werkelijke kosten in rekening te brengen. Hieronder wordt allereerst de herziening van het retributiestelsel uiteengezet. Deze herziening leidt tot het vaststellen van een nieuwe retributieregeling door de Minister van Economische Zaken en het aanpassen van de warenwetregeling. Na de uiteenzetting van de herziening van het retributiestelsel komen de gevolgen van deze herziening voor de VWS-sectoren aan bod. 2. Herziening retributiestelsel Het nieuwe retributiestelsel strekt tot vereenvoudiging van de retributiesystematiek, waardoor het stelsel voor zowel het bedrijfsleven als de NVWA transparanter en duidelijker wordt. Daartoe wordt het aantal categorieën van tarieven beperkt tot vijf (eerder waren dat er enkele tientallen). Verder wordt met het nieuwe retributiestelsel aangesloten bij het huidige kostprijsmodel van de NVWA waardoor weer een adequate koppeling kan worden gelegd tussen kosten en opbrengsten. Ten slotte wordt de kostendekkendheid van de tarieven verbeterd. Kostendekkendheid van de tarieven is een belangrijk uitgangspunt van het retributiestelsel. De herziening van de systematiek biedt daarmee een kader voor het op peil houden van de noodzakelijke financiële middelen voor goed toezicht op onder meer voedseiveiligheid en dier- en plantgezondheid (zie brief van 21 januari 2013 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2012/13, 33400- XIII, nr. 66)). De herziening van het retributiestelsel hangt samen met het plan van aanpak om 1 Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmid delen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU 2004, L 165 en 191). Pagina 5 van 12

het toezicht van de NVWA structureel te verbeteren (zie de brief van 19 december 2013 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 20 13/14 33 835, nr. 1)). Om de kwaliteitsslag bij de NVWA te kunnen realiseren is een adequate financiering noodzakelijk. Dit vraagt om een structurele extra bijdrage van de overheid, maar ook van het bedrijfsleven. Ook het bedrijfsleven heeft immers baat bij een goed functionerende NVWA, met name voor het behoud van de exportpositie (zie brief van 19 december 2013 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 20 13/14 33 835, nr. 2)). Hieronder wordt nader ingegaan op deze aspecten en op de algemene uitgangspunten voor het doorberekenen van kosten. 2.1 Uitgangspunten voor doorberekenen van toezichtskosten De Europeesrechtelijke kaders zijn bepalend voor het retributiestelsel. Ingevolge artikel 26 van de Controleverordening zijn lidstaten verplicht te zorgen voor voldoende financiële middelen voor het nodige personeel en andere middelen voor officiële controles. Zij dienen dit te doen op een wijze die zij passend achten, waaronder het heffen van algemene belastingen of het vaststellen van vergoedingen of heffingen zijn begrepen. Deze verplichting geldt voor alle officiële controles. Voor een beperkt aantal controles zijn daarbij minimumvergoedingen opgenomen. Het gaat hier om keuringen bij slachten en uitsnijden, bij melkproductie, bij productie Visserij- en aquacultuurproducten en bij invoer en doorvoer. Op grond van artikel 27 van de Controleverordening mogen de vergoedingen niet hoger zijn dan de door de autoriteiten gedragen kosten in verband met salarissen van het personeel dat betrokken is bij de officiële controles, de kosten voor bemonstering en laboratoriumonderzoek, installaties, instrumenten, uitrusting, opleiding, reiskosten en de met de controle verband houdende kosten. Verder wordt een aantal elementen opgesomd waarmee de lidstaten rekening moeten houden, zoals het type bedrijf en de daaraan verbonden risicofactoren, de belangen van bedrijven met een geringe productie, bedrijven die traditionele methoden gebruiken en van bedrijven in gebieden met geografische beperkingen. Voor zover de Europese kaders nationale beleidsruimte laten, dient het rapport Maat houden (MDW-werkgroep doorberekening handhavingskosten, juli 1996 (Kamerstukken II 1996/97, 24 036, nr. 6; Stcrt. 2000, 90)) als uitgangspunt. Op basis van dit rapport wordt bepaald welke kosten voor rekening van de overheid en welke voor rekening van het bedrijfsleven komen. Op hoofdlijnen houden de uitgangspunten het volgende in: - Als bedrijven of burgers voordeel hebben van het overheidstoezicht (profijtbe ginsel) worden kosten doorberekend. Alle kosten van toelating en posttoelating worden op basis van dit uitgangspunt doorberekend aan het bedrijfs leven. Voorbeelden van toelating zijn de export levend vee, de ante-mortem en post-mortem keuring, de invoer uit niet EU-landen en het verlenen van er kenningen en vergunningen. Een voorbeeld van post-toelating is het onder houden van een erkenning of de controle op naleving van de vergunnings voorwaarden. - Preventieve of repressieve handhaving is in principe voor rekening van de overheid, tenzij a) Europese regelgeving anders voorschrijft (bijvoorbeeld voor herinspecties in kader van hygiëneregelgeving) b) doorberekening juist nood zakelijk is om het doel van de regeling te kunnen verwezenlijken of als de kos Pagina 6 van 12

ten grotendeels worden veroorzaakt door een beperkte groep (veroorzaker be taalt). De (op grond van het rapport Maat houden retribueerbare) kosten worden in beginsel daar neergelegd waar zij worden gemaakt. De uitgangspunten daarbij zij n: - de gemaakte kosten en de door te berekenen kosten moeten duidelijk zijn, onder andere door transparante opbouw, duidelijke grondslag, vergelijkbare eenheden, specificatie van te betalen kosten; - de vergoeding moet redelijk zijn voor de werkelijke kosten die worden gemaakt, ze mag de werkelijke kosten in beginsel niet overschrijden; - de vergoeding moet zo veel mogelijk een duidelijke, directe relatie hebben met het profijt voor de betrokkene en/of met de kosten die de betrokkene heeft veroorzaakt; - indien mogelijk moet de hoogte van de vergoeding beïnvloedbaar zijn voor de betrokkene. Op basis van het bovenstaande wordt de hoogte van de tarieven bepaald aan de hand van de kosten die de NVWA jaarlijks maakt; de kosten zijn afhankelijk van de volumes en de aard van de afgenomen NVWA-diensten op jaarbasis. Kostoriismodel De retributietarieven zijn gebaseerd op de kostprijzen van de NVWA. Voor de berekening van de kostprijzen hanteert de NVWA een kostprijsmodel. 1-let kostprijsmodel is gestoeld op de zogenaamde kostenplaatsmethode. Deze algemene bedrijfseconomische methode houdt in dat op bepaalde afzonderlijke kostenplaatsen de kosten verzameld worden, welke vervolgens worden doorberekend (toegerekend) aan de uiteindelijke producten/diensten. De kosten bestaan uit directe kosten en indirecte kosten. De directe kosten worden zo veel mogelijk direct toegerekend aan de afdelingen die de producten of diensten leveren ( werkelijk verbruik ). Hieronder vallen bijvoorbeeld de salariskosten en de kosten van practitioners. De toewijzing van de indirecte kosten, zoals materiële kosten en kosten van overhead (ondersteuning en management), naar de verschillende producten gebeurt op basis van de aantallen directe fte in de uitvoerende teams. De totale kosten per product worden gedeeld door het aantal producten (productieve uren) om zo de bruto kostprijs per productuur te berekenen. Deze productieve uren betreffen niet alleen de voor de uitvoering van product of de dienst benodigde op locatie uitgevoerde keuring of inspectie (inclusief uitwerking inspectierapportage), maar ook de voorbereidingstijd en de reistijd. Ten behoeve van een voor het bedrijfsleven herkenbare factuur wordt enkel de effectief aan de werkzaamheid bestede tijd via het zogenoemde kwartiertarief, plus een starttarief in rekening gebracht. Voor de bepaling van het kwartiertarief worden de kosten omgezet in uurtarieven (met als kleinste factuureenheid kwartieren). Het starttarief houdt verband met de tijd die niet direct in rekening wordt gebracht, zoals reistijd en tijd voor opleiding en voorbereiding voor de desbetreffende activiteit. Dit kan verschillen per groep van min of meer vergelijkbare werkzaamheden. Het nieuwe kostprijsmodel van de NVWA kent nog maar acht productgroepen: Klantinteractie & dienstverlening, Communicatie, Toezicht, Inlichtingen & opsporing, Laboratoriumonderzoek, Advies & vertegenwoordiging, Kennis & Pagina 7 van 12

expertise en Incident & crisismanagement. Voorheen hanteerden de Algemene Inspectiedienst, de Plantenziektenkundige Dienst en de Voedsel en Waren Autoriteit, de drie inspectiediensten die per 2012 zijn gefuseerd tot de NVWA, voor de kostentoerekening elk een producten- en dienstencatalogus met daarin een veelvoud van reguliere productgroepen met verschillende specifieke producten per groep. Er is ten behoeve van de noodzakelijke eenvoud en transparantie van het stelsel bewust gekozen voor een beperkt aantal productgroepen en een beperkt aantal retributiecategorieën waarvoor retributies in rekening worden gebracht. Vereenvoudiging systematiek Een belangrijke reden voor de invoering van een nieuwe retributiesystematiek is de wens tot vereenvoudiging van het bestaande stelsel. Het retributiestelsel kende veel tariefcategorieën, waarbij voor elke afzonderlijke werkzaamheid een apart tarief gold. Dit betekende dat bedrijven verschillende uurtarieven voor verschillende activiteiten moesten betalen, terwijl die activiteiten vaak door dezelfde controleur werden uitgevoerd. Daarmee was de opbouw van de tarieven voor de betrokken bedrijven niet altijd even inzichtelijk. De keuze voor een nieuwe retributiesystematiek is gebaseerd op het soort werkzaamheden dat de NVWA verricht bij de bedrijven waarop zij toezicht houdt. Daarbij is rekening gehouden met de desbetreffende regelgeving en de specifieke inzet van de NVWA-medewerkers. Zo zijn er bedrijven waarbij de werkzaamheden vooral op basis van een uurtarief worden gefactureerd en bedrijven waarbij de werkzaamheden vooral op basis van een stuktarief worden gefactureerd. Bij de bedrijven die vooral werkzaamheden op uurbasis kennen vindt vaak een mix van werkzaamheden plaats, variërend van diverse keuringen, exportcertificering tot systeemtoezicht. De werkzaamheden worden evenwel veelal door eenzelfde functiegroep of zelfs dezelfde persoon verricht. Door voortaan voor die werkzaamheden eenzelfde tarief te hanteren kunnen de kosten van de NVWA-inzet eenvoudiger worden bepaald. Daarmee wordt de inzichtelijkheid in die kosten zowel voor de desbetreffende bedrijven als voor de NVWA zelf vergroot. Bij de bepaling van het tarief voor de desbetreffende groep bedrijven is uitgegaan van een vergelijkbare productiviteit van de NVWA-inzet. Zo kennen de werkzaamheden die op uurbasis plaatsvinden niet in alle gevallen dezelfde facturabiliteit (aantal facturabele inspectie- en keuringsuren per fte). Er is een grote groep van bedrijven waarbij vaak sprake is van langere aaneengesloten werkzaamheden, terwijl bij andere bedrijven juist vaak sprake is van veel korte werkzaamheden. Ook de geactualiseerde verdeling van de kosten tussen start- en kwartiertarief zorgt voor een meer rechtmatige verdeling tussen de veroorzaakte kosten en de daarbij behorende retributies. Recht doende aan de bovengenoemde verschillen heeft dit geleid tot een uiteindelijke verdeling in vijf categorieën, te weten: 1. erkende bedrijven: slachterijen, overige vleesverwerkende bedrijven, dierlijke bijproducten- en diervoederbedrijven, visverwerkende bedrijven en overige bedrijven (al dan niet erkend) die werken met producten van dierlijke oor sprong; 2. levend vee: voornamelijk exportcertificering van levende dieren en levende producten; 3. import: veterinair, hoogrisico producten en levensmiddelen en productveilig heid; 4. plant: fytosanitaire inspecties en diagnostiek; Pagina 8 van 12

5. overig: Certificering op Afstand, laboratoriumonderzoek, herinspecties Horeca en Ambachtelijke productie en Industriële productie. Dit betreft twee categorieën waarbij de werkzaamheden vooral op uurbasis worden gefactureerd (erkende bedrijven en levend vee) en drie categorieën waarbij de werkzaamheden vooral op basis van stuktarief worden gefactureerd (import, plant en overig). Door de voorgestelde clustering van werkzaamheden met een uniform uurtarief vindt een belangrijke vereenvoudiging in de systematiek plaats voor die bedrijven die met werkzaamheden met een uurtarief te maken hebben. Het groeperen van bedrijfscategorieën in sectoren werkt een verdere vereenvoudiging in de hand naar slechts een beperkt aantal uurtarieven binnen de hele NVWA. De voorgestelde indeling leidt tot een eenvoudigere vaststelling van de tarieven. Dit vergroot de transparantie en de stabiliteit van de tarieven. Het clusteren van bedrijven in categorieën heeft ook een vereenvoudiging van de administratieve werkzaamheden van de NVWA tot gevolg, waardoor de kans op fouten bij het factureringsproces afneemt en digitalisering gemakkelijker wordt. Dit kan op termijn tot lagere uitvoeringskosten leiden. De voorliggende regeling beoogt een systematiek te bieden op basis waarvan retributietarieven voor een langere periode kunnen worden vastgesteld. Tarieven stijgen nog door jaarlijkse indexering. Kostendekkendheid Jaarlijks ontvangt de NVWA circa 58 miljoen euro aan inkomsten uit retributies voor haar keuring- en toezichtactiviteiten in de sectoren, waaronder horeca en ambachtelijke productie en industriële productie. De premisse is dat de NVWA kostendekkend werkt, ook voor de retribueerbare activiteiten. Daarvoor zijn wel keuzes nodig over welke kosten zowel direct als indirect worden doorberekend. In die zin is volledig kostendekkend werken geen absolute situatie, maar betekent het dat maximaal invulling wordt gegeven aan afspraken over welke kosten worden doorberekend. In dat licht is bezien of de wijze waarop de tarieven worden berekend, nog aansluit bij de actuele inzichten en ontwikkelingen bij de NVWA. Dit heeft in een aantal gevallen tot een andere toedeling of doorberekening van kosten geleid. Zo worden de ondersteunende werkzaamheden van de afdeling Klantinteractie & dienstverlening nu niet meer op basis van forfaitaire verdeelsleutels toegewezen aan de onderscheiden producten en diensten, maar via het product klantinteractie & dienstverlening naar werkelijk verbruik verdeeld. Verder is een aantal aannames bij de berekening van de tarieven geactualiseerd. Bij bijvoorbeeld de import van hoogrisicoproducten en herinspecties bij de horeca en ambacht en industriële productie blijken de werkelijke kosten veel hoger te zijn dan de aannames waarvan bij de berekening van de tarieven voorheen is uitgegaan. Deze tarieven zijn reeds aangepast (Stcrt. 2013, 35285). Daarnaast bleek de facturabiliteit per medewerker waarvan voorheen was uitgegaan voor de diverse werkzaamheden hoger te zijn dan de daadwerkelijk gerealiseerde facturabiliteit. Ook bij doorvoering van de aangekondigde efficiencydoelstelling van 10% is nog sprake van een significant verschil in facturabiliteit. Deze factoren leiden tot een stijging van de tarieven. Verder is sinds 2010 sprake van een aantal ontwikkelingen in het toezicht die een andere verdeling van de kosten rechtvaardigen. Het betreft de volgende aspecten: - inzet van de Senior Toezichthoudend Dierenarts voor interne begeleiding ter verbetering van de kwaliteit van het toezicht door controlerende dierenartsen naar aanleiding van het Rapport Het functioneren van de Voedsel- en Waren- Pagina 9 van 12

- inzet - inzet - inzet autoriteit VWA in de controle op slachthuizen en exportverzameiplaatsen van de auditcommissie Vanthemsche (Bijlage bij Kamerstukken II 2007/08, 26 991, nr. 205); de hiermee gemoeide kosten van 1,7 miljoen euro per jaar wa ren niet in de tarieven meegenomen; van Certificering op Afstand heeft voor het bedrijfsleven tot een kosten besparing geleid aangezien daardoor minder dure controles op locatie no dig zijn; de kosten voor de NVWA-inzet zijn eerder evenwel slechts beperkt doorberekend aan het bedrijfsleven en er werd geen rekening gehouden met de kosten in verband met de steekproefsgewijze controles ten behoeve van noodzakelijke monitoring; van de afdeling Toezichtsontwikkeling draagt bij aan een beter toezicht voor het bedrijfsleven; met activiteiten als het analyseren van handhavingsri sico s en beleidsdoelen in handhavingsaanpak, het voorbereiden en evalueren van het toezicht in de uitvoeringsteams door werkinstructies, kennisversprei ding en evaluatie, het opstellen van modellen voor bijvoorbeeld certificaten, het onderhoud van contacten met stakeholders en het actueel houden van het registratiesysteem Import Veterinair Online kan het toezicht op locatie name lijk efficiënter worden uitgevoerd; de hiermee samenhangende kosten bedra gen 3,1 miljoen euro voor retribueerbare activiteiten; op voorscreening van keuringsaanvragen voor de export van levend vee leidt tot efficiëntere werkzaamheden bij de NVWA en tot minder inzet van de dierenarts op locatie; de kosten van de voorscreening bedragen 0,5 miljoen euro. De NVWA publiceert op haar website (www.nvwa.nl) een uitgebreide onderbouwing van de concrete tarieven en de werking van het kostprijsmodel. Daarin wordt ingegaan op de opbouw van de tarieven en wordt duidelijk gemaakt ter dekking van welke kosten de tarieven in rekening worden gebracht. Gevolgen herziening retributiestelsel voor VWS-sectoren De bedrijven waarop deze regeling van toepassing is, behoren tot de hierboven genoemde categorieën Erkende bedrijven, Import en Overig (Certificering op Afstand, laboratorium onderzoek, herinspecties). De herziene tarieven in deze regeling zijn het gevolg van de bovengenoemde wijziging van het kostprijsmodel, de nieuwe categorie-indeling en het kostendekkend maken van de tarieven. Voor de bedrijven die onder de regeling van VWS vallen is daarbij vooral de verschuiving van de kosten voor de certificering op afstand en het doorrekenen van de kosten voor de toezichtafdeling relevant. Eén van de gevolgen van het hanteren van de werkelijke kosten als uitgangspunt voor de kostprijs en tarieven is dat de verhouding tussen start- en kwartiertarieven verandert. Voorheen waren de starttarieven relatief laag en de kwartiertarieven relatief hoog. Bij de kosten waarop de start- en kwartiertarieven waren gebaseerd werd namelijk een andere verdeelsleutel gehanteerd, die gunstiger uitpakte voor kortdurende activiteiten. Omwille van transparantie en uitlegbaarheid van het systeem is nu gekozen voor een andere verdeling en wordt de verdeling van de kosten tussen de start- en kwartiertarieven direct gerelateerd aan de werkelijke tijdsverdeling van de inspecteur (inspectietijd enerzijds, voorbereidings- en reistijd anderzijds). Voor alle sectoren die te maken hebben met het NVWA-retributiestelsel geldt dat Pagina 10 van 12

de diversiteit aan bedrijven zeer uiteenlopend is. In elke sector en tariefcategorie zitten zowel kleine, soms éénmansbedrijven, als grote, soms internationale, bedrijven. Het financiële effect van de tariefsverhoging NVWA voor een individueel bedrijf is vooral afhankelijk van een aantal factoren zoals: - omzet (uiteenlopend van een ton tot miljoenen euro s) in verhouding tot de NVWA- kosten; - winst; - frequentie en duur van inspecties (uiteenlopend van een keer per jaar tot - mix dagelijks en continu); van NVWA-activiteiten (bijv. keuring, exportcertificering en systeemtoezicht). De totale gemiddelde stijging voor alle sectoren die te maken hebben met het NVWA-retributiestelsel bedraagt bijna 20%. 3. Vaste verandermomenten De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Vanwege de grote financiële belangen die gemoeid zijn met spoedige inwerkingtreding is afgeweken van de zogenoemde vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). 4. Administratieve lasten en bedrijfseffecten Deze regeling heeft geen effect op de administratieve lasten of nalevingskosten. Tarieven en retributies zijn financiële lasten en vallen als zodanig buiten de definitie van regeldruk. Zij worden aldus niet aangemerkt als regeidruk die voortvloeit uit wet- of regelgeving. Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger. 5. Consultatie bedrijfsleven Over het nieuwe stelsel heeft overleg plaats gehad met diverse representatieve geledingen uit het bedrijfsleven. Aan hen is schriftelijke en mondelinge informatie verschaft over de onderbouwing van de kostendekkende tarieven. In het overleg heeft het bedrijfsleven zijn grote zorgen uitgesproken over de tariefsverhoging. Het benadrukt dat de acceptatie toeneemt als de NVWA daadwerkelijk maatregelen treft om de efficiency te verbeteren en de kosten te verlagen. Het bedrijfsleven gaf aan dat er een risico bestaat dat de tariefsverhoging leidt tot verschuiving van productie en handelsstromen van Nederland naar andere EU landen. In dit verband is op te merken dat een van de conclusies uit de EC-studie uit 2009 over de retributiestelsels van de diverse EU-lidstaten is dat er geen bewijs is gevonden voor het disfunctioneren van de EU-interne markt als gevolg van de verschillende retributiestelsels en de verschillen in keuringskosten. Andere factoren (bijv. loonkosten, kwaliteit en service) die de internationale concurrentiepositie bepalen, zijn volgens de EC-studie belangrijker (Kamerstukken II 2008/09, 26 991, nr. 260). Zoals in de toelichting is aangegeven moet de tariefsverhoging worden geplaatst in de context van de noodzaak van goed toezicht op onder meer voedselveiligheid. Hiervoor moeten de bijbehorende financiële middelen beschikbaar zijn. Dit is ook noodzakelijk ter borging van de Nederlandse exportpositie. De NVWA heeft een maatregelenpakket om de efficiency te verhogen. Daarnaast kunnen de bedrijven Pagina 11 van 12

hun toezichtskosten verlagen door een hoog niveau van naleving, door goede planning samen met andere bedrijven en door goede voorbereidingen te treffen voor het NVWA-toezicht zodat de NVWA-inspecteurs hun inzet kunnen beperken. Naar aanleiding van het overleg met het bedrijfsleven is evenwel besloten een aantal voorzieningen te treffen om aan zorgen van een deel van het bedrijfsleven tegemoet te komen. Voor de VWS-sectoren is een regeling van toepassing voor Certificering op Afstand. In deze categorie wordt in verband met de exportpositie het tarief van het reguliere exportcertificaat met bijna 10% verlaagd ten opzichte van het kostendekkende tarief en wordt de geplande afschaffing van de staffel bij deze certificaten niet doorgezet; wel komt de staffel op een hoger niveau te liggen dan voorheen. Samen met het bedrijfsleven zal worden bekeken op welke wijze de tarieven vanaf 2015 wel kostendekkend kunnen zijn. Vanwege politieke besluitvorming over de snelle inwerkingtreding van deze regeling heeft geen raadpleging van het Regulier Overleg Warenwet (ROW) 2 kunnen plaatsvinden. 6. Artikeisgewijs Artikel 1, onderdelen A tot en met J, L tot en met en N Zie toelichting paragraaf 2.1. Artikel 1, onderdeel K Deze wijziging betreft het opnemen van een juiste verwijzing. De Minister van Volksgezondheid, 2 Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Economische Zaken), van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, en van product- en bedrijfschappen. Pagina 12 van 12