Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.



Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Wijziging Leidraad Invordering 2008

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

AANPASSING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTEBELASTINGEN 2014

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

A. In artikel wordt na de tekst bij het tweede gedachtestreepje ingevoegd: - echtgenoot: de echtgenoot, bedoeld in artikel 3 Wwb;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Wijziging Leidraad Invordering Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 juni 2013, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Besluit van 16 februari 2011, nr. DGB2010/7493M, Staatscourant 24 februari 2011, nr. 3275

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Belastingteruggaven en toeslagen op één bankrekeningnummer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Belastingplan toeslagen en overige fiscale maatregelen

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Wijziging Leidraad Invordering 1990

Gelet op de artikelen 25 en 31 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de artikelen 25 en 26 van de Invorderingswet 1990

Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijzigingen Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

A. Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag. Het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:

Wijziging Leidraad Invordering 1990

Wijziging Leidraad Invordering 1990

1. Lijst van afkortingen

Wijziging Leidraad Invordering Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 22 juni 2014, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitvoeringsvoorschriften artikel 11 Belastingregeling voor het Koninkrijk 2011 (Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten)

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

Bijlage: wijziging Leidraad Invordering Gemeentelijke Belastingen 1 e halfjaar Artikel I

B In artikel wordt na het vijfde gedachtestreepje van de opsomming een gedachtestreepje ingevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Haren - Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren;

Rapport. Afwijzing kwijtscheldingsverzoek. Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223

Onderwerp: BEC vaststelling leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2013

In verband hiermee kan het college nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen.

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Gelezen het voorstel van de directeur der Gemeentebelastingen van 6 februari 2006;

Besluit van 8 april 2009, nr. CPP2009/482M, Stcrt. nr. 70

Bezwaar tegen een belastingaanslag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijzigingsbesluit Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2018

WIJZIGING LEIDRAAD INVORDERING GEMEENTELIJKE BELASTINGDIENST DEN HAAG 2005

Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 januari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente <gemeentenaam>

M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage,

Bijlage bij besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M Leidraad Invordering 1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid

GEMEENTE RIJSSEN-HOLTEN LEIDRAAD INVORDERING PRIVAATRECHTELIJKE VORDERINGEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ECLI:NL:RVS:2012:BY5907

ECLI:NL:RBGEL:2016:6941

Tweede wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet;

Besluit tot 4e wijziging van de leidraad invordering BWB

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van Samenwerkingsverband vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling.

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verkrijging van monumenten 1. Besluit van 11 oktober 2007, nr. CPP2007/1680M, Stcrt. nr. 202

Als uw onderneming de belasting niet kan betalen

ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE UITVOERINGSREGELING INVORDERINGSWET 1990

Beleidsregel terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ 2018

s UNIÏ: VAN WATÜRSCHAPPÜN f M :\

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: a. Onderdeel A wordt als volgt gewijzigd: b. Onderdeel N, onder 2, komt te luiden:

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verzoeker verzocht de Belastingdienst een betalingsregeling van 250 tot 500 per maand toe te staan.

Wijziging Leidraad Invordering 1990 FI

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gemeenteblad nr. 128, 15 mei Wijzigingsoverzicht. Wijziging n.a.v. verzamelwet SWZ

Wijziging Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Wijzigingen per 1 januari 2008 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.

Aansprakelijkheid van bestuurders

In een aparte bijlage worden alle wijzigingen weergegeven en de gehele gewijzigde leidraad is ook als bijlage toegevoegd.

Aansprakelijkheid van bestuurders

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26840 10 januari 2013 Wijziging Leidraad Invordering 2008 Herplaatsing Besluit Wijziging Leidraad Invordering 2008 i.v.m. ontbreken passages en ondertekening in publicatie van 28 december 2012, Staatscourantnr: 26840. 21 december 2012 Nr. BLKB2012/1963M Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. De Leidraad Invordering 2008 wordt gewijzigd onder meer in verband met aanpassing van wetgeving per 1 januari 2013 (bodemrecht en invoering nieuwe renteregeling). De Leidraad Invordering 2008, besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M, Stcrt. 2008, nr. 122, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 27 juni 2012, nr. BLKB2012/1062M, Stcrt. 2012, nr. 13576, wordt gewijzigd als volgt. ARTIKEL I A In artikel 7a, eerste en enige volzin, wordt na artikel 4:89 ingevoegd: van de Awb. B In artikel 14.2.9, vierde alinea, vervalt in de tekst achter het eerste gedachtestreepje het woord volledig. C In artikel 19.2.1, eerste volzin, wordt na invorderingsrente ingevoegd, luidende:, belastingrente. D Artikel 22a en artikel 23 worden gewijzigd als volgt: a. Het opschrift wordt vervangen door: Artikel 22a Bijzonder verhaalsrecht in relatie tot autoverhuurbedrijven en leasemaatschappijen; b. De tweede volzin vervalt; c. Na artikel 22a.1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende als volgt. Artikel 23 Er zijn in deze leidraad op artikel 23 van de wet geen beleidsregels gemaakt. E Na artikel 25.2.7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende als volgt. Artikel 25.2.7A. Nadere voorwaarden bij herbeoordeling verleend uitstel Als de ontvanger bij het verlenen van het uitstel geen nadere voorwaarden heeft gesteld, kan hij uiterlijk binnen vier maanden vanaf de datum dat het uitstel is verleend voor het ingediende bezwaarschrift schriftelijk aan de belastingschuldige nadere voorwaarden stellen. De ontvanger maakt alleen gebruik van deze mogelijkheid in situaties dat de looptijd voor het afdoen van het bezwaarschrift in relatie tot de hoogte van het bestreden bedrag van de aanslag daartoe aanleiding geeft. Indien de belastingschuldige tijdig voldoet aan deze voorwaarden, continueert de ontvanger het uitstel. De ontvanger trekt het uitstel in als de belastingschuldige niet aan deze voorwaarden voldoet. F Artikel 25.4.3, laatste volzin, vervalt. G Artikel 25.5.3, onderdeel b, vervalt. H Na artikel 25.6.2 worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende als volgt. 1 Staatscourant 2012 nr. 26840 10 januari 2013

Artikel 25.6.2A. Bijzondere omstandigheden betalingsregeling ondernemers In bijzondere omstandigheden kan de ontvanger desgevraagd uitstel voor een langere periode verlenen of zonder dat voor het volledige bedrag zekerheid is gesteld. Daartoe moet de ondernemer aan de hand van een door een derde deskundige opgestelde verklaring (zie artikel 25.6.2B) het voor de ontvanger aannemelijk maken dat: a. het gaat om werkelijk bestaande betalingsproblemen; b. die betalingsproblemen van tijdelijke aard zijn; c. die betalingsproblemen vóór een bepaald tijdstip zullen worden opgelost; en d. dat er sprake is van een levensvatbare onderneming. De ontvanger kan bij het verlenen van dit uitstel nadere voorwaarden stellen. Om bij onvoorziene tegenslagen de mogelijke verliezen voor de Staat te beperken, wordt zoveel als mogelijk is door de ontvanger zekerheid verlangt. De zekerheid kan ook omvatten een (bodem)beslag. Artikel 25.6.2B. Verklaring derde deskundige De verklaring van de derde deskundige bevat een beoordeling van de aard van de betalingsproblemen, gaat in op de aannemelijkheid van de bedrijfseconomische gezondheid van de onderneming, de haalbaarheid van het in de toekomst inlopen van de betalingsachterstand en geeft blijk van de waarneming van de aan dat oordeel ten grondslag liggende feiten en omstandigheden door de deskundige. Aan de derde deskundige worden geen formele eisen gesteld. Het kan bijvoorbeeld gaan om een externe consultant, een externe financier, een brancheorganisatie of de (huis)accountant. De ontvanger kan aan de verklaring van de derde deskundige ook eisen stellen. Artikel 25.6.2C. Geen uitstel voor ondernemers in verband met betalingsproblemen als al kort uitstel is verleend De ontvanger verleent in ieder geval geen uitstel van betaling als voor de belastingschuld waarvoor uitstel is gevraagd al uitstel op grond van artikel 25.6.2D is verleend, ongeacht of dit uitstel nog loopt of reeds is beëindigd. Artikel 25.6.2D. Kort uitstel van betaling voor ondernemers Ondernemers kunnen zonder nader onderzoek op schriftelijk of telefonisch verzoek kort uitstel van betaling krijgen. Dit uitstel bedraagt maximaal vier maanden na de laatste vervaldag van de (oudste) aanslag. De voorwaarden die aan de ontvanger stelt aan dit uitstel zijn: a. De totale openstaande schuld van de belastingschuldige bedraagt minder dan 20.000. Hierbij wordt geen rekening gehouden met belastingschuld waarvoor uitstel van betaling in verband met een ingediend bezwaar- of beroepschrift is verleend. b. Er staan ten name van de belastingschuldige geen belastingaanslagen open waarvoor dwangbevelen zijn betekend. c. Er staat geen vergrijpboete open. d. Aan de belastingschuldige is niet voor dezelfde belastingaanslag of voor andere aanslagen uitstel van betaling in verband met betalingsproblemen of uitstel in verband met een te verwachten uit te betalen bedrag verleend. e. Het verzoek betreft niet een voorlopige aanslag als bedoeld in artikel 9, vijfde lid, van de wet die in meerdere termijnen betaald mag worden. f. Er is geen sprake van een aangifteverzuim. I De artikelen 28.4, 28.5, en 28.7 vervallen. J Na artikel 28.6, wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende als volgt. Artikel 28a en artikel 28b Er zijn in deze leidraad op artikel 28a en artikel 28b van de wet geen beleidsregels gemaakt. K Artikel 32.3 wordt gewijzigd als volgt. a. Het opschrift wordt vervangen door: Belastingrente, heffingsrente en aansprakelijkheid. b. In de eerste volzin wordt na heffingsrente ingevoegd: 2 Staatscourant 2012 nr. 26840 10 januari 2013

(over de tijdvakken tot en met 31 december 2012) en belastingrente (over de tijdvakken met ingang van 1 januari 2013). L Na artikel 33.6 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende als volgt. Artikel 33.7. Disculpatie bestuurders, leiders en vaste vertegenwoordigers Bestuurders van lichamen zonder rechtspersoonlijkheid of van een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam dat niet volledig rechtsbevoegd is alsmede leiders van een vaste inrichting van een niet in Nederland gevestigd lichaam dan wel de in Nederland wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger van dat lichaam, zijn niet aansprakelijk voor zover zij bewijzen dat de niet-betaling niet aan hen is te wijten. Niet-verwijtbaarheid wordt naar redelijkheid en billijkheid beoordeeld, waarbij veel afhankelijk is van de feitelijke omstandigheden. Zo kan van niet-verwijtbaarheid sprake zijn als een ondernemer, hoewel hij de nodige voorzieningen heeft getroffen om eventuele tegenslagen in zijn bedrijf het hoofd te bieden, toch wordt geconfronteerd met niet te voorziene calamiteiten. Daaronder is begrepen een sterk verslechterde economische situatie van zodanige omvang dat hij ondanks zijn voorzorgen niet meer in staat is zijn betalingsverplichtingen na te komen. Ook kan plotseling betalingsonmacht ontstaan door een bijzondere gebeurtenis, bijvoorbeeld een niet voorzienbare, omvangrijke miscalculatie of door het faillissement van een belangrijke debiteur. Bij dit laatste geldt echter dat een ondernemer die zijn bedrijf uitoefent op een te zwakke financiële basis zich niet gemakkelijk op niet-verwijtbaarheid zal kunnen beroepen. M Na artikel 34.8.3. wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende als volgt. Artikel 34.9. Latere brutering en inlenersaansprakelijkheid De inlener is ook aansprakelijk voor de loonheffingen die verschuldigd zijn als gevolg van een latere brutering. Een latere brutering kan zich bijvoorbeeld voordoen als blijkt dat de uitlener de nageheven loonheffingen niet op zijn werknemer(s) heeft verhaald en dus voor eigen rekening neemt. De loonheffingen die als gevolg van dit voor eigen rekening nemen verschuldigd zijn, worden aangemerkt als belasting ter zake van het werk. N Na artikel 58.2 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende als volgt. Artikel 58.3. Invorderingsonderzoek tijdens faillissement In faillissement worden de belangen van de ontvanger naast die van andere schuldeisers feitelijk behartigd door de curator. Als de ontvanger een verzoek krijgt van de curator om een onderzoek in te stellen, moet het onderzoek in het teken van het invorderingsbelang staan. De ontvanger stelt geen onderzoek in als hij vermoedt dat de informatie er slechts toe strekt dat de curator de (niet fiscale) boedelschulden kan innen. O Artikel 73.2.2 wordt gewijzigd als volgt. a. Het opschrift wordt vervangen door: De WSNP is beëindigd met een schone lei. b. In de tweede alinea, tekst achter het eerste gedachtestreepje, vervalt en. c. In de tweede alinea, tekst achter het tweede gedachtestreepje, wordt de punt aan het slot vervangen door: ; en. d. In de tweede alinea wordt na de tekst achter het tweede gedachtestreepje aan de opsomming toegevoegd: de bewindvoerder zelf tijdig relevante wijzigingen zoals bedoeld in artikel 17 Awir heeft doorgegeven, dan wel heeft bewaakt dat de belastingschuldige dit heeft gedaan. P Na artikel 73.2.2 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende als volgt. Artikel 73.2.3. De WSNP is beëindigd zonder schone lei of de schone lei is ingetrokken De WSNP kan ook eindigen zonder schone lei (artikel 358, tweede lid, Fw) en de reeds verstrekte schone lei kan worden ingetrokken (artikel 358a, eerste lid, Fw). In die situaties kan de ontvanger de invordering hervatten. 3 Staatscourant 2012 nr. 26840 10 januari 2013

Artikel 73.2.4. De WSNP is tussentijds beëindigd Als een schuldsaneringsregeling tussentijds wordt beëindigd in de zin van artikel 350, vijfde lid, Fw, blijft omzetting in faillissement achterwege als er geen baten beschikbaar zijn. In die situatie geldt het invorderingsbeleid voor natuurlijke personen bij opheffing van een faillissement wegens gebrek aan baten (artikel 73.4.14). Q Artikel 73.5.7, tweede volzin, wordt gewijzigd als volgt. a. In de tekst achter het eerste gedachtestreepje wordt bewindvoerder vervangen door: schuldhulpverlener. Voorts vervalt en. b. In de tekst achter het tweede gedachtestreepje wordt de punt vervangen door: ; en. c. Na de tekst achter het tweede gedachtestreepje wordt aan de opsomming toegevoegd: De schuldhulpverlener zelf tijdig relevante wijzigingen zoals bedoeld in artikel 17 Awir heeft doorgegeven, dan wel heeft bewaakt dat de belastingschuldige dit heeft gedaan. R Na artikel 79.3a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende als volgt. Artikel 79.3b. Toeslagschuld na de toepassing van de WSNP of MSNP Zie voor toeslagschulden na de toepassing van de WSNP of MSNP de artikelen 73.2.2, 73.2.3 en 73.2.4 onderscheidenlijk 73.5.7. S Artikel 79 wordt gewijzigd als volgt. a. In de vierde volzin wordt voorzitter van het managementteam vervangen door: directeur. b. In de zevende volzin wordt tussen het derde gedachtestreepje en het vierde gedachtestreepje ingevoegd aan de opsomming: toeslagschuld na de toepassing van de WSNP en MSNP;. c. In de zevende volzin wordt, onder vervanging van de punt door een punt komma, aan het slot van het laatste gedachtestreepje, aan de opsomming toegevoegd: uitbetaling toeslagen aan een derde die failliet is gegaan of dreigt te failleren. T Na artikel 79.14 wordt een artikel toegevoegd, luidende als volgt. Artikel 79.15 Uitbetaling van toeslagen aan een derde die failliet is gegaan of dreigt te failleren Belastingdienst/Toeslagen wijkt in de twee volgende situaties af van artikel 25, tweede lid, Awir: 1. Belastingdienst/Toeslagen is tijdig bekend met het feit dat ten aanzien van de derde het faillissement of surseance van betaling is uitgesproken. De betalingen aan deze failliete derde zullen worden stopgezet. 2. Belastingdienst/Toeslagen weet tijdig dat de Belastingdienst het faillissement van de derde heeft aangevraagd of dat de bestuurder van de betreffende instelling zijn eigen faillissement heeft aangevraagd. Belastingdienst/Toeslagen houdt de betalingen aan. ARTIKEL II De volgende besluiten worden ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit: Besluit van 29 januari 2001, nr. RTB2001/334M, Derdebeslag onder de belastingdienst in verband met voorlopige teruggaven inkomstenbelasting. Besluit van 6 december 2001, nr. DGB2001/1010M, Voorwaardelijke kwijtscheldingen reeds betaalde aanslagen Schenking- en successierecht. Besluit van 13 maart 2002, nr. DGB2002/1312M, Uitstel van betaling en verrekening van voorheffingen bij belastingaanslagen op grond van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 waarin te conserveren inkomen is begrepen. Besluit van 27 april 2004, nr. DGB2004/1164M, Bedrijfsopvolging. Besluit van 31 maart 2006, nr. CPP2006/507M, Aansprakelijk verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of beroepspensioen, een loonbelastingstamrecht of een kapitaalverzekering eigen woning. Besluit van 11 februari 2009, nr. CPP2009/239M, Terugbetaling van een voorschot in het kader van de inkomensafhankelijke zorgbijdrage. Besluit van 25 mei 2009, nr. CPP2009/966M, Tijdelijke versoepeling van het invorderingsbeleid ten aanzien van ondernemers. 4 Staatscourant 2012 nr. 26840 10 januari 2013

ARTIKEL III Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd. Den Haag, 21 december 2012 De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers. 5 Staatscourant 2012 nr. 26840 10 januari 2013

TOELICHTING De wijzigingen in artikel I, onderdelen A, B en D betreffen tekstuele verduidelijkingen. Met ingang van 1 januari 2013 (Belastingplan 2012) is een nieuwe renteregeling ingevoerd. In artikel I, onderdelen C, I, J en K zijn de wijzigingen als gevolg van deze nieuwe regeling opgenomen. Het beleid inzake uitstel van betaling naar aanleiding van een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag is aangevuld met een regeling waardoor eenmaal verleend uitstel binnen vier maanden kan worden (her)beoordeeld op het punt van de te stellen zekerheid (Artikel I, onderdeel E). Met ingang van 1 januari 2013 is de regelgeving over het bodem(voor)recht gewijzigd. Naar aanleiding van deze wijzigingen (Belastingplan 2013) is er tijdens de parlementaire behandeling een aantal toezeggingen gedaan die leiden tot wijziging van deze leidraad. In Artikel I, onderdelen F, G en H zijn deze toezeggingen geconcretiseerd. Onderdeel G is in dit verband opgenomen om geen onderscheid te maken tussen ondernemers met een omzetbelasting- of loonheffingenschuld (die vallen onder het kort uitstel voor particulieren (artikel 25.5.2) en ex-ondernemers met een dergelijke schuld. In onderdeel H is het nieuwe uitstelbeleid voor ondernemers opgenomen. In artikel I, onderdeel L, wordt de disculpatie voor bestuurders leiders en vaste vertegenwoordigers geregeld. In artikel I, onderdeel M, wordt het beleid voor de inlenersaansprakelijkheid geregeld voor loonheffingen die verschuldigd zijn na latere brutering, overeenkomstig het beleid voor ketenaansprakelijkheid. In artikel I, onderdeel N, wordt ingegaan op de status van het invorderingsonderzoek van de ontvanger tijdens faillissement. Artikel I, onderdelen O en P, gegeven aan wat de ontvanger doet na beëindiging van de WSNP zonder schone lei, door intrekking of wanneer de WSNP tussentijds is beëindigd. Verder is de tekst aangepast aan een wijziging in de Awir. Dit geldt ook voor Artikel I, onderdeel Q. Voor toeslagschulden zijn verwijzingen opgenomen naar het invorderingsbeleid na WSNP en MSNP op grond van de leidraad (Artikel I, onderdeel R). In Artikel I, onderdelen S en T zijn opgenomen om aan te geven hoe de uitbetaling van toeslagen moet lopen als een kinderdagverblijf failliet is gegaan of dreigt te failleren. Artikel II bepaalt dat een aantal beleidsbesluiten wordt ingetrokken. De ingetrokken besluiten hebben hun belang verloren of bevatten geen beleid. Het besluit van 25 mei 2009, nr. CPP2009/966M, Tijdelijke versoepeling van het invorderingsbeleid ten aanzien van ondernemers, is door wijziging van de wet naar aanleiding van het Belastingplan 2013, opgenomen in dit besluit. 6 Staatscourant 2012 nr. 26840 10 januari 2013