Bijdrage tot de kennis van de

Vergelijkbare documenten
zogenaamde lijst Brakman, ten dele opgenomen in de Prodromus Florae Nog steeds genieten de stinseplanten belangstelling van de zijde der floristen.

Overzicht begraaf- overlijdens en diaconierekeningboeken

Verandering van spijs doet eten", zegt een bekend spreekwoord.

1. Waddengebied. stiltegebied uitzonderingsgebied uitzondering: vaarroutes en veerverbindingen. Dokkum. Leeuwarden. Franeker. Harlingen.

kaart 1 Friese waterplannen november 2009 Plangebieden Toelichting:

zij spraken sterretje (*). zuidhelling, zuidelijk van Nijmegen, in totaaleen achttal, benevens twee vondsten (Jorwerd standplaatsen

S T I N S E N D. T. E. VAN DER PLOEG.

hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L.

Drenthe Drenthe is de provincie waar de minste mensen op een vierkante kilometer wonen. In heel Drenthe wonen ongeveer mensen.

Wat en waar zijn de wadden? Les met werkblad - topografie

maken. gevonden soorten noemt en zegt, dat er geen Aanleiding tot dit stukje was een zending mossen, door Bryologiese notities

Drenthe Drenthe is de provincie waar de minste mensen op een vierkante kilometer wonen. In heel Drenthe wonen ongeveer mensen.

Wilt u ook graag sporten? Zoek in deze sportwijzer de sport uit die u leuk vindt.

LEZEN. Terpentijd

Je eigen dorp en het Stellingwarfs

tijdens een excursie in september {fig. 1) gaf de tweede auteur namelijk de z.i. gerechtvaardigde indruk, dat het Sonchus palustris door

bijzondere beteekenis is als het laatste hoogveenrelict

Notitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum Betreft Uw referentie 7 april 2016 Friesland Cup WT 2e circulaire

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Waarnemingen. AIC te Castricum

Overzicht van Krabbenscheer vegetaties aangetast en/of verwoest door gemeente Stadskanaal.

FRIESLAND '96 DISTRICT 1 VANUIT Pointoise MET 2270 DUIVEN OP 27/05/17 OM UUR FD-E21-BLAD 1

Planten uit de Habitatrichtlijn

Grenswijzigingen Gemeente Leeuwarden

vriendelijk verschillende van onze kritische vormen te bekijken, Inleiding Potamogeton X zizii Koch ex Roth ( Potamogeton gramineus

Friese elf Steden Fryslân alvestede Frisian eleven cities. 11 steden boek.indd :14:05

Zoogdiervereniging VZZ

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

COMPETITIESTAND SEIZOEN

Het plaatwerk aan de Spaarndamsche sluizen.

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Tastbare Tijd, Bilthoven

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

Uitslag. Samenspel NOF WEDVLUCHT : PERIQUEUX VLUCHTCODE : A31 AANTAL DUIVEN : 192 AANTAL DEELNEMERS : 27 DATUM : LOSTIJD : 10:30 WIND : N*O

DE BRANDE.NBERG rewjlse.m..

COMPETITIESTAND SEIZOEN

Mededeeling van den heer B. H. Danser op de vergadering van 6 April 1915.

Groene glazenmaker en Krabbenscheer in de gemeente Emmen, 2010,

Korte geschiedenis van de parochie

KNLTB ZOMERKALENDER PROVINCIE FRIESLAND 2019 (SENIOREN)

Datum Betreft Uw referentie Juli 2017 Friesland Cup MAE 4 e circulaire

Afd 11 Afdeling 11 Limoges (A42) op om 12:30 met 1285 duiven

Er komen in het gebied 17 Europese habitatrichtlijnsoorten voor.

Joh. Jansen. gezamenlijke excursie gemaakt werd, en dat. speciaal onderwerp bezig hielden, weten, hulp

Inventarisatie flora Golfbaan Grevelingenhout 2018

DE GROOTE (OUDE) MELM EN DE KLEINE MELM door Ds.J.J. Bos

Alle ANWB borden staan rechts van de weg of recht voor u tenzij anders aangegeven

UITSLAG FRIESLAND'96 CCG FRISIA OOST(R) VANUIT Sens MET 842 DUIVEN OP 07/06/14 OM UUR FR-E23-BLAD 1

Driedaagse Busreis naar Friesland en Texel

Dr. M. van Staveren. Nog een en ander over Mr. Jonannes Basius.

TE HUUR: NOARDBURGUM, RIJKSSTRAATWEG 62

Onderstaand overzicht behoort tot het project Waddenarchieven, dat wordt gefaciliteerd door de Waddenacademie (

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

COMPETITIESTAND SEIZOEN

Boterbloem (Ranunculus)

VRAAGPRIJS ,= K.K.

Samenvatting: Start-up activity in Groningen and the Northern Netherlands 1

FAF-publicaties, ingedeeld naar gemeente

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde

Verkoopbrochure Oosterhuisweg 32 te Makkinga Vraagprijs ,- k.k.

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Krabbenscheer en Groene glazenmakers in en rond Dedemsvaart 2013 tot en met 2016.

1' \2-c>~ ~ IO'('U. ~'s CS~~O_ V. fzdq,-v-o. ().e-.~~~.;a

Vijko P.A. Lukkien & Pipasi Jeurissen (Universiteit Utrecht, Faculteit Biologie, Postbus 80084, 3508 TB Utrecht;

NT00164_1486. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van het. van het Gemeentebestuur Doorn, (1961) (164)

Het Koningsven. Koningsven 1890 naar topografische kaart Historische Atlas Gelderland.

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

Beschrijving van de planlocatie ter plaatse van de paardenbak: de Paardenbaklocatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Te koop Bedrijfsruimte. JUBBEGA P W Janssenweg k.k. Tel:

De Muy, De Slufter en Eierland

Leni Duistermaat, Naturalis sectie Botanie, onderzoeker Nederlandse flora

UITSLAG AFD.11 RMD Weert MET 4389 DUIVEN OP 15/08/15 OM UUR NP-X33-BLAD 1

De geschiedenis van de Appèlbergen

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

April.. Dé maand van aangepast sporten!

Cluster Beheer en Onderhoud Team BBG September Historisch onderzoek plangebied Schiphol

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

4 Archeologisch onderzoek

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8

Trends in kritische soorten. Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken

WERKBLAD mijn landschap

Informatie: Waddeneilanden

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

OPDRACHT NEDERLAND: EEN LICHT LAND IN DE WERELD

COMPETITIESTAND SEIZOEN

IJsselmeer sportief, 6 dagen

Ameland. Kampboekje van:

GRAS IS OM IN TE LIGGEN, deel 105

Foto s der natuur, biodiversiteit

COMPETITIESTAND SEIZOEN

Route van de Fietselfstedentocht op Pinkstermaandag 25 mei 2015.

Onderwerp Advies ex artikel Bro voorontwerpbestemmingsplan "Landgoed Colmont", hierna te noemen het plan.

SAMPL ALGPL NAAM PLAATS CCG-VER RINGNUMM V MEE GET AFSTAND ZUIV.TYD MET/MIN ACG-PNT ALG-PNT ACGBEDR

Transcriptie:

Bijdrage tot de kennis van de Flora van Friesland DOOR D. Koopmans-Forstmann en A.N. Koopmans (Leeuwarden). Friesland is een floristisch arm gebied, zooals reeds in het verslag der zomerexcursie van 1927 werd opgemerkt. Meerdere voor zuidelijker streken van ons vaderland algemeene vormen komen hier slechts sporadisch voor. Daarom namen wij in bijgaande lijst, die eenige onzer vondsten van de laatste jaren weergeeft, behalve enkele zeldzame, ook meer algemeene planten op, die echter in verband met het bovenstaande voor de kennis der verspreiding in dit gebied haar beteekenis kunnen hebben. Wie zou bijvoorbeeld kunnen vermoeden, dat de elders op zandgronden zoo algemeene Campanula rotundifolia, op dergelijke terreinen in deze provincie, behalve in Gaasterland, zeldzaam is, evenals Thymus serpyllum, die slechts in het zuid-oosten van dit gewest voorkomt. Zoo groeit Anemone nemorosa slechts hier en daar in den zuid-oosthoek van Friesland, b.v. aan het z.g. Pastoorslaantje bij Oldeberkoop en aan den weg tusschen Makkinga en Drietolhekken (Oosterwolde) volgens opgave van den heer A. Be ze ma, hoofd der Landbouwschool te Oldeberkoop. Voor eenige andere planten, die merkwaardig zijn doordat zij hier zoo spaarzaam voorkomen, raadplege men het verslag der bovengenoemde excursie.

60 Over de oorzaken van deze eigenaardigheden in de verspreiding wagen wij het niet een oordeel uit te spreken. Onwillekeurig brengt men ze echter in verband met de geïsoleerde ligging dezer provincie, die ook zoozeer tot het behoud van het Friesch-eigene heeft bijgedragen. In het noorden, westen en zuid-westen wordt dit gebied door de zee, in het oosten door hooge venen begrensd, terwijl in het zuidelijk deel langs de Linde het laag- en moerasveen zich over een aanzienlijke breedte uitstrekt. Wellicht zijn deze veengebieden voor de verspreiding van tal van planten beletselen geweest. De Phanerogamen zijn met de in den Prodromus opgaven Florae Batavae en met de Plantenkaartjes van Dr. J. W. C. Goethart en W. J. Jongmans vergeleken; de weinige vaatcryptogamen met de opgaven van Heukels in de Levende Natuur. Gebruik werd van gemaakt de volgende afkortingen: K-F en K = (h) in ons herbarium aanwezig, K-F en K (h. N. B. V.) = aanwezig in het herbarium der Ned, Bot. Ver., aan welke instelling wij een exemplaar ten geschenke gaven, K-F K en (h., h. N. B. V.) zoowel in eigen herbarium als in dat der Ned. Bot. Ver. waaraan aanwezig, wij doubletten afstonden. Indien exemplaren niet door ons zelf werden verzameld, is dit in de lijst vermeld. De planten, aanwezig in het vereenigings-herbarium, zijn door den heer W. H. Wachter gerevideerd, deze controles zijn niet in de lijst vermeld, wel de andere. De benamingen van den Prodromus zijn gebruikt, de auteursnamen konden dus worden weggelaten. Anemone ranunculoides, voor een viertal plaatsen in Friesland vermeld, troffen wij, behalve op de reeds van oudsher bekende vindplaats op Martenastate bij Cornjum ook aan in een klein boschje, dat tot de stichting

61 Toutenburg behoort, in de nabijheid van Zwartewegseind bij Tietjerk (H 6, 52, 23) 1924. Ranunculus Lingua is reeds op tal van plaatsen in Friesland waargenomen. Wij vonden haar: 1 talrijk aan het Tjongerkanaal, in de nabijheid van de Balkbrug (J 6, 57, 11) 1923 K-F en K (h. N. B. V.); 2 dicht bij het Tjongerkanaal, ten noord-westen van Oldeberkoop, in een sloot, in een weiland (J 6, 65, 41) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.) en (J 6, 65, 32); 3 aan den weg van Twijzel naar den Ouden Dijk 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.); 4 aan het Tjongerkanaal (J 6, 65,24 en J 6,55,44) 1926; 5 tusschen Peperga en Wolvega in de nabijheid van de Linde, bij de Blessebrug (K 6, 24, 34) 1923; 6 aan den Dragster hooiweg (J 6, 23, 32) 1926. Ranunculus bulbosus, op het vasteland van Friesland nog maar enkele keeren gevonden, groeit op vette klei aan den weg van Marsum naar Dronrijp (H 5, 57, 43) 1926 K-F K en (h., h. N.B. V.); aan den weg van Franeker naar Harlingen (H 5, 65, 1926 23) K-F en K (h., h. N. B. V.) en in lage exemplaren op den zeedijk, ten noorden van Harlingen, waar door het weiden van schapen de groei van grootere onmogelijk is (H 5, 64, 31) 1926 K-F en K (h.). Eranthis hiemalis, van zuidelijke herkomst, is in het boschje te Rauwerd, dat vroeger bij de thans verdwenen Jongamastate behoorde, waarschijnlijk lang geleden aangeplant, doch komt daar thans wild groeiend voor 1925 K-F en K (h.). In een opstel in De Levende Natuur II, p. 267, getiteld: Een poëtisch-historisch plekje" wordt door D. ter Haar uit Warga haar voorkomen reeds gemeld in den appelhof van de boerderij, die de plaats inneemt van de voormalige Aytastate bij Swichum.

62 Corydalis cava, waarvan als vindplaatsen Cornjum en Rinsumageest staan opgegeven, zagen we, behalve bij het eerstgenoemde dorp, ook in het bosch te Rauwerd (J 5, 28, 23) 1925 K-F en K (h.). Corydalis solida, nog al eens in deze provincie voorkomend, werd ons door den Heer P. J. Wiersma toegezonden van het kerkhof van Beetgum 1927 K-F en K (h., h. N.B.V.). Saponaria officinalis, slechts voor Mildam vermeld, ontvingen wij eveneens van den Heer Wiersma, die haar ten westen van de halte Ouddeel, niet ver van Leeuwarden aan de spoorlijn aantrof (H 6, 51, 44) 1926 K- F en K (h.). Cerastium glomeratum, van vier plaatsen in Friesland bekend, vonden wij aan den weg van het station Roordahuizum naar het dorp, zeer dicht bij de spoorlijn Leeuwarden-Heerenveen, waarlangs zij ook volgens de Plantenkaartjes op twee plaatsen meer zuidelijk staat aangegeven, zoodat het niet onwaarschijnlijk is, dat zij zich langs de spoorbaan verspreidt (J 6, 11, 34) 1925 K-F en K (h., h. N. B. V.). Hypericum humifusum, werd reeds op 7 plaatsen in Friesland waargenomen. Behalve in de omgeving van Beetsterzwaag, waar deze plant de excursie der N. B. V. op in 1927 werd opgemerkt, kunnen wij haar voor nog de volgende plaatsen in dit gewest vermelden: 1 op Staniastate bij Oenkerk (H 6, 42, 23) 1924 K-F en K (h.); 2 aan een zandweg bij Twijzel (H 6, 45, 34) 1926 K-F K en (h., h. N. B. V.); 3 op twee plaatsen bij Oldeberkoop, aan den Bovenweg K-F en K (h., h. N. B. V.) en aan den Scheefweg, beide in J 6, 65, 44; 1926. Hypericum helodes, voor slechts 4 vindplaatsen bekend, werd door ons in Gaasterland in mooie groepjes waar-

63 genomen aan den kant van de Steendollensvaart langs den Oude-Mirdumerstraatweg (K 5, 25, 44) 1925 K-F en K (h. h. N. B. V.). Evonymus europaeus vonden wij op aanwijzing van den heer J. Jensma in de nabijheid van Lekkum, aan den kant van de sloot, die den weg van de weilanden scheidt (H 6, 51, 23) 1927 K-F en K (h.). In den Prodromus is zij voor Friesland nog niet opgegeven; op de Plantenkaartjes staat één niet nauwkeurig omschreven vindplaats in de omgeving van Wolvega. Deze vondst is wèl merkwaardig, omdat boschrijke streken het eigenlijke gebied van deze plant zijn. Medicago Lupulina, voor 4 plaatsen op het vasteland van Friesland aangegeven, tiert welig tusschen basaltsteenen van de zeewering bij Lemmer (K 5, 38, 13) 1925 (h., h. N. B. V.) en tusschen de rails van de tram tusschen Franeker en Dronrijp (H 5, 66, 11) 1926 K-F en K (h.). Lathyrus paluster vonden wij aan het dijkje aan de Langesloot ten zuid-oosten van Wartena, (J 6, 12,42) 1925 K- F K en (h., h. N. B. V.) en aan den noord-oostelijken oever van het Bergumermeer (H 6, 54, 41) 1925 K-F en K (h. N. B. V.). Beide vindplaatsen behooren niet tot de 10, op de Plantenkaartjes aangegeven, maar sluiten zeer goed aan bij het overige verspreidingsgebied, dat vrijwel geheel op en moerasveen laag- gelegen is. Spiraea salicifolia, vroeger bij Heerenveen gevonden, komt langs den wegrand van den Groot-Katlijkerweg in het Oranjewoud voor, waar wij haar bloeiend aantroffen (J 6, 63, 42) 1925 K-F en K (h h. N. B. V.). Potentilla argentea komt op zandige walletjes langs bouwland en akkers voor in de nabijheid van den Ouden Dijk tusschen Kooten en Lutkepost (H 6, 55, 14) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.). Zij is nieuw voor Friesland. Potentilla procumbens X P. Tormentilla, een zeldzame

64 bastaard, beschreven in Ascherson en Graebner, Syn. Band VI. 851 als P. silvestris X P. procumbens, werd door ons aan den Domineesingel in het Oranje - woud gevonden (J 6, 63, 41) 1925 K-F en K (h., h. N. B. V.). Deze kruising schijnt in die omgeving meer voor te komen, want A. W. Kloos Jr. vond haar reeds vroeger in de Korflaan bij Heerenveen. (H. Heukels; Nieuwe vindplaatsen van zeldzame plantensoorten in 1920, D. L. N. XXV blz. 265). Alchemilla vulgaris, vermeld voor twee plaatsen op kleigrond, n.1. te Bolsward en tusschen Harlingen en Franeker, en op zand of veen ten noorden van Drachten, komt ook voor op zandgrond in een greppeltje aan een zandweg bij Twijzel (H 6, 45, 34) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.); aan den straatweg van Oldeberkoop naar Noordwolde (K 6, 15, 1926 K-F 24) en K (h., h. N. B. V.) en aan den Groningerstraatweg, even ten oosten van Boschhuis (H 6, 54, 13) 1925. Bij den molen, aan het eindpunt van den weg van Eestrum naar het Bergumermeer, vonden wij haar op grazigen bodem (H 6, 54, 41) 1925 K-F en K (h. N. B. V.), evenals in een weiland aan de Oudewegstervaart, ten zuiden van Wartena (J 6, 12, 44) K-F en K (h.), beide laatste vindplaatsen op laagveen. Agrimonia Eupatoria, bekend voor Ameland, Kollum en Oudwoude, vonden wij aan den weg langs de Compagnonsvaart van Oosterwolde naar Donkerbroek (J 6, 57, 12) 1923 K-F en K (h.). Rosa rubiginosa, vermeld door de Flora Frisica voor Sondel, doch niet door Prodromus en Plantenkaartjes, komt voor aan een boschrand terzijde van den weg Oldeberkoop-Makkinga (J 6, 66, 31) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.) en aan den noordelijken dijk langs de gekanaliseerde Tjonger (J 6, 65, 22) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.).

65 Rosa tomentosa vonden wij nieuw voor Friesland aan den weg van Oldeberkoop naar Makkinga (J 6, 65, 42) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V,). Rosa dumetorum mengde zich tusschen het hooge struikgewas aan den kant van een zandweg ten westen van Oldeberkoop (J 6, 65, 34) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.); eveneens aan een boschrand zeer dicht bij de Linde (K 6, 16, 11) 1926 K-F en K (h. N. B. V.). Ook siert zij een deel van den bovenrand van het Mirnserklif (K 5, 35, 13) 1925 K-F en K (h., h. N. B. V.). Ook deze soort is nieuw voor Friesland. Rosa canina γ dumalis, aan een greppelkant achter Veenwij k te Oudeschoot, is een variëteit, die slechts op drie plaatsen in ons land, echter niet in Friesland, is gevonden (J 6, 63, 34) 1925 K- F en K (h h. N. B. V.). Illecebrum verticillatum is vroeger op 4 plaatsen in Friesland gevonden. Zij groeit ook aan den Binnenweg bij Middelburen ten zuid-westen van Makkinga, waar één onzer dit plantje, samen met den heer O. J. P o o 1, arts te Makkinga, aantrof (J 6, 66, 21) 1926 K-F en K (h.) en aan den heideweg ten westen van Duinenzathe bij Appelscha (J 6, 68, 23) 1923. Scleranthus perennis werd door ons op Ameland in vlak duinterrein ten noorden van Ballum gevonden (G 5, 57, 21) 1924 K-F en K (h.). Controle H. R. Hooge nraad. De Flora Frisica van 1840 vermeldt haar voor 4 plaatsen, die echter niet in den Prodromus of op de Plantenkaartjes staan aangegeven. Helosciadium inundatum voor 2 plaatsen op Ameland en 2 op het vasteland der provincie aangegeven, werd één onzer indertijd gewezen door den heer J. Jensma te Suameer aan een heidepoeltje in de nabijheid van het gehucht Heidhuizen. Hoogstwaarschijnlijk is dit poeltje thans door ontginning verdwenen (H 6, 64, 33) Nederl. Kruidk. Archiet 1928. 5

66 2 Juli 1921 K-F en K (h.). Controle A. W. Kloos Jr. Torilis nodosa, die aan de Nederlandsche zeekust op verschillende plaatsen is gevonden, doch voor de kust van het vasteland van Friesland slechts voor den zeedijk Workum-Hindeloopen staat opgegeven, en ook bij Stavoren is gevonden, komt bovendien hier en daar tusschen basaltsteenen van de haven van Harlingen voor (H 5, 64, 31) 1924 K-F en K (h.). Myrrhis odorata vonden wij op aanwijzing van den heer A. S. C. Schweers nabij een overweg van de spoorlijn Leeuwarden Groningen, even ten oosten van Leeuwarden (H 6, 51, 43) 1923 K-F K en (h.). Ofschoon het herbariummateriaal niet volledig is, is twijfel buitengesloten, daar de plant aan haar sterken geur te herkennen is. Zij is nieuw voor Friesland. Pulicaria dysenterica, slechts voor het dorp Jelsum genoemd, troffen wij aan op een wandeling langs het Slotermeer van Balk naar Woudsend 1925 K-F en K (h.). Arnica montana toonde de heer M. Wiegersma uit Drachten ons in dat gedeelte der Boornbergumer Petten, dat als natuurmonument behouden blijft, op laagveen (J 6, 24, 33) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.). De aard der vindplaats is dus niet in overeenstemming met de omschrijving in den Prodromus: veen- hooge, achtige heidevelden. De 10 reeds bekende vindplaatsen liggen alle op diluviaal zand of hoogveen. Campanula rotundifolia komt vrijwel alleen in het zuidelijk deel der provincie Friesland voor en wel algemeen in Gaasterland. Bij Wolvega kwam zij, getuige de Flora Frisica, reeds ± 1840 voor. Wij stelden aldaar haar voorkomen vast (K 6, 24, 31) 1927; aan den Achterweg van Appelscha naar Smilde ontdekten wij een nieuwe groeiplaats (J 7, 61, 31) 1923.

67 Vaccinium Oxycoccus werd door ons gevonden: 1 in de Boornbergumer Petten (J 6, 23, 42) 1926 K-F en K (h. N. B. V.); 2 op een met Sphagnum bedekt stukje heide in de nabijheid van den Abbedijk, nabij den weg Oldeberkoop Makkinga (J 6, 56, 43) 1926 K-F en K N. (h. B. V.); 3 Oostelijk van den weg Makkinga Elsloo, eveneens in een sphagnetum op de heide (J 6, 66, 22) 1926 K-F en K (h.). Haar voorkomen in Friesland was tot nu toe niet bekend. Andromeda polifolia troffen wij in drie kwartierhokjes in deze provincie aan: 1 op de heide ten zuiden van Hornsterzwaag (J 6, 56, 12) 1927; 2 ten westen van Veeneburen (J 6, 67, 11) 1926 K- F en K N. (h. B. V.); 3 even ten oosten van den weg Makkinga Elsloo (J 6, 66, 22) 1926. Deze beide laatste gegevens danken wij aan de welwillendheid van den heer O. J. Pool te Makkinga. Deze vindplaatsen, welke nieuw zijn voor Friesland, vervolledigen de door J. L. van Soest genoemde voor het Drentsche district, n.1. in: VIII Plantengeographie. Lavendelheide ( Andromeda polifolia) Natura 1927 blz. 197. Monotropa Hypopitys α glabra, die nóch voor onze Noordzee-eilanden, voor (wèl Borkum, Just, Norderney en Langeroog in Vuyck, De plantengroei der duinen p. 338), nóch voor de drie noordelijke provincies in de literatuur vermeld was, ontdekten wij in enkele exemplaren op twee plaatsen op Ameland en wel in de nabijheid van de Ballumer Kaap (G 5, 47, 43) 1924

68 K-F en K (h.), controle H. R. Hoogenraad, en in de Bureduinen (G 6, 41, 34) 1924. De heer R. v. d. Wyk deelde ons een niet gepubliceerde vondst mede (zonder opgave van variëteit) in 1914 tusschen Olterterp en Beetsterzwaag. Convolvulus Soldanella komt, behalve op de bekende vindplaats op Ameland Nes, naar het noorderstrand hier ook voor aan de zuidzijde van den stuif dijk van de Bureblinkerd naar het Oerd (G 6, 42, 33) 1924. Linaria bipartita vonden wij, waarschijnlijk aangevoerd, aan den wegkant tegenover het buiten Oranjestein in het Oranjewoud (J 6, 63, 41) 1927 K-F en K (h.). Zij is nieuw voor Friesland. Controle A. W. Kloos Jr. Linaria Cymbalaria is slechts voor Leeuwarden en voor twee plaatsen in de omgeving van deze stad op de Plantenkaartjes aangeduid. Het eerst troffen wij haar aan op den muur van een oud huis te Nes op Ameland (G 5, 58, 24) 1924 en de tweede maal onderaan een ouden muur bij het slot te Rijs in Gaasterland (K 5, 25, 33) 1925 K- F en K (h.). Galeopsis pubescens stond aan den ingang van het Tweede Molenbosch te Oldeberkoop (J 6, 65, 43) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.). Ook merkten wij haar op onder struikgewas in het Oranjewoud niet ver van Brongerga (J 6, 63, 23) 1927 K-F en K (h.). Volgens opgave van Heukels (Nieuwe plantensoorten en nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten in 1910 D. L. N. XV blz. 283) is deze plant hier reeds in 1910 gevonden. Zij is ongetwijfeld voor ons land zeldzaam. In den Prodromus wordt zij slechts voor drie plaatsen genoemd: Emmen, Groenhoven bij Leiden en Pothoofd bij Deventer. De daar aangegeven omschrijving der groeiplaats: langs boschranden komt zeer goed met onze waarnemingen overeen. Het is wel eigenaardig, dat wij haar in Juli 1927 bij de

69 excursie der N. B. V. op genoemde plaats in Oldeberkoop niet meer terugvonden. Zij wordt door Potonié (Illustrirte Flora von Nord- und Mitteldeutschland (1910) blz. 57) als ruderaalplant genoemd, en heeft een pontisch verspreidingsgebied. Scutellaria minor. Op een viertal plaatsen troffen wij dit sierlijke plantje aan, en wel ten zuiden van Mildam, in den van polder Teridzert (K 6, 14, 11) 1925 K- F en K (h.); verder op een drietal plaatsen in de omgeving van Oldeberkoop: 1 in de nabijheid van den weg van Oldeberkoop naar Makkinga, dicht bij het eerstgenoemde dorp (J 6, 66, 14) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.); 2 de aan oostzijde van het Stuttingebosch bij de over Bekhofbrug de Linde, (J 6, 66, 34) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.); 3 in de Vijverbosschen bij Nijeberkoop (J 6, 66, 23) 1926. Voor Friesland was zij nog niet bekend. Lysimachia thyrsiflora, reeds meerdere malen in Friesland gevonden, kunnen wij nog voor twee plaatsen vermelden. Zij komt voor ten zuid-oosten van Wartena, in een weiland aan de Langesloot (J 6, 12, 42) 1925 K-F en K (h., h. N. B. V.) en aan den z.g. Aegehoek aan de Wijde Ee (J 6, 22, 34) 1927. Chenopodium polyspermum L. α cymosum C h e v., vroeger reeds in Leeuwarden en Bolsward gevonden, troffen wij aan langs den wegkant (ruderaal) tegenover Oranjestein in het Oranjewoud (J 6, 63, 41) 1925 K-F en K (h., h. N. B. V.). Chenopodium polyspermum L. β acutifolium Kit. vonden wij op een haverakker bij den zandweg ten noorden van Boschhuis bij Bergumerheide. (H 6, 43, 44) 1925 K-F en K (h., h. N. B. V.). Zij was alleen voor Heerenveen bekend.

70 Polygonum Bistorta wordt slechts voor één plaats, n.1. Cornjum in de literatuur vermeld. Zij komt echter ook voor in enkele exemplaren in de nabijheid van één der vijvers in het bosch van Vogelzangstate bij Veenklooster (H 6, 45, 12) 1926 en in het bosch van Vijversburg bij Tietjerk (H 6, 52, 23) 1927. Euphorbia palustris, in hoofdzaak op laagveen voorkomend, troffen wij het eerst aan in de Boornbergumer Petten tusschen struikgewas en in de nabijheid van Osmunda regalis (J 6, 24, 31) 1926 K-F en K (h. N. B. V.). Gedurende de excursie in 1927 vonden wij haar in hetzelfde kwartierhokje terug. Vijf vindplaatsen, waarvan één twijfelachtig, waren reeds voor Friesland bekend. Euphorbia Esula vonden wij, nieuw voor Friesland, bij het station Hardegarijp (H 6, 53, 13) 1925 K-F en K (h., h. N. B. V.). Sparganium minimum is hier vroeger reeds op 6 plaatsen gevonden. Bovendien hebben wij haar waargenomen in de Boornbergumer Petten, dicht bij den Dragster hooiweg (J 6, 24, 31) 1926 K-F en K (h., h. N.B.V.) en in de omgeving van Oldeberkoop, in een sloot aan den weg Oldeberkoop Makkinga (J 6, 66, 13) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.). Gedurende de excursie N. B. V. in 1881 vond men haar in het veen van Teridzert. In deze omgeving heeft zij stand gehouden, niettegenstaande de ontginningen, want in den tegenwoordigen veenpolder van Teridzert komt zij nog voor ten zuiden van Mildam (K 6, 14, 11) 1925 K-F en K (h., h. N. B. V.). Arum italicum, die nogal eens bij buitenplaatsen wordt aangetroffen, komt ook voor in het bosch te Rauwerd, dat eertijds behoorde tot het voormalige Jongamastate. Nieuw voor Friesland. Orchis Morio is reeds voor verschillende plaatsen in Friesland bekend. Vroeger kwam zij ook talrijk voor in de

71 Warren, een moerassig terrein, ten zuiden van Hardegarijp. Daar zij in de laatste jaren door draineering en omwerking van den bodem meer en meer verdwijnt, zamelden wij haar in en vermelden.haar in deze lijst (H 6, 53, 1927 K-F 33) K en (h., h. N. B. V.). Orchis incarnatus, in hetzelfde gebied, was reeds grootendeels verdwenen, zoodat wij met moeite een enkel exemplaar konden verzamelen (H 6, 53, 33) 1927 K- F en K. (h.) Voor het vasteland van Friesland is zij zeldzaam; de Prodromus noemt haar alleen voor Heerenveen. Gymnadenea Conopea hebben wij op Ameland tusschen Nes en Buren, in de Bureduinen gevonden (Controle H. Heukels) (G 6, 41, 34) 1924. De oude opgaven betreffende dit eiland van Dr. Th. Spree en S. P. Kros zijn niet nader omschreven; Dr. Vuyck vond haar op het Oerd, het uiterste oosten van het eiland. Listera ovata werd door den heer J. P. Wiersma voor ons ingezameld in het bosch te Olterterp, waar zij slechts op een enkel plekje voorkomt (J 6, 35, 41) 1926 K-F en K. (h.). Voor Friesland een zeldzame verschijning. Op het vasteland werd zij vroeger alleen waargenomen te Oosterwolde (lijst Brakman). Tulipa silvestris, van meerdere plaatsen bekend, vonden wij, behalve op de bekende groeiplaatsen Martenastate te Cornjum en Dekemastate te Jelsum, ook bloeiend in het bosch te Rauwerd op 3 Mei 1925. Ornithogalum umbellatum. Bij de in den Prodromus opgaven kunnen wij nog Marsum voegen, waar deze plant groeit aan den rand van het kerkhof (H 5, 58, 32) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.). Allium ursinum verkregen wij door bemiddeling van den heer Wiersma; het exemplaar is afkomstig van Stiens (H 5, 48, 21) 1927 K-F en K (h.). Reeds Meese vond haar omstreeks 1760 te Balk en Wijckel;

72 de Flora Frisica (1840) geeft haar op voor Franeker en Goutum en op de lijst Brakman staat zij genoemd voor Rauwerd. Narthecium ossifragum. Bij de 11 vindplaatsen uit den Prodromus kunnen wij nog een 4-tal nieuwe voegen, n.i.: 1 0 ten westen van Oldeberkoop op de heide (J 6, 65, 41) 1926 K-F en K.(h., h. N. B. V.); 2 eveneens ten westen van Oldeberkoop (J 6, 65, 34) 1926; 3 ten noordwesten van Nijeberkoop, op een heideveldje niet ver van het Tjongerkanaal (J 6, 66, 11) 1926; 4 in een laag gedeelte der Vijverbosschen bij Nijeberkoop (J 6, 66, 23) 1926. Bovendien vonden wij deze plant te Appelscha, dat reeds door de Flora Frisica als vindplaats wordt opgegeven (J 6, 68, 13) 1923 K-F en K (h., h. N. B. V.). Juncus maritimus, bekend voor Schiermonnikoog, vonden wij op Ameland in een sloot langs den weg van Nes naar Ballum (G 5, 58, 14) 1924 K-F K en (h.), controle W. H. Wachter en aan het oostelijk einde van den stuifdijk, die den Bureblinkert met het Oerd verbindt (G 6, 42, 1924. 34) Cladium Mariscus, die wij reeds vroeger op een excursie der Ned. Natuurhist. Ver. in de nabijheid der Houtwielen bij Veenwouden zagen, konden wij meer nauwkeurig op twee andere plaatsen vaststellen, n.i.: in de Boornbergumer Petten (J 6, 23, 44) 1926 K- F en K (h., h. N. B. V.) en ten noorden van Hardegarijp op moerassig terrein (H 6, 53, 11) 1927. In den Prodromus komen slechts enkele vindplaatsen van deze plant voor. Scirpus palustris β major vonden wij in een droge sloot aan den Bovenweg bij Oldeberkoop (J 6, 65, 44) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.).

73 Zij werd alleen bij den Koedood en langs de Rotte te Rotterdam door Jansen en Wachter en verder nog bij een drinkput te Oranjezon aangetroffen. Eriophorum vaginatum, waarvan in Friesland slechts enkele vindplaatsen bekend zijn, verzamelden wij in de heide even ten zuiden van Hornsterzwaag (J 6,56, 12) 1927 K-F en K (h., h. N.B.V.). Carex fulva Good., (= C. Hornschuchiana Hoppe) op de excursie der Ned. Bot. Ver. bij Wolvega Teridzerd in 1881, en te Olterterp door Des Tombe in 1904 gevonden, troffen aan wij bij den weg van den Ouden Dijk naar Twijzel in moerassig gebied 1927 K-F en K (h., h. N. B. V.). Briza media, slechts bekend van Leeuwarden, Koudum en St.-Jacobiparochie, merkten wij op aan den weg van Oudeschoot naar Mildam (J 6, 63, 44) 1925 K- F en K (h., h. N. B. V.). Polystichum cristatum komt in de Boornbergumer Petten zeer talrijk voor, vaak tusschen struikgewas (J 6, 23, 44) 1926 K-F en K (h., h. N. B. V.). Heukels ververmeldt haar voor Oldeberkoop (Tot dusverre bekende groeiplaatsen, etc. D. L. N. VI. blz. 231). Asplenium Trichomanes hebben wij slechts één enkele maal in Friesland, en wel op een ouden vochtigen muur te Rijs in Gaasterland waargenomen (K 5, 25, 33) 1925 K-F K en (h., h. N. B. V.). In De Levende Natuur VI hlz. 232 is door Heukels een aantal vindplaatsen genoemd, waarbij echter geen enkele in Friesland. Ophioglossum vulgatum, op Schiermonnikoog tijdens de excursie der Ned. Bot. Ver. in 1926 gevonden (A. W, Kloos Jr.; Verslag der Excursie op Schiermonnikoog op 28 Aug. 1926 en volgende dagen, Ned. Kruidk. Arch. 1926, blz. 11), schijnt voor het vasteland van Friesland zeldzaam te zijn. Slechts één enkele vindplaats.

74 welke wij danken aan den heer J. P. Wiersma in het zuidelijk deel der Warren ten zuiden van Hardegarijp, kunnen wij hier opgeven (H 6, 53, 33) 1927 K-F en K (h., h. N. B. V.). Totaal zijn in deze lijst 64 verschillende planten genoemd, waaronder 14, die nieuw ' zijn voor Friesland, n.1. Potentilla argentea, Rosa tomentosa, Rosa dumetorum, Rosa canina γ dumalis, Myrrhis odorata, Vaccinium Oxycoccus, Andromeda polifolia, Monotropa Hypopitys α glabra, Linaria bipartita, Scutellaria minor, Euphorbia Esula, Arum italicum, Scirpus palustris β major, Asplenium Trichomanes. Langs spoorwegen aangevoerd zijn hiervan vrij zeker Myrrhis odorata en Euphorbia Esula. Arum italicum is vroeger waarschijnlijk opzettelijk aangeplant in het bosch te Rauwerd, indertijd behoorend bij het buiten Jongamastate. Linaria bipartita is misschien wel met tuinzaden aangevoerd. De Rosa-soorten zijn gevonden in den nog Zoo weinig doorzochten zuid-oosthoek van Friesland, evenals Vaccinium Oxycoccus en Andromeda polifolia. De vindplaatsen der beide laatstgenoemde planten, gevonden op de zuid-oostelijke heidevelden, sluiten aan bij het verspreidingsgebied in Drente Besluiten wij met een woord van dank aan den heer W. H. Wachter, die ons welwillend terzijde stond, en alle planten, waarvan wij doubletten afstonden aan het Herbarium der N. B. V., controleerde, zoomede aan andere flensten, die ons behulpzaam waren.