WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN. Sneladvies

Vergelijkbare documenten
Sleutelwoorden Versterkte controle, residuen, dieren, dierlijke producten, illegale behandeling

Sleutelwoorden Koninklijk besluit, vervoer, slachtwarm vervoer, consumptiebloed

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Sleutelwoorden Ernst gevaar, Analyseprogramma, pathogenen, hygiëne-indicatoren, levensmiddelen

Evaluatie van de betrouwbaarheid van de analysemethoden voor de bepaling van fipronil in eieren en vlees

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Amendement aan het ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN SNELADVIES

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen 1 / 9

WETENSCHAPPELIJK COMITE van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Sleutelwoorden Koninklijk besluit, hygiëne, rauwe melk/colostrum, eieren, vlees, visserijproducten

ADVIES Wetenschappelijk advies goedgekeurd door het Wetenschappelijk Comité op 23 maart 2018

ADVIES Wetenschappelijk advies goedgekeurd door het Wetenschappelijk Comité op 23 november 2018.

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

ADVIES (SciCom Nr. 2016/21) Advies goedgekeurd door het wetenschappelijk Comité op 16 december 2016

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

IDENTIFICATIE VAN DE TE VOLGEN PROCEDURE VOOR HET AANVRAGEN VAN EEN ADVIES AAN HET WETENSCHAPPELIJK COMITÉ

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Advies : Ontwerp koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucel

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

RIKILT Institute of Food Safety

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 november 2013 (OR. nl) 16792/13 DENLEG 136. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 21 november 2013

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Prednisolone bij varkens

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

INHOUD 2 1. VOORWOORD 3

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

SPOEDRAADGEVING

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DEVEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2017

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie L 266/3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2011 (01.09) (OR. en) 13560/11 DENLEG 117

EU beleid Campylobacter

Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten

Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2015

AANVRAGEN VAN EEN FORMEEL ADVIES AAN HET WETENSCHAPPELIJK COMITÉ

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Organochloorbestrijdingsmiddelen en lood en cadmium in wild

Een rapport gemaakt in Pure. Voorbereid door: anonymous, Gebruiker, 24/06/16 6:36

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

AANVRAAG WETENSCHAPPELIJK ADVIES OVER EEN SECTORGIDS

Vooruitzichten te voor een monitoring van risicoindicatoren van opkomen van dierenziekten

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 april 2017 (OR. en)

MYCOTOXINE MONITORING MAÏS OOGST 2018

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Donderdag 04/12/08. Zaterdag 06/12/08. Zondag 07/12/08 ochtend. Zondag 07/12 avond

van de voedselketen

Vitamine D Hoog gedoseerde voedingssupplementen

Te dien einde gaan voor de delegaties in de bijlage ontwerp-amendementen van het voorzitterschap op Richtlijn 96/22/EG van de Raad.

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en)

2. FederaalLaboratoriumvoorde

WETENSCHAPPELIJK COMITE van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen ADVIES

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Hierbij gaat voor de delegaties document D049730/04.

DIERGENEESMIDDELEN IN KWEEKVIS

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2014

AANVRAGEN VAN EEN SPOEDRAADGEVING AAN HET WETENSCHAPPELIJK COMITÉ

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

RESIDUEN VAN DIERGENEESMIDDELEN EN BESTRIJDINGSMIDDELEN IN HONING

Overzicht herziening van het document

Mycotoxinemonitoring GRANEN Oogst 2016

Omzendbrief met betrekking tot de grensbeweiding met Nederland en met het Groothertogdom Luxemburg.

Publicatieblad van de Europese Unie

DE HUIDIGE STATUS VAN GEVALIDEERDE 3R-ALTERNATIEVE METHODEN -VEILIGHEID VOOR MENS-

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en)

Belgisch vlees. Feiten & Cijfers In België worden jaarlijks 11,7 miljoen varkens, runderen en kalveren geslacht.

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

VRAAGBAAK MIGRATIE VAN BISPHENOL A VAN VERPAKKING NAAR VOEDSEL. Door. De Bont, R., Van Larebeke, N.

Gearchiveerde versie

Transcriptie:

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN Sneladvies 12-2011 Betreft: Aanwezigheid van thiouracil in een urinestaal van een rund (dossier Sci Com Nr. 2011/26). Sneladvies goedgekeurd door het Wetenschappelijk Comité op de plenaire zitting van 14 oktober 2011 Samenvatting Na een routinecontrole in het kader van het controleplan van het FAVV werd de aanwezigheid van thiouracil aan een concentratie van 15 ppb gedetecteerd in een urinestaal van een rund. Andere stalen die tijdens een bijkomend onderzoek werden genomen, waren conform. Het resultaat van de tegenanalyse van het oorspronkelijke urinestaal bedroeg 29,7 ppb. De interpretatie van dit niet-conforme resultaat wordt besproken in het licht van de recente gegevens uit de wetenschappelijke literatuur. Summary Advice 12-2011 of the Scientific Committee of the FASFC Following a routine control in the framework of the control plan of FASFC, the presence of thiouracil was detected in a bovine urine sample at a concentration of 15 ppb. Other samples taken during the further investigation were conform. The result of the counter-analysis of the original sample of urine was 29.7 ppb. The interpretation of these non conform results is discussed in relation to recent data from the scientific literature. Sleutelwoorden Thyreostatica, Thiouracil, urine, rund, semi-endogeen 1

1. Referentietermen Het Wetenschappelijk Comité werd gevraagd om de relevantie te beoordelen van een geïsoleerd geval van detectie van residuen van thiouracil aan een concentratie boven de actielimiet (10 ppb) in een urinestaal van een rund uit een vleesveebedrijf. Gelet op de besprekingen tijdens de vergadering van de werkgroep van 10 oktober 2011 en tijdens de plenaire zitting van 14 oktober 2011, geeft het Wetenschappelijk Comité het volgende advies : 2. Inleiding Tijdens een routinecontrole in het kader van het controleplan van het FAVV werden vier stalen van faecesmateriaal en een urinestaal genomen in een vleesvee bedrijf. Na deze controle werd de aanwezigheid van thiouracil aan een concentratie van 15 ppb gedetecteerd in een urinestaal van een mannelijk vleesrund van 20 maanden oud. De vier faeces stalen die voor onderzoek naar andere parameters waren genomen, waren conform. De stalen die 3 maanden later tijdens een bijkomend onderzoek werden genomen op het landbouwbedrijf, bleken conform (10 stalen van faecesmateriaal en 2 stalen van dierenvoeder). De concentratie aan thiouracil die bij tegenanalyse in het oorspronkelijke staal werd gemeten, bedroeg 29,7 ppb. 2-thiouracil (CAS nr. 141-90-2; figuur 1) behoort tot de groep thyreostatische stoffen. De term thyreostatisch geneesmiddel wordt gebruikt om te verwijzen naar een complexe groep stoffen die de schildklierfunctie verstoren met als gevolg een verminderde productie van de hormonen thriiodothyronine (T3) en thyroxine (T4) (De Brabander 1984; Courtheyn et al., 2002). 2-thiouracil is een verbinding met een ernstig remmende functie op de schildklier (Le Bizec et al., 2011). Figuur 1: moleculaire 1 formule van thiouracil 1 http://chem.sis.nlm.nih.gov/chemidplus/proxyservlet?objecthandle=search&actionhandle=getall3d MViewFiles&nextPage=jsp%2Fcommon%2FChemFull.jsp%3FcalledFrom%3Dlite&chemid=0000141 902&formatType=_3D 2

Als thyreostatica worden gebruikt om dieren vet te mesten, verkrijgt men een gewichtstoename door een verhoging van het volume van het maag- en darmkanaal en waterretentie in de eetbare weefsels wegens de geremde productie van schildklierhormonen (Pinel et al., 2006; Vanden Bussche et al., 2011). Dat leidt tot de productie van vlees van een minder goede kwaliteit (hoger watergehalte). Dat is fraude. Bovendien kunnen de residu's van thyreostatische stoffen teratogeen en kankerverwekkend zijn (IARC, 2001). Het IARC (2001) klasseerde thiouracil in groep 2B (het middel is misschien kankerverwekkend voor de mens). Het gebruik van thyreostatische geneesmiddelen voor het vetmesten van dieren is sinds 1974 (KB van 12.04.1974 2 ) verboden in België. In Europa zijn thyreostatische stoffen als diergeneeskundig middel bij nutsdieren verboden sinds 1981 omwille van hun kankerverwekkende en teratogene eigenschappen (Richtlijn 81/602/EG 3 ). De toevallige detectie van thiouracil in de urine van runderen in het kader van de nationale monitoring, met niveaus van 1 tot 10 µg/l, roept de vraag op naar de herkomst van de stof (Pinel et al., 2006; Vanden Bussche et al., 2009). De veronderstelling van een besmetting via veevoeder werd onderzocht door Pinel et al. (2006) omdat van sommige planten van de familie van de kruisbloemigen bekend is dat ze zogenaamde goitrogene stoffen bevatten die de absorptie van jodium door de schildklier en de omzetting van thyroxine (T4) in thriiodothyronine (T3) kunnen vertragen. Zo bestudeerden Pinel et al. (2006) de invloed van voeding op basis van cruciferae op het voorkomen van thiouracilresten in de urine van volwassen runderen. Thiouracilconcentraties van 3-7 en 2-9 µg/l werden respectievelijk gemeten in urine die verzameld was na het eten van kolen en koolzaad. Pinel et al. (2006) hebben met deze studie aangetoond dat de uitscheiding via de urine van thiouracil bij volwassen runderen die cruciferae hadden opgenomen ten onrechte kan doen uitschijnen dat er illegaal thyreostatica waren gebruikt. De referentielaboratoria van de Europese Unie (European Union Reference Laboratories EURLs, vroeger de CRL s voor Community Reference Laboratories) (EURL, 2007) bevelen een maximale concentratie van 10 ppb aan voor thiouracil en andere thyreostatica in de urine en de schildklier als de minimaal vereiste prestatie grens (MRPL). Deze maximale waarde van 10 ppb houdt rekening met de mogelijke aanwezigheid van thiouracil die gedetecteerd is bij runderen die kruisbloemigen hebben opgenomen. Deze actielimiet dient als technische richtsnoer bij de ontwikkeling van analytische methoden voor de controle van residu s. Momenteel is massaspectrometrie in combinatie met vloeistofchromatografie de aanbevolen werkwijze om thyreostatische stoffen te identificeren en te kwantificeren. In 2006 heeft het LABERCA in Frankrijk 1098 urinestalen van runderen geanalyseerd om de eventuele aanwezigheid van thiouracil op te sporen (Le Bizec et al., 2011). Deze molecule werd in 32% van de stalen niet gedetecteerd. In de andere stalen schommelden de concentraties tussen de beslissingsgrens en 22,5 µg/l. De gemiddelde en mediane waarden bedroegen 1,4 en 0,3 µg/l, en de resultaten waren niet normaal verdeeld. De concentratie in het 95 ste en het 99 ste percentiel bedroeg respectievelijk 6,2 µg/l en 12,1 µg/l. De thiouracilconcentraties die bij kalveren (< 6 maanden) werden gemeten, waren hoger dan bij volwassen runderen. Bij vrouwelijke runderen werden hogere concentraties thiouracil gemeten dan bij mannelijke runderen. De studie van Le Bizec benadrukt de dringende behoefte aan een bevestigingscriterium dat gebaseerd is op de ontdekking van een discriminatoire biomerker of aan het bepalen van een verhouding tussen isotopen. Vanden Bussche et al. (2011) melden dat er onderzoek nodig is naar de manier waarop thiouracil gevormd wordt, en naar de identificatie van de eventuele precursoren. 2 Koninklijk Besluit betreffende bepaalde handelingen betreffende stoffen met een hormonale, antihormonale, anabole, beta-adrenergische, anti-infectie, antiparasitaire en anti-inflammatoire werking 3 Off. J. Eur. Communities 1981, L 222, 32-33. 3

3. Advies Het Wetenschappelijk Comité stelt vast dat in het beschreven geval de aanbevolen concentratie thiouracil van 10 ppb (gebruikt als actielimiet) werd overschreden in de urine van een enkel dier van een rundveebedrijf (vastgesteld bij twee onafhankelijke metingen van eenzelfde urinestaal). Vergelijkbare gevallen van detectie van thiouracil in runderurine in concentraties van minder dan 100 ppb werden gerapporteerd in andere landen van de Europese Unie (Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Ierland, Luxemburg, Polen en Estland). Uit de resultaten van controles die uitgevoerd zijn in het kader van de Richtlijn 96/23/EG en die in 2009 aan de Europese Commissie gerapporteerd werden, blijkt dat 46 van de 10.013 stalen die in de groep A2 (anti-schildklierstoffen) werden geanalyseerd niet conform waren (0,46 %), allemaal wegens de aanwezigheid van thiouracil. Zes Lidstaten (Denemarken, Frankrijk, Groot- Brittannië, Ierland, Luxemburg en Polen) rapporteerden 29 niet-conforme resultaten voor de aanwezigheid van thiouracil bij runderen. Er werden concentraties tot 87,4 µg/kg gemeten. Onderzoeken uitgevoerd door de nationale autoriteiten wezen niet op illegaal gebruik van thiouracil. De aanwezigheid van lage concentraties thiouracil in runderurine kan te wijten zijn aan de opname van kruisbloemige planten door de dieren (European Commission, 2009; EFSA, 2011). In 2008 was thiouracil eveneens de enige stof van de groep van de schildklierremmers waarvoor niet-conforme resultaten werden gerapporteerd in specifieke stalen van runderen, varkens, schapen en geiten. De niveaus lagen onder de 10 ppb en waren eveneens, meer dan waarschijnlijk te wijten aan de aanwezigheid van kruisbloemige planten in het dierenvoeder (EFSA, 2010). Een MRPL (Minimal Required Performance Limit) van 100 ppb was van toepassing op thyreostatica. Deze waarde van 100 ppb hield rekening met de gevoeligheid (detectielimiet) van de analytische methoden van die tijd en met het feit dat de concentraties thyreostatica die nodig zijn om gewichtstoename bij het dier te bewerkstelligen beduidend hogere thiouracilconcentraties dan 100 µg/l in de urine veroorzaken (Pinel et al., 2006). De verbetering van de analytische prestaties heeft de EURLs ertoe gebracht om een waarde van 10 ppb (EURL, 2007) voor te stellen. Deze waarde houdt rekening met de studie van Pinel et al. (2006) waarin concentraties tot 9 µg/l werden gemeten in de urine van runderen die kruisbloemigen hadden opgenomen. Le Bizec et al. (2011) stellen drempelwaarden voor van 5,7 en 9,1 µg/l voor volwassen mannelijke runderen (6-24 maanden) bij een betrouwbaarheidsniveau van respectievelijk 95 en 99 %, om onderscheid te maken tussen conforme en verdachte urinestalen. Volgens het histogram dat in de studie van Le Bizec et al. (2011) werd voorgesteld, ligt de detectiepiek van thiouracil rond 4-5 ppb; waarden van 12-15 ppb en tot 22,5 ppb zijn eveneens gemeten. Het Wetenschappelijk Comité meent dat men voorzichtig moet zijn om de waarden die voorgesteld zijn door Le Bizec et al. (2011) naar de Belgische situatie te extrapoleren. Talrijke factoren zoals de leeftijd, het geslacht, de samenstelling van het voeder, de fysiologische toestand, de bewaring van de stalen, de analysemethode, enz. kunnen namelijk tot schommelingen in de resultaten leiden. Bovendien volgen de resultaten van thiouracil in de studie van Le Bizec et al. (2011) geen normale verdeling. Het probleem dat zich stelt, is de toepassing van de actielimiet van 10 ppb op het terrein. Deze waarde is opgesteld op basis van analytische overwegingen en houdt rekening met de resultaten van een studie (Pinel et al., 2006). De thiouracilconcentraties die in de urine van het verdachte rund werden teruggevonden, zijn te laag om overeen te komen met een doeltreffende groeibevorderende behandeling. Le Bizec et al. (2011) benadrukken dat de robuuste kwantificatiemethode voor thiouracil en de controle van de instabiliteit van dergelijke residu s twee sleutelproblemen zijn die opgelost moeten worden voordat de actielimieten doeltreffend en ondubbelzinnig kunnen worden 4

geïmplementeerd. Het feit dat dezelfde urine ingevroren en ontdooid wordt, kan soms aan de basis liggen van een vermindering van de teruggevonden hoeveelheid thiouracil. Het resultaat van de tegenanalyse van het urinestaal (29,7 ppb) ligt twee maal hoger dan het resultaat van de eerste analyse (15 ppb). De twee analyses werden in verschillende laboratoria met verschillende analysemethoden uitgevoerd. De eerste analyse werd uitgevoerd met vloeistofchromatografie, gekoppeld aan een massaspectrometer (LC-MS) met derivatisering. De tegenanalyse werd uitgevoerd met UHP vloeistofchromatografie in tandem gekoppeld aan een massaspectrometer (UHPLC-MS) zonder derivatisering. Er bestaat geen interne standaard voor thiouracil (analoog van gedeutereerd thiouracil) maar er werd propylthiouracil als interne standaard gebruikt (Vanden Bussche et al., 2010). De meetonzekerheden werden niet gegeven. De residu s van thiouracil in de urinestalen zijn niet stabiel op kamertemperatuur of na invriezing (Vanden Bussche, 2011). Het resultaat van de tegenanalyse ligt nochtans boven het resultaat van de eerste analyse. Het Wetenschappelijk Comité kan het verschil tussen de twee resultaten niet verklaren. Een hypothese die naar voor werd gebracht om deze verschillen te verklaren, is de interactie tussen thiouracil en eiwitten. Betreffende het effect van de voeding schommelt het glucosinolatengehalte naargelang het soort koolzaadkoek. De glucosinolatenconcentraties in cultivars met weinig glucosinolaten bedragen 10,3 µg/mole bij B. napus tower en 11,3 µg/mole bij B. Campestris Candle (Bell, 1984). De glucosinolatenconcentraties in cultivars met hogere gehalten bedragen 105,4 µg/mol bij B napus target en 36,2 µg/mole bij B. napus Turret. Deze concentraties werden zonder toevoeging van myrosinase bepaald (Bell, 1984). Het glucosinolatengehalte beïnvloedt de thiouracilconcentratie die na de consumptie van koolzaadkoeken in de urine werd teruggevonden. Zuivering, extractie en analyse van koolzaadkoeken volgens de werkwijze van Pinel et al. (2005) laat niet toe om thiouracil op te sporen. Als er echter een stap wordt ingebouwd met enzymatische hydrolyse die gekatalyseerd is door de myrosinase kan thiouracil worden opgespoord en geïdentificeerd in koolzaadkoeken en andere brassicaceae (Vanden Bussche et al., 2011). Volgens Vanden Bussche et al. (2011) zijn brassicaceae waarschijnlijk niet de enige bron van besmetting en kunnen andere, onbekende factoren bijdragen aan de natuurlijke aanwezigheid van thiouracil in urinestalen. 4. Besluiten Het Wetenschappelijk Comité stelt vast dat de actielimiet van 10 ppb in het beschreven geval overschreden is in een urinestaal van een enkel rund in een rundveekwekerij (resultaat van twee onafhankelijke analyses). In andere Lidstaten van de Europese Unie zijn gelijkaardige gevallen beschreven, ze werden zonder verdere details toegeschreven aan de aanwezigheid van kruisbloemigen in de voeding van de runderen. Het Wetenschappelijk Comité beschikt niet over voldoende informatie om dit concrete geval grondig te onderzoeken. Thiouracilconcentraties van 15 en 29,7 ppb in de urine van een rund kunnen echter aan meerdere factoren te wijten zijn. De thiouracil concentraties die in de urine werd teruggevonden, zijn te laag om overeen te komen met een doeltreffende groeibevorderende behandeling. Thiouracilconcentraties van 100 ppb en meer in de urine wijzen op illegaal gebruik van thiouracil (Pinel et al., 2006). 5

5. Aanbevelingen Bij analyseresultaten van meer dan 10 ppb beveelt het Wetenschappelijk Comité aan om aan te geven dat het resultaat niet conform is en stelt voor om een grondig onderzoek op het niveau van de andere dieren (afname van urinestalen) en de voeding op het landbouwbedrijf uit te voeren. Bij analyseresultaten van meer dan 100 ppb moet men ervan uitgaan dat het dier op illegale wijze behandeld is. Het Wetenschappelijk Comité beveelt aan om een retrospectieve studie uit te voeren op de resultaten van de thiouracilanalyse in België en deze resultaten te vergelijken met die van de studie van Le Bizec et al. (2011). Het Wetenschappelijk Comité beveelt aan om gegevens te verzamelen over de thiouracil concentraties in de urine van gebruiksdieren in België en een studie uit te voeren naar de risicofactoren die van invloed kunnen zijn op de aanwezigheid van thiouracil in de urine. Het Wetenschappelijk Comité beveelt aan om een kwantitatieve ringtest voor thyreostatica in te voeren (hetgeen veronderstelt dat laboratoria de beschikking krijgen over een standaard die gemarkeerd is door een zware koolstofisotoop, C13). Het Wetenschappelijk Comité beveelt aan om onderzoek naar onderscheidende biomerkers te ontwikkelen of naar de meting van isotopische verbanden om het gebruik van thiouracil aan te tonen. 6. Minderheidsstandpunt Raadslid C. Van Peteghem, tevens lid van de werkgroep, wenst zich uitdrukkelijk te distantiëren van dit dossier om de volgende redenen : 1. Het is niet de taak van het Wetenschappelijk Comité eerder genomen administratieve beslissingen in te dekken middels een wetenschappelijk advies. 2. Gelet op de informatie, verstrekt door het CRL (Communautair Referentielaboratorium) de dato 7 oktober 2011, gelet op het advies van Dr. G. Kennedy, ter zitting elektronisch ter beschikking gesteld van een aantal leden van het Wetenschappelijk Comité en van de leden van de werkgroep, gelet op de discrepantie tussen de resultaten van de eerste analyse en van de tegenanalyse, is er geen wetenschappelijk gefundeerde grond om het H-statuut toe te kennen aan het bedrijf in kwestie. Voor het Wetenschappelijk Comité, Prof. Dr. Ir. André Huyghebaert. Voorzitter Brussel, 25/11/2011 6

Referenties Bell. 1984. Nutrients and Toxicants in Rapeseed Meal: a Review. J ANIM SCI 1984, 58:996-1010. Courtheyn D, Le Bizec B, Brambilla G, De Brabander HF, Cobbaert E, de Wiele AV, Vercammen J, De Wasch K. 2002. Recent developments in the use and abuse of growth promoters. Anal Chim Acta. 473:71 82. De Brabander HF. 1984. Bepalingsmethoden voor thyreostatica in biologisch materiaal [thesis]. [Ghent]: Ghent University. EFSA (European Food Safety Authority), 2010. Report for 2008 on the results from the monitoring of veterinary medicinal product residues and other substances in food of animal origin in the Member States. EFSA Journal 2010; 8(4):1559 [55 pp.]. doi:10.2903/j.efsa.2010.1559. Available online: www.efsa.europa.eu EFSA (European Food Safety Authority), 2011. Report for 2009 on the results from the monitoring of veterinary medicinal product residues and other substances in live animals and animal products. Supporting Publications 2011:158. [70 pp.]. Available online: www.efsa.europa.eu. European Commission (EC), 2010. European Commission Staff Working Document on the implementation of National Residue Monitoring Plans in the Member States in 2009. Available from http://ec.europa.eu/food/food/chemicalsafety/residues/workdoc_2009_en.pdf European Union of Reference Laboratory (EURL) 2007. EURL guidance document: EURL s view on state of the art analytical methods for national residue control plans. Available from: http://www.rivm.nl/bibliotheek/digitaaldepot/crlguidance2007.pdf. IARC, 2001. Monographs on the Evaluation of Carcinogenic Risks to Humans Some Thyrotropic Agents Volume 79. 763 pages Le Bizec B., Bichon E., Deceuninck Y. Prévost S., Monteau F., Antignac J-P., Dervilly-Pinel G. 2011. Toward a criterion for suspect thiouracil administration in animal husbandry. Food additives and Contaminants, Vol. 28. N 7. 840-847. Pinel, G.; Bichon, E.; Pouponneau, K.; Maume, D.; Andre, F.; Le Bizec, B. Multi-residue method for the determination of thyreostats in urine samples using liquid chromatography coupled to tandem mass spectrometry after derivatisation with 3-iodobenzylbromide. J. Chromatogr., A 2005, 1085, 247 252. Pinel G., Mathieu S. Cesbron N., Maume D., De Brabander H. F., Andre F., B. Le Bizec. 2006. Evidence that urinary excretion of thiouracil in adult bovine submitted to a cruciferous diet can give erroneous indications of the possible illegal use of thyrostats in meat production. Food Additives and Contaminants; 23(10): 974 980 Vanden Busche J., Noppe H., Verheyden K., Wille K., Pinel G., Le Bizec B., De Brabander H.F. 2009. Analysis of thyreostats: A history of 35 years analytica chimica acta 637, 2 12 Vanden Busche J., Vanhaecke L., Deceuninck Y., Verheyden K., Wille K., Bekaert K., Le Bizec B., De Brabander H.F. 2010. Development and validation of an ultra-high performance liquid chromatography tandem mass spectrometry method for quantifying thyreostats in urine without derivatisation. Journal of Chromatography A, 1217, 4285 4293. Vanden Bussche J. 2011 Analytical Approaches To Unravel The Semi-Endogenous Status Of Thiouracil Ph D Thesis Ugent. Vanden Bussche J. Kiebooms J. A. L., De Clercq N. Deceuninck Y., Le Bizec B., De Brabander H. F., Vanhaecke L. 2011. Feed or Food Responsible for the Presence of Low- 7

Level Thiouracil in Urine of Livestock and Humans? Journal of agricultural and Food Chemistry. 59, 5789-5792. Leden van het Wetenschappelijk Comité Het Wetenschappelijk Comité is samengesteld uit de volgende leden : D. Berkvens, C. Bragard, E. Daeseleire, P. Delahaut, K. Dewettinck, J. Dewulf, L. De Zutter, K. Dierick, L. Herman, A. Huyghebaert, H. Imberechts, G. Maghuin-Rogister, L. Pussemier, K. Raes *, C. Saegerman, M.-L. Scippo*, W. Stevens*, B. Schiffers, E. Thiry, T. van den Berg, M. Uyttendaele, C. Van Peteghem *: uitgenodigde experten Dankbetuiging Het Wetenschappelijk Comité dankt de Stafdirectie voor risicobeoordeling en de leden van de werkgroep voor de voorbereiding van het ontwerpadvies. De werkgroep was samengesteld uit. Leden van het Wetenschappelijk Comité Externe experten P. Delahaut (rapporteur), C. Van Peteghem, G. Maghuin-Rogister, M.-L. Scippo* L. Vanhaecke (UGent), L. Fiems (ILVO) Wettelijk kader van het advies Wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid artikel 8; Koninklijk besluit van 19 mei 2000 betreffende de samenstelling en de werkwijze van het Wetenschappelijk Comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen; Huishoudelijk reglement, bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 19 mei 2000 betreffende de samenstelling en de werkwijze van het Wetenschappelijk Comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, goedgekeurd door de Minister op 9 juni 2011. Disclaimer Het Wetenschappelijk Comité behoudt zich, te allen tijde, het recht voor dit advies te wijzigen indien nieuwe informatie en gegevens ter beschikking komen na de publicatie van deze versie. 8