Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017

Vergelijkbare documenten
Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017

Bijlagen Collectief Rivierenland

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Aantal gevonden legsels in 2008

WAARNEMEN REGISTREREN ANALYSEREN COMMUNICEREN/RAPPORTEREN. Aad van Paassen, Landschapsbeheer Nederland/LandschappenNL

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Evaluatie regeling Rustzones voor kritische weidevogels

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

De kern ligt bij plasdras

SrnTËN. '?',îîhonand. Lid Gedeputeerde Staten 3 0 AUG 2017

Rivierenland werkt voortvarend verder JAARBERICHT 2017

Berekening van het reproductiesucces in collectieve weidevogelgebieden aan de hand van de alarmtellingen

Naar een goed weidevogelbeheer. Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland

Nieuwsbrief algemeen

MISSIE VAN LANDSCHAPPENNL WAAROM BEHEER MONITOREN? WAT IS EEN BTS-TELLING? WAARUIT BESTAAT BEHEERMONITORING?

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven.

weidevogelbeheer 2013 in ha

Weidevogelbeheer 2016

Acht jaar maatregelen ter bescherming van grutto, wulp en tureluur op graslandpercelen

Hoe kunt u meedoen? Help

Beheerpakketten Leefgebied Open Grasland

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve

Weidevogelbeheer 2016

Kansen voor de kievit?

JAARVERSLAG WEIDEVOGELS EN ERFVOGELS AMSTELLAND 2014

VOGELWERKGROEP OUDERKERK WERKGROEP WEIDEVOGELS IVN AMSTELVEEN AGRARISCHE NATUURVERENIGING DE AMSTEL

EemlandE. Weidevogelland

Weidevogelbescherming Spaarndam/Haarlemmerliede. Spaarndam/Haarlemmerliede in het voorjaar van 2010

Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016

WEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017

1. Grasland met rustperiode

Voortgangsrapportage ANLb Collectief Eemland

Weidevogelwacht ANV Santvoorde verslag seizoen 2017

Weidevogel beheer Spaarnwoude Andries Kamstra & Mark Kuiper

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2)

Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in Boeren en weidevogels: vrienden voor het leven.

Handleiding BTS-telling

Uitleg flexibiliteit beheer ANLb

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve

21 januari 2014 overleg met. Vogelwachten en A.N.V De Súdwesthoeke. Plaats : Dorpshuis It Swaeigat It Heidenskip

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers.

Kraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Attie F. Bos Pim Vugteveen

Kievitonderzoek Landschap Noord-Holland 2016/2017

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha)

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland

JAARVERSLAG WEIDEVOGELBESCHERMING IN AMSTELLAND

ONDERZOEK WEIDEVOGELBEHEER IN HET RESERVAATSGEBIED GIETHOORN-WANNEPERVEEN XXI I (2010) O.H. Brandsma

PROTOCOL BEHEERMONITORING WEIDEVOGELS

GEVONDEN EIEREN. Behoorlijke daling aantal broedparen kievit

JAARVERSLAG WEIDEVOGELS EN ERFVOGELS AMSTELLAND 2016

JAARVERSLAG WEIDEVOGELBESCHERMING IN AMSTELLAND. Werkgroep Weidevogelbescherming IVN Amstelveen Vogelwerkgroep Ouderkerk ANV De Amstel

Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels. Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen

BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster

Agrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn

Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied.

WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2016

nestbescherming, Inleiding Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland

Weide vogel balans 2013

Pakketten voor agrarisch natuurbeheer in Regio Gouwe Wiericke

WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2015

Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden

Samenwerking. In elk gebied anders

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

COLLECTIEF WEIDEVOGELBEHEERPLAN UTRECHTSE VENEN

Weidevogelbescherming ~ jaarverslag Staphorsterveld

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL

Terugkijken op De wondere wereld van de weidevogels!

BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019

GEBIEDSBEHEERPLAN SNL ZUID-WEST RIJNLAND

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 27 september 2011) Nummer 2553

Collectief beheerplan. weidevogelgebied. Aersoltweerde Hattem 2012

Kansen voor behoud van weidevogels bijna alleen nog mogelijk in beheergebieden

Maatwerk Maatpolder 2012

april 2011 natuur bos landschap Prunus bestrijden, het kan! Groene lobby in Den Haag 100 jaar Veluwezoom april 2011

Het belang van kruidenrijk grasland voor de Grutto Grutto-onderzoek Rijksuniversiteit Groningen

weidevogelmozaïekbeheer in Noord-Nederland In deze rapportage: Introductie 2 Weidevogelmozaïekbeheer Methodiek 4 Resultaten 5 Conclusies 14

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21

JAAROVERZICHT WEIDEVOGELWERKGROEP NOOTDORP LEIDSCHENDAM (WGNL)

Motivatie waarnemers. Waarom tellen waarnemers? Waarneme. Aantallen waarnemers. Nederland is land met hoogste dichtheid aan waarnemers

Jaarverslag Tureluurnest op maïsakker. Weidevogelwerkgroep "De Marel" Bunschoten-Spakenburg jaarverslag 2009

in 2016 Algemene ledenvergadering Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Weidevogels Lopikerwaard

in de Krommenieër Woudpolder, Weijenbus en Vroonmeer, Polder de Zeevang-West, en Waterland-Oost in 2009

JAARBERICHT 2018 COLLECTIEF RIVIERENLAND

WEIDEVOGELS RESULTATEN 2011 TOTAAL

GREIDHOEKE EN LYTSE BOUHOEKE. Broedvogelinventarisatie 2018

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Alarmtellingen in de Barsbekerbinnenpolder in Jelle Postma

Weide vogel balans 2010

Weidevogelrapport 2012

Samen werken aan weidevogelbeheer

LEREND BEHEREN KWALITEITSBEWAKING COLLECTIEVE BEHEERPLANNEN HANDLEIDING VOOR GEBIEDSCOÖRDINATOREN EN AGRARISCHE NATUURVERENIGINGEN. Haarlem, juli 2012

Hoe maken weidevogels gebruik van plas-dras? Adriaan Guldemond

JAARVERSLAG 2009 WEIDEVOGELBESCHERMING EN WEIDEVOGELBEHEER IN HET WERKGEBIED VAN ANV DE AMSTEL AGRARISCHE NATUURVERENIGING "DE AMSTEL"

RESULTATEN WEIDEVOGELS 2016 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO

Transcriptie:

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Collectief Rivierenland Beeld: Shutterstock Datum: 15-11-2017 In opdracht van De agrarische collectieven Gelderland

1 Duivense broek Een deel van het Duivense broek, de Lage Veldslagen is opgenomen in het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland en wordt zodoende al jaren gemonitord door SOVON. Hieronder staan de gegevens van de boerenlandvogels vanaf 2010 weergegeven in tabel en grafiek. 2011 is niet geteld. In bijlage 1 is het kaartje met de telgegevens van SOVON van 2017 opgenomen. 262 Ha Lage Veldslagen Soortgroep weidevogels Grutto's 2010 63 17 2011 2012 60 15 2013 50 12 2014 58 8 2015 38 5 2016 48 5 2017 76 9 dichtheid grutto dichtheid 29 per 100 ha 3 per 100 ha 80 Territoria NEM monitoring 70 60 50 40 30 soortgroep weidevogels grutto 20 10 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 De trend van de weidevogels vertoonde een dalende lijn, maar vanaf 2015 lijken de territoria van de weidevogels weer in de lift te zitten, dit hangt zeer waarschijnlijk samen met het creëren van een plas-dras situatie in het centrale deel van het gebied. Wel liggen de dichtheden nog steeds erg laag. Om een succesvol weidevogelgebied te worden, moeten de aantallen territoria nog wel stijgen. Nestsucces Bij uitvoering van de weidevogelbescherming door vrijwilligers hebben zij de mogelijkheid om het uitkomstresultaat en de eventuele verliesoorzaak per gevonden nest te registreren. 2

In het Duivense broek wordt al vanaf 2008 goed bijgehouden wat de resultaten en verliesoorzaken per nest zijn. De grafiek hierboven geeft aan dat het uitkomstpercentage van beschermde nesten in het Duivense broek varieert tussen de 42 en 64 %, dit ligt onder het Gelderse gemiddelde van ca 72 %. De grafiek hierboven geeft ook aan dat het percentage dat verloren is gegaan door predatie wisselend is per jaar, maar altijd boven de 15% zit en in het algemeen boven de 23%. In 2017 lag het percentage verloren nesten door predatie op 37%. Dit is extreem hoog. Hierbij dient wel gemeld te worden dat de gegevens zijn gebaseerd op alle nesten die in het hele Duivense broek gevonden worden, dus niet alleen binnen de begrensde weidevogelgebieden. En op percelen waar een contract op ligt worden de nesten niet opgezocht dus de gegevens hebben alleen betrekking op de nesten die beschermd zijn door de weidevogelvrijwilligers. Kuikenoverleving In de meeste Gelderse weidevogelgebieden worden BTS-tellingen uitgevoerd om het zogenaamde Bruto Territoriaal Succes (BTS) van de grutto te kunnen berekenen. Dit wordt gedaan door het berekenen van het aantal alarmerende gruttopaartjes als percentage van het aantal gruttoparen in de broedfase. Een laag BTS geeft daarbij aan dat er weinig gruttokuikens vliegvlug zijn geworden. Om de sterfte in een gruttopopulatie te compenseren door aanwas, moet het BTS tenminste 65% bedragen. Het BTS is een graadmeter van de kuikenoverleving, maar biedt geen informatie omtrent de oorzaak van een eventuele lage kuikenoverleving. Die oorzaak zou kunnen liggen in ziekte, voedseltekort, verdrinking, landbouwwerkzaamheden etc. Echter omdat onderzoek heeft aangetoond dat predatie de belangrijkste verliesoorzaak van kuikens is, mag worden aangenomen dat een laag BTS voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door predatie. Maar ook de lokale veldsituatie, zoals het aanwezige beheermozaïek speelt hierbij een grote rol. 3

Omdat in het Duivense broek alleen in het centrale deel (2) grutto s zijn aangetroffen, kan ook alleen voor dit deel het BTS worden berekend. Omdat het theoretisch mogelijk is dat grutto s weglopen met hun gezinnen uit dit gebied, mogen de gegevens niet als 100% betrouwbaar worden beschouwd, maar het geeft wel een duidelijk indicatie. In het Duivense broek ligt het berekende BTS-percentage op 42,9%. Maar de vrijwilligers hebben aangegeven dat er tijdens de 2 e telronde nog steeds grutto s aan het broeden waren, dus het daadwerkelijke broedsucces ligt waarschijnlijk iets hoger, maar nog steeds niet hoog genoeg om de populatie te laten groeien. Nu zijn de aantallen grutto s ook nog vrij beperkt in dit gebied, maar door alle betrokkenen wordt het beeld gedeeld dat het broedsucces beter wordt, maar nog niet voldoende is. Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Duivense broek 2: 12,16 ha kruidenrijk grasland voor 9 grutto s is in principe voldoende. Als het aantal grutto s stijgt, dienen ook de ha kruidenrijk grasland te stijgen. Verdeling weidevogelpakketten in het Duivense broek Duivense broek ha % Grasland met rustperiode 13,57 23% plas-dras 6,98 12% legselbeheer op grasland 17,05 29% kruidenrijk grasland 20,97 36% Randenbeheer 0,50 1% Totaal 59,07 In principe is de verdeling van de pakketten goed, in verhouding redelijk veel ha s plas-dras en veel kruidenrijk weiland. Maar het totale gebied is 357 ha, waarvan maar 59 ha onder beheer ligt, dat is veel te weinig. Alleen in het centrale deel zijn de ha s redelijk goed verdeeld. Het blok met percelen met een rustperiode heeft hier weinig meerwaarde voor de vogels. In het Duivense broek kan het mozaiekbeheer nog wel verbeterd worden door meer maaitrappen in te bouwen en te zorgen voor variatie in de situering van de pakketten. Momenteel wordt ook nog geen gebruik gemaakt van de inzet van last-minute beheer, het is belangrijk dat hier in de toekomst 4

meer op ingezet wordt. Hierdoor kunnen vogels en hun kuikens tijdens het seizoen namelijk beter beschermd worden. Actiepunten en aanbevelingen Verbeteren weidevogelmozaiek door meer maaitrappen in te bouwen Zorgen voor variatie in situering van de pakketten Verbeteren kwaliteit kruidenrijk grasland Verhogen aandeel kruidenrijk grasland Meer inzetten op last-minute beheer Vergroten van het oppervlakte onder beheer buiten het centrale deel Aandacht geven aan preventieve predatiemaatregelen 2 Meilanden Een deel van de Meilanden, Homoet, is opgenomen in het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland en wordt zodoende al jaren gemonitord door SOVON. Hieronder staan de gegevens van de boerenlandvogels vanaf 2012 weergegeven in tabel en grafiek. In bijlage 2 is het kaartje met de telgegevens van SOVON van 2017 opgenomen. 181 ha Meilanden Homoet Territoria Grutto's 2012 79 14 2013 53 10 2014 38 9 2015 37 9 2016 50 14 2017 69 13 dichtheid 2017 grutto dichtheid 38 per 100 ha 7 per 100 ha 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Territoria 2012 2013 2014 2015 2016 2017 Soortgroep weidevogels Grutto's 5

De trend van de weidevogels vertoonde een dalende lijn, maar vanaf 2015 lijken de territoria van de weidevogels weer in de lift te zitten, dit hangt zeer waarschijnlijk samen met het uitgevoerde beheer en sinds 2017 het creëren van een plas-dras situatie in het gebied. De dichtheden zijn gemiddeld te noemen, het aantal grutto s ligt aan de lage kant. Om een succesvol weidevogelgebied te worden, moeten de aantallen grutto-territoria nog wel stijgen. Nestsucces Bij uitvoering van de weidevogelbescherming door vrijwilligers hebben zij de mogelijkheid om het uitkomstresultaat en de eventuele verliesoorzaak per gevonden nest te registreren. In de Meilanden wordt al vanaf 2008 goed bijgehouden wat de resultaten van de nestbescherming zijn. Ook wordt daarbij genoteerd wat daarbij de verliesoorzaak per nest is. De grafiek hierboven geeft aan dat het percentage dat verloren is gegaan door predatie wisselend is per jaar, maar altijd onder de 20% zit. Het uitkomstpercentage van de nesten varieert tussen de 67 en 87 %, dit zijn % die boven het Gelderse gemiddelde liggen. Kuikenoverleving In de meeste Gelderse weidevogelgebieden worden BTS-tellingen uitgevoerd om het zogenaamde Bruto Territoriaal Succes (BTS) van de grutto te kunnen berekenen. Dit wordt gedaan door het berekenen van het aantal alarmerende gruttopaartjes als percentage van het aantal gruttoparen in de broedfase. Een laag BTS geeft daarbij aan dat er weinig gruttokuikens vliegvlug zijn geworden. Om de sterfte in een gruttopopulatie te compenseren door aanwas, moet het BTS tenminste 65% bedragen. Het BTS is een graadmeter van de kuikenoverleving, maar biedt geen informatie omtrent de oorzaak van een eventuele lage kuikenoverleving. Die oorzaak zou kunnen liggen in ziekte, voedseltekort, verdrinking, landbouwwerkzaamheden etc. Echter omdat onderzoek heeft aangetoond dat predatie de belangrijkste verliesoorzaak van kuikens is, mag worden aangenomen dat een laag BTS voor een belangrijk deel wordt veroorzaakt door predatie. Maar ook de lokale veldsituatie, zoals het aanwezige beheermozaïek speelt hierbij een grote rol. 6

In de Meilanden wordt sinds 2016 in 3 gebieden BTS geteld. Zie de grafieken hierboven. In gebied 1 ligt het BTS al 2 jaar beneden de 50%, dit is onvoldoende. Er worden hier te weinig grutto s groot. In de Meilanden 2 lag het BTS in 2016 op 47,6 % en in 2017 op 56,3% Dit is een verbetering, maar nog niet voldoende om de lokale populatie te laten stijgen. Meilanden 3 is het enige gebied waar in 2017 goede BTS-resultaten zijn bereikt, namelijk 77,6%. Ook hier ligt het % hoger dan in 2016, dus dat is een goed teken. De aantallen grutto s zijn in alle drie de gebieden nog redelijk beperkt, maar door alle betrokkenen wordt het beeld gedeeld dat het broedsucces beter wordt, maar nog niet voldoende is. 7

Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Meilanden totaal: 16 ha kruidenrijk grasland voor 30 grutto s, dit is te weinig. Hier ligt een uitdaging om meer kruidenrijk weiland te realiseren. Verdeling weidevogelpakketten in de Meilanden Meilanden ha % Grasland met rustperiode 48,16 35% Legselbeheer 64,75 47% plas dras 4,69 3% kruidenrijk grasland 16,62 12% extensieve beweiding 2,81 2% Totaal 137,03 In principe is de verdeling van de pakketten redelijk, in verhouding zijn er veel ha s legselbeheer, dit is een minder waardevol pakket voor de weidevogelkuikens. De Meilanden heeft sinds 2017 een plas-dras situatie. Momenteel wordt goed gebruik gemaakt van last-minute beheer, het is belangrijk dit te blijven voortzetten. Actiepunten en aanbevelingen Realiseren van meer hectares kruidenrijk grasland (bij voorkeur ten koste van hectares legselbeheer) Realiseren kruidenrijk grasland binnen bereik van de weidevogelgezinnen Realiseren extra plas-dras centraal in het gebied Verhogen aandeel extensieve beweiding 3 Eldikse veld Het Eldikse veld is opgenomen in het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland en wordt zodoende al jaren gemonitord door SOVON. Hieronder staan de gegevens van de boerenlandvogels vanaf 2012 weergegeven in tabel en grafiek. In bijlage 3 is het kaartje met de telgegevens van SOVON van 2017 opgenomen. 205 ha Eldikse veld Territoria Grutto's 2012 127 12 2013 137 12 2014 97 7 2015 92 12 2016 125 12 dichtheid 2016 grutto dichtheid 61 per 100 ha 6 per 100 ha 8

De trend van de weidevogels vertoonde een dalende lijn, maar vanaf 2015 lijken de territoria van de weidevogels weer iets in de lift te zitten, dit hangt zeer waarschijnlijk samen met het uitgevoerde beheer. Wel liggen de dichtheden nog redelijk laag. Om een succesvol weidevogelgebied te worden, moeten de aantallen territoria van grutto s nog wel stijgen. Nestsucces Bij uitvoering van de weidevogelbescherming door vrijwilligers hebben zij de mogelijkheid om het uitkomstresultaat en de eventuele verliesoorzaak per gevonden nest te registreren. 9

De vrijwilligersgroep Lienden-Ochten-Maurik-Ommeren houdt sinds een aantal jaar de gegevens van gevonden en beschermde nesten bij. Ze hebben hierbij aangegeven niet altijd zeker te zijn van de verliesoorzaak en daardoor zijn deze gegevens niet 100% betrouwbaar. Duidelijk is wel dat het uitkomstpercentage van de nesten steeds lager ligt. Kuikenoverleving In het Eldikse veld zijn nog geen officiële BTS-tellingen uitgevoerd, in 2017 is wel een begin gemaakt en zijn de bevindingen genoteerd als gedragwaarneming omdat niet het gehele gebied is geteld. Er kan hier dus nog geen BTS-cijfer worden berekend. Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Eldikse veld: 6 ha kruidenrijk grasland voor 12 grutto s is te weinig. Hierdoor is er te weinig voedsel en dekking voor de kuikens. Verdeling weidevogelpakketten in het Eldikse veld Eldikse veld 179 ha ha % Grasland met rustperiode 17,60 42% greppelinundatie 0,24 1% legselbeheer op grasland 2,29 5% kruidenrijk grasland 6,13 15% extensieve beweiding 15,76 38% Totaal 42,01 In het Eldikse veld wordt maar een heel beperkt deel onder water gezet t.b.v. de weidevogels, het zou heel waardevol zijn als dit aandeel vergroot kan worden. Er is wel sprake van veel percelen met extensieve beweiding, maar meer dan de helft wordt begraasd door schapen en die combinatie met weidevogels is niet ideaal. Het totale gebied is 179 ha, waarvan maar 42 ha onder beheer ligt, dat is te weinig, er zijn te veel percelen waar de weidevogels geen bescherming krijgen. Momenteel wordt ook nog geen gebruik gemaakt van de inzet van last-minute beheer, het is belangrijk dat hier in de toekomst meer op ingezet wordt. Hierdoor kunnen vogels en hun kuiken tijdens het seizoen namelijk beter beschermd worden. Actiepunten en aanbevelingen Uitvoeren BTS-telling conform methode Werven extra vrijwilligers tbv uitvoeren BTS-telling Verhogen aandeel kruidenrijk grasland op bereikbare plekken voor weidevogelgezinnen Realiseren van een (grote) plas-dras centraal in het gebied Verminderen schapenbegrazing en meer inzetten op extensieve beweiding door koeien Lastminute-beheer gaan inzetten mbv vrijwilligers Vergroten van de oppervlakte gecontracteerd beheer 10

4 Ingense waard De Ingense waard oost is opgenomen in het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland en wordt zodoende al jaren gemonitord door SOVON. Hieronder staan de gegevens van de boerenlandvogels vanaf 2012 weergegeven in tabel en grafiek. In bijlage 4 is het kaartje met de telgegevens van SOVON van 2017 opgenomen. 84 ha Ingense waard oost Territoria Grutto's 2012 47 8 2013 33 8 2014 49 8 2015 57 12 2016 47 9 2017 66 9 dichtheid 2017 grutto dichtheid 79 per 100 ha 11 per 100 ha De trend van de soortgroep weidevogels vertoont een stijgende lijn voor de Ingense waard oost. Het aantal grutto s lijkt stabiel. Wel liggen de dichtheden grutto s nog steeds aan de lage kant. Om een succesvol weidevogelgebied te worden, moeten de aantallen territoria nog wel stijgen. Nestsucces Zie paragraaf (Eldikse veld) Kuikenoverleving In de Ingense waard oost is in 2017 voor het eerst een BTS-telling uitgevoerd. Het resultaat was hier een BTS van 50%, dit is te laag om de populatie te laten groeien, kanttekening hierbij is dat het maar om 6 broedparen en 3 getelde gezinnen gaat, dit zijn lage aantallen. Alle gruttoparen bleken tijdens beide tellingen zich geconcentreerd op 1 plek in het gebied te bevinden. Opvallend tijdens de telling was dat er erg veel tureluurs in het gebied aanwezig waren. 11

Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Ingense waard: 7 ha kruidenrijk grasland voor 6 grutto-paren is te weinig. Het merendeel van de pakketten in de Ingense waard zijn pakketten met een rustperiode. Deze percelen mogen wel gewoon bemest worden, waardoor de waarde voor de weidevogels alleen in rustgebied tijdens het broeden zit, maar de rijke graslanden bieden onvoldoende voedsel voor de kuikens. In verbetering in het beheer van de Ingense waard zou zijn, het creëren van een plas-dras situatie of nog extremer: het verhogen van het waterpeil. De uiterwaard is momenteel aan het verdrogen en dat is nadelig voor de weidevogels en hun kuikens. Verdeling weidevogelpakketten in de Ingense waard Ingense waard ha % Grasland met rustperiode 30,28 81% kruidenrijk grasland 6,99 19% Totaal 37,27 Momenteel wordt ook nog geen gebruik gemaakt van de inzet van last-minute beheer, het is belangrijk dat hier in de toekomst meer op ingezet wordt. Hierdoor kunnen vogels en hun kuiken tijdens het seizoen namelijk beter beschermd worden. Actiepunten en aanbevelingen Verminderen aandeel pakketten met een rustperiode Verhogen aandeel kruidenrijk grasland Verbeteren kwaliteit kruidenrijk grasland Afsluiten pakketten gericht op extensieve beweiding Inzetten van randenbeheer om de variatie/het mozaïek te verbeteren Realiseren van een plas-dras situatie of greppel-plas-dras Werven vrijwilligers tbv nestbescherming en last-minute beheer Meer inzetten op last-minute beheer 12

5 Ommerense- en Ingense veld Het Ommerense veld zuid is opgenomen in het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland en wordt zodoende al jaren gemonitord door SOVON. Hieronder staan de gegevens van de boerenlandvogels vanaf 2012 weergegeven in tabel en grafiek. 2017 is niet geteld. In bijlage 5 is het kaartje met de telgegevens van SOVON van 2016 opgenomen. 177 ha Ommerense veld zuid Territoria Grutto's 2010 2011 2012 80 27 2013 82 27 2014 65 18 2015 88 23 2016 92 23 2017 dichtheid grutto dichtheid 52 per 100 ha 13 per 100 ha De trend van de soortgroep weidevogels vertoont een stijgende lijn voor het Ommerense veld zuid. Het aantal grutto s lijkt redelijk stabiel en de dichtheden zijn ook redelijk. Nestsucces Zie paragraaf Eldikse veld. Kuikenoverleving In het Ommerense veld is dit jaar voor het eerst geoefend met BTS-tellingen. Omdat dit geen gebiedsdekkende tellingen waren, zijn de gegevens genoteerd als gedragwaarneming. Hierdoor kan er voor 2017 geen broedsucces worden berekend. 13

Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Ommerense veld: 37 ha kruidenrijk grasland voor ca 23 grutto s is in principe voldoende. Verdeling weidevogelpakketten in het Ommerense en Ingense veld 2018 Ommerense veld 330 ha Ha % Grasland met rustperiode 37,62 45% Greppelinundatie 0,21 0% plas dras 0,89 1% kruidenrijk grasland 36,77 44% extensieve beweiding 7,57 9% Totaal 83,06 De verdeling van de weidevogelpakketten in het Ommerense veld is redelijk goed. Het % kruidenrijk grasland ligt hoog, ook is er veel grasland met rustperiode. De vraag is wel of de pakketten op de juiste plekken liggen. Wat in ieder geval mist in het Ommerense veld is een grote plas-dras-situatie of meer greppel-inundatie. Van oorsprong is het Ommerense veld een nat gebied, maar de laatste jaren is het gebied aan het verdrogen. Het aandeel van het Ommerense en Ingense veld dat onder beheer ligt valt nog tegen, 83 van 330 ha. Hierdoor zijn er veel percelen waar de weidevogels geen bescherming krijgen. Momenteel wordt nog geen gebruik gemaakt van de inzet van last-minute beheer, het is belangrijk dat hier in de toekomst meer op ingezet wordt. Hierdoor kunnen vogels en hun kuiken tijdens het seizoen namelijk beter beschermd worden. Actiepunten en aanbevelingen Gebiedsdekkend BTS-telling uitvoeren Werven extra vrijwilligers tbv uitvoeren BTS-telling Verbeteren mozaïek door beheer af te sluiten waar de vogels zitten Inzetten van randenbeheer om de variatie/het mozaïek te verbeteren en percelen met beheer met elkaar te verbinden Realiseren van een plas-dras situatie of greppel-plas-dras op meerdere plekken in het gebied Werven extra vrijwilligers tbv nestbescherming en last-minute beheer Meer inzetten op last-minute beheer 6 Maurikse broek Van het Maurikse broek zijn geen gegevens van het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland bekend. Nestsucces Zie paragraaf Eldikse veld Kuikenoverleving In het Maurikse broek is in 2017 voor het eerst een BTS-telling uitgevoerd. Het resultaat was zeer goed, namelijk 100 % broedsucces. Alle 31 broedpaartjes grutto s waren na 4 weken nog aanwezig met minimaal 1 jong. Dit is een bijzonder mooi resultaat. 14

Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Maurikse broek: 13 ha kruidenrijk grasland voor 31 broedparen grutto s is niet voldoende. Het Maurikse broek krijgt in 2018 een grote plas-dras situatie, dit is een goeie aanvulling op het weidevogelgebied. Ook wordt de kievit in 2018 bediend met randen en uitgestelde bewerkingen op grasland, ook dit is een positieve ontwikkeling. Verdeling weidevogelpakketten in het Maurikse broek Maurikse broek Ha % Grasland met rustperiode 43,43 64% Kievitrand 3,62 5% plas dras 6,69 10% kruidenrijk grasland 13,45 20% rustperiode op bouwland 1,02 1% Totaal 68,20 De verdeling van de pakketten in het Maurikse broek slaat negatief uit richting de pakketten van grasland met een rustperiode. Deze percelen zijn niet kruidenrijk genoeg om voldoende voedsel voor de kuikens te leveren. Momenteel wordt steeds meer gebruik gemaakt van de inzet van last-minute beheer, het is belangrijk dat dit in de toekomst blijft bestaan en verder wordt uitgebouwd. Hierdoor kunnen vogels en hun kuiken tijdens het seizoen namelijk beter beschermd worden. Actiepunten en aanbevelingen Verhogen aandeel kruidenrijk grasland op bereikbare afstand voor weidevogelgezinnen Verminderen aandeel pakketten grasland met een rustperiode Zorgen voor variatie in situering van de pakketten Meer pakketten voor extensieve beweiding afsluiten Werven extra vrijwilligers tbv nestbescherming, BTS-tellingen en last-minute beheer Meer inzetten op last-minute beheer 15

7 Maurikse waard De Maurikse waard is opgenomen in het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland en wordt zodoende al jaren gemonitord door SOVON. Hieronder staan de gegevens van de boerenlandvogels vanaf 2012 weergegeven in tabel en grafiek. In bijlage 6 is het kaartje met de telgegevens van SOVON van 2017 opgenomen. 134 ha Maurikse waard Territoria Grutto's 2012 63 14 2013 51 8 2014 60 10 2015 73 12 2016 76 15 2017 80 9 dichtheid 2016 grutto dichtheid 60 per 100 ha 7 per 100 ha De soortgroep weidevogels in totaal vertoont een stijgende lijn, het aantal territoria van de grutto is licht dalend. De dichtheden van alle weidevogels samen bekijkend zijn goed, de dichtheden van de grutto liggen redelijk laag. Nestsucces Zie paragraaf Eldikse veld. Kuikenoverleving In de Maurikse waard zijn tot nog toe geen BTS-tellingen uitgevoerd. Voor 2017 is het wel de bedoeling dat gestart wordt met het in kaart brengen van het broedsucces van de grutto. 16

Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Maurikse waard: 10 ha kruidenrijk grasland voor 9 grutto s is te weinig. Verdeling weidevogelpakketten in de Maurikse waard Maurikse waard ha % legselbeheer op grasland 3,11 7% extensieve beweiding 5,81 12% Grasland met rustperiode 28,25 60% kruidenrijk grasland 10,30 22% Totaal 47,47 In de Maurikse waard is relatief veel grasland met een rustperiode. Er bevinden zich ook nog een aantal percelen van BBL die onder weidevogel-voorwaarden worden uitgegeven, maar ook dit is grasland met een rustperiode tot 15-6. Dit betekent dat er veel gemaaid wordt rond deze datum en dat er weinig kruidenrijk grasland op bereikbare plaatsen voor de kuikens overblijft. Een aanbeveling voor de Maurikse waard zou het creëren van een plas-dras situatie zijn. In de Maurikse waard kan het mozaiekbeheer dus nog wel verbeterd worden door meer maaitrappen in te bouwen en te zorgen voor variatie inde de situering van de pakketten. Momenteel wordt ook nog geen gebruik gemaakt van de inzet van last-minute beheer, het is belangrijk dat hier in de toekomst meer op ingezet wordt. Hierdoor kunnen vogels en hun kuiken tijdens het seizoen namelijk beter beschermd worden. Actiepunten en aanbevelingen Verbeteren weidevogelmozaiek door meer maaitrappen in te bouwen Overleg met BBL over voorwaarden van de weidevogelpakketten en het invouwen van variatie Zorgen voor variatie in situering van de pakketten Beheer daar afsluiten waar ook daadwerkelijk de vogel zitten Verbeteren kwaliteit kruidenrijk grasland Verhogen aandeel kruidenrijk grasland Meer inzetten op last-minute beheer Werven extra vrijwilligers tbv nestbescherming, BTS-telling en inzet bij last-minute beheer 17

8 Rijswijkse veld Een deel van het Rijswijkse veld is opgenomen in het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland en wordt zodoende al jaren gemonitord door SOVON. Hieronder staan de gegevens van de boerenlandvogels vanaf 2012 weergegeven in tabel en grafiek. In bijlage 7 is het kaartje met de telgegevens van SOVON van 2017 opgenomen. Rijswijkse veld dichtheid soortgroep weidevogels dichtheid grutto 132 ha Territoria grutto's 2012 70 27 2013 81 24 2014 62 13 2015 53 15 2016 52 14 2017 82 19 62 per 100 ha 14 per 100 ha De trend van de weidevogels vertoonde een dalende lijn, maar vanaf 2016 lijken de territoria van de weidevogels weer in de lift te zitten, dit hangt zeer waarschijnlijk samen met het creëren van een plas-dras situatie in het centrale deel van het gebied. De dichtheden in het Rijswijkse veld liggen redelijk hoog. Nestsucces Bij uitvoering van de weidevogelbescherming door vrijwilligers in de omgeving van het Rijswijkse veld hebben zij de mogelijkheid om het uitkomstresultaat en de eventuele verliesoorzaak per gevonden nest te registreren. 18

De werkgroep Geldermalsen houdt al jaren bij wat de uitkomstresultaten en verliesoorzaken per nest zijn. Deze gegevens zijn niet van het Rijswijkse veld, want hier worden sinds dat er beheerovereenkomsten liggen geen nesten meer gezocht. Dus het zijn gegevens van nesten in de (wijde) omgeving van het Rijswijkse veld. De grafiek hierboven geeft aan dat het percentage dat verloren is gegaan door predatie wisselend is per jaar en schommelt tussen de 6 en 24 %, dit zijn normale waarden. Het uitkomstpercentage van de nesten is wel dalend, van 80% in 2013 naar 59% in 2017. Kuikenoverleving In het Rijswijkse veld is nu 2 jaar achter elkaar een BTS-telling uitgevoerd. In 2016 bleken de vogels de vastgestelde gebiedsgrenzen over te steken waardoor het gemeten broedsucces van 122% niet betrouwbaar is. In 2017 zijn de telgebieden samengevoegd tot 1 en toen was het percentage grutto met 1 of meerdere kuikens aan het einde van het seizoen nog 57%. Dit is redelijk goed te noemen, maar nog niet voldoende om de populatie te laten stijgen. 19

Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Rijswijkse veld: 89 ha kruidenrijk grasland voor 49 grutto s is in principe voldoende. De ha s moeten wel binnen het bereik van de kuikens liggen en van de juiste kwaliteit zijn. Verdeling weidevogelpakketten in het Rijswijkse veld Rijswijkse veld 249 ha Extensieve beweiding 5,92 ha 3,85% Plas dras 1,72 ha 1,12% greppel plas-dras 1,19 ha 0,77% kruidenrijk grasland 89,29 ha 58,14% grasland met rustperiode 35,67 ha 23,22% legselbeheer 13,16 ha 8,57% rustperiode op bouwland 5,17 ha 3,37% kievitrand 1,47 ha 0,96% Totaal 153,59 In principe is de verdeling van de pakketten goed, in verhouding redelijk veel ha s kruidenrijk weiland, dit is goed. Het aandeel plas-dras zou nog verhoogd mogen worden. Momenteel wordt nog weinig gebruik gemaakt van de inzet van last-minute beheer, het is belangrijk dat hier in de toekomst meer op ingezet wordt. Hierdoor kunnen vogels en hun kuiken tijdens het seizoen namelijk beter beschermd worden. Actiepunten en aanbevelingen Verhogen aandeel plas-dras of greppel plas-dras Vergroten aandeel extensieve beweiding Meer inzetten op last-minute beheer 9 Leuvensche veld Drie delen van het Leuvensche veld zijn opgenomen in het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland en wordt zodoende al jaren gemonitord door SOVON. Hieronder staan de gegevens van de boerenlandvogels van het centrale deel van het Leuvensche veld weergegeven in tabel en grafiek. In bijlage 8, 9 en 10 zijn de kaartjes met de telgegevens van SOVON van alle drie de gebieden opgenomen. Leuvensche veld 121 ha Territoria grutto's 2012 27 7 2013 30 10 2014 24 1 2015 43 6 2016 25 5 2017 37 10 20

dichtheid soortgroep weidevogels dichtheid grutto 31 per 100 ha 8 per 100 ha De trend van de weidevogels vertoonde een grillige lijn, maar vanaf 2016 lijken de territoria van de weidevogels in de lift te zitten. Wel liggen de dichtheden van de grutto nog steeds erg laag. Om een succesvol weidevogelgebied te worden, moeten de aantallen territoria wel stijgen. Nestsucces Bij uitvoering van de weidevogelbescherming door vrijwilligers hebben zij de mogelijkheid om het uitkomstresultaat en de eventuele verliesoorzaak per gevonden nest te registreren. 21

In het Leuvensche veld wordt al jaren goed bijgehouden wat de uitkomstresultaten en verliesoorzaken per nest zijn. De grafiek hierboven geeft aan dat het percentage dat verloren is gegaan door predatie wisselend is per jaar en varieert tussen de 1 en 24%. Het uitkomstpercentage van de nesten is gemiddeld te noemen, maar het aantal gevonden nesten daalt ieder jaar. Dit wordt deel veroorzaakt doordat er niet gezocht wordt op percelen met een beheerovereenkomst. Kuikenoverleving In het Leuvensche veld wordt sinds 2016 door een groep vrijwilligers BTS-tellingen uitgevoerd. In 2016 waren de gegevens niet goed betrouwbaar vanwege grenzen van het telgebied die toch blijkbaar overgestoken werden door de grutto s. Ook in 2017 lijkt dit voor het oostelijke deel weer het geval te zijn, want hier zijn meer gezinnen (3) dan broedparen (1) geteld. Ook kan het zijn dat er broedparen zijn gemist in de eerste telronde omdat de grutto s pas laat zijn gaan broeden. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat de aantallen grutto s erg laag zijn en dat ook het broedsucces (in het westelijk deel) erg tegenvalt. Volgens de vrijwilligers zijn de verliezen in de kuikenfase erg groot in dit gebied. 22

Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Leuvensche veld: 50 ha kruidenrijk grasland voor 24 grutto-paren is in principe voldoende. Hierbij is wel de vraag of al het kuikenland binnen bereikbare afstand voor de kuikens ligt. Verdeling weidevogelpakketten in het Leuvensche veld Leuvensche veld (557 Ha) Extensieve beweiding 9 Ha 3,73% Plas dras 1,05 Ha 0,43% kruidenrijk grasland 50,09 Ha 20,74% grasland met rustperiode 67,83 Ha 28,09% legselbeheer 113,51 Ha 47,01% totaal 241,48 Ha In het Leuvensche veld zijn in verhouding erg veel legselbeheerpakketten. Deze pakketten bieden weinig tot geen bescherming en voedsel voor weidevogelkuikens. Ook de oppervlakte plas-dras is nog vrij beperkt. In het Leuvensche veld kan het mozaiekbeheer nog verbeterd worden door meer maaitrappen in te bouwen en te zorgen voor variatie inde de situering van de pakketten. Momenteel wordt ook nog niet zo veel gebruik gemaakt van de inzet van last-minute beheer, het is belangrijk dat hier in de toekomst meer op ingezet wordt. Hierdoor kunnen vogels en hun kuikens tijdens het seizoen namelijk beter beschermd worden. Actiepunten en aanbevelingen Verminderen aandeel pakketten legselbeheer Meer maaitrappen inbouwen en zorgen voor variatie in de situering van de pakketten Verhogen aandeel plas-dras Beheer daar situeren waar ook daadwerkelijk de weidevogels zitten Meer inzetten op last-minute beheer mbv vrijwilligers Aandacht geven aan preventieve predatiemaatregelen 10 Bruchemse broek Het Bruchemse broek en het Groote lage broek zijn opgenomen in het Netwerk Ecologische Monitoring van de Provincie Gelderland en wordt zodoende al jaren gemonitord door SOVON. Hieronder staan de gegevens van de boerenlandvogels vanaf 2012 weergegeven in tabel en grafiek. In bijlage 11 is het kaartje met de telgegevens van SOVON van 2017 opgenomen. 23

92 ha Bruchemsbroek Territoria Grutto's 2012 19 4 2013 22 9 2014 15 8 2015 16 5 2016 31 5 2017 25 6 dichtheid grutto dichtheid 27 per 100 ha 7 per 100 ha 94 ha Groote Lage Broek Territoria Grutto's 2012 37 2 2013 47 3 2014 48 3 2015 60 2 2016 50 2 dichtheid 2017 grutto dichtheid 53 per 100 ha 2 per 100 ha 24

De trend van de weidevogels vertoont voor beide gebieden geen duidelijke stijgende lijn. In het Grootte Lage Broek is het aantal grutto s erg laag, maar de dichtheid van het totaal aan weidevogelsoorten niet slecht. Voor het Bruchemse broek ligt het net iets anders, de dichtheid van de soortgroep weidevogels is hier lager, maar het aantal grutto s weer iets hoger. Het realiseren van de plas-dras in 2017 moet zijn effect op de aantallen weidevogels nog gaan bewijzen. Nestsucces In het Bruchemse broek wordt al vanaf 2008 goed bijgehouden wat de uitkomstresultaten en verliesoorzaken per nest zijn. De grafiek hierboven geeft aan dat het percentage dat verloren is gegaan door predatie wisselend is per jaar, maar altijd onder de 8% heeft gezeten, Dit is extreem laag. Doordat ook het % dat verloren is gegaan door overige zaken laag ligt is het uitkomstpercentage van de nesten in het Bruchemse broek al jaren hoog te noemen. 25

Kuikenoverleving In het Bruchemse broek worden sinds 2016 BTS-tellingen uitgevoerd. Het percentage van 2016 is niet geheel betrouwbaar omdat er toen sprake was van inloop van gezinnen in het telgbied, maar na aanpassing van de grenzen van het telgebied in 2017 zijn de resultaten nu wel betrouwbaar. 2017 is qua broedsucces in het Bruchemse broek een zeer succesvol jaar geweest. Het percentage gezinnen met kuikens ten opzichte van het aantal broedparen lag namelijk op 100%. Zeer opvallend was ook dat de gezinnen met kuikens allemaal naar het plas-dras perceel toetrokken. Beheer Stelregel is dat er minimaal 1,4 ha kuikenland per gruttobroedpaar aanwezig moet zijn waarvan 0,7 ha kruidenrijk weidevogelgrasland. Bruchemse broek: 20 ha kruidenrijk grasland voor 27 grutto s is niet voldoende. Er ligt een uitdaging om de hectares kruidenrijk weiland uit te breiden. Verdeling weidevogelpakketten in het Bruchemse broek Bruchems broek ha % rustperiode op grasland 33,31 20% plas-dras 1,73 1% legselbeheer 110,65 65% kruidenrijk grasland 20,08 12% waterschapsrand 0,72 0% kievitrand 2,86 2% Totaal 169,35 De verdeling van de pakketten in het Bruchems broek is ongelijk. Er zijn te veel pakketten voor legselbeheer. Dit pakket biedt te weinig bescherming en voedsel voor weidevogelkuikens. Momenteel wordt al goed gebruik gemaakt van de inzet van last-minute beheer, het is belangrijk dit in de toekomst voort te blijven zetten. 26

Actiepunten en aanbevelingen Verhogen aandeel kruidenrijk grasland Verminderen aandeel pakketten legselbeheer Verhogen aandeel extensieve beweiding Meer inzetten op randenbeheer Verbeteren kwaliteit kruidenrijk grasland 27

Conclusies De aantallen/dichtheden weidevogels in de weidevogelgebieden in het rivierengebied liggen laag. Wel lijken de aantallen de laatste twee jaren stabiel maar voor instandhouding van de populaties moeten de aantallen wel gaan stijgen. Er zijn nog verbeteringen haalbaar op het gebieden van het aandeel en de kwaliteit van het kruidenrijk grasland en vermindering van het aandeel pakket legselbeheer. Er worden goede vorderingen gemaakt met het realiseren van plas-dras situaties, gezien de aantrekkingskracht en het positieve effect van de plas-dras heeft het de voorkeur dit pakket op nog meer locaties in te zetten. Invloed van predatie lijkt in het rivierengebied niet heel erg groot te zijn. De verliezen door predatie in de weidevogelgebieden zijn niet extreem, wel zijn er nog verbeterpunten ihkv preventieve maatregelen. In een aantal gebieden, met name bij de gebieden van de ANV Lingestreek zijn nog te weinig vrijwilligers actief. De wervingsactie in 2017 heeft wel een aantal nieuwe vrijwilligers opgeleverd, maar nog niet voldoende. In onderstaande tabel staat weergegeven wat de huidige situatie is per weidevogelgebied wat betreft dichtheden, nestsucces, kuikenoverleving en beheer. De kleur groen geeft aan dat de situatie goed is, geel betekent gemiddeld en voor verbetering vatbaar, rood betekent onvoldoende. Het doel is om deze tabel jaarlijks te actualiseren en te streven naar verbetering. Weidevogelgebied Dichtheid Nestsucces Kuikenoverleving Beheer 1 Duivense broek 2 Meilanden 3 Eldikse veld niet beschikbaar 4 Ingense waard 5 Ommerense- en Ingense veld niet beschikbaar 6 Maurikse broek niet beschikbaar 7 Maurikse waard niet beschikbaar 8 Rijswijkse veld 9 Leuvensche veld 10 Bruchemse broek 28