TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III VEILIGHEIDSBEDIENDE Specialiteiten : - B-Security - Securail A. WERKZAAMHEDEN I. Specialiteit: B-Security Bewaking en beveiliging van de installaties van de NMBS Groep Toegangscontrole van de directiegebouwen en andere gebouwen. Bewaking van de treinstellen uitgeweken in de bundels. Technische bewaking van bepaalde plaatsen (camera s, alarmen). Bescherming van de reizigers en het personeel. II. Specialiteit : Securail Vaststelling van en strijd tegen de inbreuken op de politie van de spoorwegen (proces-verbaal, ) in het geheel van de spoorweginstallaties. Interventies en steun aan de openbare macht (ontradende patrouilles, interventies ingevolge daadwerkelijke inbreuken, interventies bij ongevallen, bij bommelding, slachtofferhulp, toepassing van de
maatregelen m.b.t. stations- en treinverbod uitgesproken tegen agressieve reizigers in geval van recidive, enz.). Beheer van de Centrale Meldkamer. Begeleiding van de VIP. Bewaking en beveiliging van de Eurostar-installaties, onder andere. B. TOEWIJZING VAN DE BETREKKING De betrekking van veiligheidsbediende wordt toegewezen in volgende voorrangsorde : I. Overeenkomstig de bepalingen van Titel II (1) van deze bundel, op aanvraag, aan de politieofficieren (OS) die gunstig beoordeeld zijn. De betrokkenen worden onderling gerangschikt volgens hun graadanciënniteit. II. Overeenkomstig de bepalingen voorzien in littera C hierna. C. AANWERVING De betrekking van veiligheidsbediende wordt toegewezen op grond van een proef overeenkomstig de bepalingen van deze bundel (Titel I - Delen I en II) en rekening houdend met de hierna opgenomen bijzondere voorwaarden. I. Vereist diploma of getuigschrift De kandidaten moeten in het bezit zijn : 1. van een getuigschrift van de tweede graad van het algemeen, technisch of kunstsecundair onderwijs of van het studiegetuigschrift
van het tweede leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs afgeleverd door een door de Staat of één der Gemeenschappen opgerichte, gesubsidieerde of erkende inrichting(1). 2. of van een bewijsstuk of attest van slagen van het onderwijs voor sociale promotie bekomen na een cyclus van minstens 750 lestijden en dat als gelijkwaardig wordt beschouwd met de getuigschriften waarvan sprake onder cijfer 1. hierboven De kandidaten, bedienden van de Maatschappij, moeten het vereiste document niet voorleggen. II. Vakken en aard van de proef De proef bestaat uit een schriftelijk gedeelte, een psychoprofessionele test en een mondeling gedeelte en omvat de volgende vakken : Vakken Schriftelijk gedeelte (2) 1. Opstellen van een rapport Betrekkelijke waarde 1 Psychoprofessionele test - Mondeling gedeelte 2. Onderhoud 1 III. Uitvoerig programma van de vakken
Opstellen van een rapport Op basis van een tekst overhandigd aan de kandidaten, opstellen van een rapport over een voorval of ongeval overkomen op spoorwegdomein (val van een reiziger, vaststelling van vernieling, brand,...) met een gedetailleerde uiteenzetting van de in deze omstandigheden te nemen maatregelen. De beoordeling slaat op de inhoud, de vorm en de spelling. Onderhoud Individueel onderhoud met het doel de persoonlijkheid van de kandidaat, zijn motivering, zijn gedrag, zijn beoordelings- en redeneervermogen alsook zijn interesse voor de onderneming en voor de functie te beoordelen. IV. Duur van de proef De maximumduur van de proef is op 3 uur voor het schriftelijk gedeelte en op ½ uur voor het mondeling gedeelte vastgesteld. V. Vereist aantal punten Om opgeroepen te worden voor het mondeling gedeelte moeten de kandidaten tenminste de 10/20 van de punten op het schriftelijk gedeelte behalen. Zij worden laureaat verklaard indien ze minstens de 10/20 van de punten behalen op het mondeling gedeelte en de 12/20 van de punten voor het geheel van de proef.
Indien het schriftelijk gedeelte niet wordt georganiseerd, moeten de kandidaten, om laureaat verklaard te worden, tenminste de 12/20 van de punten van het mondeling gedeelte behalen. VI. Rangschikking van de laureaten Bij gelijk aantal punten wordt er bij de rangschikking rekening gehouden met het aantal punten behaald op het mondeling gedeelte. Twee verschillende klassementen worden opgemaakt: B-Security en Securail. De jury van het mondeling gedeelte bepaalt in welk(e) klassement(en) de laureaat mag worden gerangschikt. D. INDIENSTNEMING I. Nationaliteit De kandidaten voor de specialiteit Securail moeten de Belgische nationaliteit bezitten. II. Verandering en bevordering van graad De overgang van de politieofficieren (OS) (zie letter B.1) naar de graad van veiligheidsbediende geschiedt zonder proef met behoud van de datum van ranginneming. Deze bedienden moeten in het bezit zijn van het rijbewijs zoals voorzien onder cijfer III.4 hierna. Zij krijgen de specialiteit B-Security of Securail toegewezen door de leider van de Corporate Security Service in functie van de activiteiten verbonden aan de post die hen wordt toegewezen.
III. Aanwerving De indienstneming van de kandidaten waarvan sprake onder littera B - cijfer II hiervoor geschiedt overeenkomstig de bepalingen van deze bundel (Titel I - Deel III) en met inachtneming van de hierna opgenomen bijzondere voorwaarden. Naargelang het klassement waarin zij worden hernomen, kunnen de laureaten worden aangesteld in één van de specialiteiten. De laureaten die in beide klassementen zijn hernomen krachtens de bepalingen waarvan sprake onder littera C.VI hiervoor worden geschrapt van de laureatenlijst van het andere klassement op het ogenblik van de aanstelling. 1. Voorleggen van document Het getuigschrift van goed zedelijk gedrag dat de kandidaat moet voorleggen mag geen enkele veroordeling bevatten, zelfs niet met uitstel, tot enige correctionele of criminele straf, bestaande uit een geldboete, een werkstraf of een gevangenisstraf (wet van 10.04.1990). 2. Proeftijd of stage Tijdens de proeftijd of stage volgen de veiligheidsbedienden de beroepsopleiding, gevolgd door een plaatselijke opleiding. 3. Opleiding De beroepsopleiding omvat twee delen: deel 1 gemeenschappelijk voor alle bedienden; deel 2 de module bewakingsdienst of spoorwegveiligheidsdienst in functie van de specialiteit (B-Security of Securail) van de bediende.
De bijzonderheden van deze delen, het programma, de duur en de evaluatiecriteria van deze beroepsopleiding en de plaatselijke opleiding worden beschreven in het leerplan waarvan iedere kandidaat een exemplaar ontvangt bij het begin van de opleiding. 4. Regularisatie Om geregulariseerd te worden, moeten de veiligheidsbedienden op proef of in stage voldoen bij elk van de twee delen van de beroepsopleiding en de plaatselijke opleiding zoals voorzien in het leerplan. Daarenboven moeten zij eveneens in het bezit zijn van het rijbewijs voorzien bij KB van 23 maart 1998 en tenminste geldig voor de categorie B (handgeschakelde versnellingsbak)(1). De uitslag van een test betreffende een eventuele aanvullende en/of lokale opleiding mag geen invloed hebben op de beoordeling van de bediende met het oog op zijn regularisatie. E. OVERGANG OP VERZOEK NAAR DE ANDERE SPECIALITEIT Na hun regularisatie mogen de veiligheidsbedienden hun overgang vragen naar de andere specialiteit. Deze overgang is mogelijk onder de voorwaarden die voorzien zijn voor de aanstelling van de laureaten (zie littera D). Deze overgang geschiedt op de proef volgens dezelfde modaliteiten als deze voorzien bij de indienstneming met dien verstande dat deel 1 van de beroepsopleiding niet meer moet worden gevolgd. Wanneer een bediende niet kan worden geregulariseerd in de nieuwe specialiteit, neemt hij terug een vacante post in van de verlaten specialiteit, bij gebrek wordt hij buiten kader geplaatst in een werkzetel waar volgens de voorzieningen vacante betrekkingen zullen komen in de verlaten specialiteit.
(1) In afwachting van de publicatie van Titel II blijven de bepalingen van het Algemeen bevel nr. 62 van 1932 van toepassing. (1) Het gehomologeerd getuigschrift van lager secundair onderwijs wordt gelijkgesteld met het vereiste getuigschrift. (2) Afhankelijk van het aantal kandidaturen en de behoeften kan het schriftelijk gedeelte worden afgeschaft. (1) Zij die later een rijverbod oplopen zijn gehouden hun onmiddellijke chef onmiddellijk hierover in te lichten (ARPS - Bundel 550 96 tot 99).