Christelijk Centrum Groningen 21 augustus 2011 Inleiding: De vorige keer heeft Emmanuel gesproken over extreme worship, m.a.w. God eren en verhogen met alles wat we hebben en zijn. Emmanuel noemde enkele ingrediënten van lofprijs. Eén ervan is geloof. Vandaag wil ik verder stilstaan bij wat ons geloof eigenlijk is. Wat geloven we en in wie geloven we. Lezen: 1 Kor. 15:1-5; 12-22. De opstanding van Jezus; de basis van ons geloof Een van de belangrijkste feiten van het evangelie is de letterlijke opstanding van Jezus uit de dood. Om dit te accepteren heb je geloof nodig, aangezien mensen normaal gesproken niet uit de dood opstaan. Geloof in de opstanding van Jezus noemt Paulus zelfs de voorwaarde voor het geloof: als Christus niet zou zijn opgewekt is onze prediking, maar ook ons geloof zonder inhoud. Zonder geloof in de Opstanding van Jezus is ons evangelie niets meer dan goedbedoelde moraliteit. Maar dat gaat de mens en de wereld niet veranderen. Sinds de zondeval is de mens in zijn wezen slecht geworden en heeft hij een nieuwe geboorte nodig. Je zou kunnen zeggen, zijn geboorte moet overgedaan worden. Echter niet naar het lichaam (zie Joh. 3:4,5), want sinds de zonde van adam en Eva ligt de hele schepping onder de vloek en de gevolgen van de zonde; tot Christus terugkomt om een einde te maken aan deze oude wereld en die te vervangen door een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waar gerechtigheid woont. Zolang wij dus in deze wereld leven zijn we onderworpen aan het verval in deze wereld. Rom. 8:22,23: Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is. En niet alleen zij, maar ook wij zelf, [wij,] die de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam. Met andere woorden, niet alleen de schepping lijdt onder de gevolgen van de zondeval, maar ook wij mensen die vrijgemaakt zijn in Christus, lijden in ons lichaam en zien reikhalzend uit naar de verlossing van ons lichaam. Wij christenen leven met een hoop: de verlossing uit ons sterfelijk bestaan; het uitzicht op onze eeuwige vereniging met Jezus. En dit is geen loze hoop, maar gefundeerd op datgene wat Jezus in Zijn lichaam voor ons heeft volbracht in Zijn dood en Opstanding. In 2 Kor. 4:14 legt Paulus uit dat zoals God Jezus opgewekt heeft uit de dood, Hij ons ook met Christus zal opwekken en ons vóór Zichzelf zal plaatsen. 2 Kor. 4:16-18: Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. Want de lichte last van de verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand
eeuwig gewicht van heerlijkheid, omdat wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig. In welk opzicht is de Opstanding van Jezus voor ons van belang? Door de zondeval hebben we niet alleen een sterfelijk lichaam, maar is ook onze persoonlijkheid verdorven: we hebben de zonde van Adam geërfd (erfzonde). Dus hoewel we naar Gods beeld zijn geschapen en we elementen van Gods wezen in ons hebben is onze persoonlijkheid gedeformeerd en gecorrumpeerd door de zonde en dus ook de goddelijke eigenschappen in ons. De Bijbel noemt dat de oude natuur (vlees). En wij leven uit de oude natuur. Er was dus een herschepping van de mens nodig en dat bewerkte God in de tweede Adam : Jezus. Hij faalde niet (zoals Adam wel deed) en was daarom gekwalificeerd als degene die het goddelijke beeld in ons kon herstellen. In Christus worden we als het ware nieuwe mensen met een nieuwe persoonlijkheid in nog steeds het oude lichaam: onze persoonlijkheid wordt opnieuw geboren. Het is onze persoon die met God verenigd wordt in een nieuw lichaam. 1 Kor. 15:42-50 (het Boek) zegt het zo: Zo is het ook bij het levend worden van de doden. Het lichaam dat in de aarde wordt gelegd, zal vergaan. Maar het lichaam dat levend wordt gemaakt, kan niet vergaan. 43Wat in de aarde wordt gelegd, is het aanzien niet waard. Maar wat levend wordt gemaakt, is schitterend. Wat in de aarde wordt gelegd, is tot niets in staat. Maar wat levend wordt gemaakt, heeft grote kracht. 44Wat in de aarde wordt gelegd, is een natuurlijk lichaam. Maar wat levend wordt, is een geestelijk lichaam. Want als er een natuurlijk lichaam is, moet er ook een geestelijk lichaam zijn. 45Er staat immers in de Boeken: "De eerste mens, Adam, kreeg een natuurlijk leven." (a) Maar Christus, de laatste Adam, geeft geestelijk leven. 46Het natuurlijke lichaam komt eerst en daarna pas het geestelijke. 47Adam, de eerste mens, werd uit stof van de aarde gemaakt. Christus, de tweede mens, kwam uit de hemel. 48Alle mensen stammen af van Adam en hebben dus een aards lichaam, net als hij. Maar de mensen die uit Christus voortkomen, zullen een hemels lichaam krijgen, net als Hij. 49Dus, zoals wij op de aardse Adam lijken, zullen wij ook op de hemelse Christus lijken. 50Laat ik heel duidelijk zijn, broeders: Lichamen van vlees en bloed kunnen geen deel hebben aan het Koninkrijk van God. Onze vergankelijke lichamen kunnen niet altijd blijven leven. Begrip van de Zoon van God op aarde Toen Jezus nog bij God was in de drie-eenheid (vgl. laat ons mensen maken), koos Hij er als Zoon van God voor om Zijn unieke positie gelijk aan God op te geven en Zich met ons mensen te vereenzelvigen (vgl. Filip. 2:5-11: het Gode gelijk zijn ; Hebr. 12:2: Om de vreugde die voor hem lag ). Hij deed als het ware de schepping van de mens over. Jezus moest wel in een menselijk lichaam komen, om op dezelfde wijze verzocht te worden, maar om i.t.t. Adam niet te zondigen (Hebr. 4:15).
Daarom werd de Zoon van God door Zijn geboorte uit de maagd Maria, de Zoon des mensen: Jezus = God redt. Op aarde was Jezus nog steeds de derde persoon van God (daarom: de Zoon van God), maar evenzeer volledig mens (daarom de Zoon des mensen). Alleen in die hoedanigheid kon hij het werk van Adam overdoen (vgl. Hebr. 7: 25,26: een hogepriester die niet voor zijn eigen zonden ; Hebr. 4:15: doch zonder te zondigen ). Jezus was dus 100% mens (aan ons gelijk) en 100% God (aan God gelijk Filip.2:6) Dit is niet te begrijpen. Hij verenigde de beide naturen in zich. Bijbelgeleerden hebben getracht dit te beredeneren, met allerlei dwalingen tot gevolg: wel God, geen mens, wel mens, geen God, half God, half mens. Maar alles niet in overeenstemming met het Woord, tot de formulering in de Calcedonische geloofsbelijdenis: volledig God, volledig mens. Daarmee is het niet opgehelderd, maar is wel ons geloof op grond van de Bijbel geformuleerd. Hoewel Hij de Zoon van God was, leefde Hij op aarde niet als God, maar als een mens vol van de Heilige Geest (M. Eaton: Hij deed de wonderen niet als God, maar als mens vol van de Geest: vgl. zou je tot deze berg zeggen... ). Dit is belangrijk om te geloven: want door als mens te leven en te sterven, zonder ooit gezondigd te hebben, kon Hij als onze plaatsvervanger optreden en maakte Hij het mogelijk dat wij weer met God verzoend werden. De Opstanding: het leven van Jezus in ons Jezus feitelijke Opstanding was de bekroning op het nieuwe werk van God om de mensen weer met Zich te verzoenen. Er zijn drie stappen nodig om opnieuw geboren te kunnen worden: 1. De eerste stap was Jezus verzoenend sterven: daarmee effende Hij voor ons weer de weg om terug te keren tot God en omgang met God te hebben, zoals de eerste mens dat kon. 2. De tweede stap was Jezus Opwekking uit de dood. De Bijbel leert dat Jezus door de Geest werd opgewekt uit de dood. Eigenlijk blies God opnieuw de levensadem in, zoals Hij dat deed bij de schepping van Adam. En aan iedereen die zijn geloof op Jezus bouwt (m.a.w. Zijn vertrouwen stelt in Jezus offer en geloof hecht aan zijn Opstanding, rekent God ook dit nieuwe Opstandingsleven toe. Rom. 8:11: En als de Geest van God, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest, die in u woont. 3. De derde stap is dat Hij ons vult met de Heilige Geest; m.a.w. Hij blaast ook in ons de Geest van het leven. Als nieuwe geschapen mens worden we ook geleid door een nieuwe natuur, die van de Geest. Onze persoonlijkheid, emoties, ons lichaam blijft hetzelfde, maar onze natuur is een goddelijke natuur (2 Petrus 1:4) geworden. Dat noemt de Bijbel het nieuwe leven. Wat betekent dit nieuwe leven? a. Kwaliteit van leven b. Eeuwig leven.
Kwaliteit van leven betekent leven als nieuwe schepping, vanuit de Heilige geest. Niet meer op grond van geboden of moraliteit, maar op grond van de aansturing door de Geest in ons leven. Eeuwig leven betekent dat we onaantastbaar zijn geworden voor de zonde én de dood. (de angst voor de dood overwonnen; Hebr. 2:15; vgl. 1 Kor. 15:55). We weten dat we zullen sterven, maar dan begint het voor ons pas. Ons vooruitzicht is beter dan ons leven hier. Sterven is moeilijk, omdat God de mens met een wil tot leven geschapen heeft, en ook omdat wij verantwoordelijkheid voor anderen hebben (Filip. 1:24: beter om nog te blijven). Maar in het perspectief van het eeuwig leven is sterven winst (Filip. 1:21: Want het leven is mij Christus en het sterven gewin). Daarom kan Paulus zeggen dat als het nieuwe leven alleen effect zou hebben voor dit aardse leven (met als zijn moeiten, ziektes, spanningen, verloren dromen etc.) dan zouden we pas beklagenswaardig zijn. Het evangelie is om vele redenen goed nieuws: 1. We zijn verzoend met God; de honger in ons hart kan gestild worden: "Groot, zijt Gij, Heer, en hoog te prijzen. Groot is uw macht en uw wijsheid kent geen grenzen. En loven wil U een mens, een nietig deeltje van uw schepping, een mens die moeizaam de last van zijn sterfelijkheid meedraagt, en in zijn zondigheid ervan getuigt dat Gij de hoogmoedigen weerstaat. En toch wil U loven die mens, een nietig deeltje van Uw schepping. Gijzelf doet hem die vreugde vinden in het zingen van Uw lof, want Gij hebt ons naar U toe geschapen, en rusteloos is ons hart tot het rust vindt in U." (Augustinus: Belijdenissen, eerste boek, I,1) 2. We ontvangen nu een ander leven van betere kwaliteit. We hoeven niet langer overgeleverd te zijn aan onze verslavingen, de grilligheid van ons karakter etc. We hebben door de Heilige Geest de mogelijkheid om het nieuwe leven in Christus te leven. In dat licht moeten we ook alle aanmoedigingen en vermaningen in de Bijbel zien: niet als nieuwe wetten, maar als een aansporing om door de Geest op die manier te leven. 3. En we weten dat als we sterven, wanneer dat ook zal zijn we een beter vooruitzicht hebben: een eeuwig leven met God! In onze tijd is de mens dat perspectief wat kwijt geraakt, vanwege de materiële omgeving en ons redelijk goede leven. Slot: Het wordt tijd dat de christenen het vreugdevolle leven met God terugvinden. Dat kan alleen maar door een nieuwe schepping te worden, door opnieuw geboren te worden. En dát kan alleen door het geloof in de Opstanding van Jezus Christus. Door die Opstanding hebben wij de status van In Hem ontvangen (zie Efez. 1). Door uit geloof te leven, worden we belet om te leven uit werken: de rechtvaardige zal uit het geloof leven (Rom. 1:17; Gal. 3:11). Welk geloof? Het geloof in het sterven en de Opstanding van Jezus is de basis van ons leven, dat God door Zijn Geest te geven aan ons in ons uitwerkt. Zodat we niet langer leven als slaven der zonde of uit angst voor de dood, maar als werkelijk vrijgemaakte mensen.
Als nieuwe schepping ontvangen we ook een nieuw perspectief: niet alleen voor dit leven, maar juist en vooral ook voor de eeuwigheid.