Bestuur van de Maatschappelijke Integratie JURIDISCHE DIENST fax: 02/509.86.91 vragen naar: Petra Romelart e-mail: Petra.Romelart@minsoc.fed.be Aan de dames en heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ons kenmerk JUR/ index / 1-6-2003/ PR datum 05/06/2003 bijlage(n) 4 Betreft: aanpassing van de bedragen die tot de federale regelgeving met betrekking tot het maatschappelijk welzijn behoren, op 1 juni 2003 De spilindex voor de sociale uitkeringen, die vastgelegd is op 111.64 punten is in de maand mei 2003 overschreden. Dientengevolge dienen de bedragen die tot de federale regelgeving van het maatschappelijk welzijn behoren, te worden geïndexeerd. Conform artikel 6, 3, van de wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001, wordt de verhoging van de sociale uitkeringen toegepast vanaf de eerste maand die volgt op de maand waarvan het indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt. - In concreto betekent dit dat de nieuwe bedragen gelden vanaf 1 juni 2003. Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding En Sociale Economie Anspachlaan, 1 B - 1000 BRUSSEL 02/509.81.11 http://socialsecurity.fgov.be.
2. Bijgevoegd vindt u een overzicht van de nieuwe bedragen voor de volgende sociale uitkeringen en inkomensgrenzen die tot de federale regelgeving van het maatschappelijk welzijn behoren: 1 de bedragen van het leefloon per categorie (artikel 14 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie); 2 de socio-professionele vrijstelling a. bedrag van de algemene socio-professionele vrijstelling (artikel 35, 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie) b. bedrag van de socio-professionele vrijstelling van inkomsten uit een artistieke activiteit (artikel 35, 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie) c.bedrag van de socio-professionele vrijstelling van inkomsten verworven uit arbeid door jongeren die een studie met voltijds leerplan volgen (artikel 35, 2, van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie) 3 de inkomensgrens voor de toekenning van het recht op ten op onderhoudsgelden (artikel 68bis, 2, eerste lid, 3, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn); 1 4 de terugvordering bij onderhoudsplichtigen 1. de inkomensgrenzen a) voor het leefloon (artikel 50 van het algemeen reglement van 11 juli 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie) b) voor hospitalisatie- en verblijfskosten (artikel 100bis, 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappeliik welzijn en het in uitvoering van dit artikel genomen koninklijk besluit van 9 mei 1984) c) voor financiële maatschappelijke hulp (artikel 100bis, 1, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappeliik welzijn en het in uitvoering van dit artikel genomen koninklijk besluit van 9 mei 1984) 1 geldig tot 31 augustus 2003; de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën treedt in werking op 1 september 2003.
3. 2. de schaal van de bij de onderhoudsplichtigen terug te vorderen bedragen in geval van toekenning van leefloon (artikel 51 van koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie en het ministerieel besluit van 12 december 2002 tot vaststelling van de schaal van tussenkomsten bedoeld in artikel 51 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie) 5 een tabel met voorbeelden van de percentsgewijze vermindering van ten op onderhoudsgelden: De tabel vermeldt het bedrag van de bestaansmiddelen dat met minder dan 15% mag worden overschreden en van het bedrag van het termijn op onderhoudsgelden, verminderd met het percentage van verhoging van deze bestaansmiddelen. Hieronder vindt u een korte uitleg over de berekeningswijze van de nieuwe bedragen. De toe te passen indexeringscoëfficient bedraagt 1,0824. Berekeningswijze: basisbedrag in euro x 1,0824 (=1,02 4 ) Hoogachtend, De voorzitter, getekend Julien Van Geertsom
bijlage 1 Bedragen van het leefloon op 1 juni 2003 basisbedrag leefloon op jaarbasis op 1 juni 2003 leefloon op maandbasis op 1 juni 2003 categorie 1 samenwonende persoon 4 400 4 762,56 396,88 categorie 2 alleenstaande persoon 6 600 7 143,84 595,32 categorie 3 alleenstaand persoon met recht op een verhoogd bedrag 7 700 8 334,48 694,54 categorie 4 éénoudergezin met kinderlast 8 800 9 525,12 793,76
bijlage 2 basisbedrag bedrag op 1 juni 2003 bedrag van de socio-professionele vrijstelling a.algemeen 177,76/maand 192,41/maand b.inkomsten uit artistieke activiteiten 2133,12 / jaar 2308,89 / jaar c.inkomsten uit arbeid verworven door studenten met studiebeurs zonder studiebeurs 49,58/maand 177,76/maand 53,67/maand 192,41/maand inkomensgrens inzake ten op onderhoudsgelden 10 665,27/jaar 11 544,09/jaar inkomensgrenzen voor de terugvordering bij onderhoudsplichtigen: 1.voor het leefloon 2.voor hospitalisatie- en verblijfskosten 16 681,99/jaar te vermeerderen met 2 335,48/jaar per persoon ten laste 13 345,60/jaar te vermeerderen met 2 335,48/jaar per persoon ten laste 18 056,59/jaar te vermeerderen met 2 527,92/jaar per persoon ten laste 14 445,28/jaar te vermeerderen met 2 527,92 /jaar per persoon ten laste 3.voor de kosten van financiële maatschappelijke hulp 16 681,99/jaar te vermeerderen met 2 335,48/jaar per persoon ten laste 18 056,59/jaar te vermeerderen met 2 527,92/jaar per persoon ten laste
Netto belastbaar inkomen (vastgesteld overeenkomstig artikel 50 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie) Percentage van de inkomensschijf waarmee rekening werd gehouden voor de berekening van de bedragen vermeld in de tabel van de terug te vorderen maandelijkse bedragen TERUG TE VORDEREN MAANDELIJKS BEDRAG IN FUNCTIE VAN HET AANTAL PERSONEN TEN LASTE bijlage 3 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 en meer personen ten laste 18 056,60-20 584,51 15% 32 - - - - - - - - - - 20 584,52 23 112,43 15% 63 32 - - - - - - - - - 23 112,44 25 640,35 20% 105 63 32 - - - - - - - - 25 640,36 28 168,27 20% 147 105 63 32 - - - - - - - 28 168,28 30 696,19 25% 200 147 105 63 32 - - - - - - 30 696,20 33 224,11 25% 253 200 147 105 63 32 - - - - - 33 224,12-35 752,03 30% 316 253 200 147 105 63 32 - - - - 35 752,04-38 279,95 30% 379 316 253 200 147 105 63 32 - - - 38 279,96-40 807,87 35% 453 379 316 253 200 147 105 63 32 - - 40 807,88-43 335,79 35% 527 453 379 316 253 200 147 105 63 32-43 335,80-45 863,71 40% 611 527 453 379 316 253 200 147 105 63 32 45 863,72 48 391,63 40% 695 611 527 453 379 316 253 200 147 105 63 48 391,64 - en meer 50% 801 695 611 527 453 379 316 253 200 147 105 \Documents and Settings\dew\Local Settings\Temporary Internet Files\OLK2B6\omzendbriefindexjuni2.doc
bijlage 4 Tussenkomst van de Staat in de kosten van de maatschappelijke hulp door het OCMW toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven (ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven) basisbedrag terugbetalingsgrens op 1 juni 2003 terugbetalingsgrens op maandbasis op 1 juni 2003 categorie 1 samenwonende echtgenoten en éénoudergezinnen met kinderlast 8.800 9 525,12 793,76 categorie 2 alleenstaande persoon 6 600 7 143,84 595,32 categorie 3 samenwonende persoon 4.400 4 762,56 396,88
Voorschotten op onderhoudsgelden Maximumbedrag : 11.544,09 Bedrag van de bestaansmiddelen Percentage vemindering van het Voorbeelden van de percentsgewijze vermindering van het van van van van van van van van 125,00 120,00 110,00 100,00 90,00 80,00 70,00 60,00 Tussen 0,00 en 11.601,81 0 125,00 120,00 110,00 100,00 90,00 80,00 70,00 60,00 Tussen 11.601,82 en 11.717,25 1 123,75 118,80 108,90 99,00 89,10 79,20 69,30 59,40 Tussen 11.717,26 en 11.832,69 2 122,50 117,60 107,80 98,00 88,20 78,40 68,60 58,80 Tussen 11.832,70 en 11.948,13 3 121,25 116,40 106,70 97,00 87,30 77,60 67,90 58,20 Tussen 11.948,14 en 12.063,57 4 120,00 115,20 105,60 96,00 86,40 76,80 67,20 57,60 Tussen 12.063,58 en 12.179,01 5 118,75 114,00 104,50 95,00 85,50 76,00 66,50 57,00 Tussen 12.179,02 en 12.294,45 6 117,50 112,80 103,40 94,00 84,60 75,20 65,80 56,40 Tussen 12.294,46 en 12.409,89 7 116,25 111,60 102,30 93,00 83,70 74,40 65,10 55,80 Tussen 12.409,90 en 12.525,33 8 115,00 110,40 101,20 92,00 82,80 73,60 64,40 55,20 Tussen 12.525,34 en 12.640,77 9 113,75 109,20 100,10 91,00 81,90 72,80 63,70 54,60 Tussen 12.640,78 en 12.756,21 10 112,50 108,00 99,00 90,00 81,00 72,00 63,00 54,00 Tussen 12.756,22 en 12.871,66 11 111,25 106,80 97,90 89,00 80,10 71,20 62,30 53,40 Tussen 12.871,67 en 12.987,10 12 110,00 105,60 96,80 88,00 79,20 70,40 61,60 52,80 Tussen 12.987,11 en 13.102,54 13 108,75 104,40 95,70 87,00 78,30 69,60 60,90 52,20 Tussen 13.102,55 en 13.217,98 14 107,50 103,20 94,60 86,00 77,40 68,80 60,20 51,60 Tussen 13.217,99 en 13.333,42 15 106,25 102,00 93,50 85,00 76,50 68,00 59,50 51,00 13.333,43 en meer 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
9.