Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

Vergelijkbare documenten
Postbus EK Den Haag. Handtekening: Datum: februari 2003

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2002

Praktijktest antifouling op touwen

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2004

Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies. Rapport C012/07

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2003

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2005

Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C052/05

De halfgeknotte strandschelp, Spisula subtruncata, in de Nederlandse kustwateren in 2003

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2004

RIVO Rapport Nummer : C070/03. Het mosselareaal en -bestand op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2003.

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. RIVO Rapport Nummer: C067/04

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2008

De halfgeknotte strandschelp, Spisula subtruncata, in de Nederlandse kustwateren in 2002

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C076/03

Kokkels in Waddenzee en Zeeuwse Delta,

Pauline Kamermans, Divera Baars, Johan Jol, Joke Kesteloo en Henk van der Mheen. Postbus AD Den Burg. Project nummer:

RIVO / marinx Rapport Nummer: C021/03

Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

Mr. H.J. van Geesbergen Postbus AC YERSEKE. Project nummer: Ir. H. van der Mheen Clusterleider Zeecultuur en Visteelt

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2016

De ontwikkeling van de Japanse oester in de Nederlandse Waddenzee: Situatie 2006

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2008

RIVO / marinx Rapport

Fax: Fax: Fax: Fax: P. C. Goudswaard, M. R. van Stralen, J. J. Kesteloo, J. Jol, C.

Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Oosterschelde en Voordelta in het najaar van 2005

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Den Helder Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 57

De verspreiding van 5 platvissoorten en 1 roggensoort in de Noordzee.

IMARES Wageningen UR. Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2014

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2013 IMARES

Rapportnummer C069/08 1 van 27. P. C. Goudswaard, J.J. Kesteloo, K.J. Perdon & J. M. Jansen. Rapport C069/08. Vestiging Yerseke

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2007

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

C. van Zweeden, K. Troost, M. van Asch & J.J. Kesteloo-Hendrikse. Rapport C094/12

Onderzoeksproject duurzame schelpdiervisserij (PRODUS). Deelproject 1A: Bepaling bestand mosselpercelen in de Waddenzee najaar 2005

Het Mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2008

IMARES Wageningen UR. Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2015

Mesheften (Ensis directus), halfgeknotte strandschelpen (Spisula subtruncata) en kokkels (Cerastoderma edule) in de Nederlandse kustwateren in 2007

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2009

Bestandsopname van mosselen op mosselkweekpercelen in de Waddenzee in juni 2018

Schelpdierwaterkwaliteit in Nederlandse kustwatergebieden in maart 2003 (fecale coliformen).

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

Fecale coliformen in schelpdierwater in het vierde kwartaal van 2002 op 11 locaties in het Nederlandse kustwater

im a re s Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Het kokkelbestand in de Nederlandse kustw ateren in 2011

IMARES Wageningen UR. Schelpdieren in de Nederlandse kustwateren, een kwantitatieve en kwalitatieve bestandsopname in 2010

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. RIVO Rapport Nummer: C010/04

Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Waddenzee in het najaar van 2009

Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Waddenzee in het najaar van 2005

IMARES Wageningen UR. Inventarisatie van Japanse oesterbanken in de Oosterschelde en Waddenzee in 2011

RIVO BV Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek. Schelpdierwaterkwaliteit in Nederlandse kustwatergebieden in September 2004 (fecale coliformen).

RIJKSINSTITUUT VOOR VISSERIJONDERZOEK. Haringkade 1 - Postbus AB IJmuiden - Tel.: Aquacultuur AQ 90-03

IMARES Wageningen UR. Banc de Flandres. Marcel Machiels Rapportnummer C (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Postbus EX Den Haag. Project nummer:

IMARES Wageningen UR. Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2011

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2017.

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Borssele. Karin van der Reijden Rapport C002/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

RIVO BV Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek. Schelpdierwaterkwaliteit in Nederlandse kustwatergebieden in December 2004 (fecale coliformen).

Dr. G.W.N.M. van Moorsel Postbus AC Doorn. Project nummer: Handtekening:

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Postbus EX Den Haag. Hoofd Centrum voor Schelpdieronderzoek

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Ridens & Récifs. Marcel Machiels. Rapport C073/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Deelproject A1: Visserij-inspanning

Effecten van handkokkelvisserij op het kokkelbestand in de Waddenzee

Coöperatieve Producentenorganisatie van de Nederlandse Kokkelvisserij u.a. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

IMARES Wageningen UR. Schelpdieren in de Nederlandse kustwateren Bestandsopname 2011

Invloed van kokkelvisserij op mosselzaadval en ontwikkeling van mosselbanken in de Waddenzee

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het najaar van 2018.

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Voortgangsonderzoek naar de verspreiding van noordse woelmuis, waterspitsmuis en veldspitsmuis in 2006 met behulp van braakbalanalyse

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2018.

IMARES Wageningen UR. Het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2011

IMARES Wageningen UR. Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2010

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009

Kwantitatieve bemonstering in het zandsuppletiegebied Ameland in 2009 op de aanwezigheid van schelpdierbanken.

PMR monitoring: H1110 (permanent overstroomde zandbanken)

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 167

Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008

Schelpdierwaterkwaliteit in Nederlandse kustwatergebieden in 2007: fecale coliformen

Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8

Wageningen IMARES. De rol van schelpdieronderzoek in een duurzame ontwikkeling van de Waddenzee. Pauline Kamermans

Kwalitatieve bemonstering in het zandwingebied Zeeland in 2009 S7W, SW0 en S7X op de aanwezigheid van schelpdier banken.

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek (RIVO) BV. Intern RIVO rapport Nummer:

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

Sensorische analyse van kalfsvlees

Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

VOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2017

PRODUS Project onderzoek duurzame schelpdiercultuur

Producentenorganisatie Kokkelvisserij t.a.v. Geachte,

Onderzoek naar het voorkomen van de waterspitsmuis in een herinrichtingsgebied in Polder de Peizer- en Eeldermaden in 2009

Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2018: bestand en arealen

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg

Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2017: bestand en arealen

Mosselbanken en oesterbanken op droogvallende platen in de Nederlandse kustwateren in 2016: bestand en arealen

Uitwerking graadmeter 'stapelvoedsel': Spisula subtruncata in de Nederlandse kustzone ( )

Transcriptie:

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl Rapport Nummer: C016/04 Resultaten van de kokkelbroedsurvey in de Waddenzee in het najaar van 2003 J.J. Kesteloo 1, M.R. van Stralen 2 en J.A. Craeymeersch 1 1: Centrum voor Schelpdieronderzoek 2: Onderzoeksbureau MarinX Opdrachtgever: Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat 41 4421 DC Kapelle Project nummer: 3.88.99999.01 Contract nummer: Akkoord: Dr. A. C. Smaal Hoofd Centrum voor Schelpdieronderzoek Handtekening: Datum: maart 2004 In verband met de verzelfstandiging van de Stichting DLO, waartoe tevens RIVO behoort, maken wij sinds 1 juni 1999 geen deel meer uit van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Wij zijn geregistreerd in het Handelsregister Amsterdam nr. 34135929 BTW nr. NL 808932184B09. Aantal exemplaren: 15 Aantal pagina's: 14 Aantal tabellen: - Aantal figuren: 7 De Directie van het RIVO Is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van het RIVO; opdrachtgever vrijwaart het RIVO van aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets van dit rapport mag weergegeven en/of gepubliceerd worden, gefotokopieerd of op enige andere manier zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

pagina 2 van 15 RIVO rapport C016/04 Inhoudsopgave: Inhoudsopgave:... 2 Samenvatting... 3 1 Inleiding... 5 2 Materiaal en methoden... 6 2.1 Monstername... 6 2.2 Berekeningen... 6 3 Resultaten... 7 4 Conclusies... 8 5 Literatuur... 9 6 Figuren... 10

RIVO rapport C016/04 pagina 3 van 15 Samenvatting Een goede broedval van kokkels (Cerastoderma edule) in de Waddenzee in de zomer van 2003 gaf aanleiding in het najaar van 2003 een inventarisatie uit te voeren. Doel van dit onderzoek was in combinatie met de voorjaarssurvey van 2004 de mortaliteit van het kokkelbroed over de winter te kunnen berekenen en meer te weten te komen over de ligging en stabiliteit van de kokkelbanken (ODUS,2001). Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Producentenorganisatie Kokkelvisserij. Tijdens dit onderzoek is bemonstering gericht uitgevoerd op plaatsen waar reeds kokkelbroed was aangetroffen, waar op basis van de op dat moment beschikbare kennis kokkelbroed werd verwacht, of (met name in de artikel 17 gebieden) waar in het verleden kokkels aanwezig zijn geweest. In de maanden november en december 2003 is de Waddenzee bemonsterd door het kokkelvaartuig de YE42 in samenwerking met medewerkers van Directie Visserij van het ministerie van LNV. De verwerking van de gegevens is uitgevoerd door het bureau MarinX en het Centrum voor Schelpdieronderzoek (CSO). De opzet van het onderzoek laat enkel het berekenen van een conservatieve minimumschatting toe. De berekende waarden in dit rapport moeten in deze context worden bezien. In combinatie met de uitkomsten van de voorjaarssurvey 2004 is het wel mogelijk om op basis van deze gegevens een Waddenzeedekkende bestandsschatting te maken voor de hoeveelheid kokkelbroed van de broedval in 2003. In het najaar van 2003 is berekend dat het bestand kokkelbroed minimaal 65 miljard stuks zou bedragen. Ter vergelijking in het najaar van 1997 was de totaal aangetroffen hoeveelheid kokkelbroed berekend op 240 miljard stuks. Het bestand bedraagt dus minimaal 27 % van het bestand in 1997. De ligging van de banken met kokkelbroed komt globaal overeen met 1998, zij het dat toen ook kokkels zijn aangetroffen op locaties waar in 2003 geen broed is gevallen. De broedval van 2003 heeft zich evenwel niet buiten de kokkelgebieden uit 1998 voorgedaan. In het najaar van 2003 was het oppervlak waar meer dan 100 nuljarige kokkels/m 2 zijn aangetroffen 12.000 hectare. In 1998 was het oppervlak waar meer dan 100 éénjarige kokkels/m 2 voorkwamen 35.000 hectare.

pagina 4 van 15 RIVO rapport C016/04 In het najaar van 2003 zijn de hoogste dichtheden kokkelbroed (meer dan 10.000 kokkels/m 2 ) aangetroffen langs de Friese kust onder Ameland. Uit figuur 1 kan afgeleid worden dat er in 2003 ten opzichte van andere jaren een goede broedval heeft plaatsgevonden. De verwachting is dan ook dat de survey in het voorjaar van 2004 een redelijk hoog kokkelbestand zal laten zien.

RIVO rapport C016/04 pagina 5 van 15 1 Inleiding Het CSO voert sinds 1990 jaarlijks een inventarisatie uit van het kokkelbestand in de Zeeuwse Delta, de Waddenzee en de Voordelta, in opdracht van het ministerie van LNV. Deze inventarisaties worden uitgevoerd in het voorjaar en zijn bedoeld als onderbouwing van het beleid met betrekking tot de voedselbehoefte van vogels. In het najaar van 2003 is in opdracht van de Producentenorganisatie Kokkelvisserij een inventarisatie uitgevoerd van het kokkelbroed in de Waddenzee. De aanleiding hiertoe was een overvloedige broedval van kokkels in de zomer van 2003. Het oorspronkelijke doel van dit onderzoek was een indruk te krijgen van de jaarklassterkte van het kokkelbroed. Uit dit onderzoek in combinatie met de inventarisatie in het voorjaar van 2004 kan de mortaliteit over de winter berekend worden. Belangrijk is ook meer te weten te komen over de ligging en stabiliteit van de banken met kokkelbroed. Deze wetenschap moet het mogelijk maken kokkelbanken actiever te beheren (ODUS,2001). Bovenstaande onderzoeksvragen hebben de opzet van dit onderzoek bepaald. De wijze van selectie van monsterlocaties maakt dat enkel een conservatieve minimumschatting van het bestand mogelijk is. De berekende waarden in dit rapport moeten in deze context worden bezien. In combinatie met de uitkomsten van de voorjaarssurvey 2004 is het wel mogelijk om op basis van deze gegevens een Waddenzeedekkende bestandsschatting te maken voor de hoeveelheid kokkelbroed van de broedval in 2003. Het veldwerk in de Waddenzee werd uitgevoerd door medewerkers van de directie Visserij van het ministerie van LNV. De kokkelsector heeft in het onderzoek bijgedragen met de inzet van een kokkelvaartuig (YE42). De verwerking van de verzamelde gegevens is uitgevoerd door het bureau MarinX en het CSO.

pagina 6 van 15 RIVO rapport C016/04 2 Materiaal en methoden 2.1 Monstername De Waddenzee is niet als in het voorjaar gebiedsdekkend bemonsterd, maar gericht op een selectie van plaatsen waar reeds kokkelbroed was aangetroffen of op basis van de op dat moment beschikbare kennis kokkelbroed verwacht werd. In de gebieden waar voorkennis ontbrak omdat daar door de vissers niet naar kokkelbroed is of mocht worden gezocht (art. 17 gebieden), is een selectie van locaties bemonsterd waar in het verleden kokkels aanwezig zijn geweest. Het veldwerk is uitgevoerd in de maanden november en december 2003. 2.2 Berekeningen Het op hiervoor genoemde wijze selecteren van monsteren waarbij aan de verschillende groepen punten verder ook geen gewicht is toegekend voor de onderscheiden strata, maakt dat een directe schatting van het bestand niet mogelijk is, anders dan voor het berekenen van een conservatieve minimumschatting. De in dit rapport berekende waarden van de aangetroffen hoeveelheid kokkelbroed in het najaar van 2003 moeten in deze context worden bezien Om enigszins een idee te krijgen van de hoeveelheid kokkelbroed in het najaar van 2003 is een vergelijking gemaakt met de goede broedval in de zomer van 1997 (RIVO gegevens, niet gepubl.). De bemonstering in het najaar van 1997 is toen gebiedsdekkend uitgevoerd op de vaste raaien. Op de vaste raaien liggen de monsterpunten die, ook na de ingevoerde gestratificeerde opzet van de kokkelbestandsopname in het voorjaar, vanaf 1990 ieder jaar bemonsterd zijn. De in dit rapport uitgevoerde bestandsberekening is om die reden ook beperkt tot de punten gemonsterd op de vaste raaien. Om een indruk te krijgen van oppervlakte en ligging van de banken met kokkelbroed is gebruik gemaakt van de gegevens van de kokkelbestandsopname in het voorjaar van 1998. In 1998 is de bemonstering gebiedsdekkend en gestratificeerd uitgevoerd, hierdoor is het mogelijk de kokkelbanken in te tekenen en te vergelijken met de bij dit onderzoek bemonsterde gebieden.

RIVO rapport C016/04 pagina 7 van 15 3 Resultaten Verspreid over de Waddenzee zijn 516 punten bemonsterd. Op 342 monsterpunten is kokkelbroed aangetroffen. Hoge dichtheden kokkelbroed (meer dan 10.000/m 2 ) komen voor langs de Friese kust onder Ameland. Op ca. 12.000 hectare in de Waddenzee komt kokkelbroed voor in dichtheden van meer dan 100 stuks/m 2. Vergelijk tussen de omvang van het bestand kokkelbroed uit het onderzoek in het najaar van 1997 en het najaar van 2003 op de vaste raaien geeft een indicatie van de hoeveelheid kokkelbroed in het najaar van 2003. In 1997 werden 240 miljard kokkeltjes aangetroffen op de vaste raaien, de hoogste dichtheden kwamen toen voor op het oostelijke wad. Berekend over de vaste raaien zou het bestand in het najaar van 2003 65 miljard kokkeltjes bedragen. Minimaal ligt er in het najaar van 2003 27 % van de hoeveelheid kokkelbroed in 1997, minimaal omdat in het najaar van 2003 maar een gedeelte van de punten op de vaste raaien bemonsterd zijn. In figuur 1 is het bestand in miljard stuks éénjarige kokkels uit de bestandsopname in het voorjaar uitgezet aangevuld met de kokkelbroedbestanden van de najaarssurvey s van 1997 en 2003. 300 250 miljard N 200 150 100 50 0 2003 naj 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1997 naj 1997 1996 1995 1994 1993 1992 1991 1990 jaar Figuur 1: De omvang van het bestand éénjarige kokkels in de Waddenzee (1990-2003) De verspreiding van kokkelbroed in de Waddenzee in het najaar van 2003 is weergegeven in de figuren 3 t/m 6. Ingetekend in figuur 7 zijn de gebieden in het voorjaar van 1998 (van Stralen en Kesteloo- Hendrikse, 1998) waar meer dan 100 éénjarige kokkels/m 2 zijn aangetroffen en de gebieden

pagina 8 van 15 RIVO rapport C016/04 waar in het najaar van 2003 meer dan 100 nuljarige kokkels/m 2 zijn aangetroffen. Het oppervlak dat deze gebieden beslaan is in 1998 35.000 hectare en in 2003 12.000 hectare. 4 Conclusies _ De hoeveelheid kokkelbroed in het najaar van 2003 bedraagt minimaal 27% van het bestand in het najaar van 1997. _ De oppervlakte van de kokkelbanken in het najaar van 2003 is berekend op 12.000 hectare, in het voorjaar van 1998 was dat 35.000 hectare. _ De locaties van de kokkelbanken in 1998 en 2003 komen globaal overeen. _ Ten opzichte van andere jaren heeft er in 2003 een goede broedval plaatsgevonden.

RIVO rapport C016/04 pagina 9 van 15 5 Literatuur _ Stralen, M.R. van en J.J. Kesteloo-Hendrikse, 1998. Het kokkelbestand in de Oosterschelde, de Westerschelde, de Waddenzee en de Voordelta in het voorjaar van 1998. RIVO-rapport C020/98 Bult, T.P., M.R. van Stralen, M. Poelman, J. Steenbergen en J.M.D.D. Baars. Dynamisch bestandsbeheer van schelpdieren, een verkenning van mogelijkheden en ideeën uit de ODUS visie. RIVO-rapport C010/04 Bult, T.P., J.J. Kesteloo en J.A. Craeymeersch. Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2003. RIVO-rapport C041/03

pagina 10 van 15 RIVO rapport C016/04 6 Figuren Fig. 2 Ligging van de monsterpunten in de Waddenzee

RIVO rapport C016/04 pagina 11 van 15 Fig. 3 Verspreiding van nuljarige kokkels in aantallen/m 2 in de westelijke Waddenzee (najaar 2003)

pagina 12 van 15 RIVO rapport C016/04 Fig. 4 Verspreiding van nuljarige kokkels in de oostelijke Waddenzee (najaar 2003)

RIVO rapport C016/04 pagina 13 van 15 Fig. 5 Biomassa van nuljarige kokkels In grammen versgewicht/m2 in de westelijke Waddenzee

pagina 14 van 15 RIVO rapport C016/04 Fig. 6 Biomassa van nuljarige kokkels in grammen versgewicht/m2 in de oostelijke Waddenzee

RIVO rapport C016/04 pagina 15 van 15 Fig. 7 De gebieden met meer dan 100 éénjarige kokkels/m 2 in het voorjaar van 1998 en meer dan 100 nuljarige kokkels/m 2 in het najaar van 2003 in de Waddenzee