Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.

Vergelijkbare documenten
Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019)

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

1) Stoffen, moleculen en atomen

5 Formules en reactievergelijkingen

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

Rekenen aan reacties (de mol)

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2)

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

Het smelten van tin is géén reactie.

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties

Rekenen aan reacties 4. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Hulp: kennisclips. Zelfstudieopdrachten voor volgende week

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

5-1 Moleculen en atomen

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Database scheikunde havo- vwo

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Scheikundige begrippen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

2 maximumscore 2. 1p Tijdens het proces moet verhit/ verwarmd worden. 1p Verhitten/ verwarmen kost veel energie.

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14

voorbeeldhoofdstuk havo scheikunde

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3

4 e Internationale Chemieolympiade, Moskou, 1972, Sovjet Unie

Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6

Kleinschalige chloorproductie (ce)

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Scheikunde Samenvatting H4+H5

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

Chemie 4: Atoommodellen

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Eindexamen scheikunde havo I

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Reacties met koper 4.1 (1)

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

natuur- en scheikunde 2 CSE GL en TL

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Het spel: Rad van Fortuin

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Eindexamen scheikunde havo 2000-II

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, Mengen, scheiden en reageren

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Stoffen en Reacties 2

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. ijzeroxide 1 III 1

endotherme reactie met soda

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

7. Chemische reacties

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Groene chemie versie

Redoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof.

4.3 Noodzakelijke voedingsstoffen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

S S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw

Gegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt:

Eindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl II

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Transcriptie:

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. I. Een houtvuurtje wordt geblust met water. Het vuur gaat uit doordat II. Een gasfles staat in brand, de brand wordt gedoofd door de gasfles dicht te draaien. Dit komt doordat III. IV. Iemands trui staat in brand, door hem in een blusdeken te wikkelen wordt het vuur gedoofd. Dit komt doordat Als de vlam in de pan geslagen is, kun je dit doven door de deksel op de pan te doen. Het vuur gaat dan uit doordat Vraag 2 Geef aan welke producten ontstaan bij de volgende verbrandingsreacties. I. Welke producten ontstaan bij de volledige verbranding van CS2? X CO2 H2O NO2 X SO2 CO II. Welke producten ontstaan bij de volledige verbranding van CH3COOH? X CO2 X H2O NO2 SO2 CO

Vraag 3 I. Hieronder staat de niet-kloppende vergelijking van de verbranding van nonaan (C9H20). Welke coëfficiënt komt er voor zuurstof te staan? C9H20 + 14 O2 9 CO2 + 10 H2O II. Hieronder staat de niet-kloppende vergelijking van de verbranding van ethanol. Welke coëfficiënt komt er voor zuurstof te staan? C2H5OH + 3 O2 2 CO2 + 3 H2O Vraag 4 Zie het energiediagram hierboven. Zet een kruisje onder de juiste term bij het nummer. beginstoffen geactiveerde toestand 1 X 2 X activeringsenergie reactieenergie reactieproducten 3 X 4 X 5 X

Vraag 5 Kies bij iedere kleine letter het juiste antwoord. Water kun je ontleden met behulp van elektriciteit, dit type ontleding heet (a) en is een (b) proces. De producten die ontstaan zijn waterstof en zuurstof. In de afbeelding zie je het toestel van Hofmann, aan de (c) pool ontstaat waterstof. Dit kun je zien omdat waterstof en zuurstof ontstaan in de verhouding H2 : O2 = (d) : 1. (a) (b) (c) (d) a. thermolyse b. fotolyse c. elektrolyse a. exotherm b. endotherm a. negatieve b. positieve a. 0,5 b. 1,0 c. 1,5 d. 2,0 Vraag 6 Maaike maakt vijf verschillende mengsels van koper en zwavel. Zij verhit de mengsels waardoor een reactie optreedt tussen koper en zwavel. In alle mengsels met een overmaat zwavel verdampt bovendien de zwavel die na de reactie over is. In Maaikes schrift staat de volgende tabel: massa koper (gram) massa zwavel (gram) massa mengsel na verhitten (gram) 4,0 0,5 4,5 4,0 1,5 5,5 4,0 3,5 6,0 4,0 4,0 6,0 4,0 6,0 6,0 Leid uit de tabel af in welke massaverhouding koper en zwavel met elkaar reageren. massa koper : massa zwavel = 1,0 : 0,5 Met 4,0 gram koper reageert maximaal 2,0 gram zwavel, dat is een verhouding van 4,0 : 2,0 ofwel 1,0 : 0,5.

Vraag 7 Als men aluminiumpoeder (Al) en jood met elkaar laat reageren, ontstaat vast aluminiumjodide (AlI3). Tijdens deze reactie ontwijkt een paarse jooddamp. Geef de kloppende reactievergelijking en geef ook aan of deze reactie exotherm of endotherm is. 2 Al + 3 I2 2 AlI3, deze reactie is exotherm. Vraag 8 Aluminium reageert met jood in de massaverhouding aluminium : jood = 1 : 14. Marte maakt twee mengsels van aluminium en jood. Mengsel 1: 10 gram aluminium en 140 gram jood. Mengsel 2: 15 gram aluminium en 200 gram jood. In welk van deze mengsels is jood in overmaat aanwezig? a. In geen van beide mengsels b. Alleen in mengsel 1 c. Alleen in mengsel 2 d. Zowel in mengsel 1 als in mengsel 2 Vraag 9 Bij verhitting kan een koperen voorwerp zwart worden. Het koper reageert met zuurstof uit de lucht, waardoor een laagje CuO ontstaat. Welke van onderstaande begrippen passen bij CuO? X CuO is een zuivere stof X CuO is een ontleedbare stof CuO is een mengsel X De vorming van CuO is een verbranding Vraag 10 Stefan verhit een hoeveelheid koperpoeder in een buis, terwijl hij voortdurend lucht door de buis leidt. Als het koper reageert met zuurstof uit de lucht. Hierbij ontstaat CuO. Voor en na de proef bepaalt Stefan de volgende massa s: massa buis: 35,1 gram massa buis met koperpoeder: 35,9 gram massa buis met koperoxide: 36,1 gram Vervolgens berekent hij in welke massaverhouding koper en zuurstof met elkaar reageren. Stefan gebruikt hiervoor de wet van massabehoud. Bereken de massaverhouding koper : zuurstof = 4 : 1 Met 0,8 gram koperpoeder reageert 0,2 gram zuurstof, dat is een verhouding van 0,8 : 0,2 ofwel 4,0 : 1,0.

Vraag 11 Stefan zegt na afloop van het experiment dat de zuurstof in overmaat was omdat hij voortdurend lucht door de buis leidt. Pieter denkt echter dat er geen sprake was van overmaat omdat de reactie is gestopt nadat alle koper gereageerd had. Wie van beide jongens heeft er gelijk? a. Geen van beiden b. Alleen Stefan c. Alleen Pieter d. Stefan en Pieter hebben beiden gelijk Vraag 12 Bij de proef vindt een verbranding plaats. Dit betekent dat aan de drie verbrandingsvoorwaarden is voldaan. Zet een kruisje bij de juiste voorwaarde bij de juiste bron. lucht koper brander brandstof X zuurstof X temperatuur X Vraag 13 Het kan voorkomen dat onder het CuO nog een ander oxide is gevormd. Deze stof heeft de formule Cu2O. Bereken het massapercentage koper in Cu2O. Maak gebruik van de volgende gemiddelde atoommassa s: Cu: 63,6 - O: 16,0 Het massa-% Cu in Cu2O is 88,8 % (rond af op één decimaal) Massa-% Cu in Cu2O = (127,2 : 143,2) x 100% = 88,8% Vraag 14 Geef de vergelijking van de reactie van koper met zuurstof waarbij Cu2O ontstaat. 4 Cu + O2 2 Cu2O

Vraag 15 Vermiljoen is een rode kleurstof die vroeger veel werd gebruikt in rode verf waarmee kunstenaars schilderden. Na drie eeuwen zijn sommige rode delen van de schilderijen verkleurd. Uit onderzoek is gebleken dat deze verkleuring onder invloed van licht verloopt. Vermiljoen bestaat voornamelijk uit een stof met de formule HgS. Bij de ontleding van deze stof ontstaan kwik en zwavel. De verkleuring wordt veroorzaakt door deze ontleding van het vermiljoen. Welk type ontledingsreactie vindt plaats tijdens de verkleuring van de rode verf? a. Fotolyse b. Thermolyse c. Elektrolyse Vraag 16 Geef de vergelijking van de reactie die optreedt bij de ontleding van HgS. a. 2 HgS 2 Hg + S2 b. HgS Hg + S c. 2 Hg + S2 2 HgS d. Hg + S HgS Vraag 17 Uit onderzoek is gebleken dat chloride-ionen als katalysator optreden bij de ontleding van HgS. Dat betekent dat de ontleding van HgS in aanwezigheid van chloride-ionen a. langzamer verloopt. b. sneller verloopt. c. even snel verloopt.