omgevingsdienst HAAGLANDEN

Vergelijkbare documenten
omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

onngevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Van den Berg Lopik B.V. W.T. van den Berg Handelsweg NZ LOPIK. Datum 17 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wovesto L.A.M. Overmars Postbus AC SINT-OEDENRODE. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Stichting UWOON M. de Jager Postbus AG HARDERWIJK. Datum 9 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningensestraat DB Zetten. Datum 13 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen,

Woningstichting SWZ M. Boeijen Postbus DA ZWOLLE. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Elburg W. Jager Postbus AB ELBURG. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jager,

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. : Wet natuurbescherming gemeente Oldebroek Activiteit

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Stichting WonenBreburg K. op t Hoog Postbus AK TILBURG. Datum 23 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Op t Hoog,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Dura Vermeer Onderhoud en Renovatie Hengelo Postbus AW HENGELO OV. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Woningstichting SallandWonen P. Jong Postbus AD RAALTE. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Vastestate Vastgoedmanagement B.V. P. Bouts Oostmaaslaan 29 A 3063 AN ROTTERDAM

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Hurks Vastgoedontwikkeling Eindhoven B.V. J. van Daal Postbus AR EINDHOVEN

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland A. Oosterhoff Hoofdweg BL VEENHUIZEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J. Stam Postbus BV AMSTERDAM

omgevingsdienst HAAGLANDEN

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Koninklijke Woudenberg Ameide B.V. L.G.P.M. Camps Postbus ZG AMEIDE. Datum 25 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie:

Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Bescliikking 00509330 ODH-2018-00081288 ~ 2 AUG. 2018 Wet natuurbescherming - Soortenbescherming Onderwerp Op 2 februari 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, en artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming. De aanvraag heeft betrekking op het project 'Renovatie woningen Acacia e.o. te Krimpen aan den IJssel'. De werkzaamheden betreffen het renoveren van de woningen aan de Populierenlaan, Zomereik, Acacia, Berk en de Vijverlaan te Krimpen aan den IJssel. De aanvraag betreft het opzettelijk vernielen van nesten of rustplaatsen van de gierzwaluw en de huismus en het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis en het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: - artikel 3.1, tweede lid, van de Wet natuurbescherming, voor wat betreft het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten of rustplaatsen van de gierzwaluw (Apus apus) en de huismus (Passer domesticus). - artikel 3.5, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistreltus); - artikel 3.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 30 april 2018 tot en met 28 februari 2019. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing te verlenen. II. de voorschriften 1 tot en met 12 te verbinden aan deze ontheffing; III. de aanvraag van 2 februari 2018 en de aanvullende stukken van 20 april 2018 en 28 juni 2018 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; IV. dat deze ontheffing geldig is van de datum van besluit tot en met 28 februari 2019.

Ondertelcening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. H pman Hoofd To sing & Vergunningvedening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/11

VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften 1 De ontheffinghouder dient: - de start van de werkzaamheden schriftelijk te melden en daarbij het ecologisch werkprotocol over te leggen aan Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer 078-7708585, e-mailadres meldingwnb@ozhz.nl onder vermelding van Flora en Fauna (FF); - het aanbrengen van de permanente voorziening te melden bij Unit Groen Bodem en opsporing van de omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid; - eventuele wijzigingen binnen het definitief ontwerp of gedurende de uitvoering wat een negatief effect op de (strikt) beschermde soorten kan veroorzaken een week van te voren schriftelijk te melden aan Unit Groen Bodem en opsporing van de omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid; - uiterlijk een week voor het beeindigen van de werkzaamheden Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen. 2 De ontheffinghouder is ervoor verantwoordelijk dat zijn personeel of derden, welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, op de hoogte te stellen van de voorschriften in deze ontheffing en de maatregelen in het reeds opgestelde ecologische werkprotocol met de bijbehorende aanvullende stukken. Hiervoor dient een nieuw ecologisch werkprotocol te worden opgesteld, waarin in ieder geval het volgende dient te worden opgenomen: a de voorwaarden zoals opgenomen in deze ontheffing; b aanduiding van de locatie van het plangebied; c de uit te voeren werkzaamheden; d de periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden; e de mitigerende en compenserende maatregelen; f de momenten waarop ecologische begeleiding ingeschakeld wordt. 3 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en het ecologisch werkprotocol op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. Specifieke voorschriften 4 De werkzaamheden dienen ecologisch begeleid te worden door een deskundlge^ op het gebied van de gierzwaluw, huismus en de gewone dwergvleermuis. ^ Onder een deskundige wordt verstaan: Hij/zij heeft een afgeronde hbo- of universitaire opieiding, met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; Hij/zij heeft een afgeronde mbo-opleiding, met als zwaartepunt de flora en fauna, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; Hij/zij is werkzaam voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; Hij/zij is als ecoloog of adviseur/specialist ecologie werkzaam voor een (semi)overheidsinstantie zoals het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf, provincies, waterschappen, hoogheemraadschappen, gemeenten, omgevingsdiensten en drinkwaterbedrijven Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de soortenbescherming en is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nederlandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de monitoring en/of bescherming van desbetreffende beschermde soorten. 3/11

5 De ontheffinghouder dient, met in achtneming van de voorschriften in deze ontheffing, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven in het ecologische werkprotocol van 2 februari 2018 en de aanvullende stukken van 13 april 2018 en 28 juni 2018. 6 Indien een of meerdere in voorschrift 5 genoemde maatregelen onverhoopt niet uitvoerbaar zijn, dient hiervoor een minimaal gelijkwaardige maatregel voor wat betreft de functionaliteit en effectiviteit te worden getroffen. 7 Uiterlijk drie maanden voordat de in voorschrift 6 bedoelde maatregel wordt uitgevoerd dient deze ter goedkeuring aan de Omgevingsdienst Haaglanden te worden overgelegd, e-mailadres verqunninoen(sodh.nl. 8 De tijdelijke vieermuiskasten moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de vieermuiskasten minimaal 1x per jaar gecontroleerd dienen te worden op de functionaliteit en dat - indien nodig - de functionaliteit van de kast hersteld wordt. 9 Eventuele verlichting die wordt gebruikt om de werkzaamheden uit te voeren, dient uitsluitend gericht te zijn op de bouwplaats en dient tussen zonsondergang en zonsopkomst uitgeschakeld te zijn om te voorkomen dat vieermuizen worden verstoord door kunstlicht. 10 De tijdelijke vieermuiskasten mogen pas verwijderd worden nadat de permanente voorzieningen functioneel zijn, waarbij de bijbehorende gewenningsperiode is gehanteerd. De verwijdering van de tijdelijke kasten dient begeleid te worden door een deskundige op het gebied van de gewone dwergvleermuis. Indien blijkt dat de tijdelijke vieermuiskast in gebruik is genomen, mag deze uitsluitend verwijderd worden buiten de kwetsbare periode van de soort. 11 De permanente voorzieningen voor de gierzwaluw, huismus, en de gewone dwergvleermuis dienen functioneel te zijn. Deze dienen in ieder geval tijdens de periodieke onderhoudscontrole van het gebouw gecontroleerd en beoordeeld te worden op hun functionaliteit. Indien blijkt dat de voorziening niet meer functioneel is, dient er voor gezorgd te worden dat de voorziening weer functioneel is. 12 De locaties van de tijdelijke en permanente vieermuiskasten en het type dienen te worden gemeld via http://www.vleermuiskasten.nl/. AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Voor alle soorten- beschermd en onbeschermd- geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming. Op grond hiervan dient zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen; Gedurende de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Wet natuurbescherming. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode; Als de ontheffinghouder de onderhoudsverplichting wenst over te dragen aan een derde (bijvoorbeeld de Vereniging van Eigenaren) dan moet de ontheffinghouder ervoor zorgdragen dat de onderhoudsverplichting wordt overgenomen door een derde. Dit moet contractueel vastgelegd worden en aanvullend ons worden verzocht om wijziging van de tenaamstelling van de beschikking; 4/11

OVERWEGINGEN Aanleiding Op 2 februari 2018 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, en artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag heeft betrekking op het project 'Renovatie woningen Acacia e.o. te Krimpen aan den IJssel'. De werkzaamheden betreffen het renoveren van de woningen aan de Populierenlaan, Zomereik, Acacia, Berk en de Vijverlaan te Krimpen aan den IJssel. De aanvraag betreft het opzettelijk vernielen van nesten of rustplaatsen van de gierzwaluw en de huismus. Het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis en het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: - artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb, voor wat betreft het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten of rustplaatsen van de gierzwaluw (Apus apus) en de huismus (Passer domesticus). - artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus); - artikel 3.5, vierde lid, van de Wnb voor wat betreft het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 30 april 2018 tot en met 28 februari 2019. Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: - Gierzwaluw-, huismus- en vieermuisonderzoek Acacia e.o. te Krimpen aan den IJssel, Blom Ecologie B.V., BE/2017/159, 4 oktober 2017; - Activiteiten- en mitigatieplan Acacia e.o. te Krimpen aan den IJssel, Blom Ecologie B.V., BE/2018/030, 31 januari 2018; - Ecologisch werkprotocol Acacia e.o. te Krimpen aan den IJssel, Blom Ecologie B.V., BE/2018/030, 2 februari 2018. Op 13 april 2018 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: - Aanvullende informatie ontheffing Wet Mb, Blom Ecologie B.V., BE/2017/459/b1, 13 april 2018. Op 28 juni 2018 hebben wij de volgende aanvullende gegevens ontvangen: - Aanvullende informatie ontheffing Wet Nb, Blom Ecologie B.V., BE/2018/030/b2, 28 juni 2018. Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is de procedure op 29 maart 2018 opgeschort en is verzocht om aanvullende gegevens. De procedure is op 13 april 2018 hervat. Verlenging Met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, van de Wnb hebben wij op 15 mei 2018 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met zeven weken verlengd. 5/11

Bevoegd gezag De handeling wordt verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag voor de gewone dwergvleermuis en de huismus is getoetst aan de artikelen 3.1 tot en met 3.8 van de Wnb en de Beleidsregel uitvoering natuurwetgeving Zuid-Holland (verder: de beleidsregel). De gierzwaluw en de huismus zijn een van nature in het wild levende vogel en is beschermd op grond van artikel 1 van de Vogelrichtlijn. De gewone dwergvleermuis is een van nature in Nederland in het wild levende soort genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn,. Op grond van artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb is het verboden: - nesten of rustplaatsen van huismussen opzettelijk te vernielen of te beschadigen. Op grond van artikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb is het verboden: - de gewone dwergvleermuis opzettelijk te verstoren; - voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis te vernielen. Op grond van artikel 3.3 en artikel 3.8 van Wnb wordt een ontheffing slechts verleend indien: - er geen andere bevredigende opiossing bestaat; - de ontheffing nodig is omdat een van de belangen genoemd in artikel 3.3, vierde lid onder b, artikel 3.8, vijfde lid onder b, van de Wnb aan de orde is; en - de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort. Beoordeling Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op heeft betrekking op het project 'Renovatie woningen Acacia e.o. te Krimpen aan den IJssel'. De werkzaamheden betreffen het renoveren van de woningen aan de Populierenlaan, Zomereik, Acacia, Berk en de Vijverlaan te Krimpen aan den IJssel. De bestaande spouwmuur is reeds geisoleerd maar op diverse plekken ingezakt, waardoor er warmtelekken zijn ontstaan. De spouwmuur wordt na-geisoleerd door enkele gaten (in een patroon) in het buitenspouwblad te boren en middels een hogedrukpomp de isolatie in schuimvorm in te blazon. Er wordt gefaseerd gewerkt. Er wordt buiten de broedpenode van de gierzwaluw en de huismus gewerkt. Er wordt voor de winterperiode gewerkt aan de bebouwing waar het huidige nest van de huismus aanwezig is. Overtreding verbodsbepaling(en) Onderzoek Om te bepalen of er sprake is van overtreding van de Wnb heeft op 6 juni 2017, 21 juni 2017 en 11 juli 2017 gedurende 2 uur ecologisch onderzoek naar de aanwezigheid van de gierzwaluw plaatsgevonden. Gedurende het orienterende onderzoek is de geschiktheid van de bebouwing binnen het plangebied bepaald, waarna aanvullend onderzoek is uitgevoerd. Het ecologische onderzoek is conform het kennisdocument Gierzwaluw van BU 12 van juli 2017 uitgevoerd. Hiermee zijn wij van mening dat de onderzoeksinspanning voldoende is geweest. Om te bepalen of er sprake is van overtreding van de Wnb heeft op 13 april 2017 en 9 mei 2017 gedurende 2 uur ecologisch onderzoek naar de aanwezigheid van de huismus plaatsgevonden. Gedurende het orienterende onderzoek is de geschiktheid van de bebouwing binnen het plangebied bepaald, waarna aanvullend onderzoek is uitgevoerd. Het ecologische onderzoek is conform het kennisdocument Huismus van BIJ 12 van juli 2017 uitgevoerd. Hiermee zijn wij van mening dat de onderzoeksinspanning voldoende is geweest. 6/11

Om te bepalen of er sprake is van overtreding van de Wnb heeft op 6 juni 2017, 1 juli 2017, 30 augustus 2017, 27 September 2017 gedurende 2 a 3 uur ecologisch onderzoek naar de aanwezigheid van de gewone dwergvleermuis plaatsgevonden. Gedurende het orienterende onderzoek is de geschiktheid van de bebouwing binnen het plangebied bepaald, waarna looproutes zijn uitgezet met strategische observatiepunten te behoeve van het aanvullende onderzoek. Het ecologische onderzoek is conform het kennisdocument Gewone dwergvleermuis van BIJ 12 van juli 2017 uitgevoerd. Hiermee zijn wij van mening dat de onderzoeksinspanning voldoende is geweest. Overtreding verbodsbepalingen De gierzwaluw, huismus en de gewone dwergvleermuis zijn in het plangebied aangetroffen. Binnen het plangebied zijn vier nesten van de gierzwaluw vastgesteld in vier verschillende kopgevels. Ook een nest van de huismus en een paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis zijn vastgesteld in bebouwing. Als gevolg van renovatiewerkzaamheden gaan de nestplaatsen voor de gierzwaluw en de huismus en een vaste verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis verloren. Daarnaast kunnen vieermuizen worden verstoord tijdens de werkzaamheden. De functionaliteit van de omgeving wordt niet aangetast, omdat de bestaande groenstructuren gehandhaafd blijven. Het vernietigen van de bovengenoemde verblijfplaatsen van de gierzwaluw en de huismus en gewone dwergvleermuis en het verstoren van individuen van de gewone dwergvleermuis leidt ertoe dat de in artikel 3.1 en artikel 3.5 van de Wnb genoemde verboden worden overtreden. Voorgestelde maatregelen Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gierzwaluw, huismus en de gewone dwergvleermuis tot een minimum te beperken worden maatregelen zoals beschreven in het ecologische werkprotocol van 2 februari 2018 en de aanvullende stukken van 13 april 2018 en 28 juni 2018 voorgesteld. De werkzaamheden worden uitgevoerd onder begeleiding van een ecoloog met kennis van vogels en vieermuizen. Er worden gedurende de winterperiode acht gierzwaluw inmetselstenen (VivaraPro) en getntegreerde nestvoorzieningen in de gevellijst, op dezelfde gevels als de waar de huidige nesten aanwezig zijn. Er wordt een vogelvide van circa 30 meter lang geplaatst ten behoeve van de huismus. Binnen het plangebied zijn ter hoogte van de dakgevel vier tijdelijke vieermuiskasten (VivaraPro type VK WS 01) geplaatst aan kopgevels. Er worden ook vier inbouwkasten (VivaraPro, type IB VL 01) gerealiseerd. In aanvulling op de voorgestelde maatregelen, hebben wij voor deze soorten in de voorschriften nader genuanceerd, zowel ingaand op de werkwijze als de tijdelijke en de permanente alternatieven. staat van instandhouding Gierzwaluw Als gevolg van de voorgenomen renovatiewerkzaam heden gaan vier nesten van de gierzwaluw verloren. Er worden acht gierzwaluw inmetselstenen en gierzwaluw nestvoorzieningen geintegreerd in de gevellijst, nadat de soort het nest heeft verlaten (buiten de broedperiode). De te integreren nestvoorzieningen bevinden zich op dezelfde gevels als huidige nesten. Door deze plaatsing wordt de vindkans vergroot. Tevens worden in het broedseizoen van 2019 lokroepen afgespeeld die acceptatie van de voorzieningen verhogen. De woonblokken worden gecontroleerd op afwezigheid van de gierzwaluw door een deskundige op het gebied van deze soort, alvorens er gestart kan worden met de werkzaamheden. Binnen de bebouwde kom van Krimpen aan den IJssel zijn naar schatting meer dan 50 gierzwaluwnestlocaties aanwezig. In de huidige situatie biedt de planlocatie aan de Acacia enkel geschikte invliegopeningen onder de nokvorsen en kantpannen. Door de planning en de permanente compensatie (aangeboden in twee geschikte vormen) zijn er te alien tijde alternatieve nestplaatsen van de gierzwaluw aanwezig binnen het plangebied. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de voorgestelde maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om er voor te zorgen dat de staat van instandhouding van de gierzwaluw niet in het geding komt. 7/11

Huismus Als gevolg van de voorgenomen renovatiewerkzaam heden gaat een nest van de huismus verloren. Er wordt een vogelvide van 30 meter gerealiseerd binnen blok 3 (Berk nr. 1-9). Door gefaseerd te werken, zal de vogelvide toegankelijk zijn wanneer het huidige nest verloren gaat. Hierbij wordt een korte gewenningsperiode gehanteerd. De vogelvide wordt echter aangrenzend en op de huidige nestlocatie geplaatst waardoor de vindkans toeneemt. Gedurende de werkzaamheden wordt een afstand van minimaal 10 meter tot het nest aangehouden. Blok 2 staat gepland voor 3 September - 7 September 2018. Binnen deze afstand van 10 meter tot Berk nr. 7 worden de werkzaamheden opgeschort tot na medio September 2018, indien er nog jongen van de huismus aanwezig zijn in het nest. De tuinen worden niet beinvloed door de voorgenomen renovatiewerkzaam heden. Door de fasering en de permanente mitigatie zijn er te alien tijde alternatieve nestplaatsen van de huismus aanwezig binnen het plangebied. De verspreiding van de huismus in Krimpen aan den IJssel is voornamelijk geconcentreerd tot de woonwijken ten noorden van de planlocatie. In deze wijken bevinden zich meerdere levensvatbare populaties met groeipotentie voor de toekomst. Vanwege de relatief korte afstand tussen de populatie binnen het plangebied en deze populaties is er waarschijnlijk sprake van uitwisseling. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de voorgestelde maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om er voor te zorgen dat de staat van instandhouding van de huismus niet in het geding komt. Gewone dwergvleermuis Als gevolg van de voorgenomen renovatiewerkzaam heden gaat er een paarverblijf plaats van de gewone dwergvleermuis verloren. Er zijn vier tijdelijke vieermuiskasten geplaatst binnen het plangebied. De tijdelijke vieermuiskasten zijn nabij frequent gebruikte vliegroutes en foerageergebieden geplaatst, om op deze manier de acceptatie van de tijdelijke voorzieningen als paarverblijfplaats te bevorderen. Door gefaseerd de werkzaamheden uit te voeren, buiten de paarperiode maar voor de winterperiode, wordt er rekening gehouden met werkzaamheden in de directe omgeving van de tijdelijke voorzieningen. Daarnaast biedt de directe omgeving voldoende alternatief in vergelijkbare bebouwing om tijdelijk als uitwijkmogelijkheid te kunnen dienen ter vervanging van de paarverblijfplaats. Hierdoor zijn er te alien tijde voldoende geschikte uitwijkmogelijkheden beschikbaar. De tijdelijke vieermuiskasten moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de kasten minimaal 1x per jaar worden gecontroleerd op de functie waarvoor deze zijn aangebracht. Indien blijkt dat de vieermuiskasten niet meer functioneel zijn, bijvoorbeeld omdat de vliegopening niet meer bereikbaar is als gevolg van obstakels, of omdat de vieermuiskast dusdanig vervuild is dat deze niet gebruikt wordt, of omdat door nieuwe lichtbronnen de kast niet gebruikt wordt, dient er voor gezorgd te worden dat de kast weer functioneel is. Wij hebben dit in voorschrift 8 opgenomen. Voor de start van de werkzaamheden wordt de huidige verblijfplaats ongeschikt gemaakt. Het ongeschikt maken van de verblijfplaats dient buiten de kwetsbare paarperiode (half augustus tot en met half oktober) uitgevoerd te worden. Uit het ecologische werkprotocol blijkt dat er geen toename in de uitstraling van licht naar de directe omgeving ontstaat om lichtverstoring van de gewone dwergvleermuis te voorkomen. De toepassing van deze maatregel gedurende de renovatiewerkzaam heden is aangescherpt in voorschrift 9. De tijdelijke vieermuiskasten aan gebouwen kunnen pas verwijderd worden indien de permanente vleermuisverblijfplaatsen functioneel zijn. Hierbij dient de gewenningsperiode te worden gehanteerd, zoals vermeldt in het Kennisdocument van de gewone dwergvleermuis (BIJ12, 2017, versie 1.0). Het verwijderen van de kasten dient begeleid te worden door een deskundige op het gebied van de gewone dwergvleermuis. Voorafgaand aan het verwijderen dient een deskundige vast te stellen dat de vieermuiskasten niet in gebruik zijn. Wij hebben dit in voorschrift 10 opgenomen. 8/11

Binnen het plangebied worden op twee kopgevels, elk twee inbouwvoorzieningen voor de gewone dwergvleermuis geplaatst. Ook de permanente voorzieningen moeten functioneel zijn. De controle en beoordeling hiervan dient in ieder geval te worden meegenomen met de periodieke onderhoudscontrole van de woningen. Dit hebben wij in voorschrift 11 opgenomen. Voor het verdwijnen van de paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis worden tijdelijke en permanente vieermuiskasten aangebracht. Van belang is dat deze kasten worden aangemeld bij www.vleermuiskasten.nl. Op deze wijze komt meer inzicht waar kasten zijn geplaatst. Wij hebben dit in voorschrift 12 opgenomen. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de voorgestelde planning, de tijdelijke en de permanente maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om er voor te zorgen dat de staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis niet in het geding komt. Ecologisch werkprotocol De start van de werkzaamheden dient gemeld te worden bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. De werkzaamheden en de wijze waarop de maatregelen worden uitgevoerd dienen in een ecologisch werkprotocol te worden opgenomen. Dit protocol dient bij het melden van de start van de werkzaamheden meegestuurd te worden. Voorts dient het protocol op de locatie aanwezig te zijn. Hierdoor weten ook de uitvoerders op welke wijze de werkzaamheden zorgvuldig moeten worden uitgevoerd. Wij hebben dit in de voorschriften 1, 2 en 3 vastgelegd. Belangenonderbouwing De ontheffing is aangevraagd op grond van de belangen 'volksgezondheid of de openbare veiligheid' en 'volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten'. De bestaande woningen vertonen vochtproblemen, in onder andere de badkamers. Vochtige woningen en de hieraan gerelateerde schimmelgroei en toename van overlast door huisstofmijten kunnen het risico op gezondheidsproblemen verhogen. Vochtproblemen worden gedeeltelijk veroorzaakt door de afwezigheid van een goede ventilatie. In geval van niet- of slecht geisoleerde woningen is een verbetering van de ventilatie niet voldoende. Vochtproblemen kunnen namelijk ook voorkomen of verholpen worden door een goede thermische isolatie bestaande uit onder andere dak- en gevelisolatie. De thermlsche kwaliteit van woningen is echter slecht vanwege de periode waarin de woningen gebouwd zijn, waarbij de eisen met betrekking tot isolatie en ventilatie van woningen ontbraken. Door CO2 gestuurde ventilatie aan te brengen in de woningen en de woningen na te isoleren ontstaat een (gezonder) binnenklimaat dan momenteel aanwezig is. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat het belang 'volksgezondheid of de openbare veiligheid' voldoende onderbouwd is om de geringe (negatieve) effecten op de gierzwaluw en de huismus, die als gevolg van de uitvoering van de activiteit gaan optreden, te rechtvaardigen. De woningen binnen het plangebied zijn slecht geisoleerd, waardoor warmteverlies optreedt. Door het vervangen/aanpassen van de kozijnen, daken, gevels, ventilatie en na-isolatie van de spouwmuur worden de woningen energiezuiniger. Deze werkzaamheden zorgen voor een afname van de C02-uitstoot en sluit daarmee aan bij klimaatdoelstellingen zoals opgenomen in onder andere het Energieconvenant. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat het belang 'volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' voldoende onderbouwd is om de geringe (negatieve) effecten op de gewone dwergvleermuis, die als gevolg van de uitvoering van de activiteit gaan optreden, te rechtvaardigen. 9/11

Geen andere bevredigende opiossing Het project is locatie gebonden vanwege renovatiewerkzaam heden aan bestaande bebouwing. De woningen voldoen niet meer aan de huidige eisen, zonder ventilatie en onvoldoende isolatie. Bij renovatie, maar ook in geval van sloop en nieuwbouw, zouden de nesten en vaste verblijfplaatsen verloren gaan. Door een fasering in de werkzaamheden aan te brengen en voldoende tijdelijke/permanente alternatieven te realiseren, blijven er te alien tijde verblijfplaatsen voor de gierzwaluw, huismus en de gewone dwergvleermuis beschikbaar. Gelet op de noodzaak en wijze van uitvoering zijn wij van mening dat er voldoende is aangetoond dat geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Door de gekozen wijze en periode van uitvoering, wordt schade aan gierzwaluw, huismus en de gewone dwergvleermuis zoveel mogelijk voorkomen. Er is voldoende aangetoond dat er geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Hiervoor is de gemeente Krimpen aan den IJssel bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.3, eerste lid, en artikel 3.8, eerste lid van de Wnb worden verleend. 10/11

11/11