onngevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 onngevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen@odh.nl I Zaaknummer Ons Kenmerk Datum ODH MAARI 2018 Beschikking Wet natuurbescherming - Soortenbescherming Onderwerp Op 17 oktober 2017 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, en artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming. De aanvraag heeft betrekking op het project 'Complex 707', gelegen te gemeente Bleiswijk. De werkzaamheden betreffen het renoveren en isoleren van de woningen aan de Rembrandtlaan 1 tot en met 15 en de Frans Halslaan 30 tot en met 52. De aanvraag betreft het opzettelijk wegnemen van nesten van de gierzwaluw en de huismus, alsmede het opzettelijk verstoren, alsmede het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de ruige dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: artikel 3.1, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk wegnemen van nesten van de gierzwaluw (Apus apus) en de huismus {Passer domesticus); artikel 3.5, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de ruige dwergvleermuis {Pipistrellus nathusii); artikel 3.5, vierde lid, van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de ruige dwergvleermuis {Pipistrellus nathusii). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde ontheffing te verlenen; II. III. de voorschriften 1 tot en met 7 te verbinden aan deze ontheffing; de aanvraag van 17 oktober 2017 en de aanvullende informatie van 7 december 2017 en 11 januari 2018 onderdeel te laten zijn van deze ontheffing; IV. dat deze ontheffing geldig is vanaf de datum van dit besluit tot en met 31 december Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. Hopman Hoofd Toetsing & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden

2 Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/10

3 VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften 1 De ontheffinghouder dient: - de start van de werkzaamheden en eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering schriftelijk te melden aan de Afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen van de Omgevingsdienst Zuid- Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer , adres meldingwnb(gozhz.nl onder vermelding van Flora en Fauna (FF). - uiterlijk een week na het beeindigen van de werkzaamheden de afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen. 2 De ontheffinghouder is ervoor verantwoordelijk dat zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, op de hoogte zijn van de voorschriften in deze ontheffing en de maatregelen in het Activiteitenplan. Hiervoor dient een ecologisch werkprotocol te worden opgesteld en op de locatie aanwezig te zijn. In het ecologisch werkprotocol dient in ieder geval het volgende te worden opgenomen: a de voorwaarden zoals opgenomen in deze ontheffing; b aanduiding van de locatie van het plangebied; c de uit te voeren werkzaamheden; d de periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden; e de mitigerende en compenserende maatregelen; f de momenten waarop ecologische begeleiding ingeschakeld wordt. 3 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. Specifieke voorschriften 4 De ontheffinghouder dient, met in achtneming van de voorschriften in deze ontheffing, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven in de hoofdstukken 5 en 6 van het rapport 'Ecologisch werkprotocol ruige dwergvleermuis, huismus, gierzwaluwen algemene vogels; Plangebied: Complex 707, Bleiswijk' van 11 oktober De werkzaamheden dienen ecologisch begeleid te worden door een deskundige'' op het gebied van de gierzwaluw, huismus en de ruige dwergvleermuis. ^ Onder een deskundige wordt verstaan: Hij/zij heeft een afgeronde hbo- of universitaire opieiding, met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; Hij/zij heeft een afgeronde mbo-opleiding, met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; Hij/zij is werkzaam voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau dat is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; Hij/zij is als ecoloog of adviseur/specialist ecologie werkzaam voor een (semi)overheidsinstantie zoals het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf, provincies, waterschappen, hoogheemraadschappen, gemeenten, en en drinkwaterbedrijven Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de soortenbescherming en is werkzaam of aangesloten bij de volgende Nederlandse organisaties: Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied; Hij/zij zet zich aantoonbaar actief in op het gebied van de monitoring en/of bescherming van desbetreffende beschermde soorten. 3/10

4 6 De tijdelijke vieermuiskasten moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor deze worden ingezet. Dit houdt in dat de kasten minimaal een keer perjaar gecontroleerd dienen te worden op de functionaliteit en dat - indien nodig - de functionaliteit van de kast hersteld wordt. 7 Tijdens de periodieke onderhoudscontrole van de woningen dienen ook de aangebrachte permanente voorzieningen meegenomen te worden en beoordeeld te worden op hun functionaliteit. Indien blijkt dat de voorziening niet meer functioneel is, dient ervoor gezorgd te worden dat de voorziening weer functioneel wordt. AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK Voor alle soorten - beschermd en onbeschermd - geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wnb. Op grond hiervan dient zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Gedurende de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Wnb. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. 4/10

5 OVERWEGINGEN Aanleiding Op 17 oktober 2017 hebben wij een aanvraag om ontheffing ontvangen als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, en artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag heeft betrekking op het project 'Complex 707', gelegen te gemeente Bleiswijk. De werkzaamheden betreffen het renoveren en isoleren van de woningen aan de Rembrandtlaan 1 tot en met 15 en de Frans Halslaan 30 tot en met 52. De aanvraag betreft het opzettelijk wegnemen van nesten van de gierzwaluw en de huismus, alsmede het opzettelijk verstoren, alsmede het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de ruige dwergvleermuis. Ontheffing wordt gevraagd van het overtreden van de verbodsbepalingen zoals genoemd in: artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb voor wat betreft het opzettelijk wegnemen van nesten van de gierzwaluw (Apus apus) en de huismus {Passer domesticus); artikel 3.5, tweede lid, van de Wnb voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de ruige dwergvleermuis {Pipistrellus nathusii); artikel 3.5, vierde lid, van de Wnb voor wat betreft het vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de ruige dwergvleermuis {Pipistrellus nathusii). De ontheffing wordt gevraagd voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: Activiteitenplan huismus, gierzwaluw en ruige dwergvleermuis; Plangebied: Complex 707, Bleiswijk, ER v01, Ecoresult, 11 oktober 2017; Aanvullend onderzoek vieermuizen, huismus en gierzwaluw; Complex 592 te Bergschenhoek en complex 707 te Bleiswijk, ER v02, Ecoresult, 30 december 2016; Ecologisch werkprotocol ruige dwergvleermuis, huismus, gierzwaluw en algemene vogels; Plangebied: Complex 707, Bleiswijk, ER v03, Ecoresult, 11 oktober Op 7 december 2017 hebben wij de volgende aanvullende stukken ontvangen: plan WT Concept planning complex 7074 te Bleiswijk; Monier testrapport dakpannen; Complex 707, 20 won. Frans Halslaan in Bleiswijk, Ref /JvL/bt, Monier, 19 oktober 2015; Handboek Binnenmilieu 2007, GGD Rotterdam-Rijnmond, oktober 2007; Notitie reactie verzoek aanvullingen ontheffing Wet natuurbescherming; Plangebied: Complex 707, Bleiswijk, NER v01, Ecoresult, 7 december Op 11 januari 2018 hebben we een mail met aanvullende informatie ontvangen ter onderbouwing van de aanvraag. Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Doordat de aangeleverde gegevens onvolledig waren, is de procedure op 16 november 2017 opgeschort en is verzocht om aanvullende gegevens. De procedure is op 7 december 2017 hervat. Bevoegd gezag Het project wordt gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag voor de gierzwaluw, huismus en de ruige dwergvleermuis is getoetst aan de artikelen 3.1, 3.3, 3.5 en 3.8 van de Wnb en de Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland. 5/10

6 De gierzwaluw en de huismus zijn van nature in Nederland in het wild levende vogels en beschermd op grond van artikel 1 van de Vogelrichtlijn. De ruige dwergvleermuis is een in het wild levende soort genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn. Op grond van artikel 3.1 van de Wnb is het verboden nesten of rustplaatsen van de gierzwaluw en de huismus opzettelijk weg te nemen. Op grond van artikel 3.5 van de Wnb is het verboden: de ruige dwergvleermuis opzettelijk te verstoren; voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de ruige dwergvleermuis te vernielen. Op grond van artikel 3.3 dan wel artikel 3.8 van Wnb wordt een ontheffing slechts verleend indien: - er geen andere bevredigende opiossing bestaat; - de ontheffing nodig is omdat een van de belangen genoemd in artikel 3.3 of 3.8 van de Wnb aan de orde is; en - de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soort. Beoordeling Aanvraag De initiatiefnemer is voornemens energetische werkzaamheden uit te voeren, bestaande uit het isoleren van het dakvlak van bultenaf en aanwezige spouwmuren of gevelbetimmeringen. Het plangebied betreft twee rijen eengezinswoningen aan de Rembrandtlaan 1 tot en met 15 en de Frans Halslaan 30 tot en met 52. De werkzaamheden betreffen: het isoleren van het dak vanaf de buitenzijde; het vervangen van dakgoten en hemelwaterafvoeren; het vervangen van dakramen en eventuele dakkapellen; het uitvoeren van schoorsteenonderhoud; het isoleren van aanwezige spouwmuren of gevelbetimmeringen voor zover dit nog niet eerder gebeurd is. De werkzaamheden starten per augustus 2018 en worden afgerond in oktober/november Overtreding verbodsbepaling(en) Om te bepalen ofer sprake is van overtreding van de Wnb is er in 2016 natuurwaardenonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd conform de geldende protocollen. Hiermee zijn wij van mening dat de onderzoeksinspanning voldoende is geweest. Gierzwaluw De gierzwaluw is in het plangebied aangetroffen. In een ventilatiepan op het dak aan de westkant van de woning van de Rembrandtlaan 5 is een nest van de soort vastgesteld. De zljgevel van de Rembrandtlaan werd eenmaal aangetikt door een gierzwaluw en er wordt dan ook vanuit gegaan dat hier ook een nest van de soort aanwezig is. Door de werkzaamheden aan de daken kunnen deze nesten niet behouden blijven. Hiermee worden de verbodsbepalingen zoals genoemd in artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb overtreden. Huismus De huismus is in het plangebied aangetroffen. Er zijn 25 nesten van de soort vastgesteld binnen het plangebied. In de woningen aan de Frans Halslaan bevinden zich tien nesten, aan de Rembrandtlaan vijftien nesten. Alle nesten bevinden zich onder de dakranden van het plangebied. Door de werkzaamheden aan de daken kunnen deze nesten niet behouden blijven. Hiermee worden de verbodsbepalingen zoals genoemd in artikel 3.1, tweede lid, van de Wnb overtreden. 6/10

7 Ruige dwergvleermuis De ruige dwergvleermuis is in het plangebied aangetroffen. Binnen het plangebied is een paarverblijfplaats van de soort vastgesteld. Het is niet uitgesloten dat de paarverblijfplaats ook functioneert als winterverblijfplaats gedurende milde winters. De verblijfplaats bevindt zich aan de Frans Halslaan 52 aan de zljgevel onder de gevelpan aan de noordwestelijke kant. Door de werkzaamheden aan het dak wordt deze verblijfplaats vernield. Hierbij wordt de ruige dwergvleermuis mogelijk opzettelijk verstoord. Hiermee worden de verbodsbepalingen zoals genoemd in artikel 3.5, tweede en vierde lid, van de Wnb overtreden. Voorgestelde maatregelen Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gierzwaluw, huismus en de ruige dwergvleermuis tot een minimum te beperken, worden maatregelen voorgesteld zoals beschreven in de hoofdstukken 5 en 6 van het rapport 'Ecologisch werkprotocol ruige dwergvleermuis, huismus, gierzwaluw en algemene vogels; Plangebied: Complex 707, Bleiswijk' van 11 oktober Voor de huismus zijn in mei 2017 permanente voorzieningen aangebracht aan de Frans Halslaan 2 tot en met 28 door het plaatsen van vogelvides langs de gehele dakrand van zowel de voor- als achterzijde. In totaal worden vijftig vogelvides geplaatst. De huidige verblijfplaatsen worden in de periode 1 September tot en met februari ongeschikt gemaakt. Na afloop van de werkzaamheden worden ook de woningen aan de Rembrandtlaan 1 tot en met 15 en de Frans Halslaan 30 tot en met 52 voorzien van vijftig vogelvides. Voor de start van de werkzaamheden in het plangebied worden voor de gierzwaluw tien permanente verblijfplaatsen gerealiseerd door het plaatsen van speciale dakpannen met nestgelegenheid voor de gierzwaluw op de daken van de Frans Halslaan 2 tot en met 28. In het plangebied worden achteraf nog eens tien alternatieve verblijfplaatsen voor de gierzwaluw gerealiseerd in de vorm van speciale dakpannen. In mei 2017 zijn vier vieermuiskasten opgehangen aan de kopgevels van de Frans Halslaan 2 tot en met 28. Het type kast dat is opgehangen is geschikt als paar- en winterverblijfplaats van de ruige dwergvleermuis. In de nieuwe situatie worden vier permanente situatie voorzieningen aangebracht in de vorm van inbouwkasten. De kasten worden ingefreesd aan zijgevels van de woningen aan de Frans Halslaan 30 tot en met 52. Per zljgevel worden twee vieermuiskasten aangebracht. De tijdelijke kasten kunnen na een gewenningstijd van ten minste drie maanden na opievering van de permanente alternatieven worden verwijderd. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt de verblijfplaats ongeschikt gemaakt. staat van instandhouding Gierzwaluw Als gevolg van de werkzaamheden aan de daken gaan twee nestlocatles van de gierzwaluw verloren. Tijdens de werkzaamheden aan de Frans Halslaan 2 tot en met 28 worden tien permanente alternatieve verblijfplaatsen gerealiseerd door het plaatsen van gierzwaluwnestpannen op het dak. De werkzaamheden in het plangebied worden uitgevoerd na de broedperiode in Hiermee wordt gewenningstijd geboden om de gierzwaluwen de alternatieve verblijfplaatsen te verkennen. Door de broedperiode ontzien is het negatieve effect op de soort zo minimaal mogelijk. In het plangebied worden nog eens tien gierzwaluwpannen gelegd, vijf aan de voorzijde van Rembrandtlaan 1 tot en met 15 en vijf aan de tuinzijde van Frans Halslaan 30 tot en met 52. Hiermee worden ruim voldoende alternatieve verblijfplaatsen gerealiseerd om het verlies van twee nesten te compenseren. In de omgeving van het plangebied zijn meerdere nesten van de gierzwaluw aanwezig. Omdat de gierzwaluw een kolonievogel is, is het aannemelijk dat de aanwezige Indlviduen een alternatieve verblijfplaats uitkiezen in het plangebied of de directe omgeving hiervan. Hiermee is de gunstige staat van instandhouding van de gierzwaluw gegarandeerd. Huismus Door de werkzaamheden aan de daken in het plangebied gaan 25 nesten van de huismus verloren. In mei 2017 zijn aan het huizencomplex aan de Frans Halslaan 2 tot en met 28 langs de gehele dakrand aan zowel 7/10

8 de voor- als achterzijde van de woningen vogelvides geplaatst. Dit betreffen in totaal vijftig vogelvides. Hiermee worden direct permanente alternatieve verblijfplaatsen geboden. Er wordt voldoende gewenningstijd geboden voor de huismus om de alternatieven te ontdekken. Het functionele leefgebied van de huismus wordt niet aangetast. De huidige verblijfplaatsen worden buiten het broedseizoen ongeschikt gemaakt. Binnen het plangebied worden nog eens vijftig vogelvides aangebracht. Hiermee worden voldoende functionele alternatieve verblijfplaatsen geboden. Er is voldoende geschikt leefgebied aanwezig en daarmee is het voedselaanbod geen beperkende factor. Door het aanbieden van voldoende verblijfplaatsen is het dan ook aannemelijk dat de soort in het plangebied aanwezig blijft. Hiermee is een negatief effect op de gunstige staat van instandhouding uitgesloten. Ruige dwergvleermuis Als gevolg van de werkzaamheden aan het dak gaat de aanwezige paarverblijfplaats van de ruige dwergvleermuis verloren. Ter mitigatie zijn vier vieermuiskasten opgehangen aan de kopgevels van de Frans Halslaan 2 tot en met 28. Er wordt genoeg gewenningstijd geboden om de ruige dwergvleermuis de alternatieve verblijfplaatsen te laten ontdekken voordat de huidige verblijfplaats wordt aangetast. De afstand tussen de huidige verblijfplaats en de alternatieve verblijfplaatsen is minder dan 200 meter, waardoor het aannemelijk is dat de alternatieven ook daadwerkelijk gevonden gaan worden. Tijdens de werkzaamheden worden vier permanente alternatieve verblijfplaatsen in de vorm van inbouwkasten gerealiseerd. De kasten worden ingefreesd aan de Frans Halslaan 30 tot en met 52, twee kasten per kopgevel. Voordat de tijdelijke kasten worden verwijderd, wordt een gewenningstijd van drie maanden geboden om de vieermuizen de kans te geven de permanente verblijfplaatsen te ontdekken. De huidige verblijfplaats wordt ongeschikt gemaakt tussen de winterrustperiode en de paarperiode. Dit betekent dat de werkzaamheden worden uitgevoerd in de kwetsbare periode van de ruige dwergvleermuis. Omdat de broedperiode van de gierzwaluw en de huismus moet worden ontzien, is er geen andere mogelijkheid. De ruige dwergvleermuis is in deze periode actief en er zijn voldoende alternatieve verblijfplaatsen beschikbaar. De soort is in de bebouwing rondom het plangebied algemeen waargenomen. Dit betekent dat er meerdere verblijfplaatsen van de ruige dwergvleermuis in de omgeving aanwezig zljn. Gezien de grootschalige aanwezigheid van soortgelijke bebouwing in meerdere omiiggende wijken wordt dan ook verwacht dat er een stabiele populatie van de soort aanwezig is. De tijdelijke vieermuiskasten moeten functioneel zijn voor de periode waarvoor ze worden ingezet. Dit houdt in dat de kasten minimaal een keer per jaar worden gecontroleerd op de functie waarvoor deze zijn aangebracht. Indien blijkt dat de kasten niet meer functioneel zijn, bijvoorbeeld omdat de invliegopening niet meer bereikbaar is als gevolg van obstakels, dient ervoor gezorgd te worden dat de kaste weer functioneel wordt. Wij hebben dit opgenomen in voorschrift 6. Tijdens de controle van de woningen op onder andere de staat van onderhoud, dienen ook de vleermuisvoorzieningen te worden meegenomen en beoordeeld te worden of deze nog functioneren. Gedacht kan worden aan het vrijmaken van de invliegopeningen of het weghalen van begroeiing, zodat de invliegopening weer bereikbaar wordt. Wij hebben dit in voorschrift 7 opgenomen. De gunstige staat van instandhouding van de ruige dwergvleermuis komt niet in het geding. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening dat de maatregelen, met inachtneming van de voorschriften, voldoende zijn om negatieve effecten te voorkomen dan wel tot een minimum te beperken en dat de renovatiewerkzaamheden niet leiden tot verslechtering van de instandhouding van de gierzwaluw, huismus en de ruige dwergvleermuis. Ecologisch werkprotocol De werkzaamheden en de wijze waarop de maatregelen worden uitgevoerd dienen in een ecologisch werkprotocol te worden opgenomen en dit protocol dient op de locatie aanwezig te zijn waardoor de 8/10

9 zorgvuldige uitvoering van het werk is gegarandeerd. We hebben dit in voorschrift 2 van de ontheffing opgenomen. Belangenonderbouwing De ontheffing is aangevraagd op grond van de belangen 'Volksgezondheid of de openbare veiligheid' en 'Volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met Inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten'. De woningen in het plangebied voldoen niet meer aan de tegenwoordige eisen wat betreft de bouwvoorschriften op het gebied van isolatie en binnenklimaat. Door grote temperatuurverschillen, beperkte isolatie en te veel vocht in de woningen ontstaat condensatie en schimmelvorming, wat het binnenklimaat voor bewoners verslechtert. Dit is een landelijk erkend probleem bij alle niet goed geisoleerde of gebrekkig na-geisoleerde woningen en daarmee ook een speerpunt bij diverse, mede door de rijksoverheid betrokken akkoorden, zoals het Lente-akkoord. Het verbeteren van het binnenmilieu van woningen is daarnaast een van de speerpunten uit de Nationale aanpak Milieu en Gezondheid van de overheid. Door de werkzaamheden zullen de woningen technisch in betere staat verkeren en beter geisoleerd zijn. Door een huis te bewonen produceert een bewoner vocht. Dit kan opiopen tot dagelijks 10 tot 20 liter vocht in huis. In een slecht geisoleerde woning condenseert dit vocht op de koudste oppervlakken zoals glas of metaal. Vocht in huis kan te wijten zijn aan verschillende oorzaken: optrekkend vocht, insijpelen van regenwater, condensatie, een lekke leiding, etc. Vocht bevordert de ontwikkeling van schimmels, bacterien en huisstofmijt, die een bedreiging vormen voor de gezondheid van de bewoners. Tevens kan vocht ervoor zorgen dat chemische stoffen, zoals formaldehyde, vrijkomen uit bouwmaterialen. Er bestaat een samenhang tussen de aanwezigheid van vocht en schimmel in de woning en een verhoogde prevalentie van resplratoire symptomen bij kinderen en volwassenen zoals astma en reumatische aandoeningen. Door de renovatie en isolatie wordt de luchtvochtigheid in de woningen lager en draagt dan ook positief bij aan de volksgezondheid. Gelet op het voorgaande zijn wij van oordeel dat de belangen 'Volksgezondheid of de openbare veiligheid' en 'Volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten' voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de gierzwaluw, huismus en de ruige dwergvleermuis, die als gevolg van de uitvoering van de activiteit zullen optreden, te rechtvaardigen. Omdat er slechts een tijdelijk negatief effect optreedt op de aanwezige beschermde soorten, aangezien er voorzien wordt in voldoende alternatieve verblijfplaatsen, weegt het belang van het project zwaarder dan het belang van de soorten. Geen andere bevredigende opiossing Het project is locatie gebonden vanwege het uitvoeren van energetische verbetermaatregelen aan bestaande woningen. De dakpannen hebben hun technische levensduur bereikt en moeten vervangen worden. Er zijn meerdere varianten van isoleren onderzocht, maar er is gekozen voor isoleren van bultenaf in combinatie met het vervangen van de verouderde dakpannen. Het weghalen van dakpannen kan hoe dan ook leiden tot het beschadigen en vernielen van nesten, omdat de nesten kunnen wegwaaien als de dakpannen zijn verwijderd. Het isoleren van binnenuit leidt tot hoge kosten en deze kosten komen deels ten laste van de bewoners. Hogere maatschappelijke kosten zijn niet wenselijk. Daarnaast zorgt het van binnenuit isoleren voor een hoge mate van overlast voor de bewoners, omdat de zolders vrij gemaakt moeten worden en de aannemers toegang moeten krijgen tot de woningen. Hierdoor zou de binnenruimte op zolder substantieel kleiner worden. Aangezien de dakpannen vervangen moeten worden, is het eenvoudiger om, in vergelijking met mogelijkheid tot isoleren van binnenuit, meteen de panlatten te verwijderen en isolatie aan te brengen op het dakbeschot. 9/10

10 Gelet op de noodzaak en wijze van uitvoering zijn wij van mening dat er geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Door de gekozen wijze en periode van uitvoering, wordt schade aan de gierzwaluw, huismus en de ruige dwergvleermuis zoveel mogelijk voorkomen. Er is voldoende aangetoond dat er geen andere bevredigende opiossing voorhanden is. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Hiervoor is de gemeente Lansingerland bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan de gevraagde ontheffing op grond van artikel 3.3 en artikel 3.8 van de Wnb worden verleend. 10/10