gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

Vergelijkbare documenten
Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Erfgoedverordening Boxtel 2010

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2011;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

MONUMENTENVERORDENING 2006

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

1 J gemeente «tffl" Heemskerk. Erfgoedverordening Heemskerk 2012

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Erfgoedverordening Heemskerk 2009

Erfgoedverordening gemeente Houten

Erfgoedverordening Amsterdam

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

De raad van de gemeente Grave

Raadsvoorstel 21. Gemeenteraad. Vergadering 1 maart Onderwerp : Erfgoedverordening Helmond 2011

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

Erfgoedverordening 2009 Gemeente Roosendaal

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en op de artikelen 12, 14, 15, en 38 van de Monumentenwet 1988,

H E E R H U G O W >\ /\ R D

ERFGOEDVERORDENING WASSENAAR De raad van de gemeente Wassenaar; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gemeente Bergen op Zoom - ERFGOEDVERORDENING BERGEN OP ZOOM

Erfgoedverordening Haaksbergen (6.2b)

1. In te trekken de Erfgoedverordening 2013 gemeente Bronckhorst. 2. Vast te stellen de Erfgoedverordening 2018 gemeente Bronckhorst.

Gemeenteraad 13 januari 2009 Gemeenteblad

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 september 2008 ;

Erfgoedverordening gemeente Neder-Betuwe gelezen het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 31 augustus 2017;

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening Krimpenerwaard 2017

gezien artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2017,

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012;

gelet op het advies van de raadscommissie Grondgebiedszaken; ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE EIJSDEN-MARGRATEN 2013

Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr... CONCEPT

gelezen het voorstel van het college van 20 april 2010, No. B

Monumentenverordening Enschede 2010

1*z % Erfgoedverordening 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Erfgoedverordening De Ronde Venen 2017

Archeologieverordening Gemeente Gemert-Bakel gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2009;

De Monumentenverordening Nijkerk 2005 wordt vervangen door de Erfgoedverordening. Datum: 25 september 2014 Portefeuillehouder: wethouder Klein

gelezen het voorstel van het college van 27 oktober 2015, No. B ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 juli 2016;

Besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 6 november 2017 tot vaststelling van de Erfgoedverordening Noord-Holland 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015;

Erfgoedverordening Montferland 2012

Archeologieverordening 2010

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Hoofdstuk II Beschermde monumenten. Monumentenlijst en plaatsing. Provinciale Staten van Noord-Holland;

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 6 september 2016

Erfgoedverordening. gemeente Maarssen

INHOUDSOPGAVE MONUMENTENVERORDENING HILVERSUM Hoofdstuk 2 De bescherming van gemeentelijke monumenten 4

De Provinciale Monumentenverordening Noord-Holland 2010 wordt als volgt aangepast:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

heeft besloten de Erfgoedverordening 2013 gemeente Brummen vast te stellen. Hoofdstuk 1. Algemeen

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006

VERORDENING OP DE ARCHEOLOGISCHE MONUMENTENZORG

wijzigingstabel Erfgoedverordening gemeente Wassenaar WORDT

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE VALKENSWAARD 2012

ERFGOEDVERORDENING GEMEENTE KATWIJK

Bijlage 2 bij Lbr. 09/ pagina 1 van 18

Erfgoedverordening 2011 gemeente Werkendam. Vastgesteld door de gemeenteraad op 27 september 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34; AB 2000 no. 25; AB 2009 nos. 75 en 84 ====================================================================

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Stichtse Vecht, Besluit vast te stellen de: ERFGOEDVERORDENING 2011 STICHTSE VECHT

besluit vast te stellen de volgende Erfgoedverordening 2010 gemeente Breukelen

besluit vast te stellen de volgende Erfgoedverordening gemeente Landgraaf 2014

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Erfgoedverordening Leusden 2012

Te besluiten om De Erfgoedverordening gemeente Uden 2010 vast te stellen overeenkomstig het bijgevoegde ontwerpraadsvoorstel

Erfgoedverordening. gemeente Súdwest-Fryslân

De raad van de gemeente Waalwijk Gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 30 november 2010 nummer XXX;

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Echt-Susteren houdende regels omtrent erfgoed Erfgoedverordening 2010 gemeente Echt-Susteren

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

CVDR. Nr. CVDR305143_1. Erfgoedverordening 2012 gemeente Dalfsen

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

overwegende dat het actualiseren van de archeologische basiskaart noodzaakt tot het wijzigen van de Verordening inzake monumenten en archeologie;

Model Leegstandverordening

Erfgoedverordening Leusden 2012, (gewijzigd per 1 juli 2015)

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2009, 09/35; raadsstuk ;

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

- karakteristiek object: een object waaraan in het geldende bestemmingsplan de dubbelbestemming

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Erfgoedverordening Terneuzen 2011

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

Transcriptie:

ERFGOEDVERORDENING 2010 GEMEENTE NIEUWKOOP De raad van de gemeente Nieuwkoop; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; besluit vast te stellen de Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen Deze verordening verstaat onder: a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen: 1. zaak, die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde; 2. terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak bedoeld onder 1; b. gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel a en beschermde gemeentelijke dorpsgezichten bedoeld in onderdeel d; c. beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; d. beschermd gemeentelijk dorpsgezicht: groep van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarden en in welke groep zich één of meer monumenten genoemd onder a of c bevinden; e. monumentencommissie: de op basis van art. 15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, deze verordening, de Subsidieverordening monumentenzorg en het gemeentelijk beleid inzake cultuurhistorisch erfgoed; f. gemeentelijke archeologische waardenkaart: topografische kaart van het gemeentelijke grondgebied of delen van het grondgebied, waarop archeologische monumenten en archeologische verwachtingsgebieden zijn aangegeven; g. landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden: landelijke kaart met een schaal van 1:50.000, die op basis van geomorfologische gegevens de kans weergeeft op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen, waarbij onderscheid wordt gemaakt in hoge, middelhoge, lage en zeer lage trefkans; h. provinciale Archeologische Monumentenkaart: topografische kaart van (delen van) het provinciale grondgebied, waarop archeologische monumenten en archeologische gebieden zijn aangegeven; i. archeologisch verwachtingsgebied: gebied, aangegeven op de onder f tot en met h genoemde kaarten, waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn; j. hoge verwachtingswaarde: grote kans op archeologische vondsten of informatie; Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 1

k. middelhoge verwachtingswaarde: gemiddelde kans op archeologische vondsten of informatie; l. lage verwachtingswaarde: kleine kans op archeologische vondsten of informatie; m. plan van aanpak: plan dat weergeeft hoe een archeologische uitvoerder de vragen zoals omschreven in het programma van eisen denkt te gaan beantwoorden; n. programma van eisen: programma dat door het college wordt vastgesteld en waarmee kaders worden gesteld voor het ontwerp en de uitvoering van archeologisch onderzoek; o. gemeentelijke beleidsadvieskaart: kaart behorende bij de archeologische paragraaf van het bestemmingsplan; p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; q. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop; r. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; s. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. HOOFDSTUK 2. AANWIJZING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN EN BESCHERMDE GEMEENTELIJKE DORPSGEZICHTEN Artikel 2. Het gebruik van het monument Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument. Artikel 3. De aanwijzing tot gemeentelijk monument 1. Het college kan, al dan niet op aanvraag van een belanghebbende, een monument aanwijzen als gemeentelijk monument. 2. Voordat het college over de aanwijzing een besluit neemt, vraagt het advies aan de monumentencommissie. 3. Voordat het college een monument met een religieuze bestemming, dat uitsluitend of in overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst, als gemeentelijk monument aanwijst, voert het college overleg met de eigenaar. 4. De aanwijzing kan geen monument betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of dat is aangewezen op grond van de monumentenverordening van de provincie Zuid-Holland. Artikel 4. Voorbescherming beschermd gemeentelijk monument Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment waarop de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 9 plaatsvinden, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 13 tot en met 17 van overeenkomstige toepassing. Artikel 5. De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk dorpsgezicht 1. Het college kan een dorpsgezicht aanwijzen als beschermd gemeentelijk dorpsgezicht. 2. Voordat het college over de aanwijzing een besluit neemt, vraagt het advies aan de monumentencommissie. In spoedeisende gevallen kan het vragen van dit advies achterwege blijven. 3. De aanwijzing kan geen dorpsgezicht betreffen dat is aangewezen op grond van artikel 35 van de Monumentenwet 1988 of dat is aangewezen op grond van de monumentenverordening van de provincie Zuid-Holland. Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 2

Artikel 6. Voorbescherming beschermd gemeentelijk dorpsgezicht Met ingang van de datum waarop de eigenaar van één of meer objecten binnen een gemeentelijk dorpsgezicht de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd gemeentelijk dorpsgezicht ontvangt tot het moment waarop de registratie als bedoeld in artikel 9 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het gemeentelijk dorpsgezicht niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 13 tot en met 17 van overeenkomstige toepassing. Artikel 7. Termijnen advies en aanwijzingsbesluit gemeentelijk monument of beschermd gemeentelijk dorpsgezicht 1. De monumentencommissie adviseert voor zover het een advies betreft als bedoeld in artikel 3, tweede lid, schriftelijk binnen acht (8) weken na ontvangst van het verzoek van het college. 2. Het college beslist voor zover het een besluit betreft als bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen acht (8) weken na ontvangst van het advies van de monumentencommissie, maar in ieder geval binnen zestien (16) weken na de adviesaanvraag. 3. De monumentencommissie adviseert voor zover het een advies betreft als bedoeld in artikel 5, tweede lid, schriftelijk binnen acht (8) weken na ontvangst van het verzoek van het college. 4. Het college beslist voor zover het een besluit betreft als bedoeld in artikel 5, eerste lid, binnen twaalf (12) weken na ontvangst van het advies van de monumentencommissie, maar in ieder geval binnen twintig (20) weken na de adviesaanvraag. Artikel 8. Mededeling aanwijzingsbesluit gemeentelijk monument of beschermd gemeentelijk dorpsgezicht De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan. Artikel 9. Registratie op de gemeentelijke monumentenlijst 1. Het college registreert het gemeentelijk monument en het beschermd gemeentelijk dorpsgezicht op de gemeentelijke monumentenlijst. 2. De gemeentelijke monumentenlijst bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding en een beschrijving van het gemeentelijk monument of beschermd gemeentelijk dorpsgezicht. Artikel 10. Wijzigen van de aanwijzing tot gemeentelijk monument of beschermd gemeentelijk dorpsgezicht 1. Het college kan al dan niet op aanvraag van een belanghebbende de aanwijzing wijzigen. 2. Artikel 3, tweede en derde lid, artikel 5, tweede lid, alsmede de artikel 7 en 8 zijn van overeenkomstige toepassing op het wijzigingsbesluit. 3. Indien de wijziging naar het oordeel van het college van ondergeschikte betekenis is, blijft overeenkomstige toepassing, als bedoeld in het tweede lid, achterwege. 4. De inhoud en de datum van de wijziging worden op de gemeentelijke monumentenlijst aangetekend. Artikel 11. Intrekken van de aanwijzing tot gemeentelijk monument of beschermd gemeentelijk dorpsgezicht 1. Indien het college de aanwijzing intrekt, zijn artikel 3, tweede lid, artikel 5, tweede lid en de artikelen 7 en 8 van overeenkomstige toepassing. 2. De aanwijzing wordt geacht ingetrokken te zijn, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of aan artikel 4 van de monumentenverordening van de provincie Zuid- Holland. 3. De intrekking wordt op de gemeentelijke monumentenlijst geregistreerd. Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 3

Artikel 12. Bescherming beschermd gemeentelijk dorpsgezicht in bestemmingsplan 1. De gemeenteraad stelt ter bescherming van een beschermd gemeentelijk dorpsgezicht een bestemmingsplan vast dat de aanwezige cultuurhistorische waarden beschermt. 2. Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd dorpsgezicht wordt door het college bepaald in hoeverre geldende bestemmingsplannen als beschermend plan in de zin van het eerste lid kunnen worden aangemerkt. HOOFDSTUK 3. INSTANDHOUDING VAN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN EN BESCHERMDE GEMEENTELIJKE DORPSGEZICHTEN Artikel 13. Instandhoudingsbepaling 1. Het is verboden een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, te beschadigen of te vernielen. Dit geldt eveneens voor onroerend goed dat is gelegen binnen een gemeentelijk beschermd dorpsgezicht. 2. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag: a. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen; b. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. 3. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag: a. in een beschermd gemeentelijk dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 1, onder d, bouwwerken te verstoren, te plaatsen, op te richten, af te breken, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen; b. in een beschermd gemeentelijk dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 1, onder d, bouwwerken te herstellen, gebruiken of laten gebruiken op een wijze waardoor het dorpsgezicht wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht; c. in een beschermd gemeentelijk dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 1, onder d, onroerende zaken, geen bouwwerk zijnde, hieronder begrepen straten, wegen, pleinen, wateren, bomen, erfscheidingen niet zijnde een bouwwerk te wijzigen anders dan voor het normale onderhoud; 4. Het verbod en de vergunningplicht, als bedoeld in het tweede en derde lid, gelden niet indien het bevoegd gezag nadere regels stelt met betrekking tot de wijze waarop werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. 5. Het bevoegd gezag verleent, met betrekking tot een monument met een religieuze bestemming, geen vergunning als bedoeld in het tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn. Artikel 14. De schriftelijke aanvraag Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2 Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 13 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in viervoud ingediend. Artikel 15. Termijnen advies 1. Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een gemeentelijk monument of beschermd gemeentelijk dorpsgezicht aan de monumentencommissie voor advies. 2. Binnen 4 weken na de datum van verzending van het afschrift brengt de monumentencommissie schriftelijk advies uit aan het college. Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 4

Artikel 16. Toetsingskader De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument. Artikel 17. Intrekken van de vergunning De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien: a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend; b. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen. HOOFDSTUK 4. BESCHERMDE MONUMENTEN Artikel 18. Vergunning voor beschermd (rijks)monument 1. Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een beschermd (rijks)monument aan de monumentencommissie. 2. De monumentencommissie adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift. HOOFDSTUK 5. INSTANDHOUDING VAN ARCHEOLOGISCHE TERREINEN Artikel 19. Instandhoudingsbepaling 1. Het is verboden om in een archeologisch monument, bedoeld in artikel 1, onder a, sub 2 of een archeologisch verwachtingsgebied, bedoeld in artikel 1, onder i, de bodem dieper dan 50 cm onder de oppervlakte te verstoren. 2. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing indien; a. het een verstoring betreft van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op de gemeentelijke archeologische waardenkaart, de provinciale Archeologische Monumentenkaart of de landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, en waarbij die verstoring plaatsvindt: in een gebied met lage archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 10.000 m2, of; in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 2.500 m2, of; in een gebied met hoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m2. b. in het geldend bestemmingsplan bepalingen zijn opgenomen omtrent archeologische monumentenzorg. c. sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 2.12, eerste en tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en hierin voorschriften zijn opgenomen omtrent archeologische monumentenzorg. d. het college nadere regels stelt met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot een verstoring van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op gemeentelijke archeologische waardenkaart of de gemeentelijke beleidsadvieskaart, dan wel bij het ontbreken daarvan, de provinciale Archeologische Monumentenkaart of de landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden; e. een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat: het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd; of de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad; of in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn. Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 5

Artikel 20. Opgravingen en begeleiding 1. Indien binnen het grondgebied van de gemeente Nieuwkoop onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 sub h Monumentenwet 1988, dient, onverminderd de overige bepalingen van deze wet: a. het college een programma van eisen vast te stellen als bedoeld in artikel 1 onder n, waarbij nadere regels worden gesteld ten aanzien van het onderzoek. b. de verstoorder, voorafgaande aan het onderzoek, een plan van aanpak als bedoeld in artikel 1 onder m van deze verordening ter goedkeuring aan het bevoegd gezag te overleggen. 2. In de nadere regels neemt het college bepalingen op met betrekking tot het toezicht op de feitelijke uitvoering van het plan van aanpak. Tijdens het onderzoek dienen aanwijzingen van het college in acht te worden genomen. 3. Om te kunnen beoordelen of het plan van aanpak aan het programma van eisen en eventuele nadere regels voldoet, vraagt het bevoegd gezag advies aan een deskundige, zoals omschreven in de Wet op de Archeologische monumentenzorg. Artikel 21. Procedure De bepalingen uit artikel 14, 15, 16 en 17 zijn van overeenkomstige toepassing op de bepalingen uit artikel 19, tweede lid, onder e, en artikel 20, eerste lid, onder b. HOOFDSTUK 6. OVERIGE BEPALINGEN Artikel 22. Tegemoetkoming in schade Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade in relatie staat tot: a. de weigering van het bevoegd gezag een vergunning als bedoeld in artikel 13 te verlenen; b. de voorschriften die door het bevoegd gezag verbonden zijn aan een vergunning als bedoeld in artikel 13; c. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 13, vierde lid; d. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 19, tweede lid, onder d; e. een aanwijzing als bedoeld in artikel 20, tweede lid, tweede volzin. Artikel 23. Strafbepaling Degene die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 13, eerste, tweede en derde lid en artikel 19 met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid onder e van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden. Artikel 24. Toezichthouders 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: a. met betrekking tot zakelijke monumenten als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1; toezichthouders die werkzaam zijn bij de afdeling Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving van de gemeente Nieuwkoop. b. met betrekking tot monumentale terreinen als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 2; toezichthouders die werkzaam zijn bij de afdeling Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving van de gemeente Nieuwkoop. 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen. Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 6

HOOFDSTUK 7. SLOTBEPALINGEN Artikel 25. Intrekken oude regeling De Erfgoedverordening 2009 gemeente Nieuwkoop, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 18 december 2008, wordt ingetrokken op het in artikel 27 genoemde tijdstip. Artikel 26. Overgangsrecht 1. De op grond van de onder artikel 25 ingetrokken Erfgoedverordening 2009 aangewezen en geregistreerde gemeentelijke monumenten en beschermde gemeentelijke dorpsgezichten, worden geacht aangewezen en geregistreerd te zijn overeenkomstig de bepalingen van deze verordening. 2. Aanvragen om vergunning of aanwijzing die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de in artikel 25 ingetrokken verordening. 3. Een vergunning die is verleend op grond van de onder artikel 25 ingetrokken verordening wordt gelijkgesteld met een vergunning als bedoeld in artikel 13. Artikel 27. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt. Artikel 28. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als "Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 23 september 2010, nummer 2010-0091a griffier voorzitter E.R. van Holthe F. Buijserd Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 7

Toelichting Belangrijkste wijzigingen van de Erfgoedverordening 2010 ten opzichte van de Erfgoedverordening 2009 Algemeen: De Erfgoedverordening 2010 is opgesteld aan de hand van de model-erfgoedverordening die is opgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG). Het merendeel van de bepalingen uit de Erfgoedverordening 2010 komt qua inhoud exact overeen met de bepalingen van de model-erfgoedverordening. Voor een algemene toelichting op de bepalingen verwijzen wij u dan ook naar het document dat de VNG heeft opgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen en een korte toelichting op bepalingen die inhoudelijk significant afwijken van de model-erfgoedverordening en de Erfgoedverordening 2009. Inhoudelijk: Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1: Begripsbepalingen Er zijn een aantal definities toegevoegd, die onder andere betrekking hebben op de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals: p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; q. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop; r. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; s. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Ten opzichte van de model-erfgoedverordening is toegevoegd de definitie van een beschermd gemeentelijk dorpsgezicht. De model-erfgoedverordening gaat niet standaard uit van het bestaan van beschermde gemeentelijke dorpsgezichten, maar Nieuwkoop kent ze wel, in de kern Nieuwveen: d. beschermd gemeentelijk dorpsgezicht: groep van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarden en in welke groep zich één of meer monumenten genoemd onder a of c bevinden; Ten opzichte van de Erfgoedverordening 2009 zijn er een aantal definities verdwenen: - kerkelijk monument: kerkelijke monumenten vallen nu onder de normale definitie van gemeentelijk monument. In de verordening worden wel net als voorheen extra zware eisen gesteld aan veranderingen aan monumenten met een religieuze bestemming. Zo mag een vergunning voor bijvoorbeeld wijziging van een monument met een religieuze bestemming alleen worden verleend in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn. - beeldbepalende zaak: door de brede definitie van gemeentelijk monument is een onderscheid tussen een gemeentelijk monument en een beeldbepalende zaak niet zinvol. - bouwhistorisch onderzoek: op pagina 9 en 10 (onder het kopje sub o ) van de toelichting op de model-erfgoedverordening is uitgebreid toegelicht waarom deze definitie niet in de verordening is opgenomen. - Nieuwkoops Planologisch Erfgoed: door invoering van de bestemmingsplanstandaarden is deze definitie achterhaald. Daarnaast is de definitie niet nodig om cultuurhistorische waarden, voor zover mogelijk, te beschermen via bestemmingsplannen. Ten slotte is een vergaande bescherming van cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan, zoals bijvoorbeeld in Maastricht, op dit moment niet aan de orde. Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 8

Hoofdstuk 2 Aanwijzing gemeentelijke monumenten en beschermde gemeentelijke dorpsgezichten Omdat de procedures voor de aanwijzing van gemeentelijke monumenten en beschermde gemeentelijke dorpsgezichten voor een goed deel overeenkomen, zijn ze in de verordening samengebracht. Artikel 7: Adviestermijnen Het college neemt binnen acht (8) weken een besluit over de aanwijzing van een gemeentelijk monument. Dit was twaalf (12). De kortere termijn wordt haalbaar geacht omdat na het advies van de monumentencommissie de belangrijkste inhoudelijke beoordeling / advisering al heeft plaatsgevonden. De beslistermijn voor beschermde gemeentelijke dorpsgezichten is langer, omdat dorpsgezichten in de regel groter van omvang zijn dan monumenten. Dit betekent dat de omschrijving van een dorpsgezicht uitgebreider is, evenals het te beoordelen gebied en de door het college te maken afweging. Artikel 9: Gegevens op de monumentenlijst Het is niet meer nodig dat bij de registratie op de gemeentelijke monumentenlijst ook de namen van de monumenteneigenaren worden geplaatst. In de praktijk voegt het ook niets toe. Hoofdstuk 3 Instandhouding van gemeentelijke monumenten en beschermde gemeentelijke dorpsgezichten Artikel 15: Termijnen advies De termijn die de monumentencommissie beschikbaar heeft om advies uit te brengen over een vergunningaanvraag is teruggebracht van acht (8) naar vier (4) weken. De reden daarvoor is dat het college op grond van de Wabo binnen acht (8) weken na ontvangst van de aanvraag een besluit moet nemen. Artikel 16: Toetsingskader - belang van de monumenten Dit artikel is in de verordening opgenomen om te benadrukken dat bij de beoordeling van een aanvraag om monumentenvergunning de monumentenzorg centraal staat. Het belang van de monumentenzorg kan zwaarder wegen dan economische belangen. Artikel 17: Intrekken van de vergunning Het voormalige lid b van deze bepaling handelde over de intrekking van de vergunning als de vergunninghouder de voorschriften niet naleeft. Het vervallen lid d ging over de intrekking van de vergunning als niet binnen één jaar van de vergunning gebruik werd gemaakt. Omdat voornoemde zaken in de Wabo worden geregeld is het overbodig om dit ook in de Erfgoedverordening 2010 vast te leggen. Hoofdstuk 4 Beschermde (rijks)monumenten Artikel 18: vergunning voor beschermde (rijks)monumenten De termijn die de monumentencommissie beschikbaar heeft om advies uit te brengen over een vergunningaanvraag inzake een rijksmonument is vastgesteld op 8 weken. Deze termijn is langer dan bij advisering inzake gemeentelijke monumenten omdat de procedure in het geval van rijksmonumenten uitgebreider en langer is. Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 9

Hoofdstuk 5 Instandhouding van archeologische terreinen Hier zijn geen significante veranderingen ten opzichte van de Erfgoedverordening 2009 of de modelerfgoedverordening van de VNG. Hoofdstuk 6 Overige bepalingen Hier zijn geen significante veranderingen ten opzichte van de Erfgoedverordening 2009 of de modelerfgoedverordening van de VNG. Hoofdstuk 7 Slotbepalingen Artikel 26: Overgangsrecht Ten opzichte van de model-erfgoedverordening is er in artikel een derde artikellid toegevoegd, waarin is neergelegd dat eerder verleende vergunningen gelijkgesteld worden aan vergunningen die zijn verleend op basis van de Erfgoedverordening 2009. Op die manier is het overgangsrecht zo compleet mogelijk. Erfgoedverordening 2010 gemeente Nieuwkoop 10