Inspectierapport Peuterspeelzaal Huppel-Inn (KDV) Oranjestraat 23 7031 BK Wehl Registratienummer 130949292 Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente: Doetinchem Datum inspectie: 31-08-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 12-09-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 31 augustus 2017 is Peuterspeelzaal/KDV Huppel-Inn in opdracht van de gemeente Doetinchem bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De volgende voorwaarden zijn onderzocht: Pedagogische praktijk Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma s Groepsgrootte Beroepskracht-kind-ratio Beschouwing Peuterspeelzaal Huppel-Inn bevindt zich in het centrum van Wehl en is een organisatie welke bestaat uit een vrijwillig bestuur. De peuterspeelzaal heeft een grote groepsruimte met daarbij een groot buitenterrein. Inspectiegeschiedenis: 03-04-2014, jaarlijks onderzoek, 17-04-2014, nader onderzoek 28-10-2014, jaarlijks onderzoek 30-03-2015, nader onderzoek, de tekortkomingen zijn opgelost. 4-10-2016, jaarlijks onderzoek, geen tekortkomingen Bevindingen: Peuterspeelzaal Huppel-Inn voldoet aan de voorwaarden van de wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Per 22 augustus 2016 is Peuterspeelzaal Huppel-Inn gestopt met Vroeg Voorschoolse Educatie (VVE). Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid: ontwikkeling van persoonlijke competentie: ontwikkeling van sociale competentie: overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het ''Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar''. Pedagogische praktijk De pedagogische praktijk voldoet aan de eisen. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het ''Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar''. Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Er zijn 12 peuters aanwezig en 2 beroepskrachten. Er ligt spelmateriaal klaar op de tafels en de kinderen zijn vrij aan het spelen. Zorgdragen voor het waarborgen van emotionele veiligheid Sensitieve responsiviteit. De beroepskrachten reageren op signalen van de kinderen. Als een kind verdrietig is wordt dit gesignaleerd en wordt het kind getroost, op schoot genomen en de beroepskracht probeert het kind af te leiden om op die manier weer tot spel te komen. Een meisje is verdrietig en kruipt bij de beroepskracht op schoot. Ze krijgt aandacht en gaat hierna weer zelf spelen. Kinderen en beroepskrachten zoeken elkaar op, de sfeer is prettig en het welbevinden van de kinderen is goed. Er zijn vaste beroepskrachten. Er is een dagschema. De beroepskrachten zijn onderdeel van het spel van de kinderen. Er is ruimte voor luidruchtig spel. Kinderen vermaken zich en komen tot spel. Zorgdragen voor de ontwikkeling van persoonlijke competenties Steun bieden. ''Wat zullen we maken, heb jij een idee L.?'' ''Een klok, goed idee, wat hebben we daarvoor nodig?''. Kinderen worden begeleid bij het bouwen. Er is ook ruimte voor de regie van de kinderen; zo wordt er met blokken een weg gemaakt waar de kinderen overheen lopen. De beroepskracht voegt zelf een hoepel toe. Op die manier wordt het spel uitgebreid. De kinderen hebben plezier. ''Oh, en nu?''. De kinderen worden gestimuleerd om na te denken. Zorgdragen voor de ontwikkeling van sociale competenties Samen spelen. Kinderen kleien samen aan tafel, ze kletsen en lachen. Drie kinderen spelen met de garage. Ook de beroepskrachten spelen mee met de kinderen. Er is voldoende spelmateriaal en er zijn speelhoeken. Het spelmateriaal en de speelhoeken leiden tot samenspel. Als er onenigheid is stelt de beroepskracht zich op als bemiddelaar. Er volgt een uitleg en kinderen ondervinden hoe je een conflict kan oplossen. 4 van 10
Zorgdragen voor de overdracht van normen en waarden Omgangsvormen worden besproken, dit is terug te zien bij een onenigheid. Regels worden herhaald. ''Dankjewel''. ''Vraag maar...'' Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (31 augustus) 5 van 10
Personeel en groepen Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein Personeel en groepen. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven van het kindcentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria. Verklaring omtrent het gedrag Houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. De toezichthouder heeft de VOG's ingezien op de locatie. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. De toezichthouder heeft de diploma's ingezien op de locatie. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen van maximaal 16 peuters. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio voldoet aan de eisen. Op de dag van de inspectie zijn er 12 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten. Op de locatie heeft de toezichthouder de bezetting ingezien. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Peuterspeelzaal Huppel-Inn Website : http://www.huppel-inn.nl Aantal kindplaatsen : 15 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Peuterspeelzaal Huppel-Inn Adres houder : Oranjestraat 23 Postcode en plaats : 7031 BK Wehl KvK nummer : 41046074 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. C. Stijnman Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Doetinchem Adres : Postbus 9020 Postcode en plaats : 7000 HA DOETINCHEM Planning Datum inspectie : 31-08-2017 Opstellen concept inspectierapport : 05-09-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 12-09-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 13-09-2017 Verzenden inspectierapport naar : 13-09-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 19-09-2017 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10