wao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie datum 29 juli 2016 onderwerp Besluit toekenning bijzonder kenmerk'kieinschalig en intensief onderwijs' wo-bachelor Liberal Arts and Sciences Tilburg University (004566) ons kenmerk NAO/20161629/LL bijlagen 2 Besluit strekkende tot toekenning van het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs aan de opleiding wo-bachelor Liberal Arts and Sciences van Tilburg University alsmede strekkende tot een positief advies aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake het verlenen van toestemming tot het hanteren van selectie en collegegeldverhoging Gegevens Instelling Opleiding ariant Afstudeeerrichtingen Locatie Studieomvang (ECTS) Datum aanvraag Datum locatiebezoek Datum paneladvies Tilburg University wo-bachelor Liberal Arts and Sciences voltijds Business and Management Humanities: European History and Culture Law in Europe Social Sciences Cognitive Neuroscience (vanaf 1 september 2016) Tilburg 180 EC 1 maart 2016 19 mei 2016 15 juni 2016 1. Inleiding Op 1 maart 2016 heeft de Tilburg University bij de NAO een aanvraag ingediend voor toekenning van het bijzonder kenmerk 'Kleinschalig en intensief onderwijs aan de wobachelor Liberal Arts and Sciences. De instelling beoogt met dit bijzonder kenmerk het verkrijgen van toestemming van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tot het toepassen van selectie en collegegeldverhoging. Ter ondersteuning van deze aanvraag heeft de instelling een aanvraagdossier overgelegd overeenkomstig het Beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk (Stcrt 2012, nr. 4962). Een door de NAO ingesteld panel heeft een beoordeling uitgevoerd van de aanvraag en op 15 juni 2016 advies aan de NAO uitgebracht. 2. Beoordelingskader Paragraaf 7.3, geheten Bijzonder kenmerk kleinschalig en intensief onderwijs, van het Beoordelingskader accreditatiestelsel hoger onderwijs (Stcrt. 2012, nr. 4962). 3. Advies van het panel (hierna ook: de commissie) In algemene zin beveelt de commissie aan de procedures in de opleiding duidelijker vast te leggen en te formaliseren, daarbij overigens vermijdend dat het persoonlijke, interactieve Inlichtingen Thomas de Bruijn +31 (0)70 312 23 63 t.debruijn@nvao.net Parkstraat 28 2514 JK Postbus 85498 2508 CD Den Haag RO. Box 85498 / 2508 CD The Hague / The Netherlands T + 31 (0)70 312 2300 F + 31 (0)70 312 2301 info@nvao.net www.nvao.net
Pagina 2 van 6 karakter van de opleiding aangetast wordt. Deze formalisering is te meer geboden bij de verdere groei van de opleiding. In de doelstellingen van de opleiding zijn naar het oordeel van de commissie de gewenste verbreding en academische verdieping opgenomen. In de doelstellingen van de majors is de disciplinaire verdieping naar behoren verwoord. Wel zouden de eindkwalificaties het gedachtengoed achter de doelstellingen duidelijker moeten verwoorden. De in de nabije toekomst aanvullend aan te bieden major Cognitive Neuroscience zal in de ogen van de commissie een bijdrage leveren aan de kleinschaligheid van de opleiding en ook bijdragen aan het doel van een brede opleiding die aansluit bij de belangstelling en talenten van de studenten. De beoogde verbreding en academische verdieping van de opleiding zijn in het curriculum weerspiegeld. De commissie is positief over de extra-curriculaire activiteiten in de opleiding en de mate waarin deze met het onderwijs zijn verbonden. De commissie heeft gezien dat sprake is van een community van studenten en docenten en dat de interactie tussen docenten en studenten en tussen studenten onderling in de colleges en in de extra-curriculaire activiteiten intensief is. De commissie vertrouwt erop dat de opleiding de grote groepen in het eerste jaar in de afzienbare toekomst zal verkleinen. De commissie is positief over het didactische principe van team teaching, omdat studenten daardoor direct kennis kunnen nemen van uiteenlopende opvattingen van de docenten en de vorming van hun eigen mening wordt bevorderd. De toelatingsprocedure van de opleiding is bevorderlijk voor het toelaten van gemotiveerde en getalenteerde studenten. Ook is deze toelatingsprocedure stevig ingebed, doordat meerdere docenten daarin participeren. De commissie is te spreken over het beleid van de opleiding inzake diversiteit van nationaliteit en sociaal-economische achtergrond, omdat zulks de brede vorming van de studenten vergroot. De commissie acht het selectiebeleid voor docenten grondig en effectief. De eisen die de opleiding aan de aspirant-docenten stelt zijn relevant en ze worden goed toegepast. Ook ziet de opleiding naar behoren toe op de prestaties van de docenten. Het aantal in te zetten docenten is voldoende om het kleinschalig en intensief karakter van het onderwijs te waarborgen. De huisvesting en materiële voorzieningen van de opleiding maken het kleinschalig en intensief onderwijs mogelijk. Het gerealiseerde niveau van de opleiding zal in de praktijktoets getoetst moeten worden. De commissie acht het minder geschikt de praktijktoets al bij de komende visitatie te laten plaatsvinden, omdat er dan nog niet veel zicht zal zijn op de resultaten in het nieuwe programma. Een termijn van zes jaar heeft dan de voorkeur. Wel kan nu gezegd worden dat de studenten een hoog niveau bereiken, zoals blijkt uit de scripties en de masteropleidingen die de afgestudeerden volgen. In de scripties is ook de maatschappelijke verbreding te zien. Ten aanzien van het rendement merkt de commissie
Pagina 3 van 6 op dat de opleiding zich moet realiseren op dit punt met de andere opleidingen vergeleken te zullen worden. In dit rapport is een aantal aanbevelingen gedaan. Deze zijn hieronder samengebracht. - De procedures in de opleiding duidelijker vastleggen en formaliseren. - De tekstuele bewoording van de eindkwalificaties duidelijker op de doelstellingen doen aansluiten. - Alle activiteiten in het onderwijs nauwkeurig registreren, opdat ook in het geval van groei van de opleiding inzicht zal ontstaan in de werkelijke inspanningen en contacturen - De begeleiding van studenten verbreden en richten op de ontwikkeling van studenten. - De toelatingsprocedure en de effecten daarvan vergelijken met die van vergelijkbare opleidingen van andere instellingen. - Evenwichtige samenstelling van het docententeam met ervaren docenten en jongere docenten en docenten uit het buitenland nastreven. De jongere docenten begeleiden. - De student-docentratio nauwkeuriger berekenen en in het businessplan voor de inzet van extra financiële middelen de kwantitatieve effecten beter in beeld brengen. - De vervolgopleidingen die de afgestudeerden van de opleiding volgen, monitoren. De commissie adviseert de NAO het Bijzonder kenmerk 'Kleinschalig en intensief onderwijs' toe te kennen aan de opleiding wo-bachelor Liberal Arts and Sciences van de School of Humanities van Tilburg University. Op grond van de conclusies van de huidige toestemmingstoets beveelt de commissie aan dat de opleiding binnen zes jaar een praktijktoets van het gerealiseerde niveau ondergaat.
Pagina 4 van Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, derde lid, van de WHW heeft de NAO het college van bestuur van de Tilburg University te Tilburg in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 27 juni 2016 naar voren te brengen. Bij e-mail van 14 juli 2016 heeft het college van bestuur ingestemd met het voornemen tot besluit. De NAO besluit het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs toe te kennen aan de wo-bachelor Liberal Arts and Sciences (180 EC; variant voltijds; locatie Tilburg) van Tilburg University en positief advies uit te brengen aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake het verlenen van toestemming tot het hanteren van selectie en collegegeldverhoging op grond van de artikelen 6.7, 6.7a, 6.7b en 6.7c van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Tevens adviseert de NAO de minister dat de opleiding binnen zes jaar een toets aan de praktijk uitvoert, en daarin de in het advies genoemde aandachtspunten laat beoordelen. Dit besluit is gekoppeld aan de accreditatie van de opleiding en van kracht tot en met 1 januari 2020. Den Haag, 29 juli 2016 De NAO oor ddze: J r ' L, U R.P. Zevenbergen (bestuurder) Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken.
Pagina 5 van 6 Bijlage 1: Schematisch overzicht oordelen panel: Beoordeling van het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Onderwerp Standaarden Oordeel A Beoogde eindkwalificaties B Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma C ormgeving en didactisch concept D Instroom E Kwaliteit personeel F Kwantiteit personeel G Materiële voorzieningen H Gerealiseerd niveau De beoogde eindkwalificaties zijn niet alleen gericht op het bereiken van een hoog niveau in de wetenschappelijke discipline en/of de beroepspraktijk, maar ook op verbreding: het opleiden van sociaalvaardige en initiatiefrijke academici en/of beroepsbeoefenaren met een brede belangstelling voor maatschappelijke ontwikkelingen en problemen in een multi- en/of interdisciplinaire context De inhoud van het programma zorgt in een onlosmakelijke samenhang met relevante extracurriculaire activiteiten voor het niveau en de verbreding zoals geformuleerd in de beoogde eindkwalificaties Het opleidingsconcept is gericht op de vorming van een academie en/of'professional community. Kernbegrippen zijn kleinschalig en intensief georganiseerd onderwijs, leidend tot een hoog aantal contacturen, een nauwe betrokkenheid tussen studenten en docenten en tussen studenten onderling en gemeenschappelijke relevante extra-curriculaire activiteiten De opleiding hanteert een adequate selectieprocedure gericht op de instroom van gemotiveerde en academisch en/of professioneel getalenteerde studenten De docenten zijn van een goede inhoudelijke kwaliteit en voelen zich betrokken bij het bijzondere karakter van de opleiding Er is voldoende personeel om kleinschalig en intensief onderwijs te kunnen verzorgen en individueel contact tussen docenten en studenten vorm te kunnen geven De opleiding beschikt over een eigen infrastructuur met voorzieningen voor kleinschalig en intensief onderwijs en gemeenschappelijke extra-curriculaire activiteiten De inhoud en het niveau van de eindwerkstukken zijn in lijn met het niveau en de verbreding zoals geformuleerd in de beoogde eindkwalificaties. Afgestudeerden worden toegelaten tot prestigieuze vervolgopleidingen en/of functies. De rendementen zijn substantieel hoger dan bij relevante andere opleidingen. Algemene conclusie
Pagina 6 van 6 Bijlage 2: Samenstelling panel oorzitter: - prof. dr. T. Sminia, oud-rector magnificus rije Universiteit Amsterdam, emeritus hoogleraar Histologie en Immunologie, rije Universiteit Amsterdam. Leden: - drs. W.M.E. Teune-Kasbergen, oud-bestuurder Fontys Hogescholen, lid Raad van Toezicht Hogeschool Zeeland; - prof. dr. J.F.M.J. van Hout, emeritus hoogleraar Onderwijskunde, Universiteit van Amsterdam en eerder directeur IOWO, Nijmegen. - E.R.M. erhoef MCM, oud-bestuurder Haagse Hogeschool en zelfstandig adviseur in het hoger onderwijs; - L..R. van Doremalen BSc, student Master Experimental Physics, Universiteit Utrecht. De commissie werd terzijde gestaan door dr. T. de Bruijn, beleidsmedewerker NAO, procescoördinator en drs. W.J.J.C. ercouteren RC, extern secretaris (gecertificeerd).