Proefsleuvenonderzoek Rijnsburgerweg 59A te Oegstgeest. M.E. Hemminga. Archol. M.E. Hemminga. Archol

Vergelijkbare documenten
Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Verkennend en karterend booronderzoek Rijnsburg - Frederiksoord. Archol. P. van de Geer

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Verkennend booronderzoek in plangebied Rijnvaert - Limeszone te Oegstgeest. F. Stevens P. van de Geer. Archol. Archol

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Rotterdamseweg 202 in Delft

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Bijlage IV. Plangebied Van Voorst tot Voorststraat te Vught Archeologisch inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Archeologische begeleiding Alphen aan den Rijn-Bospark. met een bijdrage van: Koen Hebinck

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Verkennend booronderzoek aan de Hoofdstraat 44a, te Leiderdorp. P. van de Geer. Archol. Archol

Bestemmingsplan Lith-oost

Verkennend en waarderend archeologisch. onderzoek. R. de Leeuwe. Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

Figuur 1. Resultaten onderzoek geprojecteerd op het Actueel Hoggtebestand Nederland (AHN).

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

memo Locatiegegevens: Inleiding

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Proefsleuvenonderzoek aan de Heistraat 9 te Oosteind (gemeente Oosterhout)

Plangebied HOV Spooronderdoorgang Santpoort- Driehuis in Santpoort-Noord

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Langevaart 14, Rijnsburg (gemeente Katwijk)

Plangebied Ljouwerterdyk 7 te Hallum

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

MEMO. Projectgegevens

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

P. van de Geer J. van der Leije

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Archeologische begeleiding Oijen Dorpshart (gemeente Oss) J. van der Leije

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archol. Archol. Karterend booronderzoek deelgebied 1 Andelsch Broek Pompveld

Heesch - Beellandstraat

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Archeologische begeleiding Geffen-Weverstraat (gemeente Oss) J. van der Leije. Archol. Archol

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

4 Archeologisch onderzoek

Archeologische Quickscan

RAAP-NOTITIE Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

PLAN VAN AANPAK ARCHEOLOGISCH INVENTARISEREND ONDERZOEK H023 OOST, HAARLEM

Archeologische MonumentenZorg

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RAAP-NOTITIE Plangebied De Botter te Hallum Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

MEMO. Alphen aan den Rijn. Stevinstraat CR ALPHEN AAN DEN RIJN. Contactpersoon opdrachtgever Dhr. R. Teunisse; (0172) / (06)

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

Gemeente Ede Plangebied Kerkhoflaan te Bennekom

QUICKSCAN N69 BRAAMBOSCHROTONDE, GEMEENTE BERGEIJK Arcadis Archeologisch Rapport 75 5 JANUARI 2016

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Handel, Rector van de Laarschotstraat. E.N.A. Heirbaut

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

Verkennend booronderzoek Mendelweg 1-3 te Leiden. P. van de Geer. Archol. Archol

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek

Gemeente Bernheze Plangebied Ter Weer te Heeswijk-Dinther

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Sporen uit de late ijzertijd langs de Oude Rijn

Plangebied Grijssloot 13 in Leens

Verkennend archeologisch booronderzoek voor Koningin Julianalaan 19 te Waalre. Koen Hebinck

Houten Tiellandt De Stenen Poort. Archeologische begeleiding. A. Porreij-Lyklema & J. van der Leije. Archol

Plangebied De Hullen 4 te Drijber

Slingeraklaan. Utrecht.nl

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Programma van Eisen AK PUTTEN T (0341) E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, datum paraaf. Regio Noord-Veluwe

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

CHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Figuur 1 Geulafzettingen (Bron: CHS)

Bijlage 11 Archeologisch onderzoek

Transcriptie:

302 Proefsleuvenonderzoek Rijnsburgerweg 59A te Oegstgeest M.E. Hemminga Archol Proefsleuvenonderzoek Rijnsburgerweg 59A te Oegstgeest Archol M.E. Hemminga 302

Proefsleuvenonderzoek Rijnsburgerweg 59A te Oegstgeest M.E. Hemminga

Colofon Archol Rapport 302 Proefsleuvenonderzoek Rijnsburgerweg 59A te Oegstgeest Opdrachtgever: Contactpersoon opdrachtgever: dhr. De Mooij (Gemotra B.V.) dhr. J. de Graaf (Architectenbureau Piet Onderwater & Partners) Projectleiding/autorisatie: Uitvoering veldwerk: drs. T.A. Goossens M.A. Goddijn MA (veldwerkleider) drs. M.E. Hemminga (veldarcheoloog) Auteur(s): Tekstredactie Beeldmateriaal: drs. M.E. Hemminga drs. T.A. Goossens drs. W. Laan Opmaak: A. Allen Druk: Haveka, Alblasserdam ISSN 1569-2396 Archol, Leiden 2016 Einsteinweg 2 2333 CC Leiden info@archol.nl Tel. 071 527 33 13

Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding en doelstelling 5 1.2 Onderzoeksgebied 6 1.3 Onderzoeksopzet en organisatie 6 2 Doel- en vraagstellingen 9 2.1 Doelstelling 9 2.2 Vraagstellingen 9 3 Methodiek veldwerk 11 3.1 Methodiek 11 3.2 Afwijkingen op het PvE 11 4 Landschappelijk en archeologisch kader 13 4.1 Landschap 13 4.2 Archeologische en historische context 13 4.3 Vooronderzoek 14 5 Resultaten 17 5.1 Bodemopbouw 17 5.2 Archeologie 18 6 Conclusie 19 6.1 Conclusie 19 6.2 Advies 19 6.3 Beantwoording onderzoeksvragen 19 7 Samenvatting 21 Literatuur 21 Figuren 22 Tabellen 22 Bijlagen 22 Bijlage 1 Profielbeschrijvingen 23

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling De aanleiding voor dit onderzoek is de nieuwbouw op en herinrichting van het bedrijventerrein aan de Rijnsburgerweg 59A te Oegstgeest (figuur 1.1). Op de gemeentelijke waarden- en verwachtingskaart staat het plangebied aan de Rijnsburgerweg 59A aangegeven als een gebied met een gematigde tot hoge trefkans op archeologische waarden. Op basis hiervan moet volgens het bestemmingsplan Rijnfront/Kamphuizerpolder een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd bij een plangebied groter dan 100 m 2 en ingrepen dieper dan 50 cm onder maaiveld. Op grond van o.a. de gemeentelijke kaart en het voornoemde bestemmingsplan is reeds in 2014 een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek, verkennende fase, uitgevoerd binnen het grotere plangebied van de ontsluitingsweg Rijnvaert binnen de gemeenten Oegstgeest en Katwijk. Er heeft tevens aansluitend eind 2014 een kleinschalige opgraving van een vindplaats uit de ijzertijd plaatsgevonden binnen het deel van de gemeente Oegstgeest (zie vooronderzoek). Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat het plangebied ter hoogte van de vindplaats (rondom het onderzochte wegtracé) een hoge archeologische verwachting heeft voor resten uit de ijzertijd tot en met de nieuwe tijd en daarom werd geadviseerd een vervolgonderzoek uit te laten voeren waar de ingrepen in de bodem dieper zullen reiken dan -0,1 m NAP of 50 cm mv. 1 Plangebied Rijnsburgerweg 59A ligt nabij de voornoemde vindplaats uit de ijzertijd. Realisatie van de geplande nieuwbouw zou tot verstoring van de vindplaats kunnen leiden. De bevoegde overheid heeft daarom besloten dat voor de aanvraag van een vergunning van de nieuwbouwplannen een rapport over de waarde van het te Figuur 1.1 Ligging plangebied Oegstgeest- Rijnsburgerweg 59A. 1 Wilbers 2014, 16.

6 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST verstoren terrein vereist is. Doel van het onderzoek is de archeologische waarden binnen het plangebied in kaart te brengen (karteren) en te waarderen. In opdracht van de Gemotra B.V. heeft Archol op 24 juli 2015 daarom een inventariserend proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op het bedrijventerrein aan de Rijnsburgerweg 59A in de gemeente Oegstgeest conform het Programma van Eisen (PvE). 2 1.2 Onderzoeksgebied Het plangebied bevindt zich aan de westzijde van de Rijnsburgerweg en is momenteel in gebruik als grasland. In de nabije toekomst wordt het heringericht met een vijver en sloot met duiker; er zal tevens een bedrijfsruimte met laadkuil worden gebouwd met de volgende omvang: - Opp. vijver en sloot: ca. 50 m 2, opp. duiker: ca. 30m 2, opp. bedrijfsruimte en laadkuil: ca. 1600m 2. Dit gezamenlijk is tevens het onderzoeksgebied. Deze geplande werkzaamheden vallen binnen de criteria voor archeologisch onderzoek van het bovenstaande bestemmingsplan Rijnfront/Kamphuizerpolder. 1.3 Onderzoeksopzet en organisatie Al sinds 1961 kent Nederland een monumentenwet. In 1988 werd deze wet vervangen door de Monumentenwet 1988 en op 1 januari 2012 is deze wet voor het laatst gewijzigd in het kader van de modernisering van de monumentenzorg. Deze wet regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. Iedere initiatiefnemer van projecten waarbij de bodem wordt verstoord kan door de overheid verplicht worden een rapport te overleggen waaruit de archeologische waarde van het te verstoren terrein (het plangebied) blijkt. Voor een dergelijk rapport is archeologisch onderzoek vereist: het archeologisch vooronderzoek. Dit onderzoek heeft tot doel vast te stellen of in het plangebied waardevolle vindplaatsen voorkomen. Het vooronderzoek is opgebouwd uit twee onderdelen: het bureauonderzoek (BO) en een eventueel inventariserend veldonderzoek (IVO), elk met bijbehorende stan daardrapportages. Het doel van een bureauonderzoek is het vaststellen of, en zo ja, welke typen archeologische vindplaatsen precies in het plangebied worden verwacht ( gespecificeerde archeologische verwachting ). Het verkennend veldonderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap en de gespecificeerde archeologische verwachting nader toetsten en aan te scherpen. Begin 2014 heeft de firma IDDS een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd binnen het voornoemde grote plangebied van de ontsluitingsweg Rijnvaert en wel specifiek voor het deel van de gemeente Oegstgeest. 3 Op basis daarvan gold een hoge archeologische verwachting van resten uit de ijzertijd tot en met de nieuwe tijd. Deze archeologische waarden worden verwacht aan het maaiveld of direct onder de bouwvoor. In opdracht van de gemeenten Oegstgeest en Katwijk (ZH) heeft Archol op 16 oktober 2014 naar aanleiding van deze verwachting een inventariserend proefsleuvenonderzoek (IVO-p) uitgevoerd binnen het plangebied Rijnvaert in de gemeenten Oegstgeest en Katwijk. 4 Tijdens dit onderzoek zijn behoudenswaardige archeologische resten van een vindplaats uit de (vermoedelijke) late ijzertijd aangetroffen in de gemeente Oegstgeest. Aangezien in situ behoud niet tot de 2 Van de Geer 2015. 3 Wilbers 2014. 4 Van de Geer 2015.

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 7 mogelijkheden behoorde, heeft Archol in opdracht van deze gemeente vervolgens een opgraving uitgevoerd op 17 december 2014. 5 Het huidige plangebied Rijnsburgerweg 59A grenst met de zuidzijde aan het tracé van de voornoemde ontsluitingsweg: op ca. 60 meter afstand van de vindplaats uit de ijzertijd. Mogelijk strekken de sporen zich uit tot in het onderhavige plangebied. Conform het PvE zijn vier proefsleuven gegraven van 12 bij 4 m. Het veldwerk is uitgevoerd door een team van Archol (tabel 1.1) met de hulp van een ervaren machinist van de firma Snoeij Gouda. Tabel 1.1 Samenstelling onderzoeksteam. Medewerker drs. T.A. Goossens M.A. Goddijn MA drs. M.E. Hemminga Functie Projectleider, Senior KNA-archeoloog Veldwerkleider, Senior KNA-archeoloog Veldarcheoloog, KNA-archeoloog Tabel 1.2 Administratieve gegevens. Soort onderzoek: Inventariserend proefsleuvenonderzoek (IVO-p), karterende en waarderende fase Projectnaam: Nieuwbouw bedrijfsruimte fa. De Mooij Archolprojectcode: ORB1545 Uitvoerder: Archeologisch Onderzoek Leiden bv Periode van uitvoering veldwerk: 24-7-2015 Periode van uitvoering uitwerking: 24-7-2015 Provincie: Zuid-Holland Gemeente: Oegstgeest Plaats: Oegstgeest Toponiem: Rijnsburgerweg 59-A Coördinaten gebied: 90.715, 466.370; 90.728, 466333; 90.669, 466.313; 90.587, 466.325 Opdrachtgever: dhr. De Mooij (Gemotra B.V.) Bevoegd gezag: Gemeente Oegstgeest Adviseur bevoegd gezag: M. Rietkerk (Erfgoed Leiden e.o.) ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer 3294143100 ARCHIS-vondstmeldingsnummer(s): N.v.t. ARCHIS-waarnemingsnummer(s): N.v.t. Beheer en plaats van documentatie en vondsten: Provinciaal depot Zuid-Holland (betreft alleen documentatie) Geomorfologie: Getij-riviermondrug (3K27) Bodem: Tuineerdgronden, lichte zavel (EK19-IV) 5 Goossens 2015.

8 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 9 2 Doel- en vraagstellingen 2.1 Doelstelling Doel van het onderzoek is de archeologische waarden binnen het plangebied Rijnsburgerweg 59A in kaart te brengen (karteren) en te waarderen. 6 Uitgangspunt is eventuele archeologische vindplaatsen op te sporen en -indien mogelijk te begrenzen. Daarnaast dienen de archeologische resten te worden gewaardeerd om zo de aard, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats resten vast te stellen. Dit proces zal uiteindelijk resulteren in aanbevelingen over de noodzaak van vervolgonderzoek of behoudsmaatregelen. Daarbij horen ook aanbevelingen met betrekking tot de bij eventueel vervolgonderzoek toe te passen strategieën, methoden en technieken, onderzoeksvragen en onderzoeksthema s of het geven van aanbevelingen met betrekking tot eventueel te nemen behoudsmaatregelen. 2.2 Vraagstellingen De vraagstelling uit het PvE is al volgt: het onderzoek dient als eerste de archeologische resten binnen het plangebied op te sporen en te begrenzen. Vervolgens moeten de aard, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit van deze archeologische resten worden vastgesteld in relatie tot de bodemopbouw. 7 Hiertoe zijn in het PvE verder de volgende onderzoeksvragen opgenomen: Bodemopbouw - Hoe is de opbouw van het profiel in bodemkundige zin (met opgave van dieptes in cm en in NAP-maten)? - Hoe is de stratigrafie in archeologische (antropogene) zin met opgave van dieptes in cm en in NAP-maten? Is er sprake van loopvlakken, begraven bodems, ophogingslagen of cultuurlagen? Wat zijn de kenmerken en wat is de datering? - Is er sprake van (sub)recente verstoring en post-depositionele processen? Waar bevinden de verstoringen zich en wat is hun invloed op de eventuele archeologische resten? Structuren, sporen en vondsten - Zijn er structuren en sporen aangetroffen? Zo ja, wat is de aard en ouderdom van deze sporen? - Zijn er vondsten aangetroffen? Zo ja, om welke materiaalcategorieën gaat het daarbij? Wat is de aard en ouderdom van de vondsten? - Wat is de relatie tussen de sporen en vondsten? Kwaliteit - In welke mate zijn de archeologische kenmerken van de locatie zichtbaar of herkenbaar en in welke mate is er sprake van belevingswaarde? - Wat is de fysieke kwaliteit (gaafheid en herkenbaarheid van sporen; conservering van (an)organisch vondstmateriaal en van ecologische resten) van het onderzoeksgebied? Welke verschillen zijn er t.a.v. dit aspect binnen het onderzoeksgebied (binnen verticale en/of horizontale grenzen; complextypen, periode, vindplaatsen)? 6 De Geer 2015, 8. 7 De Geer 2015.

10 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST - Wat is de inhoudelijke kwaliteit (zeldzaamheid, informatiewaarde en ensemblewaarde) van het onderzoeksgebied en welke verschillen zijn er t.a.v. dit aspect binnen delen van het onderzoeksgebied (binnen verticale en/of horizontale grenzen; complextypen, periode, vindplaatsen)? Bekende vindplaatsen - Loopt de reeds bekende vindplaats ten zuiden van het plangebied verder door binnen het onderzoeksgebied en kan deze worden begrensd? Nieuwe vindplaatsen - Is er sprake van één of meerdere nieuwe vindplaatsen. Zo, ja wat is dan, per vindplaats, de aard en ouderdom van deze vindplaatsen? - Kunnen deze vindplaatsen worden begrensd en wat is de oppervlakte van de archeologische vindplaatsen afzonderlijk en in hun geheel? - Wat is de relatie (in zowel tijd als ruimte) tussen de aangetroffen vindplaatsen en de reeds bekende vindplaatsen binnen en rond het plangebied?

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 11 3 Methodiek veldwerk 3.1 Methodiek In totaal zijn vier proefsleuven gegraven ter hoogte van de vijver (put 1) en de bedrijfshal (putten 2, 3 en 4) met een totale oppervlakte van 190 m² (figuur 3.1). De proefsleuven waren 4 x 12 m. De sleuven zijn aangelegd met een kraan met gladde bak onder begeleiding van de senior KNA-archeoloog. Het vlak is over het algemeen direct onder de 40-70 cm dikke bouwvoor aangelegd, in de top van de oeverafzettingen. Tijdens de aanleg zijn de tussenvlakken gecontroleerd met een metaaldetector. Aanlegvondsten zouden verzameld worden in vakken van 4 bij 4 m, maar bleken in praktijk niet aanwezig. Alle sporen zijn digitaal ingetekend met behulp van een GPS en vervolgens beschreven in de digitale velddatabase. In totaal zijn vier profielen gedocumenteerd (figuur 3.1). Aan het begin van elke put is machinaal een kijkgat gegraven tot ca. 1,5 m Mv om de bodemopbouw (ook onder het sporenvlak) in kaart te brengen. Elk profiel is opgeschaafd en digitaal gedocumenteerd met behulp van het programma Deborah. Hierin zijn o.a. lithologie en de bodemkundige kenmerken van de lagenopbouw beschreven (zie bijlage 1). 3.2 Afwijkingen op het PvE Figuur 3.1 Putten- en sporenoverzicht met ligging van de profielkolommen van Rijnsburgerweg 59A. In het kader is de ligging van het plangebied (rode putten) ten op zicht van de onderzochte tracédelen (zwarte putten) van ontsluitingsweg Rijnvaert weergegeven. In het oorspronkelijke puttenplan 8 is op de locatie van de geplande duiker eveneens een proefsleuf voorzien (figuur 3.2). Bij de voorbereiding bleek dat direct ten westen van de geplande duiker reeds twee sleuven (put 7 en 8) zijn gegraven tijdens het onderzoek van de ontsluitingsweg Rijnvaert in 2014 (zie figuur 4.2). In beide sleuven 90650 90675 90700 466350 466350 4 S1 3 466325 1 2 466325 0 25m 90650 90675 90700 8 De Geer 2015, 18.

12 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST Bedrijfshal + laadkuil Duiker + sloot Vijver 4 x 12m zijn alleen recente drainages aangetroffen; geen archeologische resten. Daarom is de sleuf die op de duikerlocatie was gepland, verplaatst naar de locatie van de bedrijfshal en laadkuil. Hier zijn drie in plaats van (de vooraf geplande) twee sleuven gegraven. Figuur 3.2 Puttenplan uit het programma van eisen (naar: De Geer 2015, 18).

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 13 4 Landschappelijk en archeologisch kader 4.1 Landschap Het plangebied Rijnsburgerweg 59A bevindt zich in het mondingsgebied van de Oude Rijn (figuur 4.1). De Oude Rijn is ontstaan tussen ca. 4700 en 4500 v.chr. (5730 BP± 60) en mondde vanaf ongeveer 3225 tot 2750 v.chr. ter hoogte van Leiden uit in een estuarium. 9 Hierdoor stond het afwisselend onder mariene en fluviatiele invloed Doordat de strandwallen zich steeds meer zeewaarts bleven uitbreiden, schoof ook het estuarium verder op naar het westen. Van een waddenmilieu veranderde het gebied hierdoor in een kweldermilieu. 10 Rond 1250 v.chr. kwam het plangebied te liggen in het gebied van de meanderende Oude Rijn. Het gebied stond niet meer continu onder invloed van het getij en delen ervan werden daardoor vanaf ongeveer de late bronstijd geschikt voor bewoning. Mogelijk bevond tussen 1250 en 500 v. Chr. één van de hoofdgeulen van de Oude Rijn zich ter plaatse van het plangebied. 11 Vanaf de Romeinse tijd begon de Oude Rijn steeds minder actief te worden totdat deze geheel gedeactiveerd werd door de afdamming van de Kromme Rijn (de bovenstroomse loop van de Oude Rijn) bij Wijk bij Duurstede in 1122 n.chr. 12 In dezelfde eeuw werd ook de monding van de Oude Rijn afgesloten door stormen en begon de Oude Rijn te verlanden. 13 4.2 Archeologische en historische context Het plangebied ligt op ongeveer 900 tot 1000 m van de Romeinse resten in Valkenburg, waar indertijd een belangrijk fort lag met daarnaast een nederzetting (vicus) voor ambachtslieden, familie en handelaren. De regio Valkenburg-Rijnsburg-Oegstgeest is zeer rijk aan resten uit de Romeinse tijd, zoals de Romeinse castella te Katwijk (Brittenburg), Valkenburg (Praetorium Agrippinae) en Leiden-Roomburg (Matilo). Deze forten waren gelegen langs de noordgrens van het Romeinse Rijk, de limes, die vanaf het begin ca. 40 n.chr. eeuwenlang op deze locatie lag. Maar ook in de voorgaande periode, de ijzertijd, is het gebied gebruikt, zo getuigen de archeologische resten in het plangebied Nieuw Valkenburg, ca. 1 km ten zuidwesten van het plangebied. 14 Ook na de Romeinse tijd is er nog volop bewoning in het gebied aanwezig. Het plangebied ligt tussen het vroegmiddeleeuwse centrum van Rijnsburg in het noorden en de (vroeg)middeleeuwse vindplaatsen van Rhijngeest (Oegstgeest). De Faculteit der Archeologie van de Universiteit Leiden heeft sinds 2010 grootschalige opgravingen uitgevoerd binnen het laatstgenoemde gebied. Daarbij is een vroegmiddeleeuwse nederzetting opgegraven. Het onderzoek heeft veel huisplattegronden, erven en kadewerken en een groot aantal bijzondere vondsten aan het licht gebracht. 15 In de omgeving van het plangebied zijn verder op meerdere plaatsen resten uit de vroege en late middeleeuwen aangetroffen tijdens diverse veldkarteringen en een proefsleuvenonderzoek. 16 9 Cohen et al. 2012, 136; Wilbers 2014, 7-8. 10 Jansen 2005. 11 Van Dinter 2013 via Wilbers 2014. 12 Wilbers 2014; Berendsen 2005, 105. 13 Wilbers 2014. 14 Tol & Jansen 2012. 15 Hazenberg & Lanzing 2014, 6. 16 Archis waarnemingen: 56734, 401106, 423860, 427240.

14 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 88000 468000 466000 90000 92000 468000 466000 Legenda Wanden Hoge heuvels en ruggen Terpen Hoge duinen Plateaus Terrassen Plateau-achtige vormen Waaiervormige glooiingen Niet-waaiervormige glooiingen Lage ruggen en heuvels Welvingen Vlakten Laagten Ondiepe dalen Matig diepe dalen Diepe dalen Water Bebouwing Overig (Dijken etc) N 0 1000m 88000 90000 92000 Figuur 4.1 Geomorfologische kaart met ligging van het plangebied (ster). 4.3 Vooronderzoek Plangebied Rijnvaert Begin 2014 heeft de firma IDDS een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd binnen het grote plangebied van de ontsluitingsweg Rijnvaert en wel specifiek voor het deel van de gemeente Oegstgeest. 17 Uit het bureauonderzoek bleek dat het plangebied is gelegen op de zandige afzettingen van de Oude Rijn. Op basis daarvan gold een hoge archeologische verwachting van resten uit de ijzertijd tot en met de nieuwe tijd. Deze archeologische waarden werden verwacht aan het maaiveld of direct onder de bouwvoor. Om de verwachting te toetsen is een verkennend booronderzoek uitgevoerd door middel van 8 boringen. De bodem bleek te zijn opgebouwd uit lagen kalkrijk siltig zand en kalkrijke zandige klei, waarbij de bodem van beneden naar boven steeds minder zandig wordt en daardoor steeds fijner. De conclusie was dat de aangetroffen sedimenten en de waargenomen globale fining upwards sequentie karakteristiek zijn voor een stroomrug van een grote rivierloop. Deze conclusie bevestigde de verwachting van het bureauonderzoek. In opdracht van de gemeenten Oegstgeest en Katwijk (ZH) heeft Archol op 16 oktober 2014 naar aanleiding van deze verwachting een inventariserend proefsleuvenonderzoek (IVO-p) uitgevoerd binnen het plangebied Rijnvaert in de gemeenten Oegstgeest en Katwijk. 18 Hierbij zijn binnen de gemeente Katwijk twee proefsleuven gegraven en binnen de gemeente Oegstgeest acht. Er werd slechts één spoor aangetroffen: het betreft een greppel in het onderzoeksgebied in Oegstgeest. De greppel vormt een halve cirkel met daaraan een vertakking richting het zuiden. Op twee plaatsen werd een concentratie aardewerk gevonden in de greppel. Het handgevormde aardewerk bestaat uit een tamelijk goed geconserveerd complex, van veelal rijkelijk versierd aardewerk dat overeenkomsten vertoont met de zogenaamde 17 Wilbers 2014. 18 Van de Geer 2015.

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 15 Santpoort II stijlgroep, die gedateerd wordt in de late ijzertijd of het begin van de Romeinse tijd. Geadviseerd werd om deze vindplaats uit de ijzertijd-romeinse tijd te behouden en om rekening te houden met een vervolg van de vindplaats in directe omgeving. Voor de overige delen van het plangebied van de ontsluitingsweg Rijnvaert gold dat er geen sprake is van verdere behoudenswaardige vindplaatsen. Aangezien in situ behoud niet tot de mogelijkheden behoorde, is de voornoemde vindplaats voorafgaand aan de aanleg van de ontsluitingsweg opgegraven in december 2014. De greppel uit het vooronderzoek in de vorm van halve cirkel bleek aan te sluiten op een andere, zuidwest-noordoost georiënteerde greppelstructuur: een rechthoekig afgebakend terrein (met afgeronde hoeken) van ca. 13,2 x 6,5 m. De datering lijkt nu vooral op de ijzertijd te wijzen (figuur 4.2). 19 Plangebied Rijnsburg 59A Het huidige plangebied Rijnsburgerweg 59A is voorheen nog niet onderzocht. Het plangebied grenst met de zuidzijde echter wel aan het tracé van de voornoemde ontsluitingsweg: het ligt ca. 60 meter ten noordwesten van de behoudenswaardige vindplaats uit de ijzertijd (figuur 4.2). Mogelijk strekken de sporen zich uit tot in het onderhavige plangebied. 19 Goossens 2015.

16 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 466300 Figuur 4.2 Puttenkaart met de geul (spoor S1) inclusief de proefsleuven en opgraving in het tracé van ontsluitingsweg Rijnvaert (blauwe kader) uit 2014. 90500 0 90500 90600 90600 S1 90700 90700 90800 90800 466300 25m

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 17 5 Resultaten 5.1 Bodemopbouw In totaal zijn 4 profielen gedocumenteerd (figuur 3.1). De bodemopbouw is in lijn met de verwachting van voornoemde vooronderzoeken. Aan de top van het profiel bevindt zich een zandige bouwvoor (S5000) van 40-70 cm dik (figuur 5.1). Hieronder bevindt zich een restant van de oude bouwvoor/akkerlaag (S5010) van 4-20 cm dikte. Op basis van de vooronderzoeken zijn de archeologische resten direct onder deze oude bouwvoor te verwachten. Onder de (oude) bouwvoor ligt een licht bruingrijs pakket zwak tot matig zandige klei (S5020) dat naar beneden over gaat in een pakket uiterst siltige klei met zandlagen (S5025) (62-80 cm). Onder S5025 bevindt zich dik pakket zand met veel dunne siltlagen (S5030). In Profiel 3 en 4 is bovenin dit pakket een zwak ontwikkelde, dunne vegetatiehorizont van 2 tot 6 cm dik aangetroffen (S5027). Het hele pakket vanaf S5020 tot en met S5025 kan worden geïnterpreteerd als oeverafzettingen van de Oude Rijn. De top van de oeverafzetting is opgenomen in de oude bouwvoor en niet meer aanwezig. Het pakket zand (S5030) onder de oeverafzettingen bestaat uit beddingafzettingen. De vegetatiehorizont (S5027) in de top daarvan representeert een kortstondige droge stilstandsfase tijdens de vorming van deze beddingafzettingen. Figuur 5.1 Profiel 4 met bodemopbouw in put 4. Voor ligging, zie figuur 3.1. 0,45 m + NAP Bouwvoor Oeverafzettingen Beddingafzettingen

18 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST Figuur 5.2 Spoor van het geultje S1 in het vlak (boven, aangekrast) en het zuidprofiel (onder) van put 3. Voor ligging, zie figuur 3.1. Geul 5.2 Archeologie Voor het plangebied gold voorafgaand aan het proefsleuvenonderzoek een hoge archeologische verwachting voor resten uit de ijzertijd tot en met de nieuwe tijd. De ijzertijdsporen aangetroffen tijdens het proefsleuvenonderzoek en de opgraving uit 2014 liggen ca. 60 m ten zuidoosten van het huidige plangebied. De verspreiding van de sporen zou in theorie tot in het huidige plangebied kunnen reiken. Tijdens onderzoek van het onderhavige plangebied is hier echter geen aanwijzing voor gevonden: er zijn geen archeologische grondsporen of vondsten gedaan. Er is uiteindelijk slechts één natuurlijke spoor aangetroffen: een geultje (S1) in put 3 (figuur 5.2 en zie figuur 3.1). Het is een natuurlijk waterloopje van ca. 3 m breed dat tijdens de opbouw van de oeverafzettingen een keer is doorgebroken.

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 19 6 Conclusie 6.1 Conclusie Binnen het plangebied Rijnsburgerweg 59A bevinden zich oeverafzettingen van de Oude Rijn onder de bouwvoor. Ondanks dat oeverlocaties in het verleden aantrekkelijk waren voor bewoning binnen een dynamisch landschap, zijn hier echter geen aanwijzingen voor aangetroffen binnen het plangebied. Gezien het geheel ontbreken van archeologische sporen, kan de vindplaatswaardering (op basis van de KNArichtlijnen) die gebruikelijk is bij proefsleuvenonderzoek hier achterwege blijven. 6.2 Advies Op basis van de resultaten kan de verwachting voor de onderzochte zones van het plangebied naar beneden worden bijgesteld. Aangezien er geen archeologische vondsten en grondsporen zijn aangetroffen, is er geen sprake van een vindplaats. Vanwege het ontbreken van een behoudenswaardige vindplaats is een vervolgonderzoek naar onze mening dan ook niet van nodig. Wij adviseren dan ook het onderzoeksgebied vrij te geven voor de realisatie van de inrichtings- en bouwplannen. 6.3 Beantwoording onderzoeksvragen Gezien het ontbreken van archeologische resten, zijn alleen de onderzoeksvragen over de bodemopbouw te beantwoorden. Het pakket oeverafzettingen onder de bouwvoor blijkt enigszins afgetopt; mogelijk verklaart dit deels de afwezigheid van archeologische sporen. Eerder onderzoek op de aangrenzende vindplaats, ca. 60 m ten zuidoosten van het huidige plangebied, in het tracé van de ontsluitingsweg Rijnvaert heeft echter aangetoond dat er onder deze omstandigheden toch kans is op het aantreffen van grondsporen getuige de greppelstructuur met vondsten uit de ijzertijd. Het feit dat dergelijke sporen in het onderhavige onderzoek niet zijn aangetroffen, lijkt dan ook eerder aan te tonen dat er in het verleden geen bewoningsactiviteiten hebben plaatsgevonden op de onderzochte zones van de oever. Hieruit kunnen we in ieder geval concluderen dat de ijzertijdsporen van de voornoemde vindplaats niet tot in het onderhavige plangebied Rijnsburgerweg 59A reiken.

20 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 21 7 Samenvatting In opdracht van Gemotra B.V. heeft Archol op 24 juli 2015 een inventariserend proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op het bedrijventerrein aan de Rijnsburgerweg 59A te Oegstgeest. Doel was de eventueel aanwezige archeologische waarden in kaart te brengen en te waarderen. Conform het PvE zijn er vier proefsleuven gegraven. Er werd slechts één natuurlijk spoor aangetroffen: een smal geultje. Archeologische resten ontbreken. Er is naar onze mening geen sprake van een behoudenswaardige vindplaats in de onderzochte gebieden (tevens plangebied). Het advies luidt dan ook dat geen aanvullende archeologisch onderzoek nodig is. Literatuur Dinter, M. van, 2013: The Roman Limes in the Netherlands: how a delta landscape determined the location of the military structures, Netherlands Journal of Geosciences 92.1, 11-32. Geer, P. van de in voorbereiding, Sporen uit de late ijzertijd langs de Oude Rijn. Proefsleuvenonderzoek in plangebied Rijnvaert, gemeenten Oegstgeest en Katwijk, Archol rapport 267, Leiden. Geer, P. van de 2015:Programma van Eisen voor het Inventariserend proefsleuvenonderzoek locatie Oegstgeest-Rijnsburgerweg 59A, Programma van Eisen Archol-nr 64. Goossens, T.A. 2015: Opgraving Ontsluitingsweg Rijnvaert te Oegstgeest,Evaluatierapport Archol, Leiden. Jansen, B. 2005: Plangebied Frederiksoord-Zuid. Gemeenten Oegstgeest en Rijnsburg. Archeologisch vooronderzoek: een karterend booronderzoek (RAAP rapport), Amsterdam. Tol, A.J. en B. Jansen (red.), 2012: Sleuven door de delta van de Oude Rijn, Archol-rapport 172. Wilbers, A.W.E. 2014: Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase, Rijnsburgerweg 59a, Oegstgeest, Gemeente Oegstgeest, IDDS Archeologie rapport 1639, Noordwijk.

22 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST Figuren Figuur 1.1 Ligging plangebied Oegstgeest-Rijnsburgerweg 59A. Figuur 3.1 Putten- en sporenoverzicht met ligging van de profielkolommen van Rijnsburgerweg 59A. Figuur 3.2 Puttenplan uit het programma van eisen (uit: De Geer 2015, 18). Figuur 4.1 Geomorfologische kaart met ligging van het plangebied (ster). Figuur 4.2 Puttenkaart met geul (spoor S1) inclusief de proefsleuven en opgraving in het tracé van ontsluitingsweg Rijnvaert (blauwe kader) uit 2014. Figuur 5.1 Profiel 4 met bodemopbouw in put 4. Voor ligging, zie figuur 3.1. Figuur 5.2 Spoor van het geultje (S1) in het vlak (boven) en profiel (onder) van put 3. Voor ligging, zie figuur 3.1. Tabellen Tabel 1.1 Samenstelling onderzoeksteam. Tabel 1.2 Administratieve gegevens. Bijlagen Bijlage 1 Profielbeschrijvingen.

RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST 23 Bijlage 1 Profielbeschrijvingen Profiel 1 put 1 beschrijver: MH, datum: 24-7-2015, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Oegstgeest, opdrachtgever: Gemeente Oegstgeest, uitvoerder: Archol 0 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkerbruingrijs, normaal (alleen zand en veen), matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Mn-vlekken, interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: s5000 bovenste 30 cm los, onderste 30 cm normaal 60 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkerbruingrijs, compact (alleen zand en veen), matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: oude akkerlaag Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: s5010 oude bouwvoor 68 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtbruin, compact (alleen zand en veen), matig fijn Bodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekken Opmerking: s5020 oever, siltig/zavel 90 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, veel dunne siltlagen, los (alleen zand en veen), matig fijn Bodemkundig: C-horizont, veel Fe-vlekken Opmerking: s5030 gelaagde oude rijn afzettigen Einde kolom op 150 cm -Mv Profiel 2 put 2 beschrijver: MH, datum: 24-7-2015, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Oegstgeest, opdrachtgever: Gemeente Oegstgeest, uitvoerder: Archol 0 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, normaal (alleen zand en veen), matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor Opmerking: s5000, bovenste 20 los lbruin opgehoogd, onderste 20 normaal bouwvoor met wat puin 40 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkergrijsbruin, normaal (alleen zand en veen), matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: oude akkerlaag Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: s5010 60 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtbruin, matig fijn Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken Opmerking: s5020 oever siltig/zavel, bovenin verrommeld door oude akkerlag s5010 86 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, lichtgrijs, schelpengruis Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken Opmerking: s5025, klei pakket, (oever of overstromingsfase) 116 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, veel dunne siltlagen, matig fijn Bodemkundig: enkele Fe-vlekken Opmerking: s5030 rijnafzettingen Einde kolom op 140 cm -Mv

24 RIJNSBURGERWEG TE OEGSTGEEST Profiel 3 put 3 beschrijver: MH, datum: 24-7-2015, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Oegstgeest, opdrachtgever: Gemeente Oegstgeest, uitvoerder: Archol 0 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkerbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekken, interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: s5000, 68 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: opgebrachte grond Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: s5010 oude bouwvoor 76 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, normaal (alleen zand en veen), matig fijn Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken Opmerking: s5020 restnt oever, zavelig 80 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, donkergrijs, compact (alleen zand en veen) Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken Opmerking: s5025, zandig kleipakket 90 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, donkergrijs, compact (alleen zand en veen) Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken Opmerking: S5027, vegetatiehorizont 96 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, veel dunne siltlagen, matig fijn Bodemkundig: veel Fe- en Mn-vlekken Opmerking: S5030 Einde kolom op 130 cm -Mv Profiel 4 put 4 beschrijver: MH, datum: 24-7-2015, provincie: Zuid-Holland, gemeente: Oegstgeest, opdrachtgever: Gemeente Oegstgeest, uitvoerder: Archol 0 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkerbruin, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, enkele Fe- en Mn-vlekken, interpretatie: bouwvoor Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: s5000, 58 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, donkerbruingrijs, matig fijn Bodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: opgebrachte grond Archeologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald) Opmerking: s5010 oude bouwvoor 62 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: zand, sterk siltig, lichtgrijs, normaal (alleen zand en veen), matig fijn Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken Opmerking: s5020 restnt oever, zavelig 80 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: klei, sterk zandig, donkergrijs, compact (alleen zand en veen) Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken Opmerking: s5025, zandig kleipakket 98 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm) Lithologie: klei, sterk siltig, donkergrijs, compact (alleen zand en veen) Bodemkundig: enkele Fe- en Mn-vlekken Opmerking: S5027, vegetatiehorizont 100 cm -Mv Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgrijs, veel dunne siltlagen, matig fijn Bodemkundig: veel Fe- en Mn-vlekken Opmerking: S5030 Einde kolom op 140 cm -Mv