In een weerbericht vind je steeds vier elementen terug die het weer bepalen.



Vergelijkbare documenten
Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

Les 5: Factoren van weer en klimaat

Naam: klas:1 nr: Datum: Lesuur:

1. LESBEGIN. 2. Lesuitwerking De verschillende klimaten de Europese kaart situeren. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD

Werkwinkel: Geografische denkvaardigheden


Hoe determineren we het klimaat aan de hand van een klimatogram? Agenda: Het klimaat determineren WB p27-32

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

2 Landschapszones op aarde SO 1

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Het begin van de winter

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

HFDST 6. HET WEER IN ONZE STREKEN

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

Proefhoofdstuk Aardrijkskunde BSO.

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat

inhoudsopgave voorwoord Blz. 2 inleiding Blz. 3 hoofdstukken Blz. 4 nawoord Blz. 11 bibliografie Blz. 12

4 Leven in een koud gebied

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

VERANDEREN VAN KLIMAAT?

Seminarie4: Differentiatie in de lessen aardrijkskunde.

Lesvoorbereiding Student leraar secundair onderwijs groep 1

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

THEMA 4 - WEERSVOORSPELLING

Werkblad:weersverwachtingen

Weer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Informatieblad Zeilvoering 1

Samenvatting aardrijkskunde H9:

Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere tijdsperiode. Meestal wordt hiervoor 30 jaar gebruikt.

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden.

WOW-NL in de klas. Les 1 Het weerstation. Primair Onderwijs. bovenbouw. WOW-NL Les 1 1

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Werkkatern 3 Hoog boven ons hoofd. Het weer waarnemen en meten

Een les met WOW - Neerslag

Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8

Wat is Meteorologie?

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Een les met WOW - Neerslag

Fasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.

Herfstwerkboekje van

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

1. Algemeen klimatologisch overzicht, april

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

IJSLAND: EEN LAND VAN WATER EN VUUR

De vegetatiezones: Kleur de vegetatiezones tussen 0 en 20 OL. Maak een legende:

Werkkatern 7 Over weer en klimaat, aarde en heelal. Het weer waarnemen en meten

Planeet vol planten richtlijnen voor de animator

Een les met WOW - Luchtdruk

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Dit werkboekje maakt onderdeel uit van en

Een les met WOW - Luchtdruk

JAARRAPPORT WAARNEMINGEN ZEEBRUGGE METEOPARK 2014

focusthema 3 1 Werkkatern 3 Hoog boven ons hoofd Het weer waarnemen en meten

Herkomst van Producten. Ethiopië. Thema 1. Verschillen tussen agrarische regio s. Landbouw in Sub-Sahara Afrika. 17/03/16

1. Algemeen klimatologisch overzicht, maart

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

1. Algemeen klimatologisch overzicht, mei

Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen.

Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1

Klimaat in de 21 e eeuw

Waar vind je dit? Postkaart op het internet 71 N 28 E. Atlas: register: zoek de stad. Atlas p40 Europa bevolking. Atlas p40 Europa bevolking

JAARRAPPORT WAARNEMINGEN ZEEBRUGGE METEOPARK 2011

Leerlingboekje Sonnenborgh

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Klimaatzones - HV 2 - kopie 1

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

H4 weer totaal.notebook. December 13, dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

Veranderend weer en klimaatverandering

Nederland en Spanje vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

11. Weersituaties Inleiding Weertype

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Landengids voor: Landengids

INKOMHAL. a) eb en vloed. c) wind. c) de luch. htdruk:... end:... dag van uw. bezoek. met... Bft. ... k ...

Bijlage A Schaal van Beaufort

1. Algemeen klimatologisch overzicht, juni

1. Algemeen klimatologisch overzicht, winter

Weerkundig jaarverslag 2018

Docenteninformatie. Leerlingenmateriaal. Lesbrief. Winterstormen op de Atlantische Oceaan

Evolutie van het klimaat in België

Het weer hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

neerslag: regen, hagel en sneeuw ringen in het weer waarnemen regen meten

Transcriptie:

Klimaat en vegetatie 1 1. WEER EN KLIMAAT 1. Elementen van het weer In een weerbericht vind je steeds vier elementen terug die het weer bepalen. De vier elementen van het weer zijn:... (rood)... (blauw)... (groen)... (geel) Onderlijn deze gegevens in het weerbericht met de aangegeven kleur. Overal in de wereld meet men dagelijks op afgesproken tijdstippen de weerstoestand. In elke luchtmachtbasis (vb Kleine Brogel, Koksijde,...) wordt informatie over windrichting, temperatuur, luchtdruk,... minimaal tweemaal per uur doorgeseind naar Meteo Wing in Beauvechain. Deze verstuurt de gegevens (het weerbulletin), naar één van de vier hoofdbureaus (voor België ligt dit bureau in Toulouse, Frankrijk) over de hele wereld. Dit hoofdbureau seint de gegevens door naar alle nationale weerdiensten. Ons weercentrum ligt in Ukkel (KMI). Verklaar de afkorting KMI =... Hier verwerkt men de gegevens en in de krant en op tv zien we hiervan de vereenvoudigde versie. In Vostok, Antarctica werd het op 21 juli 1983 maar liefst -89,2 C. * In Libië werd het in september 1922 57,8 C. * In Kericho, Kenia, valt gemiddeld 132 dagen per jaar hagel. * De krachtigste tornado waaide in 1999 in Oklahoma (VS) tegen 509 km/h

Klimaat en vegetatie 2 Vul in onderstaande tabel de meetinstrumenten en de eenheden aan. Weerselement meetinstrument eenheid temperatuur 1. vochtigheid - luchtvochtigheid - neerslag 2. 3. luchtdruk 4. wind - snelheid + kracht - richting 5. 6. Plaats het juiste cijfer bij het meetinstrument. Een wolk is een zwevende verzameling van waterdruppeltjes of ijskristalletjes of een combinatie hiervan. Regen ontstaat als er zo veel waterdruppels in de wolk zitten, dat ze tegen elkaar botsen en zo groter worden. Mist is de beperking van het zicht tot één kilometer door kleine in de lucht zwevende waterdruppeltjes. Nevel is een vorm van mist waarbij het zicht tot verder dan één kilometer reikt. Sneeuw ontstaat bij temperaturen onder het vriespunt wanneer waterdamp-moleculen tot ijskristallen bevriezen. Wanneer het waait, klitten de sneeuwkristallen, vaak in de vorm van sterren, op hun weg naar de aarde samen en vormen een vlok. Zo'n vlok bestaat uit wat ijs en heel veel lucht tussen de ijsnaaldjes, als een kussen vol veren met lucht ertussen. Hagelstenen zijn stukjes ijs die op grote hoogte ontstaan. Wanneer de wind wolken doet opstijgen tot een hoogte van 15 kilometer bevriezen de waterdruppels en klonteren samen tot hagelstenen. Hoe hoger de wind de wolken geblazen heeft, hoe groter de hagelstenen zijn. De luchtdruk is het gewicht van een kolom lucht die drukt op het aardoppervlak. Hoe hoger je gaat, hoe lager de luchtdruk. Een normale luchtdruk is 1013 hpa. Meestal is deze echter hoger (H of hoge luchtdruk) of lager (L of lage luchtdruk).

Klimaat en vegetatie 3 Wind is de verplaatsing van de lucht langs het aardoppervlak vanuit een gebied met hoge luchtdruk naar lage luchtdruk. De windkracht wordt uitgedrukt met de beaufortschaal. Code=Beaufort benaming Snelheid (km/h) omschrijving 0 Stilte < 1 Rook stijgt (recht) omhoog 1 Flauw en stil 1-5 Rookpluimen geven richting aan 2 Flauwe koelte 6-11 Bladeren ritselen 3 Lichte koelte 12-19 Bladeren en twijgen voortdurend in beweging 4 Matige koelte 20-28 Stof en papier dwarrelen op 5 Frisse bries 29-38 Takken maken zwaaiende bewegingen 6 Stijve bries 39-49 Grote takken bewegen 7 Harde wind 50-61 Bomen bewegen 8 Stormachtig 62-74 Twijgen breken af 9 Storm 75-88 Takken breken af. Dakpannen waaien weg 10 Zware storm 89-102 Bomen worden ontworteld 11 Zeer zware storm 102-117 Uitgebreide schade aan bossen en gebouwen 12 Orkaan >117 Niets blijft meer overeind 2. Het onderscheid tussen weer en klimaat Weerkundigen volgen de evolutie van deze weerelementen nauwgezet. Het weer kan immers op korte tijd veranderen en het verschilt van plaats tot plaats. In België doet men al sinds 150 jaar waarnemingen. Men berekent de gemiddelde weerstoestand over een langere tijd. De gemiddelde weerstoestand die voor grotere gebieden dezelfde is, noemen we het klimaat. De klimatologie leert ons naast het klimaat ook alles over de uitersten in het verleden. Deze wetenschap bestudeert ook intensief de oorzaken en gevolgen van de opwarming van de aarde. Vul de overeenkomsten en verschillen tussen het weer en het klimaat aan. OVEREENKOMSTEN - beiden bestuderen de toestand van de atmosfeer. - beiden behandelen de vier weerselementen: -... -... -... -... - beiden steunen op waarnemingen van weerstations. VERSCHILLEN WEER KLIMAAT periode kort lang kort - lang (schrap wat niet past) gebied klein - groot klein - groot (schrap wat niet past) Geef voor elke uitspraak aan of het een weer- of een klimaatsgegeven betreft. December 2006 was een erg warme maand weer - klimaat Januari is voor heel België gemiddeld de koudste maand weer - klimaat Op 25 januari 1990 bracht een storm veel schade aan weer - klimaat

Klimaat en vegetatie 4 2. HET KLIMAAT IN BELGIË Het klimaat van België kan men onderzoeken aan de hand van - klimatogrammen - (atlas-)kaarten 1. Onderzoeken van een klimatogram Opbouw van een klimatogram Figuur 1 Uit Geogenie, standaard educatieve uitgeverij Op een klimatogram vind je gemiddelde gegevens over minstens 30 jaar waarnemingen. - gemiddelde maandtemperatuur (in een rode lijn) = temperatuurcurve - de totale jaarneerslag (in blauwe stroken) = neerslagcurve Zo kun je op een klimatogram de veranderingen van temperatuur en neerslag gedurende het hele jaar zien. Het klimatogram is zo getekend dat de getallen die de neerslag aanduiden het dubbel zijn van de getallen die de temperatuur aanduiden. Let steeds goed op langs welke zijde van het klimatogram neerslag en temperatuur zijn aangeduid. Op een klimatogram kan je de volgende gegevens aflezen: (zie ook figuur 1) gemiddelde maandtemperatuur (en dus ook de koudste en warmste maand); jaarschommeling: het verschil tussen de koudste maand en de warmste maand; de gemiddelde jaartemperatuur (TJ) aantal vorstmaanden: maanden met een gemiddelde maandtemperatuur van 0 C of minder; aantal natte/ droge maanden: - In een droge maand blijft de neerslagkolom onder de temperatuurcurve. (N<2T) - In een natte maand is de neerslagkolom even hoog of hoger dan de temperatuurcurve. (N 2T) maandelijkse neerslagsom en de totale jaarneerslag (NJ).

Klimaat en vegetatie 5 Het klimatogram van Ukkel Ontleed het klimatogram van Ukkel in onderstaande kader. figuur 2: klimatogram van Ukkel - T w : de tempetuur van de warmste maand =... - T k : de temperatuur van de koudste maand =... - de jaarschommeling =... - TJ: de gemiddelde jaartemperatuur =... - de droogste maand =... - de natste maand =... - NJ: de jaarneerslag =... - het aantal natte maanden =... - het aantal vorstmaanden =... Hiernaast zie je een windroos met de normale windrichtingen in Ukkel in de loop van een jaar. Als men elke dag de windrichting met een kort streepje aangeeft, bekomt men na een jaar een ongelijke, stervormige figuur. Welke windrichting overheerst in Ukkel?... De wind komt dan uit het... en waait naar het... (uitgebreidere opdracht windrichtingen: zie bijlage) Ontleed het klimatogram van Ukkel met behulp van de determineertabel (bijlage 3) Met behulp van een determineertabel kun je het klimaattype van eender welke stad of land ontleden en het klimaat benoemen. Zoek met de determineertabel en het klimatogram van Ukkel het klimaattype van België. 1)... 2)... 3)... 4)... 5)... 6)... 7)... 8)... 9)... klimaattype van België = vegetatietype van België =

Klimaat en vegetatie 6 Opdrachten Bijlage 4: opdracht weer en klimaat van België Bijlage 5: opdracht klimaat van Rome 2. klimaat op kaart a) Temperatuur Op een klimaatkaart worden de temperaturen voorgesteld door isothermen. Isothermen zijn denkbeeldige lijnen die plaatsen met dezelfde gemiddelde temperatuur verbinden. Lees de gemiddelde temperatuur af van... (Gebruik de atlaskaart 18 D-E-F) januaritemperatuur julitemperatuur vorstdagen Koksijde Ukkel Botrange Besluit: In de Ardennen is de temperatuur kouder - warmer dan de rest van het land omdat ze hoger - lager liggen: hoe hoger-lager, hoe kouder - warmer. Lees de gemiddelde temperatuur af van... januaritemperatuur julitemperatuur temperatuurschommeling Koksijde Kleine Brogel Besluit: Dichter bij de zee is het kouder - warmer in de winter, maar is het kouder - warmer in de zomer. De temperatuurschommelingen zijn er dus groter - kleiner. de zee verzacht de temperatuur. b) Neerslag Op een klimaatkaart wordt de gemiddelde jaarlijkse neerslag voorgesteld door isohyeten. Isohyeten zijn denkbeeldige lijnen die plaatsen met dezelfde gemiddelde jaarneerslag verbinden. Hoeveel neerslag valt er jaarlijks in de Hoge Venen (Botrange)?... Hoeveel neerslag valt er jaarlijks aan de kustvlakte (Koksijde)?... Besluit In reliëfrijke gebieden moet de lucht stijgen, en dus afkoelen, waardoor de waterdamp in druppels overgaat. Zo ontstaan stijgingsregens.

Klimaat en vegetatie 7 c) Luchtdruk (zie bijlage 2) Op de Europese weerkaart bemerk je isobaren. Dit zijn lijnen die alle punten verbinden die dezelfde luchtdruk hebben. Welke isobar ligt het dichtste bij ons land?... Dit is een voorbeeld van hoge - lage luchtdruk. 3. HET KLIMAAT IN EUROPA 1. Klimaatszones in de wereld - Kleur Europa geel op de wereldkaart (figuur 3). - Overtrek de keerkringen met zwart en benoem deze. Deze keerkringen scheiden de grote klimaatszones op de wereld van elkaar. 1. koude - polaire zone blauw 2. gematigde zone groen 3. warme - tropische zone rood figuur 3 Besluit in verband met de ligging van Europa:...... Ter info: over het ontstaan van de seizoenen

Klimaat en vegetatie 8 2. Klimaatszones afleiden uit klimatogrammen Zoek met behulp van de determineertabel de klimaatszone die bij elk klimatogram past. (bijlage 6) Situeer de nummers van de klimatogrammen op de facetkaart van het klimaat (figuur 4). 3. De relatie tussen klimaat- en vegetatiezones Temperatuur en neerslag hebben invloed op de vegetatie (= plantengroei). a. De groei van een plant vereist warmte In de natuur groeien de planten - altijd boven de 18 C - vertraagd tussen 6 C en 18 C - niet onder 6 C figuur 4: facetkaart van het klimaat van Europa Om boomgroei te hebben, moet men minstens drie maanden een gemiddelde temperatuur hebben van meer dan 6 C. b. De groei van een plant vereist ook vochtigheid Droogte treedt op als de maandneerslag (in mm) kleiner is dan het dubbele van de maandtemperatuur in C. dus: - droge maand: N<2T - natte maand: N>2T BESLUIT: De groeitijd bepaalt de soort vegetatie. Werk met de klimatogrammen (bijlage 6) Kleur op de klimatogrammen de maanden dat de planten niet kunnen groeien: - de droge maanden geel; - de koude maanden grijs. Kleur op de maandenlijn de groeimaanden groen.

Klimaat en vegetatie 9 4. Synthese klimaat- en vegetatiegebieden In Europa onderscheiden we van noord naar zuid twee grote klimaatszones: de koude klimaatszone en de gematigde klimaatszone. Beiden worden verder onderverdeeld. A. DE KOUDE KLIMATEN 1. Het koud klimaat zonder dooiseizoen In de buurt van de Noordpool bevinden zich ijslandschappen. Elke vorm van vegetatie ontbreekt, vandaar de naam ijswoestijnklimaat. Het kwik stijgt er nooit boven het vriespunt, zodat we ook kunnen spreken van koud klimaat zonder dooiseizoen. De winters zonder daglicht zijn extreem koud. 2. Het koud klimaat met dooiseizoen Ten zuiden van ijswoestijnklimaat treffen we een boomloze vegetatievorm aan met lage struiken, uitgestrekte grasvelden en mossen. We spreken van een toendravegetatie. Bij het ontdooien van de bovenste bodemlaag ontstaan er dikwijls moerassen. B. DE GEMATIGDE KLIMATEN Indien de gemiddelde temperatuur van de warmste maand hoger ligt dan 10 C, en de temperatuur van de koudste maand hoogstens 18 C, dan spreken we van de gematigde klimaten. De grens wordt afgebakend door de poolcirkel en de kreeftskeerkring. 1. Het koudgematigd klimaat met strenge winter Ten zuiden van de poolcirkel gaat de toendra over in naaldbomen met soms enkele berken, de taiga. De winters zijn streng wegens hun continentale ligging, in de zomer zijn de temperaturen te vergelijken met de onze. 2. Het gematigd droog klimaat In het zuidoosten van Europa, aan de Kaspische en aan de Zwarte Zee, komt een dichte grasbegroeiing, steppe, voor. Door een tekort aan neerslag kunnen er geen bomen groeien In de lente wordt deze vegetatiezone opgevrolijkt door een uitgestrekt bloementapijt. In de zomer verdorren de grassen. Nagenoeg de hele steppezone is ingenomen door graanvelden. 3. Het koelgematigd klimaat met koude winter Tussen de loofbossen bij ons en de Taiga komt een overgangszone van gemengde wouden voor (naald- met loofbomen). De winters blijven redelijk koud, maar door de maritieme ligging vermindert het aantal koude maanden sterk. 4. Het koelgematigd klimaat met zachte winter In onze streken kennen we een loofwoudklimaat. oorspronkelijk overheersten hier de eik, de beuk, de es en de kastanje. Zuidwestenwinden, die vaak regen brengen, overheersen hier het hele jaar. Door de Golfstroom (een warme zeestroom), die s winters een matigende invloed heeft, loopt deze klimaatszone zelfs tot aan de Noorse kusten.

Klimaat en vegetatie 10 5. Het warmgematigd, altijd nat klimaat Ten oosten en ten noorden van de Middellandse Zee komt een zone met minstens elf natte maanden per jaar voor. Men spreekt van een subtropisch regenwoudklimaat. De immergroene, hardbladige plantengroei komt hier ook voor. 6. Het warmgematigd klimaat met natte winter Aan de Middellandse Zee (ten zuiden van 45 NB) tref je een hardbladige vegetatie aan. Deze plantengroei past zich door z n harde bladen aan aan de droge, hete zomers. De oorspronkelijke vegetatie bestond uit immergroen bos met kurkeiken, ceders, cipressen,... Door overbegrazing en kappen ontwikkelde zich een halfnatuurlijke vegetatie van doornachtige struiken met verharde, glanzende bladeren (maquis) of lage struiken en grassen op een kalkbodem (garrigue). Duid aan op de facetkaart (fig. 4) - KOUD KLIMAAT MET DOOISEIZOEN - KOUDGEMATIGD KLIMAAT MET STRENGE WINTER - KOELGEMATIGD KLIMAAT MET KOUDE WINTER - KOELGEMATIGD KLIMAAT MET ZACHTE WINTER - GEMATIGD DROOG KLIMAAT - WARMGEMATIGD KLIMAAT MET NATTE WINTER - WARMGEMATIGD ALTIJD NAT KLIMAAT (Of noteer op de vereenvoudigde facetkaart in bijlage 10) Klimaatszones en vegetatiezones vallen voor een groot deel samen. Noteer op de facetkaart van Europa (figuur 4) de vegetatietypes bij de klimaatszones. Vul de synthesetabel aan (zie bijlage 7). Bijlage 8 geeft een overzicht van de vegetatietypes. Bijlage 10 geeft een schematisch overzicht van de belangrijkste Europese klimaten. (De vereenvoudigde facetkaart van het klimaat van Europa) figuur 5: het broeikaseffect

Klimaat en vegetatie 11 5. Klimaatverschillen binnen Europa A. Temperatuurverschillen in Europa (atlas p....) Invloed van de breedteligging januaritemperatuur julitemperatuur Ivalo Brussel Rome Besluit: - Hoe verandert de temperatuur als we ons verplaatsen van noord naar zuid? - Geef hiervoor een verklaring. Invloed van de lengteligging januaritemperatuur julitemperatuur temperatuurschommeling Brussel Praag Kiev Besluit: - De temperatuurschommeling vergroot- verkleint van west naar oost. - Geef hiervoor een verklaring. Invloed van de hoogteligging Vergelijk de temperatuur in de hooggebergten met die van hun omliggende gebieden. Besluit: Invloed van de Golfstroom Golfstroom = Invloed van de opwarming van onze aarde + Lees de artikels in bijlage 10. Los de bijhorende vragen op. (zie ook figuur 5 p.11) + Zie ook de filmvoorstelling: An Inconvenient Truth B. Neerslagverschillen (atlas p....) Zoek de droogste gebieden. - Vergelijk West-Europa met Oost-Europa. - Geef hiervoor een verklaring.